In november vorig jaar ondertekende paus
Franciscus zijn eerste grote publicatie:
Evangelii Gaudium, oftewel De blijdschap
van het Evangelie. Binnenkort verschijnt de
Nederlandse vertaling.
1. Liever een gebutste kerk dan een
kerk die in de comfortzone blijft
In november vorig jaar ondertekende paus
Franciscus zijn eerste grote publicatie:
Evangelii Gaudium, oftewel De blijdschap
van het Evangelie. Binnenkort verschijnt de
Nederlandse vertaling. In een tweeluik
belicht Roelf Haan het document.
Opinie
n Roelf Haan
De blijdschap van het Evangelie is een zogenaamde apostolische exhortatie,
dat wil zeggen een aansporing, die
voortvloeit uit een recent gehouden
bisschoppensynode en die gericht is
aan de kerk zelf.
Op basis van zijn optreden tot nu
toe hebben velen grote verwachtingen van deze paus. Zij zullen ook in
dit stuk niet worden teleurgesteld.
De toon is levendig, niet ambtelijk
maar persoonlijk, de strekking eerder existentieel dan doctrinair want,
zegt deze paus: ‘De werkelijkheid is
groter dan ideeën.’
De media die - gezien hun beperkt-modieuze journalistieke interesse - misschien voornamelijk uit
zijn op de bekende politiek-correcte
thema’s zoals de discriminatie van
de vrouw, homoseksualiteit, euthanasie, abortus en kindermisbruik,
zullen weinig of niets van hun gading vinden.
We kunnen zeggen dat de paus
met betrekking tot deze thema’s eerder een stap terug doet naar de bron
vanwaaruit hij zich met des te meer
duidelijkheid in de actualiteit wil begeven. Zijn doel is van de leden van
de Rooms-Katholieke Kerk betere
christenen te maken. Dan gaat het
niet om een lijst van actuele aandachtspunten met de bijbehorende
veroordelingen of morele oproepen,
maar om de centrale betekenis van
het evangelie zelf voor het christelijk leven.
Zuinig
De brief spreekt op de bekende
zuinige wijze over andere kerken,
al worden als gebruikelijk enkele
diplomatieke regels gewijd aan de
oecumene. Ik herinner mij uit mijn
tijd aan de protestantse theologieopleiding in Buenos Aires dat wij
bezoek ontvingen van de Spaanse
Bijbelgeleerde Luis Alonso Schökel
SJ (1920-1998) van het Pauselijk Bijbel Instituut. Hij vertelde mij dat
80 procent van de theologie die hij
las afkomstig was van protestantse
auteurs.
Of zoiets ook geldt voor zijn ordebroeder Jorge Mario Bergoglio, is van
weinig belang; wel kunnen we constateren dat Evangelii Gaudium een
authentiek evangelisch document
is geworden. Er kan in protestantse
kerken uit worden gepreekt!
Een heel hoofdstuk is trouwens
gewijd aan de verkondiging. Over
de lauwheid van de preek van de
gemiddelde priester maakt het stuk
behartigenswaardige opmerkingen.
‘Het grootste risico dat de predikant
loopt is dat hij zo gewend is aan zijn
eigen taalgebruik dat hij denkt dat
iedereen het vanzelf ook begrijpt en
volgt. (...) Laten we eraan denken dat
we nooit antwoord moeten willen
geven op vragen die niemand stelt.’
Synthese
Maar de meest treffende uitspraak
vind ik deze: ‘Waar uw synthese is,
zal uw hart zijn.’ Synthese houdt in
dat wij ons rekenschap geven van de
concrete werkelijkheid waarin wij
leven. De kerk, zegt Franciscus, predikt geen losse ideeën of op zich zelf
staande waarden. ‘Ik wil een kerk
die arm is en voor de armen is’, lezen we. Het is de moeite waard kort
stil te staan bij de woorden ‘ik’ en
‘kerk’. In het volgende deel van dit
tweeluik zal het gaan over de armen
en de economie.
Op een bepaald moment spreekt
de paus over ‘ik’ in de zin van ‘wij’
of ‘ieder mens’. Voor de rest staat
De kerk en het
pausschap moeten
zich beide bekeren
van haar centrale
structuur, schrijft
Franciscus
Paus Franciscus bezoekt een kinderziekenhuis in Rome. Foto: ANP
er ‘ik’ als hij eenvoudig ook ‘ik’
bedoelt, dus zijn persoon, zonder
dat hij schuil gaat achter het puur
ambtelijk opgevatte pausschap. Dat
maakt dat de brief heel direct met de
lezer communiceert. ‘Ik heb dit zelf
vaak beleefd’, zegt hij, als hij schrijft
over verflauwing en verslapping in
het geloof. Hij spreekt over de bekering van het pausschap zelf, want hij
moet in praktijk brengen waartoe
hij anderen oproept.
Slechts een enkele keer gaat het
over ‘de paus’, die niet moet treden
in de bevoegdheid van de lokale bisschop. En het is niet omdat de paus
het zegt, maar Jezus zelf, dat wij niet
neerbuigend mogen neerkijken op
anderen, maar dat wij mannen en
vrouwen moeten zijn van het volk.
‘Wij moeten anderen belangrijker
achten dan onszelf, zoals Paulus
schrijft. Dat behoort zó overduidelijk tot de kern van het woord van
God, dat als wij denken dat zo’n
tekst interpretatie nodig heeft, aan
dit appel alleen maar afbreuk kan
worden gedaan.’
De kerk en het pausschap moeten
zich beide bekeren van haar centrale structuur, schrijft Franciscus.
De kerk gaat niet boven Christus en
de paus niet boven Gods woord. Wat
wij hebben te verkondigen is het
evangelie, geen ‘bepaalde leerstellige of morele punten gebaseerd op
specifiek ideologische opties. (...) Ik
wil geen kerk die zich zorgen maakt
om haar centrale positie en die dan
uiteindelijk vastloopt in een web
van obsessies en procedures.’
De paus zegt dat hij hier herhaalt
wat hij vaak gezegd heeft tegen de
priesters en leken in Buenos Aires:
ik heb liever een gebutste kerk doordat zij de straat is opgegaan, dan een
kerk die zich opsluit in haar eigen
veiligheid. Dat is een kerk die in
geestelijk opzicht wereldgelijkvormig is geworden. Het is de kerk als
museumstuk, in het bezit gekomen
van selecte enkelen. Die zich druk
maakt om doctrine en prestige, maar
‘geen enkele zorg heeft over de reële
impact van het evangelie op het gelovige volk van God of de concrete
noden van de tegenwoordige tijd’.
Opgeblazen
Deze houding leidt gemakkelijk tot
een businessmentaliteit die bezig
is met management, statistieken,
plannen en evaluaties ‘waarvan de
voornaamste begunstigde niet Gods
volk is maar de kerk als instituut’.
Dit voedt ‘de opgeblazenheid van
degenen die blij zijn met een weinig
macht, en die liever de generaal zijn
van een verslagen leger dan gewoon
soldaat’.
Ik vind dit opmerkelijk. De Katholieke Kerk van Latijns-Amerika, niet
in de laatste plaats die van Argentinië, was niet alleen in sociologische
zin een meerderheidskerk en geheel
verweven met de politieke en economische en militaire macht, maar
zij hanteerde ook een meerderheids-
theologie, die zich bekommerde om
geen enkele periferie.
Nu hebben wij een Latijns-Amerikaanse paus die oproept tot een theologische minderheidsmentaliteit.
Christus noemde zijn volgelingen
een ‘klein kuddeke’, maar juist daarom ook een zoutend zout. Christenen moeten hun comfortabele zone
verlaten om de periferie te kunnen
bereiken die het licht behoeft van
het evangelie. ‘God beware ons voor
een wereldlijke kerk met een oppervlakkige geestelijke en pastorale
opsmuk!”
Vanzelfsprekend stuiten we ook
in dit kerkelijke document op bekende
traditioneel-dogmatische
Vaticaanse zienswijzen. Maar die
verstoren niet wat de auteur vanuit
zijn ambtelijke positie te zeggen
heeft. Die positie geeft hem een eigen recht van spreken. ‘Migranten
vormen voor mij een bijzondere uitdaging, aangezien ik de pastor ben
van een kerk zonder grenzen. Om
deze reden spoor ik alle landen aan
tot genereuze openheid.’
p Roelf Haan is voormalig directeur van de IKON en schreef
onder meer Theology and Economics. The hermeneutical case of
Calvin today (2012)
p In februari verschijnt bij Brusselse uitgeverij Licap een Nederlandse vertaling van Evangelii
Gaudium