Vandaag
01.
Een korte geschiedenis van het
mediabelevingsonderzoek
02.
Het hier en nu.
De complementaire rollen die media
vervullen in 2020.
03.
Reclamebeleving en implicatie voor
marketeers.
3
Terug naar het begin
2020
2015
SWOCC
Social media
1975-1995
beter bereiks-
onderzoek
1997
Veldkamp
1e Editie 2003
2007
2011
‘Het gaat niet alleen om bereiken maar juist ook om beraken’
• Van buikgevoel naar methodologisch verantwoord model
• Mediawereld had niets aan algemene attituden tav media
• Groep smaakmakers uit mediaonderzoek wereld ging aan de slag (praktijk plus wetenschap)
• Onder leiding van Fred Bronner (nu emeritus hoogleraar UvA en nog altijd betrokken bij het onderzoek)
5
Tom Poes verzin een list!
Respondenten Momenten
Mediabelevings-
• Vergelijking mogelijk binnen één mediumtype en tussen mediumtypen
• Literatuurstudie (UvA) en testonderzoek (Veldkamp)
• Eerste single source multimedia onderzoek in Nederland
6
Een klein stukje theorie
• Media context effects van belang voor reclame effect dus naast mediabeleving ook reclamebeleving meten:
“Mediabeleving is de emotionele, gevoelsmatige ervaring die consumenten tijdens her gebruik van een bepaald mediumtype
ondergaan.”
• Hilde Voorveld (SWOCC): “Om aan te kunnen sluiten bij belangrijke touchpoints en momenten in de consumer journey is het
van belang om te weten hoe consumenten verschillende media beleven, want elk medium wordt op unieke wijze beleefd
door consumenten.”
8
Welke elementen halen we uit het mediabelevingsonderzoek?
8 media 9 media
+TV
Radio
Dagbladen
Nieuwssites Social
Streaming Magazines
Hah
MEDIA-
BELEVING
13 dimensies 11 dimensies
RECLAME-
BELEVING
Buitenreclame
11
Er zijn 13 mediabelevingsdimensies
Entertaining
Informatief
SociaalIndividueel
Informatie
Transformatie
Vervreemding
Tijdverdrijf
Sociaal
StimulansIdentificatie
EmpowermentPraktisch
Sociale Interactie
Innovatie
Vertrouwen
Actualiteit
Een theoretische onderverdeling van dimensies
Geloofwaardig, betrouwbaar,
open en eerlijk.
Leeg moment vullen
Gaf gespreksstof
Genieten, vrolijk, gezellig,
ontspannen, tevreden.
12
Media die vooral transformatie bieden: TV, radio en streaming. TV is meer een allemans vriend;
doet vanalles en middelt daarom op de meeste dimensies uit.
0
10
20
30
40
50
60
Actualiteit
Innovatie
Sociaal
Empowerment
Sociale Interactie
Transformatie
StimulansIdentificatie
Tijdverdrijf
Vervreemding
Praktisch
Vertrouwen
Informatie
StreamingTVRadio
Radio n=468
TV n=589
Streaming n=787
Ranking t.o.v. andere media TV Radio Streaming
Informatie 5 7 8
Actualiteit 4/5 6/7 8
Innovatie 7/8 5/6 7/8
Sociaal 4 8 7
Empowerment 5/6/7/8 5/6/7/8 3/4
Sociale interactie 3/4/5 8 7
Transformatie 4/5 1/2 1/2
Stimulans 3 8 1/2
Identificatie 2 8 4/5/6/7
Tijdverdrijf 8 6 5
Vervreemding 3 8 5/6/7
Praktisch 6/7 8 6/7
Vertrouwen 5 6 7
14
Maar binnen TV tekenen de genres zich
helder tegen elkaar af.
Nieuws springt eruit op actualiteit, vertrouwen
en informatie, maar talkshows leveren ook
veel informatie, zeker die ingaan op de
actualiteit.
In het vermaak-segment, leveren dramaseries
en spelshows meer transformatie dan sport,
realityseries & datingshows.
0
10
20
30
40
50
60
Actualiteit
Innovatie
Sociaal
Empowerment
Sociale Interactie
Transformatie
StimulansIdentificatie
Tijdverdrijf
Vervreemding
Praktisch
Vertrouwen
Informatie
TV
TV Totaal Nieuws Dramaseries Spelshows Reality Sport Dating Talkshows
n=589 n=169 n=81 n=78 n=73 n=55 n=50 n=38
15
Als we inzoomen op het genre nieuws zien we
dat het verschil tussen de publieke en
commerciële zenders zich aftekent in de
dimensies vertrouwen, actualiteit en
informatie.
Publieke zenders blijven meest vertrouwd in
Nederland (soortgelijk patroon op Radio)0
10
20
30
40
50
60
70
Actualiteit
Innovatie
Sociaal
Empowerment
Sociale Interactie
Transformatie
StimulansIdentificatie
Tijdverdrijf
Vervreemding
Praktisch
Vertrouwen
Informatie
TV
Nieuws – Publiek
(NOS, Een vandaag, Jeugdjournaal, Nieuwsuur)
Nieuws – Commercieel
(RTL nieuws, EditieNL, Hart van Nederland)
n=48 n=36
16Let op: indicatief want lage basis, veel consumenten zeggen simpelweg ‘nieuws’ of ‘het journaal’ wat niet te herleiden is tot een zender.
Magazines en social wijken af; magazines omdat deze zowel transformatie, vertrouwen als
informatie kunnen bieden, en social door de sterke uitslag op tijdverdrijf.
0
10
20
30
40
50
60
Actualiteit
Innovatie
Sociaal
Empowerment
Sociale Interactie
Transformatie
StimulansIdentificatie
Tijdverdrijf
Vervreemding
Praktisch
Vertrouwen
Informatie
SocialMagazines
Magazines n=137
Social n=1020
Ranking t.o.v. andere media Magazines Social media
Informatie 3 6
Actualiteit 6/7 4/5
Innovatie 1 3
Sociaal 5 6
Empowerment 1/2 1/2
Sociale interactie 3/4/5 1
Transformatie 3 4/5
Stimulans 1/2 5/6
Identificatie 3 4/5/6/7
Tijdverdrijf 3 1
Vervreemding 5/6/7 5/6/7
Praktisch 1 3
Vertrouwen 3 8
18
Hoofdbeleving FB/IG tijdverdrijf. Twitter & LinkedIn springen uit op informatieve beleving. Pinterest
op vermaak, Snap op interactie.
Facebook – Instagram – Twitter – LinkedIn – Snapchat – Pinterest
Social
Facebook Twitter Linkedin Snapchat Instagram Pinterest
n=566 n=46 n=64 n=58 n=225 n=54
A/B/C/D/E/F geeft een significant verschil aan
tussen groep met 95% CI.
19
Informatie Vermaak
Mediumtypen vervullen daarmee complementaire rollen ten opzichte van elkaar.
Informatie
Actualiteit
Innovatie
Sociaal
Empowerment
Sociale Interactie
Transformatie
Stimulans
Identificatie
Tijdverdrijf
Vervreemding
Praktisch
Vertrouwen
SocialStreamingTV Radio Dagbladen Nieuwssites MagazinesHah
TV Radio Dagbladen Magazines HaH Niewssites Streaming Social
n=589 n=468 n=446 n=324 n=312 n=922 n=787 n=1020
+5 Relatieve kracht t.o.v. van andere media
Gemiddeld t.o.v. andere media
-5 relatieve zwakte t.o.v. andere media
20
Traditionele media heroveren terrein; zo worden deze bewuster gebruikt
Traditionele media:
omhoog op actualiteit en omlaag op tijdverdrijf
Social media:
omlaag op actualiteit en sterk omhoog op tijdverdrijf
2020 vs. 2011
Social
Dagbladen
2020 vs. 2015
21
Terug te zien in de
belangrijkste reden om deze
media te bezoeken/
gebruiken.
Social
Magazines
22
Traditionele media heroveren terrein; en worden meer vertrouwd
Traditionele media:
Nieuwsmedia, gevolgd door
magazines en TV meest vertrouwd
Social media:
Minst vertrouwd.Vertrouwen
TVDagbladen Magazines Social
23
Vertrouwen
Vertrouwen
Nieuwssites
De Coronacrisis maakt duidelijk dat Nederlanders zich wenden tot traditionele media voor
betrouwbare informatie. Social onderaan.
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
National media channels
Government agency websites
My doctor
International advisory body websites
Pharmacist
Digital Healthcare platforms (free)
My healthcare provider
My friends and family
Social media - people I know
Healthcare phoneline
Digital Healthcare platforms (paid)
Social media - influencers
What are your most trusted sources of information about Coronavirus?
Bron: Kantar Covid-19 Barometer Nederland, 2020 24
Thema’s in reclamebeleving
Reclametolerantie
Lage online reclame tolerantie door
doel- en contextverstoring.
Contextsensiviteit
Magazines meest context-sensitieve
medium, óók online.
Wat kunnen we hiervan leren in andere
media?
Non-invasieve aandacht
Buitenreclame levert positieve
aandacht met schaal, mits de creatie
voldoende opvallend is.
26
Reclames worden op z’n hoogst verdragen en beter in traditionele media. Consumenten willen controle
over wat ze zien.
48%
46%
43%
37%
14%
-7%
-9%
-13%
-46%
-51%
Huis aan huis
Dagbladen
Magazines
OOH
Radio
TV
Nieuwssites
Social media
Apps
Whatsapp
66%
25%
Reclame tonen op basis van
mijn zoekgedrag maakt reclame
relevanter
Ik wil controle over het soort
reclame dat aan mij wordt
getoond
Basis, n=1615
Reclame tolerantie = (Zeer, enigszins positief + neutraal) – Zeer, enigszins negatief)
Q: Over het geheel genomen, hoe positief of negatief bent u over reclames op de volgende media kanalen of omgevingen? 27
Multitasken - aandacht primair op media Multitasken - aandacht primair op iets anders
Radio wordt veel uit gewoonte gebruikt én in de achtergrond tijdens andere bezigheden. Hier
staan TV, print en nieuws media tegenover waar aandacht primair uitgaat naar het medium.
SocialStreamingTV Radio Dagbladen NieuwssitesMagazines Hah
Solo Multitasken - andere media Multitasken - iets anders
Q: Luisterde/keek/las u uitsluitend […] of deed u tegelijkertijd iets anders?
Q: (Indien ook iets anders): Waaraan besteedde u de meeste aandacht?
28
Wel reclamebeleving Geen reclamebeleving Column2
Solo mediaconsumptie voor print vertaalt zich door in goede reclameherinnering binnen titels.
Reclameherinnering vertaalt niet altijd door in een beleving (+/-), zichtbaar voor buitenreclame.
SocialStreamingTV Radio Dagbladen NieuwssitesMagazines Hah
Wel reclameherinnering Geen reclameherinnering
Buitenreclame
Rondomprogramma
Opzender
Bijhetbuitenzijn
Intitel
Intitel
Rondomprogramma
Opsite/app
Opsite/app
Intitel
Let op: De kanalen zijn niet 1-op-1 vergelijkbaar door verschillen in kadering van reclameherinnering. Smal: rondom een programma, liedje of filmpje.
Breder: in een titel, op een site, op een radiozender, of in de buitenwereld.
Note: ‘Geen reclamebeleving’ = ‘Geen van deze’ bij Qb
Qa: Als u het kijken naar … in herinnering roept, heeft u kort voor, tijdens of aansluitend aan de uitzending reclame gezien?
Qb: Hoe heeft u die reclame in of rond de uitzending ervaren?
29
De reclamebelevingsdimensies:
*verwoording verkort.
Informatie
Heeft mij iets nieuws geboden
Gaf me nuttige informatie
Gaf me geloofwaardige informatie
Vervreemding
Ergerde me
Vond ik nogal onduidelijk
Stimulans
Maakte me enthousiast voor bepaalde producten/diensten
Vond ik origineel en uniek
Transformatie
Maakte me vrolijk
Context verstoring
Verstoorde mijn kijkervaring
Voelde aan als een inbreuk op mijn privacy
Identificatie
Voelde me erbij betrokken
Sloot aan bij mijn persoonlijke interesses
Praktische bruikbaarheid
Bracht me ertoe;
Een QR code te scannen
Iets uit te knippen
Ergens naar toe te bellen
Een website/winkel te bezoeken
Context fit
Paste bij omgeving
Vertrouwen
Gaf me geloofwaardige informatie
Was open en eerlijk
Straalde kennis van zaken uit*
Was klantgericht
Aandacht
Trok mijn aandacht
Duurzaam
Droeg bij aan een betere wereld/maatschappij
30
Onderverdeeld naar reclamebelevingsdimensies springen aandacht voor buitenreclame eruit
en de context fit bij magazines en de sterk negatieve ervaringen met vooral online & AV media.
0
10
20
30
40
50
60
Informatie Praktische
bruikbaarheid
Transformatie Aandacht Context Fit Stimulans Identificatie Vertrouwen Duurzaam Vervreemding Context Verstoring
SocialYouTube/SpotifyTV Radio Dagbladen NieuwssitesMagazinesHahBuitenreclame
NEGATIEF
TV Radio Dagbladen Magazines HaH Nieuwssites YoutTube/Spotify Social Buitenreclame
n=172 n=187 n=154 n=137 n=165 n=181 n=69 n=311 n=331
31
Iets nieuws geboden
Nuttige informatie
Geloofwaardige informatie
Maakte me vrolijk
Maakte me enthousiast
Origineel en uniek
Bracht me ertoe…
Voelde me betrokken
Past bij context
Trok mijn aandacht
Was open en eerlijk
Kennis van zaken
Klantgericht
Sloot aan mijn interesses
Betere wereld
Ergerde me
Vond ik onduidelijk
Verstoorde ervaring
Inbreuk op mijn privacy
Print & buitenreclame scoren relatief positief. Verstoring van, of afbreuk aan de vermaaksmissie wordt
ervaren bij AV media. Zo ook tonen negatieve ervaringen met targetting bij social & nieuwssites.
SocialYouTube/SpotifyTV Radio Dagbladen NieuwssitesMagazinesHahBuitenreclame
TV Radio Dagbladen Magazines HaH Nieuwssites YoutTube/Spotify Social Buitenreclame
n=172 n=187 n=154 n=137 n=165 n=181 n=69 n=311 n=331
+5 Relatieve kracht t.o.v. van andere media
Gemiddeld t.o.v. andere media
-5 relatieve zwakte t.o.v. andere media
32
NEGATIEF
Reclame in een winkelcentrum wordt als passend ervaren, maar valt ook minder op dan reclame
langs de snelweg op OV locaties/voertuigen.
4
0 1
35
13
4
1
4
1
14 12
10
5
2
40
16
5
3
7
1
10 11
6
0 0
46
0
3
1
6
2
13
11
13
0
2
20
38
3 3
10
0
6
9
0
10
20
30
40
50
60
Informatie Praktische
bruikbaarheid
Transformatie Aandacht Umfeld Fit Stimulans Identificatie Vertrouwen Duurzaam Vervreemding Umfeld Verstoring
Buitenreclame
Op straat / langs de weg
Bij een OV halte/perron, In een OV station, op een
OV voertuig
Op een losstaand billboard/scherm/mast langs de
(snel)weg
In een overdekt winkelcentrum
n=159 n=79 n=40 n=32
33
NEGATIEF
Magazines leiden op het gebied van context fit, toch wordt reclame in vrouwen bladen
vaker als verstorend ervaren. Mogelijk door de hoeveelheid?
9
3
0
23
32
3
6 6
1
8
18
11
2 2
26
55
1
8 9
0
7 6
0
10
20
30
40
50
60
Informatie Praktische
bruikbaarheid
Transformatie Aandacht Context Fit Stimulans Identificatie Vertrouwen Duurzaam Vervreemding Context Verstoring
Vrouwen Interesses
(Vrouw + Vrouwen interesses)
Overige interesses
(Alledaags + Mannen + Special interest)
n=64 n=60
Magazines
Reclamebeleving
34
NEGATIEF
Reclame op social and YouTube wordt negatief ervaren. Toch is reclame op Instagram vaker in
staat iets positiefs te leveren - het merk mooi in beeld gebracht passend bij de visuele aard van
het platform, of inspiratie.
1 0 0
2 2 1 0 0 0
37 38
2 0 1
9
6
1 2 1 0
31
33
1
2
0
12
15
2
5
3
0
32
27
0
10
20
30
40
50
60
Informatie Praktische
bruikbaarheid
Transformatie Aandacht Context Fit Stimulans Identificatie Vertrouwen Duurzaam Vervreemding Context Verstoring
YouTube Facebook Instagram
n=48 n=190 n=77
Social
Reclamebeleving
35
03.
Persoonsgebonden
targetting, bijvoorbeeld
op zoekgedrag of over
sites heen, voelt als een
inbeuk op privacy,
vooral op Social en
nieuwssites.
Call to action:
Verantwoordelijk reclame gebruik sluit aan bij de belevingswereld van de consument (waar mogelijk).
01.
Overweldigend
negatieve beleving en
lage reclame
receptiviteit:
02.
Wees ervan bewust
wanneer een prettige
ervaring wordt verstoord –
vooral op audiovisuele
transformatie media als
YouTube en Spotify, en in
mindere mate TV.
04.
Buitenreclame levert
hoog bereik tegen
weinig ergernis, maar
het lijkt erop dat er nog
te vaak een niet
impactvolle creatie
wordt gebruikt; een
gemiste kans.
36
Editor's Notes
Vandaag presenteren wij de resultaten van het Mediabelevingsonderzoek 2020. De vijfde meting na eerdere metingen in 1997, 2003, 2007, 2011; eerst uitgevoerd door Veldkamp, daarna door TNS NIPO en nu door Kantar. En eigenlijk de 6e meting want in 2015 werd via hetzelfde model voor SWOCC de beleving van 8 social media gemeten. Aan dit rijtje zien we dat de start van het project teruggaat naar de jaren 90. Begin jaren 90 was de situatie rond het mediaonderzoek als volgt. Bereiksonderzoeken waren tussen 1975 en 1995 sterk verbeterd. Maar toch bleef in de reclame-en mediawereld het gevoel overheersen dat deze inspanningen niet genoeg waren. Als twee media eenzelfde bereik scoorden werd er toch een keuze voor één van de twee gemaakt. En dan vooral op basis van ‘buikgevoel’. De toen veel gehoorde wens was dat dit gevoel vervangen zou moeten worden door methodologisch verantwoorde data over mediabeleving. De populaire kreet was toen ‘het gaat niet alleen om het bereiken, maar ook om het beraken’. En als er al een voorzichtige stap richting meten van beleving werd gedaan was dat in de trant van ‘wat vindt u van tv kijken?’ Dat resulteerde in vage algemene attituden ten opzichte van het medium. En omdat kijken naar een soap nu eenmaal qua beleving verschilt van kijken naar een nieuwsprogramma waren deze algemene attitude data weinig bruikbaar. Tom Poes verzin een list!
Een groep van onderzoekers (praktijk en wetenschap) die beschouwd kunnen worden als smaakmakers van media onderzoekland op dat moment ging aan de slag onder leiding van prof.dr. Fred Bronner, nu emeritus hoogleraar aan de UvA en nog altijd betrokken bij het onderzoek. En dat resulteerde in een model voor het Mediabelevingsonderzoek dat nu 25 jaar later nog altijd vruchtbaar kan worden gebruikt.
De opdracht aan de projectgroep was verzin een list en dat lukte! De list was dat niet –zoals gebruikelijk- respondenten de analysebasis zouden moeten vormen maar momenten van mediaconsumptie. Binnen een random steekproef van respondenten breng je random gekozen momenten van mediaconsumptie in kaart. En dat in kaart brengen betekent dat je respondenten vraagt via een betrouwbaar meetinstrument hoe dat moment door hem/haar is beleefd. In de analyse vergelijkt de onderzoeker de beleving van die momenten. Dat kan binnen één mediumtype: hoe wordt het kijken naar een nieuwsprogramma beleefd vergeleken met het kijken naar een soap. Maar die vergelijking kan ook tussen mediumtypen: wordt het kijken naar een tv programma gemiddeld anders beleefd dan een social medium consumptie moment?
Zo kreeg het onderzoek een unieke structuur. Voor de constructie van het meetinstrument werd eerst een literatuurstudie door de UvA uitgevoerd en daarna een testonderzoek door Veldkamp. De beleving kon zo met belevingsitems en dimensies worden gemeten voor een breed aantal mediumtypen. Het eerste single source multimedia onderzoek in Nederland resulteerde en dat paste uitstekend in de eind vorige eeuw steeds belangrijker wordende crossmedia strategieën.
Het antwoord op de vraag hoe de consument verschillende media beleeft is van cruciaal belang om met merkcommunicatie aan te kunnen sluiten bij de leefwereld van consumenten. Daarom staat in het onderzoek naast mediabeleving ook reclamebeleving centraal. In de communicatie wetenschap is veel aandacht voor ‘media context effects’en dat pleit ervoor om in één onderzoek zowel mediabeleving als reclamebeleving te meten. En mediabeleving wordt dan als volgt gedefinieerd.
Mediabeleving is de emotionele, gevoelsmatige ervaring die consumenten tijdens her gebruik van een bepaald mediumtype ondergaan. Dat kunnen positieve of negatieve ervaringen zijn.
Als we zowel mediabeleving als reclamebeleving opnemen is de vraag hoe die zich tot elkaar verhouden. Fred Bronner en Peter Neijens schreven in 2006 een artikel met het antwoord op deze vraag. (F. Bronner en P. Neijens, Audience experiences of media context and embedded advertising, International Journal of Market Research, 48. 1, p.83). Een U-vormig pad vormt de basis van de theorie.
The three-sided U represents the three steps: the first from choosing the medium to experiencing it (How is the consumption of Medium A experienced at Moment B?); the second from experiencing the medium to experiencing advertising embedded in that medium (How is the advertising experienced in the moment of medium consumption?); and the third from advertising experience to advertising effectiveness.
Het meten van mediabeleving sluit ook aan bij opvattingen over de ‘consumer journey’. Hilde Voorveld (Mediaorkestratie, mei 2016, SWOCC publicatie nr 71, p.54)
Om aan te kunnen sluiten bij belangrijke touchpoints en momenten in de consumer journey is het van belang om te weten hoe consumenten verschillende media beleven, want elk medium wordt op unieke wijze beleefd door consumenten.
Het project won verschillende prijzen in binnen- en buitenland. En lof werd verkregen in zowel de commerciële als universitaire onderzoekswereld. Soms zelfs leidend tot een internationaal samenwerkingsverband over dit onderwerp zoals tussen de UvA en de Northwestern University, Illinois. Kortom het werd een succesvol onderzoek model dat in de 25 jaren die volgden ook een innovatief onderzoek bleek. Om longitudinale vergelijkingen te kunnen maken bleef het basis instrument hetzelfde maar vernieuwingen konden daarnaast worden ingepast zonder de vergelijkbaarheid te schaden.
Terug naar de nieuwe 2020 belevingsdata. Eerst schetsen wij de algemene hoofdlijnen. Daarna gaan wij meer in op de details van het onderzoek.
De resultaten betreffen belevingsscores voor 9 mediumtypen (tv, radio, dagbladen, magazines, h-a-h bladen, nieuwssites, streaming dienstverleners, social media, outdoor reclame) op 13 mediabelevingsdimensies en op 11 reclamebelevingsdimensies. Dat betekent dat veel gedetailleerde resultaten beschikbaar zijn. Uit al die details vallen enkele hoofdlijnen af te leiden.
Televisie: op geen van de dimensies een onvoldoende en nergens een eerste positie. Geen uitschieters naar beneden of naar boven. Overal redelijk goed in.
Radio: verliest als informatiebron maar behoudt sterke positie op transformatie (ontspanning)
Streaming diensten: sterkste medium op stimulans (opwindend/maakt nieuwsgierig/origineel/fascineerde mij/maakt enthousiast)
Dagbladen: behouden de hele reeks van metingen gedurende 25 jaar de 1e plaats op informatie ondanks de opkomst van nieuwssites
Huis-aan-huis bladen: opvallend is de geleidelijke achteruitgang van de score op praktische bruikbaarheid
Nieuwssites: winnaar qua actualiteit en op de tweede plaats bij informatie
Nieuwsmedia (in alle mediakanalen) scores sterk op informatie, actualiteit, vertrouwen en gespreksstof
Daarbinnen de nuances; dagbladen sterk op informatie, online nieuwsmedia op actualiteit, sites breed geraadpleegd door alle doelgroepen. Evolutie in de tijd: in 2020 meer actualiteit /identificatie bij dagbladen.
Magazines: zijn altijd sterk geweest in de combinatie informatie/transformatie en behouden die positie. Versterken waar ze sterk in zijn.
Magazines behouden kracht op haar sterkste dimensies. Magazines altijd sterk geweest in combinatie informatie/transformatie en behouden die positie. Magazines zijn nr 1 medium op innovatie, praktische bruikbaarheid en stimulans
Magazines worden vooral bewust gelezen, zonder afleiding van andere mediumtypen of andere activiteiten
Social media: winnaar op sociale interactie (contact/delen/weten hoe het met anderen gaat) en op empowerment (anderen helpen/invloed op anderen/anderen respecteren me)
Een eerste opvallend punt is de verschuiving in de afgelopen jaren op de dimensie tijdverdrijf. En dat heeft gevolgen voor reclame effect want een medium consumeren met als beleving het vullen van een leeg moment heeft een relatief lage ‘involvement’ meestal leidend tot een lagere reclame verwerking en werking. De traditionele media zoals tv en print worden in de loop van de metingen sinds 1997 steeds minder als tijdverdrijf geconsumeerd en social media sinds 2015 duidelijk veel meer. Het omgekeerde gebeurt bij de dimensie actualiteit. Snel en up-to-date op de hoogte geraken van allerlei zaken groeit bij de traditionele media en daalt bij de social media. Als we deze beide hoofdlijnen combineren dan kun je concluderen dat tv en print media doelbewuster worden gebruikt en social media juist minder. De traditionele media heroveren terrein op de sociale media.
Uitzending Gemist, de opkomst van streaming-diensten en de proliferatie van social media hebben er vermoedelijk voor gezorgd dat men meer missie-gedreven bepaalde traditionele media gebruikt.
TV, dagbladen, magazines en Huis-aan-huisbladen worden minder geconsumeerd voor tijdverdrijf, maar behouden kracht op hun sterkste dimensies. Social media scoren regaan als enige media achteruit op actualiteit. Berichtgeving rondom fake news lijkt zijn weerslag te hebben. Consumenten zijn sceptisch over hoe met persoonsgegevens wordt omgegaan, maar dit weerhoudt hen niet een leeg moment te vullen met memes.
T
Printmedia, waaronder magazines genieten het hoogste vertrouwen. Qua vertrouwen (nieuw in MB) staat het hoge vertrouwen van nieuwsmedia (&tijdschriften) haaks op het wantrouwen bij social platforms.
Online reclame, vooral op mobiel, wordt beduidend negatiever ervaren dan offline reclame. Dit komt door verstoring van kijk- of luisterervaring op bijv. YouTube en gepercipieerde privacy inbreuk op Social
Dit is verontrustend, gezien de verschuiving van media bestedingen naar online. Er ligt een uitdaging betere, context-sensitieve campagnes te ontwikkelen voor verschillende platforms.
Magazines zijn de uitzondering op de regel als medium waarin reclame wordt gewaardeerd omdat deze aansluiten bij persoonlijke interesses en de context. Ook op magazine sites/apps wordt reclame relatief positief ervaren.
Reclame dagbladen; tolerantie, nuttig, vertrouwen, weinig irritatie, veel aandacht/herinnering. Zijn nieuwssites door vertrouwen een beter advertentieplatform dan andere online platforms?
We moeten beter ons best doen, vooral bij de ontwikkeling van online reclame.
Minimaliseer ergernis door middel van controle, creatieve kwaliteit en context sensitiviteit.
Conservatieve targetting en effectief frequency management in een campagne voorkomen mogelijk irritatie.
Campagne ontwikkeling vanuit een goed idee ipv een TVC, geen medium (zeker geen duur medium) als afterthought: Is jouw poster/DOOH in minder dan 3 seconden duidelijk én betekenisvol?