1.
STILLEVEN
LAATSTE PRAKTIJKOPDRACHT MAVO 4

2.
STILLEVEN
‘Een stilleven is een artistieke compositie van
levenloze objecten, die met zorg zijn belicht.
Dat kan een schilderij, tekening of foto zijn.’
Met het maken van een stilleven gaat het de kunstenaar
om het maken van een sterke compositie, het gebruik
van kleur en het laten zien van sterke kleurnuances
tussen de lichte en donkere tonen.

3.
STILLEVEN
Het stilleven is van alle tijden. De Romeinen schilderden
bijvoorbeeld al stillevens op muren, maar pas vanaf 1650
kwam het woord ‘stilleven’ voor het eerst voor.
In de 17e eeuw (De Gouden Eeuw) werden in Nederland
en België vele stillevens geschilderd. Er was van alles op te
zien, zoals bloemen, fruit, vis, glaswerk, zilver, porselein etc.
In een stilleven zitten vaak veel betekenissen (symboliek).

4.
Pronkstilleven
Kostbaarheden en
bijzondere vruchten.
- Rijkdom
- Luxe
- Weelde

5.
Banketstilleven
(Banketje)
◦ Rijkdom
◦ Handel
◦ Verwijzing naar het laatste
avondmaal
Voorwerpen en voedingsmiddelen horende bij
een maaltijd (ontbijt / lunch / diner).

6.
Bloemstilleven
◦ Vergankelijkheid
◦ Bewondering voor de schepping
Verschillende (bijzondere) bloemen.
Soms met insecten zoals vlinders en torren.

7.
Vanitas
Schedels, klokken,
gedoofde kaarsen,
verwelkte bloemen,
omgevallen (halfvolle)
glazen, zeepbellen, etc.
- Vergankelijkheid
- Tijdelijkheid
- Zinloosheid van
het leven

8.
Wetenschaps-
stilleven
Boeken, geschriften,
passers, wereldbol,
zandloper, etc.
- Geleerdheid
- Overwinning
van de
wetenschap

9.
STILLEVEN
Na de 17e eeuw werd het stilleven een veel
voorkomend thema in de schilderkunst.
Tot op de dag van vandaag wordt dit thema veel
gebruikt door kunstenaars en fotografen.

10.
Paul
Cézanne
/
1880

11.
Vincent
van
Gogh
/
1888

12.
Piet
Mondriaan
/
1912

13.
Mark
Scheider
/
2012

14.
Jan
Wessels
/
2018

15.
DE OPDRACHT:
Maak een
stilleven anno 2022

16.
DE VOORBEREIDING
Maak een aantal (minimaal 3) verschillende stillevens
met verschillende voorwerpen. Neem 1 lichtbron.
Maak vervolgens een fotoserie van minimaal 20 foto’s.
Maak telkens verschillende composities, speel met het
licht en zorg voor grote licht-donker contrasten.
De voorwerpen moeten op een tafel staan (een aanrecht,
werkbank of iets dergelijks mag ook). Leg eventueel een
kleedje over de tafel. De foto’s die je maakt moeten scherp
zijn en recht van voren, dus vanuit een normaal
standpunt zijn genomen. De achtergrond is niet belangrijk.

17.
HET EINDWERKSTUK
Samen met de docent kies je de beste foto van je foto-
serie uit. Deze foto teken je licht na op een A3-blad.
Het eindwerk gaan we schilderen met acrylverf.
Voor je aan het A3-eindwerkstuk begint onderzoek je
eerst je gekozen schildertechniek op A4-formaat.
Maak een keuze op welke manier jij jouw eindwerk wil
gaan uitwerken.

18.
HYPER-REALISTISCH

19.
HALF-REALISTISCH

20.
EXPRESSIEF

21.
GLIMMENDE
VOORWERPEN?

22.
HUISWERK VOOR DE EERSTVOLGENDE
LES NA DE VAKANTIE…
Maak een aantal (minimaal 3) verschillende stillevens
met verschillende voorwerpen. Neem 1 lichtbron.
Maak vervolgens een fotoserie van minimaal 20 foto’s.
Voorwaarden van de foto’s:
Maak verschillende composities, speel met de lichtbron en zorg
voor grote licht-donker contrasten. De voorwerpen moeten op een
tafel staan (een aanrecht, werkbank of iets dergelijks mag ook).
Leg eventueel een kleedje over de tafel.
De foto’s die je maakt moeten scherp zijn, recht van voren,
dus vanuit een normaal standpunt zijn genomen.
De achtergrond is niet belangrijk.

23.
WAT NU…….
Draai het A3 blad om en maak hierop een brainstorm /
woordspin. Wat wil je gaan doen? Wat is het plan?
Welke voorwerpen wil je allemaal gaan gebruiken?
Waar ga je de voorwerpen op plaatsen?
Hoe zie je de compositie voor je? Etc.
Probeer zoveel mogelijk ideeën op te schrijven!
Uiteraard mag je op dit blad ook kleine schetsjes maken
om je ideeën te verduidelijken.