Advertisement
Advertisement

More Related Content

Similar to Sessie 15 Heb jij een visie op kindvriendelijke publieke ruimte?(20)

More from Vereniging Vlaamse Jeugddiensten(20)

Advertisement

Sessie 15 Heb jij een visie op kindvriendelijke publieke ruimte?

  1. Kind & Samenleving Visie kindvriendelijke publieke ruimte
  2. Kind & Samenleving vzw WIE ZIJN WIJ? Belevingsonderzoek en participatie: De wereld doorheen de ogen van kinderen en tieners. > vertalen naar beleid • Spelen & ontmoeten • Stedelijkheid (bijv. kindvriendelijke stadsmonitor) • Publieke ruimte + mobiliteit Kinderen niet op een eiland, maar als volwaardige mede-burgers.
  3. Kind & Samenleving vzw WIE ZIJN WIJ? Belevingsonderzoek en participatie: De wereld doorheen de ogen van kinderen en tieners. > vertalen naar beleid • Spelen & ontmoeten • Stedelijkheid (bijv. kindvriendelijke stadsmonitor) • Publieke ruimte + mobiliteit Kinderen niet op een eiland, maar als volwaardige mede-burgers. www.k-s.be
  4. Kind & Samenleving vzw WIE ZIJN WIJ? Belevingsonderzoek en participatie: De wereld doorheen de ogen van kinderen en tieners. > vertalen naar beleid • Spelen & ontmoeten • Stedelijkheid (bijv. kindvriendelijke stadsmonitor) • Publieke ruimte + mobiliteit Kinderen niet op een eiland, maar als volwaardige mede-burgers.www.k-s.be
  5. Visie van VVJ (en K&S)
  6. Visie van VVJ (en K&S)
  7. Visie van VVJ (en K&S)
  8. 3 basiselementen van visie 1. Inspraak • (her)aanleg speelruimte • publieke ruimte- projecten 2. Speelweefsel • kindweefselplan • tienerweefselplan 8 3. Planadvies • JD wordt betrokken • Advies bij: verkavelingsplannen RUPs, masterplannen, inrichtingsplannen,...
  9. 2 strategieën om visie te verankeren 9 1. Expliciet formuleren: 2. Impliciet binnensmokkelen:
  10. 2 strategieën om visie te verankeren 10 1. Expliciet formuleren: > Goedgekeurd visiedocument 2. Impliciet binnensmokkelen: > Concreet maken in (ruimtelijke) cases
  11. 3 basiselementen van visie 1. Inspraak • (her)aanleg speelruimte • publieke ruimte- projecten 2. Speelweefsel • Kindweefsel(plan) • Tienerweefsel(plan) 11 3. Planadvies • JD wordt betrokken • Advies bij: verkavelingsplannen RUPs, masterplannen, inrichtingsplannen,...
  12. 3 basiselementen van visie 1. Inspraak • (her)aanleg speelruimte • publieke ruimte- projecten 2. Speelweefsel • Kindweefsel(plan) • Tienerweefsel(plan) 12 3. Planadvies • JD wordt betrokken • Advies bij: verkavelingsplannen RUPs, masterplannen, inrichtingsplannen,...
  13. 1. Inspraak • Inspraak bij (her)inrichting van publieke ruimte: 13 op het terrein in focusgroepen
  14. 1. Inspraakprojecten • Methodiek op maat van het ontwerpproces: 14 Inspraaktraject Ontwerpproces: ‘TWEE PIJLEN’-MODEL:
  15. 1. Inspraakprojecten • Methodiek op maat van het ontwerpproces: 15 Inspraaktraject Ontwerpproces ‘TWEE PIJLEN’-MODEL:
  16. 1. Inspraakprojecten • Methodiek op maat van het ontwerpproces: 16 Inspraaktraject Ontwerpproces: PRAGMATISCH MODEL:
  17. 1. Inspraak • Methodiek op maat van het ontwerpproces: 17 Ontwerpproces: FASE 2: Toetsing voorontwerp FASE 1: - Analyse Best. Structuur - Programma van eisen Participatiesessies op sleutelmomenten : PRAGMATISCH MODEL: ontwerper Terugkoppeling Definitief plan
  18. 1. Inspraak • Methodiek op maat van het ontwerpproces: 18 Inspraaksessies met kinderen en/of jongeren: Ontwerpproces: FASE 2: Toetsing voorontwerp FASE 1: - Analyse Best. Structuur - Programma van eisen Participatiesessies op sleutelmomenten : 1 PRAGMATISCH MODEL: Beïnvloeding van het ontwerpproces ontwerper 2 Terugkoppeling Definitief plan
  19. 1. Inspraak • Methodiek op maat van het ontwerpproces: 19 Input voor de inspraak van volwassenen Inspraaksessies met kinderen en/of jongeren: Participatiesessies met volwassenen: Ontwerpproces: FASE 2: Toetsing voorontwerp FASE 1: - Analyse Best. Structuur - Programma van eisen Participatiesessies op sleutelmomenten : 1a Beïnvloeding van het ontwerpproces ontwerper 1b 2b 2a PRAGMATISCH MODEL:
  20. Klimmen en springen Glijden Schommelen Balspelen Rustig zitten, chillen Fietsen en Steppen Skaten, bladen Fantasiespel Bouwen Griezelen Uitkijk EvenwichtSlingeren Draaien en zwieren • Vragen naar (speel)functies i.p.v. dingen: diversiteit aan spelvormen 1. Inspraak
  21. Klimmen en springen Glijden Schommelen Balspelen Rustig zitten, chillen Fietsen en Steppen Skaten, bladen Fantasiespel Bouwen Griezelen Uitkijk EvenwichtSlingeren Draaien en zwieren • Vragen naar (speel)functies i.p.v. dingen: diversiteit aan spelvormen 1. Inspraak
  22. • Inrichting is belangrijker dan uitrusting: Vragen naar zones en landschapselementen Zones en looplijnen: Speellandschap met reliëf en groen Speeltoestellen als 'kers op de taart' 1. Inspraak
  23. Inspraak: PictoPlay: 1. Inspraak
  24. • Inrichting is belangrijker dan uitrusting: Vragen naar zones en landschapselementen 1. Inspraak
  25. • Inrichting is belangrijker dan uitrusting Bouw een echt speel-landschap met reliëf, water en groen 1. Inspraak
  26. • Inrichting is belangrijker dan uitrusting Bouw een echt speel-landschap met reliëf, water en groen 1. Inspraak
  27. 1. Inspraak 27 • Inspraak: ruimtelijk vertalen
  28. 1. Inspraak 28 Sint-Lambertusplein Heverlee • Inspraak: ruimtelijk vertalen
  29. 1. Inspraak 29 • Van inspraak naar ontwerp: ideeën achter de concrete voorstellen Neerlandpark, Antwerpen i.s.m. Fris in het Landschap en Grontmij
  30. 1. Inspraak 30 • Ook van onderuit kunnen initiatieven groeien > moet wel ondersteund worden: - Logistiek - Juridisch (bijv. verzekeringen) - Financieel - … • In sommige wijken is het minder evident > In die wijken kan het gemeentebestuur meer actief trekken • Structureel: burgerbegrotingen Cf. Antwerpen Cf. Buitenland.
  31. 31 • Inspraak in brede zin: Hoe is het om te wonen in jouw gemeente? Wat moet beter? 1. Inspraak > sociaal-ruimtelijk belevingsonderzoek
  32. 32 1. Inspraak > sociaal-ruimtelijk belevingsonderzoek • Inspraak in brede zin: Hoe is het om te wonen in jouw gemeente? Wat moet beter?
  33. 33 Inbeeldoefening
  34. "Iedereen kent iedereen in (deel)gemeente X" Stellingen over sociale beleving 37
  35. Stellingen over sociale beleving 38 "Iedereen kent iedereen in (deel)gemeente X"
  36. 39 … opgroei, omgeving … ik er woon, al mijn hobby's zijn er, alles is centraal, met de fiets … ik woon daar … je kent er veel mensen ... het is een klein, leuk en gezellig dorpje Omdat … … omdat we cité hebben, je kent veel mensen, al mijn vrije tijd is hier … ik vindt het superleuk met verschillende dingen … omdat ik veel vrienden heb hier … er zijn veel parken … je bent geboren in Limburg … ik woon er al lang en er zijn leuke dingen … we staan daar onder gekend … iedereen merkt dat direct als ge van Limburg zijt 'Gehecht, maar zeker niet verliefd' op Heusden-Zolder
  37. "Ik zal altijd in Heusden-Zolder blijven wonen." 40
  38. 3 basiselementen van visie 1. Inspraak • (her)aanleg speelruimte • publieke ruimte- projecten 2. Speelweefsel • Kindweefsel(plan) • Tienerweefsel(plan) 41 3. Planadvies • JD wordt betrokken • Advies bij: verkavelingsplannen RUPs, masterplannen, inrichtingsplannen,...
  39. Planmatig / systematisch denken over publieke ruimte > Speelweefselplan als hét instrument 2. Speelweefsel-idee
  40. 1. Netwerk-idee: Speelweefsel = ruimtelijk netwerk van: 1. formele speelplekken 2. informele speelplekken 3. verbindingen 2. Gelaagdheid: Denken in ‘lagen’: . groenblauwe structuur . mobiliteit . bevolkingssamenstelling,... Speelweefsel als planningslaag. Relatie met andere lagen. 3. Participatie: - Samen in kaart brengen - Oplossingen toetsen - Observaties, sporen van gebruik op het terrein 4. Alle sleutelfiguren betrekken: - Ambtelijke Stuurgroep - Schepencollege > Beleidsseminarie 'SPEELWEEFSEL': Wat? 2. Speelweefsel
  41. • Ligging en inplanting zijn belangrijker dan inrichting. > Investeer in de juiste terreinen = efficiëntie 'SPEELWEEFSEL'-PLAN: Waarom? 2. Speelweefsel 1
  42. • Ligging en inplanting zijn belangrijker dan inrichting. Detecteer de belangrijkste plekken samen met - gemeentelijke ambtenaren en politici - gebruikers: kinderen, jongeren en de buurt 'SPEELWEEFSEL'-PLAN: Waarom? 2. Speelweefsel 1
  43. • Ligging en inplanting zijn belangrijker dan inrichting. Duurzaam verkavelen en kindvriendelijkheid gaan samen 'SPEELWEEFSEL'-PLAN: Waarom? 2. Speelweefsel 1
  44. ‘grote voetbal’ (niveau deelgemeente) ‘minivoetbal’ (niveau wijk) ‘straatvoetbal’ (niveau buurt of straat) 2. Speelweefsel 'SPEELWEEFSEL'-PLAN: Waarom? • Ligging en inplanting zijn belangrijker dan inrichting. > Voorkom klachten door het juiste schaalniveau te kiezen
  45. • Integraal traject leidt tot betrokkenheid van alle diensten SPEELWEEFSELPLAN: Waarom? Fase 1: Analyse van bestaande speelweefsel voor een deelgemeente of stedelijke wijk Startvergadering met terreinbezoeken Analyse en screening van plannings- en beleidsdocumenten Eerste analyses van het bestaande speelweefsel: knelpunten en potenties Opmaak van kaarten Toetsing bij ambtelijke stuurgroep + verwerking Bijsturen van nota 'Analyse van bestaande speelweefsel' Fase 2: Uittekenen van gewenste speelweefsel en aanbevelingen Eerste draft van gewenste speelweefsel en aanbevelingen Toetsing bij ambtelijke stuurgroep + verwerking Toetsing bij College Bijsturing Inspraak bij kinderen: 1x3 keer Inhoudelijke voorbereiding Contacteren van groepen door de gemeente Uitvoeren van de sessies (2 pers.) Verslag en synthese van de inspraak Opmaak voorontwerp Toetsing bij ambtelijke stuurgroep Toetsing bij college Bijsturen van nota - Finaliseren van document 2. Speelweefsel 2
  46. • Integraal traject leidt tot kwaliteitssprong op het terrein: bijv. Brugge SPEELWEEFSELPLAN: Waarom? 2. Speelweefsel 3
  47. • Integraal traject kan leiden tot herorganisatie van het ruimtelijk beleid: bijv. Sint-Niklaas SPEELWEEFSELPLAN 2. Speelweefsel 4
  48. 51 2. Speelweefsel • Inbreken op ruimtelijke instrumenten: bijv. Bouwverordening5
  49. Tienerweefsel: regionale schaal: 'TIENER- OF JONGERENWEEFSEL'-PLAN: Wat? 2. Speelweefsel
  50. 'TIENER- OF JONGERENWEEFSEL'-PLAN: Wat? 2. Speelweefsel
  51. 'TIENER- OF JONGERENWEEFSEL'-PLAN: Wat? 2. Speelweefsel
  52. 'TIENER- OF JONGERENWEEFSEL'-PLAN: Waarom? • Detecteer de belangrijkste knooppunten in het tienerweefsel en ontwerp daar ‘tienervriendelijk’ 2. Speelweefsel
  53. 'TIENER- OF JONGERENWEEFSEL'-PLAN: Waarom? school-route-park-water • Detecteer de belangrijkste knooppunten in het tienerweefsel en ontwerp daar ‘tienervriendelijk’ 2. Speelweefsel
  54. 'TIENER- OF JONGERENWEEFSEL'-PLAN: Waarom? • Anticipeer op toekomstige plannen 2. Speelweefsel
  55. 3 basiselementen van visie 1. Inspraak • (her)aanleg speelruimte • publieke ruimte- projecten 2. Speelweefsel • Kindweefsel(plan) • Tienerweefsel(plan) 58 3. Planadvies • JD wordt betrokken • Advies bij: verkavelingsplannen RUPs, masterplannen, inrichtingsplannen,...
  56. 3. Visie concreet maken in plannen > ook ruimtelijke visie Adviseren van plannen: • verkavelingsplannen • RUPs • masterplannen • inrichtingsplannen 59
  57. > Nodig: (mee) ruimtelijk denken 60
  58. KINDVRIENDELIJKE WOONPROJECTEN
  59. KINDVRIENDELIJKE PLANNING EN ONTWERP: een oefening
  60. SPEELWEEFSEL-IDEE groenstructuur mobiliteitsstructuur waterstructuur … SPEELWEEFSEL-LAAG geënt op: NETWERK-IDEE
  61. Analyse van bestaande ruimtelijke structuur en bestaand speelweefsel
  62. Vooraf: Belang van terreinbezoeken!
  63. Analyse van bestaande ruimtelijke structuur: Groen-blauwe structuur Reliëf Bestaand groen en waterrijke gronden:
  64. Detecteren van plekken met potentie voor kinderen: observaties en gesprekjes
  65. Publieke ruimtestructuur geënt op bestaande elementen met potentie Plekken met potenties: > Deze plekken verbinden:
  66. Publieke ruimtestructuur geënt op bestaande elementen met potentie Avontuurlijke speelkansen > behoud van bestaande kwaliteiten
  67. Avontuurlijke speelkansen > behoud van bestaande kwaliteiten Publieke ruimtestructuur geënt op bestaande elementen met potentie
  68. Avontuurlijke speelkansen > verder uitbouwen Publieke ruimtestructuur geënt op bestaande elementen met potentie
  69. Publieke ruimtestructuur structureert woonvelden:
  70. Mobiliteitsstructuur
  71. Trage wegen-netwerk:
  72. Auto’s: Visgraatstructuur
  73. Auto’s: Parkeren aan de rand van de wijk P P P
  74. Woontypologie: hogere dichtheden sluiten aan bij publieke ruimte Programma: 400 woningen (30 woningen / ha); voldoende grondgebonden woningen Principe: hoogste dichtheid nabij publieke open ruimte.
  75. Synthese:
  76. Formele speelruimte op centrale plekken Kwaliteitsvolle inrichting van speelruimte
  77. Formele speelruimte op centrale plekken Kwaliteitsvolle inrichting van speelruimte
  78. Speelse passageplekken langs de verbindingen = speelruimte op straatniveau = geen echte speeltoestellen Kwaliteitsvolle inrichting van speelruimte
  79. Eerst publieke ruimte Dan pas invulling van de woonvelden
  80. Kindgerichte woontypologie…
  81. Kindgerichte woontypologie…
  82. Kindgerichte woontypologie… Weissenbruchstraat, Haarlem
  83. Kindgerichte woontypologie…
  84. Kindgerichte woontypologie…
  85. EVA-Lanxmeer: Groepjes patio- woningen met collectieve binnen- tuinen
  86. EVA-Lanxmeer: Collectieve binnentuinen: Geleidelijke overgang van privaat naar publiek (verbod op schuttingen). Bewoners zijn mee betrokken bij ontwerp en beheer van de binnentuin.
  87. EVA-Lanxmeer: Woningen in relatie tot collectief ontworpen en collectief beheerde binnentuinen. Overschot aan bouwmaterialen is gebruikt bij aanleg van de binnentuinen.
  88. Kindgerichte woontypologie…
  89. Kindgerichte woontypologie… Wenen, Nord Bahnhof
  90. Privaat-publiekgradiënten 1 2 3 4 5 6 publiek privaat Graduele overgang: Entree Eerste meters Kindgerichte woontypologie…
  91. BESLUIT: Kindvriendelijke planning en ontwerp groenblauwe structuur mobiliteitsstructuur woontypologie …
  92. Bron: Groencontact Ecovillage Bostoen Waarschoot
  93. Ecovillage Bostoen Waarschoot Bron: Groencontact
  94. Natuurlijke structuur als uitgangspunt: water, kleine landschapselementen Figuren: Groencontact, presentatie VIBE Nikè Verfaille
  95. Speelweefsel geënt op natuurlijke structuur: 'speelnatuur' Figuren: Groencontact, Presentatie VIBE Nikè Verfaille
  96. Mobiliteit: Goede aansluiting op trage wegen Figuren: Groencontact
  97. Mobiliteit: Visgraatstructuur voor wegen: > rustige woonstraten Figuren: Groencontact
  98. Mobiliteit: Visgraatstructuur voor wegen: rustige woonstraten Figuren: Groencontact
  99. Mobiliteit: Groepsparkeren / autodelen op wijkontsluitingsweg Figuren: Groencontact
  100. Mobiliteit: Zeer rustige woonstraten Groen tot aan de voordeur <> auto wordt niet uit de wijk gehouden Figuren: Groencontact, presentatie VIBE Nikè Verfaille
  101. Woontypologie: Rijwoningen en half-open bebouwing, kleine tuinen > zekere dichtheid laat toe om groene netwerken te vrijwaren > vorm van dichtheid die gewaardeerd wordt door kinderen <> blijft bescheiden dichtheid
  102. Woontypologie: Problematische relatie ten aanzien van grote publieke ruimtes:
  103. Woontypologie: Problematische relatie ten aanzien van grote publieke ruimtes:
  104. Woontypologie: Problematische relatie ten aanzien van grote publieke ruimtes:
  105. Woontypologie: Alle woningen op zuiden gericht: > Problematische relatie ten aanzien van grote publieke ruimtes: > Groene publieke ruimte vooral aan zijkanten en achterkanten. > overlastgevoelig > buffers voorzien > weinig gebruiksruimte over, vooral 'kijkgroen'
  106. Groene publieke ruimte vooral aan zijkanten en achterkanten. > overlastgevoelig > buffers voorzien > weinig gebruiksruimte over Problematische relatie ten aanzien van grote publieke ruimtes:
  107. Groene publieke ruimte vooral aan zijkanten: > overlastgevoelig > buffers voorzien > weinig gebruiksruimte over Problematische relatie ten aanzien van grote publieke ruimtes:
  108. Woontypologie: ‘ecovillage-bouwblok’ vs. ‘traditioneel woonblok’
  109. Woontypologie: Problematische relatie ten aanzien van grote publieke ruimtes: 'Duurzaamheidsdilemma': Energetische duurzaamheid vs. Sociale duurzaamheid
  110. OEFENINGEN
  111. Oefening 2: Sint-Amandsberg: Zeemanstuin / Hogeweg (SO Gent)
Advertisement