SlideShare a Scribd company logo
1 of 14
Essay in het kader van Specialisatie CTT
17 mei 2014
Drie keer is geen scheepsrecht
Het verhaal van een migrantenkind met een verstandelijke beperking en
zijn gezin van niet-westerse herkomst dat leeft in de marge.
Essay in het kader van Specialisatie CTT
Rebecca Meentzen - van den Broek
21 mei 2014
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
Inleiding
“If liberty means anything at all, it means the right to tell people what they do not want to hear”
- George Orwell
“Wees zelf de verandering die je wil zien in de wereld” – Mahatma Ghandi
De titel “Drie keer is geen scheepsrecht” verwijst naar de uitdrukking “Drie keer is
scheepsrecht”. Dit betekent dat als iets de eerste twee keer niet lukt, het de derde keer
ongetwijfeld moet lukken. Het wordt ook gebruikt om te betekenis te geven aan het feit dat je
iets voor een derde keer doet of wanneer je iemand voor de derde keer tegenkomt.
(www.genootschaponzetaal.nl). In het geval van de casus geeft het aan dat de drievoudigheid
de uitgesloten positie juist in negatieve zin benadrukt.
Dit essay gaat over de kinderen en gezinnen die drievoudig uitgesloten worden van de
samenleving. Deze meervoudige uitsluiting ontstaat als sprake is van een kind:
- met een verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand;
- dat opgroeit binnen een gezin met een migratie vanuit een niet-westers land;
- wiens gezin problemen op meerdere levensgebieden kent, waardoor het in de marge is
beland.
Alhoewel de drie gebieden los van elkaar genoemd, zijn ze onderling nauw met elkaar
verbonden en is er sprake grote wederzijdse beïnvloeding. Bijvoorbeeld door de wijze waarop
er vanuit cultuur gekeken wordt naar de verstandelijke beperking. Dit heeft een grote invloed
op de opvoeding. Toegang tot informatie en financiën zijn van invloed op ontwikkelings-
mogelijkheden. En we weten ook dat hoe sterker de uitsluiting beleefd wordt, hoe meer men
zichzelf isoleert en er dus zo een extra uitsluiting plaatsvind.
Binnen de transculturele systeemtherapie wordt geen aandacht besteed aan de invloed van
verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand op een gezinssysteem.
Ook ontbreekt er aandacht voor de plek die deze gezinnen innemen in de maatschappij.
De psychische component vormt de eerste insteek voor de hulpverlening. Vaak wordt er pas
veel later naar de verstandelijke beperking gekeken. De gezinnen waar naast een verstan-
delijke beperking ook een migratieachtergrond een rol speelt hebben vaak te maken met
problemen die zich bevinden op het snijvlak van verstandelijke beperking en psychiatrie.
Dit komt door de samenhang van gezinsfactoren. Uitsluiting maakt ziek en door de ziekte
wordt de ontwikkeling belemmerd. Hierbij is het belangrijk om te beseffen dat het test-
materiaal dat gebruikt wordt voor IQ-bepalingen ontworpen is voor de westerse markt. Doordat
mensen van niet-westerse afkomst vaak op een andere manier redeneren scoren
ze (veel) lager in de test. Een diagnose van verstandelijke beperking of ontwikkelings-
achterstand dient met een flinke korrel zout te worden genomen. Als er alleen naar de
psychische component gekeken wordt ontstaat er tunnelvisie. Dit is een gemiste kans voor
de begeleider of behandelaar en doet het gezin tekort. Om een gezin breder in kaart te kunnen
brengen en maximaal aan te kunnen sluiten op haar hulpvraag, is het noodzakelijk om over
kennis te beschikken van verstandelijke beperking en de invloed hiervan op het gezin en haar
netwerk.
In het essay kijken we aan de hand van een casus wat de drievoudige uitsluiting betekent voor
het gezin en haar grotere systeem. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van diverse casuïtiek uit
de praktijk. Dit essay richt zich primair op het migrantenkind met een verstan- delijke
beperking. Een volgend essay zou goed kunnen gaan over de ouder met een verstan- delijke
beperking. Er wordt gebruik gemaakt van begrippen en interventies vanuit de systeemtheorie,
zoals genogrammen, gezinsnarratief, lichaamstaal en levensfase-
overgangen.
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
De opbouw van het essay vormt een parrallel met het proces van ondersteuning
en behandeling zoals die vanuit het werkgebied van de auteur ingezet wordt.
Dit proces bestaat uit drie fasen die elkaar opvolgen:
- Aansluiten, hetgeen begint met oor hebben voor het gezinsverhaal, de dynamiek binnen het
gezin en haar wijze van probleembepaling en het oplossen hiervan. Vanuit het aansluiten
wordt een eerste gezinsverhaal of narratief gevormd.
- Meebewegen, waarbij het gaat over validatie, actie nemen op de vragen van het gezin en het
uitdagen van het gezin en hun netwerk in het vinden van nieuwe perspectieven. Onderzoek
naar de plek in het (grotere) gezin en de maatschappij is een belangrijk onderdeel van de
inbedding van de verstandelijke beperking.
- Toevoegen, wat echter alleen kan als er voldoende aan de eerste twee fasen is voldaan. Dan
is er genoeg basis qua draagkracht en vertrouwen om veranderingen aan te gaan.
In het essay is ervoor gekozen om een groot gedeelte te besteden aan de fase van aansluiten.
Het narratief krijgt vorm met focus op de verstandelijke beperking. Psycho-educatie en
praktische handelingen vormen de start.
Meebewegen komt aan bod wanneer de invloed op het gezin en de grote familie toegelicht
wordt. Een onderzoek naar mogelijkheden om toe te voegen aan het gezinsverhaal ontstaat
door te kijken naar begrippen en interventies vanuit de systeemtheorie.
De auteur heeft twintig jaar ervaring in de dienstverlening aan mensen met een verstandelijke
beperking, onder andere als gezinscoach en leidinggevende. Gedurende haar loopbaan is ze
betrokken geweest bij circa honderd gezinnen in ’t Gooi en omstreken waar een of meer
kinderen en/of ouders te maken hebben met een verstandelijke beperking en/of psychische
problemen. De gebruikte casuïstiek komt voort uit werksituaties die zijn aangevuld door
casuïstiek vanuit de DVD’s “Ik neem je mee” en “Zoals ze is” van Stichting ZieZo.
Dit artikel is geschreven in het kader van de intensieve leergang Transculturele Systeem-
therapie van het Collectief Transcultureel Therapeuten en is bedoeld als proeve van
bekwaamheid van de opleiding. Met dank aan Urmy MacNack voor de ondersteuning vanuit
het CTT, Pal Meentzen voor het meelezen en Daphne van den Broek voor de technische
ondersteuning.
Casus
Mohammed (14 jaar) woont sinds drie jaar in Nederland. Hij is samen met zijn moeder en
oudere broer gevlucht uit Afghanistan. Met z’n drieën hebben ze ongeveer 5 jaar door-
gebracht in Pakistan in een vluchtelingenkamp. Ze verlieten hun huis in Afghanistan net als
honderdduizenden andere Afghanen. Tijdens hun vlucht zijn ze verschillende malen gecon-
fronteerd met de verschrikkingen van de oorlog. Welke invloed dit heeft gehad op het gezin is
niet duidelijk. Moeder geeft aan dat ze meerdere malen levensbedreigende situaties hebben
meegemaakt. Het beladen verhaal is voelbaar maar zelden onderwerp van gesprek.
Vader woont en werkt sinds dertien jaar in Nederland. Gedurende zijn verblijf is hij tweemaal
naar zijn geboorteland terug geweest. In Huizen woonde hij in een kleine flat samen met vier
andere mannen. Hij heeft succesvol deelgenomen aan een NT1 cursus en is bevriend geraakt
met een van de vrijwilligsters, Netty. Bij een luxe restaurant werkt hij als afwasser waar men
erg blij met hem is. Vader is een betrouwbare en gedreven medewerker.
In Afghanistan was vader eigenaar van een grote supermarkt. Ondanks zijn lage kaste (Harari)
had vader aanzien. Het gezin had het goed. Bij het uitbreken van de oorlog besloot hij
zekerheid voor zijn familie te zoeken en vluchtte naar Nederland. In Nederland worstelt hij met
psychische problemen (Post Traumatische Stress Stoornis) en lichamelijke klachten (dubbele
hernia).
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
In 2010 stonden zijn vrouw en twee kinderen opeens op de stoep. Hoe het gezin hier heeft
kunnen komen is een raadsel. Het gezin is snel aangemeld bij hulpverlening door vrijwilligster
Netty. Vanuit “Tien voor de Toekomst”worden twee gezinswerkers ingevlogen.
Ondanks hun maximaal inzetbare tijd van negen maanden ondersteunen ze het gezin ruim
anderhalf jaar. Het gezin betrekt een eengezinswoning, de financiën zijn op orde en de
kinderen gaan naar school.
Mohammed bleek een forse ontwikkelingsachterstand te hebben naast dwangmatig gedrag
en incontinentie van urine en faeces. Hij is een teruggetrokken jongen die zich weinig laat
horen. Gaandeweg blijkt dat hij mishandeld wordt door zijn oudere broer. Hij verzet zich hier
niet tegen maar richt zijn aandacht verder naar binnen. De beste plek voor hem lijkt een Kinder
Dag Centrum voor kinderen en jongeren met een ernstige meervoudige beperking.
Daar wordt hij getest en blijkt hij meer mogelijkheden te hebben dan gedacht werd.
Langzaam komt Mohammed tot rust en laat hij zien plezier te hebben in dingen.
Het blijft onduidelijk wat voor effect de omzwervingen in oorlogsgebied en de daarop volgende
migratie op hem gehad hebben. Na anderhalf jaar stroomt hij door naar onderwijs voor Zeer
Moeilijk Lerende Kinderen. Het is erg wennen voor hem maar ook hier weet hij een plek te
vinden.
Vader en oudste zoon gaan voor familiebezoek naar Afghanistan. Gelouterd komen ze terug,
van klachten is vrijwel geen sprake meer. Drie weken na thuiskomst is de heilzame werking
van het bezoek verdwenen. Inmiddels is nieuwe zorgverlener Sherpa in beeld vanuit de
verstandelijk gehandicaptenzorg. Deze organisatie pakt de ouderbegeleiding op maar die sluit
niet aan op de werkelijke behoefte van het gezin en langzaam ontstaan er weer forse
problemen. Met hulp van Centrum voor Jeugd en Gezin en MEE komt er een gezins-
begeleidster vanuit “Lijn Vijf”. Samen met Sherpa wordt er een jaar hard gewerkt aan de kracht
van het gezin.
Moeder heeft net als haar man zowel psychische als lichamelijke klachten. Ze mist haar
moeder in Afghanistan erg. Een kleine twee jaar na de gezinshereniging bevalt moeder van
een tweeling. De ontwikkeling van de tweeling blijft achter. Ze spreken vrijwel niet en slaan en
bijten elkaar. Plaatsing op een orthopedagogische kleutergroep voor drie dagen geeft de
kinderen meer ontwikkelingsmogelijkheden.
Door de gezinssituatie is moeder overspannen geraakt. Ze heeft lichamelijke klachten zoals
zware hoofdpijn en rugpijn. Men vermoedt bij haar ook Post Traumatische Stress Stoornis.
Ze wordt getest en blijkt een verstandelijke beperking te hebben. Het Centrum voor
Indicatiestelling Zorg wil geen indicatie voor ambulante ondersteuning afgeven. “De moeder
heeft jaren gezorgd voor twee zoons en kon met hen vluchten, dus zo beperkt is ze niet”, aldus
de motivatie bij de afwijzing.
Mohammed heeft in toenemende mate last van dwangmatig gedrag en incontinentie.
Dagelijks smeert hij zijn kamer vol met ontlasting. Dit doet hij na etenstijd en voor bedtijd
als het gezin tot rust komt na de intensieve dag. De plotselinge afwezigheid van zijn moeder is
voor hem waarschijnlijk moeilijk te bevatten geweest. Door een gecompliceerde
zwangerschap en moeizame bevalling moest ze lang in het ziekenhuis blijven.
Vader wordt tweemaal geopereerd aan zijn hernia’s maar dit levert weinig op. Hij geeft aan dat
zijn lichaam “op” is. In Afghanistan is het gangbaar dat een kind op zijn achtste jaar zwaar
lichamelijk werk gaat doen. In zijn geval was dat het schoonmaken van auto’s.
Maar naar Nederlandse begrippen wordt vader geacht met zijn leeftijd (44 jaar) nog ruim
twintig jaar door te werken.
Door schulden dreigt huisuitzetting. Het gezin weet maar net het hoofd boven water te houden
maar er zijn momenten dat er niets te eten is. Vooral Mohammed is erg mager.
Met de steun van Netty bezoekt moeder de Voedselbank.
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
De oudste zoon ontwikkelt zich goed. Hij gaat naar een school voor praktijkonderwijs en volgt
een opleiding tot automonteur. Bij aankomst in Nederland is zijn leeftijd voor hem vastgesteld.
Daarbij is hij geregistreerd als ongeveer twee jaar ouder dan zijn daadwerkelijke leeftijd.
Dit levert allerlei problemen op rondom de naturalisatie en het aanvragen van uitkering en
verzekering. Het geeft hem wel weer de mogelijkheid om een rijbewijs te halen.
Bij later onderzoek blijkt hij de geboortedatum van een eerder geboren en inmiddels overleden
zoon te hebben gekregen. Hoe en wanneer deze oudste zoon overleden is blijft een geheim.
Het gezinsverhaal ontvouwt zich langzaam.
Na gesprekken met de betrokken hulpverleners houdt de mishandeling van Mohammed op.
De contacten tussen Mohammed en zijn oudste broer en vader blijven evenwel kil en
afstandelijk. Vader en oudste zoon hebben het goed samen. Zoon krijgt dure telefoons, mooie
kleding en schoenen. Dit in schril contrast met Mohammed. Mede door zijn incontinentie geeft
vader amper geld uit aan zijn kleding. Mohammed heeft vrijwel geen speelmateriaal en
besteedt zijn tijd aan oppassen op zijn jongere broertjes en kijken naar Al Jazeera op de grote
televisie. Na schooltijd gaat hij op pad met Netty of één van de twee vaste gezins-
begeleidsters. Ook maakt hij gebruik van naschoolse opvang. Vader geeft aan dat hij wel zou
willen dat Mohammed ergens anders zou gaan wonen. Moeder wil hier niets van weten.
Een gezin met een kind met een verstandelijke beperking
Vroeger of later komen de ouders er achter dat er iets fundamenteel mis is met het kindje.
De ontwikkeling blijft achter en er volgt de diagnose “verstandelijke beperking”.
Wat er dan precies is en hoe dit de toekomst voor het gezin zal beïnvloeden is onduidelijk.
Voor de meeste ouders van niet-westerse achtergrond zijn de concepten en termen die we
gebruiken vreemd. De diagnose kan een diepe impact hebben op de ouders, het gezin en hun
netwerk. De spreekwoordelijke roze wolk is snel verdwenen en de zorgen ontstaan.
Vragen rijzen over de ontwikkeling en toekomstmogelijkheden van het kind.
“Normaal” wordt dus “speciaal”. En dat brengt allerlei extra taken met zich mee voor de
ouders, de broers en zusjes en de grotere familie. Allereerst het verwerken van de schok dat
het kindje “speciaal” is. Ouders kunnen hier verschillend mee omgaan en dat kan spanningen
geven in de relatie. Schuldgevoelens en schaamte kunnen een grote rol spelen.
Ook broertjes en zusjes, familie en mensen uit het netwerk hebben te maken met gevoelens
van rouw, verdriet en acceptatie.
In gezinnen die gemigreerd zijn vanuit een niet-westerse cultuur is men gewend dat de familie
direct betrokken is. In het land van herkomst zouden moeder, tantes en andere vrouwen
geholpen hebben met de bevalling en het opvangen van de eerste jaren. Een systeem was er
gevormd waarin ieder een taak had en bijvoorbeeld oma de belangrijkste verzorger was. Maar
in Nederland staat de moeder er alleen voor, met of zonder de vader. Misschien is de moeder
wel op de vlucht voor oorlog en moet ze onder slechte omstandigheden haar kind ter wereld
brengen.
De moeder uit bovenstaande casus heeft haar derde zoon ter wereld gebracht in een
vluchtelingenkamp in Pakistan. Mogelijk is de verstandelijke beperking van Mohammed
ontstaan door zuurstofgebrek tijdens de geboorte. De omstandigheden zullen niet ideaal zijn
geweest. Ondertussen was moeder verantwoordelijk voor haar twee oudste zoontjes.
De oudste zoon is waarschijnlijk onderweg overleden. Bevallen van een derde kind met zoveel
stressfactoren is een zeer zware taak.
De reactie en betrokkenheid van de bredere familie is cruciaal voor het kerngezin.
Acceptatie en insluiting van het gezin is een belangrijke steunbron. Meegaan naar feestjes en
vieringen zonder als ouders aangekeken te worden op het speciale gedrag van hun kind is
helend. Niet zelden worden deze ouders gezien als slechte opvoeders en zijn omstanders
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
geneigd te vertellen hoe het opvoeden veel beter kan. Zie je dan maar eens staande te houden
als ouder. Maar ook de betrokken medici kunnen de situatie beïnvloeden.
Een moeder in Marokko heeft een dochter met autisme. Ze herinnert zich de woorden van de
betrokken arts nog goed: “Als u niet had gekozen om te werken en te studeren maar voor uw
gezin te zorgen zoals het hoort, dan zou uw kind geen autisme hebben”.
Vanuit culturele/religieuze gedachten kan een kind met een verstandelijke beperking worden
gezien als een straf van God, Allah of een verrekening van het Karma. De ouders of het
grotere gezinssysteem hebben fouten gemaakt en worden gestraft met een zware last.
Deze ouders hebben te maken met gevoelens van schaamte en schuld. Het kind belichaamt
deze negativiteit en word uitgesloten door de grotere familie. Het krijgt minder aandacht en
kansen in het gezin. Soms worden deze kinderen verborgen gehouden voor de buitenwereld
en groeien ze op zonder gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden zoals die er in
Nederland zijn. Binnen de geloofsgemeenschap wordt er schande gesproken over het gezin.
Layla is moeder van drie kinderen. Haar oudste kind is een jongen met het syndroom van
Down. Haar familie in Afghanistan ziet hem alleen via Skype. Ze heeft hen nooit verteld over
het syndroom en verbergt de zorgen die ze over haar zoon heeft.
Aan de Nederlandse hulpverleners vertrouwt ze al snel toe dat ze na zijn geboorte viermaal
een abortus heeft gehad in verband met het syndroom van Down. Dit was een intens
verdrietige tijd voor het gezin dat er alleen voor staat in Nederland.
De andere kant bestaat ook, maar kom veel minder voor. Er zijn ouders die de komst van hun
speciale kind zien als een groot cadeau. Juist zij zijn uitverkoren om dit kwetsbare wezen zo
goed mogelijk te ondersteunen. De omgeving is positief en steunend en draagt het kindje op
handen. Er bestaat het risico van het overdreven vertroetelen van het “zieke” kind, waardoor er
op latere leeftijd problemen kunnen ontstaan op het gebied van grenzen stellen.
De gezinshiërarchie raakt in de war als het kind bepaalt wat wel en niet mag.
Layla is aan het einde van haar energie. Tijdens de zwangerschap van het derde kind vraagt
haar oudste kind, een zoon met syndroom van Down van 9 jaar, extra veel aandacht.
Hij wordt ’s morgens extreem vroeg wakker en wekt dan het hele gezin. Terug naar bed wil hij
niet, hij dwingt en dramt net zo lang door tot iedereen uit bed is. Hij deelt een kamer met zijn
zusje van 5 jaar dat ook ernstig ontregeld raakt door die korte nachten. Het stellen van
duidelijke grenzen is bijna onmogelijk voor moeder. Haar kind kan immers niets aan zijn
gedrag veranderen. Vader ziet dat anders en het huwelijk staat onder grote druk.
De ontwikkeling van een kind met een verstandelijke beperking is anders. In Nederland zijn er
allerlei mogelijkheden om het kind optimaal te ondersteunen in zijn ontwikkeling. Ouders
moeten hun kinderen vaak halen en brengen naar andere plekken om gebruik te kunnen
maken van deskundige ondersteuning. Dit kost tijd, energie en is niet zo eenvoudig als er geen
auto in het gezin is, laat staan als de Nederlandse taal en afsprakencultuur vreemd is.
Het consultatiebureau is vaak de eerste plek waar de speciale ontwikkeling ter sprake komt.
Specialistische zorg kan helpen wanneer het kind in een ander tempo opgroeit in en op een
andere manier dan een “normaal” kind. Integrale Vroeghulp kan in de eerste jaren helpen om
in het het proces van rouw en acceptatie te ondersteunen. Daarnaast geven ze praktisch tips.
Dit alles gaat vaak in het Nederlands en er wordt gebruik gemaakt van de heersende
medische inzichten. Ouders die vanuit hun culturele/religieuze achtergrond gewend zijn om
overleden voorouders en geesten te betrekken voelen zich vaak onbegrepen.
Afhankelijk van de beperking neemt een kind deel aan regulier onderwijs met behulp van een
“rugzakje” of gaat naar het speciaal onderwijs. Ook scholen voor kinderen die (Zeer) Moeilijk
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
Leren zijn wijdverspreid. Kinderdagcentra spelen in op de specifieke behoeften van kinderen
met een zwaardere beperking.
De kinderen die met busjes naar school gaan zijn vaak geïsoleerd van vriendjes en
vriendinnetjes. Doordat ze niet deelnemen aan de buurtschool kennen ze minder kinderen in
de omgeving. Spelen in de buurt gaat vaak moeizaam omdat het kind anders is en pesten
vaak voorkomt. Ouders zijn ingesteld op het ondersteunen van hun kwetsbare kind en
verwachten dit ook van de omgeving. Dit is helaas niet altijd het geval, zeker niet bij kinderen
onderling. De vriendjes van school wonen ergens anders in de regio. Samen spelen moet
georganiseerd worden. Ouders spreken elkaar niet op het schoolplein dus moet hierin extra
energie gestoken worden. Skype en online gamen met een chatfunctie bieden uitkomst en
onderzoeken wijzen uit dat zo waardevolle uitwisseling kan plaatsvinden. De nieuwe media
kunnen ook leiden tot online pesten en tot andere vormen van ongewenst contact.
Hierop is extra toezicht nodig. Het gebruik van de nieuwe media vraagt de financiële middelen
en de kennis om die te hanteren. Niet elk kind heeft thuis een pc, een laptop of een iPad, noch
zijn alle ouders erop ingespeeld hun kind hierin te begeleiden.
Kinderen leren veel van elkaar. Door samen gek te doen, avontuur op te zoeken en ook door
stout te doen stimuleren kinderen elkaar onderling. Grenzen leer je kennen door ze te
overschrijden. Niet alleen de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd door
contact. Kinderen leren onderling zaken die alleen kinderen elkaar kunnen leren.
Denk aan het spelen met “vieze” woorden maar ook aan het verschil tussen jongens en
meisjes. Stiekem spelletjes zoals “Doktertje spelen” vraagt de intimiteit en veiligheid van een
eigen kamer. Omgaan met het lichaam en weerbaarheid gaan nauw samen. Niet zelden
blijken pubers met grensoverschrijdend seksueel gedrag geen idee te hebben wat ze doen of
zeggen. Ondertussen ontlokt het gedrag of de taal wel een grote reactie van de omstanders.
“Mijn vriend slaapt bij me als we naar het vakantiehuisje gaan”, zegt Floor (18 jaar oud). “En
dan gaan we lekker neuken” (giechelt). “O ja?”, zegt de begeleidster enigszins gealarmeerd.
In overleg met ouders spreekt ze met Floor over seksualiteit. “En hoe ziet dat er dan uit, dat
neuken?” “Nou, dan geeft hij mij een kusje op mijn mond”, antwoordt Floor serieus.
“En verder, doen jullie verder nog iets dan?” vraagt de begeleidster. “Getverdemme nee, dat
vind ik vies! Dat willen we niet hoor!”.
Seksualiteit en de seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren is een onderwerp dat diep
in de intimiteit van het gezin schuilt. Spreken over dit precaire onderwerp is belangrijk, waarbij
de grenzen en wensen van ouders bepalend zijn. Hierbij kan een rol spelen dat jongens en
meisjes in hun ontwikkeling verschillende grenzen gesteld worden. Bij jongens gelden andere
spelregels dan bij meisjes. De ervaring leert dat het spreken over masturberen bij een jongen
eenvoudiger plaatsvindt dan praten over verliefdheid bij een meisje. De seksualiteit van een
meisje dient beschermt en verborgen te worden. Omgaan met lustgevoelens zorgt soms voor
complexe situaties. Omdat de prikkelverwerking bij kinderen met een verstandelijke beper-
king met minder tussenkomst van sociale filters gaat (denk aan schaamte en “ongepast”
gedrag) kan seksueel ongeremd gedrag ontstaan. Zowel bij zichzelf (bijvoorbeeld dwang-
matig masturberen) als bij een ander (bijvoorbeeld sterke gerichtheid op het kruis).
Het is ook ingewikkeld dat een jongere de kalenderleeftijd van 13 heeft en het lichaam daar
met alle hormonen op inspeelt. Ondertussen is de mentale leeftijd 3 jaar en deze kleuter kan
niet zo goed omgaan met de behoeften van zijn lichaam enerzijds en de sociaal-emotionele
beperkingen anderzijds. De levenservaring van 13 jaar en het karakter spelen ook nog mee.
De ouders bepalen hoe een jongere op seksueel gedrag aangesproken wordt.
Sarah is 15 jaar en jongste dochter van Afghaanse ouders. Giechelend spreekt ze over die
leuke jongens op school. Ze noemt wat “vieze” woorden en is erg geïnteresseerd in de
mannen die ze tegenkomt. Haar begeleidster informeert moeder over haar bevindingen.
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
Moeder is boos omdat de begeleidster met haar dochter over deze zaken spreekt. In een goed
gesprek wordt er besloten dat de begeleidster niet meer spreekt met de dochter over
verliefdheden. Moeder vindt dat dit niet bij een meisje hoort en al helemaal niet om daar met
een vreemde (de begeleidster) over te spreken.
Langzaam maar zeker groeit het kind op tot jong-volwassene en krijgt het rechten en plichten.
Vraagstukken rondom het beheren van de financiën komen op tafel. Blijft de jongere thuis
wonen of kan het (gedeeltelijk) zelfstandig leren leven? Er zijn ouders die hun kind nooit
ergens anders dan thuis willen laten wonen omdat ze zich zouden schamen om hun kind niet
meer zelf te verzorgen. Maar ook is de angst groot dat hun kwetsbare kind nog verder
gekwetst wordt zonder hun toezicht.
Mensen met een verstandelijke beperking lopen extra kans om slachtoffer te worden van
seksueel geweld. Dit komt door hun grotere afhankelijkheid van derden, minder goed
ontwikkelde beoordelingsvermogen en mindere kennis en ervaring op het gebied van
seksualiteit. Daarnaast kan het voor mensen met een verstandelijke beperking moeilijk zijn om
de bedoelingen van plegers in te schatten omdat ze onvoldoende cognitieve vermogens
hebben (www.seksueelgeweld.info).
Extra risicofactoren zijn onder andere:
- een negatief zelf- of lichaamsbeeld en problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling;
- (geen) seksuele voorlichting;
- geringe weerbaarheid;
- een geïsoleerde sociale positie.
Sandra (13 jaar) is een vrolijke meid met het syndroom van Down. Met een busje gaat ze naar
school. Sinds een paar maanden is ze minder vrolijk. Haar moeder is ernstig ziek geworden en
men denkt dat ze zich daarom minder fijn voelt. Tijdens een activiteit met een
gezinsbegeleidster (sinds 4 jaar betrokken bij Sandra) tekent Sandra beren met grote
geslachtsdelen. Sandra doet er een beetje lacherig over: “De buschauffeur heeft er ook zo
eentje”. Gealarmeerd neemt de begeleidster direct contact op met de ouders.
Een jarenlang traject volgt van onderzoeken waarbij niets volledig bewezen kan worden.
Wat er precies is voorgevallen blijft onduidelijk. De situatie heeft diepe indruk gemaakt op
ouders. Het is moeilijk om te zien wat het voor Sandra heeft betekend.
Er zijn legio mogelijkheden voor ouders die ontlast willen worden in de zorg voor hun kind.
Denk aan logeerhuizen, logeergezinnen, speciale weekenden en vakanties. Zoveel ideeën als
er zijn over de toekomst van hun kind, zoveel woonvormen zijn er. Ouders kunnen
bijvoorbeeld een appartement inrichten als zelfstandig onderdeel van hun huishouden
of een speciaal daarvoor gebouwde “kangoeroe-woning” betrekken. De jong-volwassene kan
zelfstandig gaan wonen in deeltijd of geheel. Vaak in een eigen appartement met gedeelde
voorzieningen en ondersteuning op maat. Er bestaan enkel kleine projecten die gericht zijn op
de Turkse en Hindoestaanse gemeenschap. Ouders kunnen zich verenigen en ouder-
projecten starten. Dit is een manier om met gelijkgestemden een vorm te geven aan het wonen
van het kind zoals dit door de ouders als optimaal gezien wordt.
Met het zelfstandig leven komen ook nieuwe verbindingen als vriendschappen en ook
liefdesrelaties. Een kinderwens kan daarbij een rol spelen. Anticonceptie, inzicht in de eigen
mogelijkheden en beperkingen, alsmede de consequenties voor de toekomst zijn dan
belangrijke onderwerpen van gesprek. Dit wezenlijke verlangen vraagt om respectvolle
ondersteuning en zo nodig opvang.
Het komt voor dat jong-volwassenen uitgehuwelijkt worden door hun familie aan iemand die
baat heeft bij het Nederlandse paspoort. Het is de vraag hoe gelukkig beide partijen daarvan
zullen worden. De kinderen die binnen zulke huwelijken geboren worden hebben zelf vaak ook
te maken met een ontwikkelingsachterstand.
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
De plek van het migrantenkind met een verstandelijke beperking in de maatschappij
We kijken niet graag naar mensen die anders zijn, het moeilijk hebben en ongemakkelijke
vragen bij onszelf oproepen. Het haalt ons uit de comfort zone omdat we de ingewikkelde
problemen niet goed kunnen plaatsen. Liever kijken we weg.
Eenzelfde reactie vertonen we bij kinderen die er anders uit zien en zich anders gedragen. We
voelen medelijden, misschien met een mengeling van opluchting en schuldgevoel over het
geluk dat ons kind niet zo is. Niet zelden worden ouders aangesproken op hun slechte
opvoedgedrag want men vindt dat het kind verwend asociaal gedrag vertoont.
De kinderen en hun gezinnen ervaren de reacties als uitsluiting en trekken zich terug.
Wanneer het kind onderdeel uitmaakt van een niet-westers gezinssysteem wordt dit ook
gezien als onbekend en dat maakt onbemind. Het dragen van een hoofddoek en spreken van
een andere taal roept vragen op. Steeds vaker worden moslims negatief beschouwd en
aangesproken, gediscrimineerd en wederom uitgesloten.
Mensen worden bewust en onbewust uitgesloten, raken geïsoleerd, hetgeen pijn doet en
uiteindelijk resulteert in lichamelijke en psychische klachten. Uitsluiting maakt ziek.
De ontkenning richt zich op de grondrechten van de mens:
- de eigen individuele en collectieve geschiedenis;
- eigen taal en cultuur;
- de vaardigheden en diploma’s die iemand heeft behaald;
- de doorstane onderdrukking, soms generaties lang of in oorlogen ver weg;
- de ontkenning van of onbegrip over onze koloniale geschiedenis en ons slavernijverleden.
Wat het des te moeilijker maakt voor vele migranten is dat ontkenning en uitsluiting
plaatsvinden binnen een politieke en maatschappelijke context die deze zaken juist
veroordelen. In alle westerse landen en dus ook in Nederland is racisme en discriminatie door
de wet en regelgeving en zelfs in de Grondwet verboden (Cohen, J. 2009).
De schoolcarrière van deze kinderen is niet rooskleurig. Uit een onderzoek naar allochtone
leerlingen in speciale onderwijsvoorzieningen door de Radboud Universiteit in Nijmegen volgt
de conclusie dat allochtone leerlingen meer gebruik maken van het speciaal onderwijs dan
autochtone leerlingen. De overconsumptie wordt verklaard door een lage economische status
en het lage opleidingsniveau van ouders, taalachterstand, culturele verschillen, problemen in
communicatie tussen scholen en ouders, ingewikkelde verwijzingsprocedures, onbekendheid
met het onderwijssysteem en een aversie tegen speciaal onderwijs (Smeets, E., Driessen, G.,
Elfering, S., Hovius, M., 2009).
De kans op schooluitval is groter onder niet-westerse allochtone leerlingen (Herweijer, L.
2008). Ook qua niveau presteren allochtone leerlingen beduidend lager dan autochtone
leerlingen. Van de tien autochtone schoolverlaters gaat er één van school zonder diploma.
Onder de allochtone schoolverlaters is dit percentage aanzienlijk groter en zelfs verontrustend
te noemen. Door het ontbreken van een diploma hebben ze maar geringe maatschappelijke
mogelijkheden. Taalachterstand is een medeoorzaak in uitval
(van der Maat, A., van Doorn, S., 2003). Mensen met een verstandelijke beperking leven
in de praktijk nog altijd in een gescheiden onderwijs- en leefomgeving.
Recente beleidsontwikkelingen zijn weliswaar gericht op het verbeteren van integratie,
met name op scholen, maar zijn meer fundamentele en verstrekkende veranderingen nodig
om inclusie in onderwijs en arbeid mogelijk te maken (EUMAP, 2005).
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
Het narratief van het gezin en de houding van de hulpverlener
Kijkend naar de casus van Mohammed kunnen we constateren dat er in Nederland allerlei
mogelijkheden zijn voor hem om zijn eigen levensverhaal te schrijven. Daarbij zal hij altijd baat
blijven hebben bij een bepaalde mate van ondersteuning. Een therapeutische stroming die
goed aansluit bij dit gezin is de narratieve stroming. Door vanuit een gelijkwaardige en
niet-wetende houding aan te sluiten bij het gezin kunnen hun individuele-, gezins- en familie-
verhalen naar boven komen. Door met elkaar te komen tot verhalen komt de gezamenlijke
achtergrond tot leven hetgeen kan helpen in de huidige situatie. De houding van de
professional zou je kunnen typeren als “Presentie” (Baardman, A., o.a. 2013). Presentie is een
professionele benadering in zorg en welzijn die de relatie tussen de zorgvrager en de
zorggever centraal stelt. Deze gezinnen hebben het nodig dat een nieuwsgierige en zorg-
vuldige ondersteuner op een respectvolle wijze aansluit op de krachten van het gezin zelf.
Om goede aansluiting te vinden op een gezin is het een voorwaarde dat de hulpverlener eigen
normen, waarden en heilige huisjes kent en deze een plek kan geven in de onder- steuning.
Het beoefenen van presentie start vanuit het zijn met de ander om er voor de ander te kunnen
zijn. Het aansluiten bij en meeleven met de kwetsbare mens staat aan de basis van het
contact. Vanuit die afstemming ontstaat er een praktisch en moreel idee over wat voor dit
mens op dit moment en in deze situatie goed en behulpzaam kan zijn. Juist door de relatie met
de ander als uitgangspunt te nemen wordt de mens in al zijn facetten gezien.
Na een uur praten over wat we in de ondersteuning gaan doen neemt de zus afscheid van ons.
Ze fungeerde als tolk en Elife (moeder van drie kinderen, allen met een verstandelijke
beperking als gevolg van een syndroom) maakte gretig gebruik van haar zus.
Ook ik wil afronden en sta op omdat voor een intakegesprek een uur gepland staat. Terwijl ik in
de deuropening sta vertelt Elife pas echt haar verhaal. Haar mislukte huwelijk, de zorg voor
haar verstandelijk beperkte kinderen en alle zorgen die ze verder voor de familie op zich moest
nemen. In eenvoudig maar zeer begrijpelijk Nederlands schetst ze in anderhalf uur een beeld
van haar strijd. Nu pas zie ik de echte vrouw en niet alleen de samenwerkende cliënt.
Het construeren van het familieverhaal zal op een organische wijze plaats moeten vinden.
Vastomlijnde sessies zullen minder plaatsvinden maar informatie wordt stukje bij beetje
gevonden gedurende de ontmoetingen rondom praktische zaken. Een passend hulpmiddel
hierbij is het genogram. Door het gezin uit te nodigen zelf hun genogram op te stellen en op
zoek te gaan naar mogelijkheden in de eigen familiegeschiedenis ontstaat er een collaboratief
proces waarbinnen op een veilige manier aan een verbetering van contact gewerkt kan
worden. Ouders en kinderen worden uitgenodigd om verhalen van mogelijkheden en hoop met
elkaar te delen. Door een genogram te delen met een tijdslijn en vragen of doelstellingen
komen alle drie de tijdsdimensies in de therapie aan bod en wordt de basis gelegd voor een
gezonder evenwicht tussen reflectie en actie, tussen individualiteit en gemeenschappelijkheid
(Hillewaere, B., Le Fevere De Ten Hove, M., 2006).
Door aandacht te geven aan de oorsprong van het gezin kan er een inbedding in het hier-en-
nu ontstaan. Verhalen van voorvaderen verbinden de gezinsleden. Door te kijken hoe voor-
vaderen problemen oplosten kunnen er handvatten voor de huidige problemen ontstaan.
Mogelijk kan het genogram toegankelijker gemaakt worden door het gebruik van duplo-
poppetjes en ander materiaal. De methodiek “Een taal erbij” richt zich op het tasbaar maken
van de personen uit het genogram. Door te kijken naar het verleden kan het heden nieuwe
inzichten opleveren. “Een taal erbij” is ontwikkeld vanuit het theoretisch gedachtengoed van
I. Boszmenyi-Nagy. Het gaat uit van een contextueel mensbeeld waarin begrippen relationeel
en intergenerationeel centraal staan. Door de soms verwarrende werkelijkheid te structureren
ontstaat er een ordening voor het gezin en de begeleider.
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
Door de sterke identificatie met het materiaal komen de gezinsleden dicht bij hun gevoel en
kunnen ze erkenning krijgen voor hun ervaring (www.dekontekst.nl). Door de poppetjes neer
te zetten op een groot vel papier kan er ook nog rondom getekend en geschreven worden. Het
genogram/ecogram dat zo ontstaat laat het gezin nog meer ruimte voor de personen die in hun
huidige leven een belangrijke plek innemen. Een en ander is natuurlijk afhankelijk van de
doelstelling van de interventie en hangt samen met de houding en het handelen van de
therapeut (Jessurun, N, 2010).
Genogramen levensfasen
Vanuit systeemtheorisch perspectief kan het tekenen van een genogram helpen om patronen
te herkennen die zich herhalen in generaties. Kijken door een intergenerationele bril kan
bijdragen aan de balans tussen afstand en betrokkenheid van gezinsleden (Bowen, 1978). Als
er van de gezinsleden individueel een tijdslijn gemaakt wordt kan er inzicht ontstaan in
doorlopen levensfasen. Wanneer deze niet goed doorlopen zijn kunnen lichamelijke en
psychische klachten ontstaan (Carter & McGoldrick, 1982). Levensfasen zijn herkenbaar in
alle culturen en verschaffen mensen de sociale structuur waarbinnen zij opgroeien. Universeel
is dat aan de fasen taken verbonden zijn, bedoeld om de fase waarin met verkeert goed vorm
te geven en zich voor te bereiden op een volgende fase (Jessurun, N. 2010).
Mohammed is 14 jaar is en gezien zijn leeftijd krijgt hij verantwoordelijkheden binnen het
gezin. Met enige regelmaat past hij op de tweeling als ouders en broer weg zijn. Kijkend naar
zijn kalenderleeftijd is dit een passende taak. Gezien zijn levenservaring kan hij ook wel wat
aan. Maar gezien zijn sociaal-emotionele ontwikkeling is hij nog geen vijf jaar.
En op die leeftijd is het niet verantwoord om de zorg voor de tweeling op zich te nemen.
Psycho-educatie voor ouders op een voor hen begrijpelijke wijze is hierbij van belang.
Wat zij hiermee doen is hun keuze.
De levensfasen zoals we ze hanteren sluiten aan op mensen met een normale cognitieve en
lichamelijke ontwikkeling. Als er sprake is van een verstandelijke beperking gaat de
kalenderleeftijd wel door maar komt de cognitieve ontwikkeling trager tot stand en bereikt een
bovengrens. Daarbij kunnen niet alle fases doorlopen worden waardoor een volwassene
emotioneel nog een peuter kan zijn. Communicatie vraagt daarbij een andere houding.
Kinderen met een (ernstige) verstandelijke beperking kunnen zich vaak moeilijk verbaal uiten.
Als in het karakter een bescheiden en wat teruggetrokken houding besloten ligt, zoals bij
Mohammed het geval is, bestaat de kans dat dit kind zich fysiek gaat uiten in plaats van
verbaal. Bijvoorbeeld door agressief gedrag te laten zien naar anderen door zichzelf pijn te
doen (automutilatie) of door op een andere wijze om aandacht te vragen. Negatieve aandacht
is immers ook aandacht.
De dwanghandelingen en incontinentie zijn toegenomen in de afgelopen jaren.
Ook het smeren met ontlasting door Mohammed komt vaker voor en is belastend voor het
gezin. Het is niet alleen onhygiënisch maar vraagt ook om vervanging van meubels, matras en
veelvuldig draaien van de wasmachine. Daarnaast wast hij zijn handen en gezicht veel- vuldig.
Dit gaat gepaard met angst en dwang. Zijn afwijkende gedrag is sterk toegenomen na de
geboorte van de tweeling. Moeder was toen plotseling een aantal dagen weg en kwam ziek
terug. Plotseling waren er twee baby’s in huis.
Bij levensfasen passen de taken die op dat moment aan de orde zijn. Een voorbeeld is de
puber die zich los maakt van zijn ouders, zich terug trekt van het kerngezin en zich sterk
identificeert met de leeftijdsgenoten. De zelfstandigheid neemt toe en de afhankelijk neemt af.
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
Toen vader herenigd werd met zijn twee zonen en zijn vrouw had hij verwachtingen van de
kinderen. De oudste zoon heeft zich als een sterke man ontwikkeld en vader was trots op hem.
Mohammed daarentegen was op zijn elfde jaar nog een afhankelijke kleuter.
Vader was teleurgesteld en schaamde zich voor deze mislukte zoon.
Het pendelende migrantenkind, beschermjassen als methodiek
Er zijn altijd cultuurverschillen tussen het land van herkomst en Nederland. Als men uit een
niet-westerse cultuur komt zijn de verschillen nog groter. De manier waarop deze ouders naar
opvoeding is anders omdat er andere inzichten, normen en waarden zijn. Dat kan in een
migrantengezin en de betrokkenen er omheen (school, hulpverleners) tot verwarring leiden.
De regels binnen het gezin wijken af van de regels buitenshuis, waardoor het kind de opdracht
krijgt binnen twee culturen te presteren. Dat is voor een normaal begaafd kind al een grote
opdracht, laat staan als je een verstandelijke beperking hebt. De spagaat levert het kind grote
druk op. Pendelen tussen twee culturen kan leiden tot emotionele en psychische problemen.
Een belangrijk verschil in opvattingen gaat over de ontwikkeling en identiteitsvorming van het
migrantenkind. In de westerse samenleving zijn het individu en autonomie belangrijk en
bepalend voor het welzijn van kerngezin. In de meeste niet-westerse culturen domineren de
groepsidentiteit en het gevoel van verbondenheid: het welzijn van een individu kan en mag
nooit het belang van een groep overschrijden (Jessurun & Limburg-Okke, 1993, Wekker,
1994). Bij veel migrantenouders en kinderen blijft de basishouding van grote invloed.
Opvoeden is niet alleen, zelfs niet in eerste plaats, een zaak van ouders maar van de familie
en zelfs van de groep (Tjin-A-Djie, K., 2001).
In Nederland is het familiebesef door de eeuwen heen verloren gegaan. De kerngezinnen
richten hun aandacht naar binnen en staan tot grotere afstand tot elkaar en de grotere familie.
Juist in die familie ligt veel kracht als je die weet te bereiken. Families vormen een bescherm-
systeem waarin wijsheid besloten ligt die belangrijk is voor de identiteit en helend kan zijn voor
wonden. Zaken die steunend zijn in de transitie van de ene naar de andere situatie zijn
beschermjassen. Beschermjassen als werkwoord betekent inbedden in een cultuur en
in een groep. Een manier is het werken met genogrammen en het levensverhaal.
Door samen op zoek te gaan naar belangrijke steunfiguren en gezagsdragers gaan gezins-
leden met elkaar in gesprek. Deze belangrijke personen kunnen bij leven geconsulteerd
worden maar ook na hun overlijden in de kamer gehaald worden om hun advies te laten horen.
Beschermjassen gaat niet alleen over families maar over alles wat een steunende associatie
oproept. Geuren, smaken, kleuren, liedjes, geschiedenis, alles wat de zintuigen kan prikkelen
om zo te verbinden met een tijd waarin men zich fijn, blij en veilig voelde.
Pas na drie keer aanbellen en op het raam kloppen deed Latife open. Als altijd gekleed in de
traditionele Somalische kleding die er nu verfomfaaid uitzag. De tranen liepen over haar
wangen. Haar zoon van 16 had haar laten zien hoe Youtube werkt. Ze was op zoek gegaan
naar de liedjes uit haar kindertijd en hier had ze een heel aantal van gevonden. Huilend
luisterden we samen. De anders zo depressieve en naar binnen gekeerde vrouw vertelde me
vervolgens het ene na het andere verhaal uit haar jeugd. Ontroerd zag ik haar thuis komen en
heel worden. Bij het volgende bezoek stond een bord dampend traditioneel eten voor me
klaar. Ze lachte uitbundig en begroette me met een warmte die ik niet eerder gezien had.
De gezinnen van niet-westerse afkomst maken minimaal één migratie mee.
De keuze om huis en haard achter te laten is vaak gebaseerd op noodweer.
Door oorlog, ernstige bedrei- gingen en/of economische redenen moet men de grote stap
nemen naar het onbekende.
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
Een faseovergang is een periode in het leven waarbij men van de ene situatie overgaat naar
de andere. Bijvoorbeeld de stap van de tienerjaren naar de adolescentie, het veranderen van
baan, het krijgen van een kind of het overlijden van een dierbare. Kenmerkend voor
de overgang is onzekerheid. Men moet zichzelf opnieuw uitvinden om in de volgende fase te
kunnen geraken.
Migratie is een bijzondere levensfaseovergang. Het is een complexe overgang omdat er zich
veel veranderingen tegelijkertijd voordoen. De antropologische term liminaliteit biedt een
concept om de overgang van de ene naar de andere fase inzichtelijk te maken (Van Bekkum et
al. 1996). De liminele fase is de fase waarin men het oude achter zich laat en het nieuwe nog
niet omarmd hebt. Men bevindt zich als het ware tussen twee werelden in.
Bij migratie staat het voor de overgang van de ene naar de andere cultuur.
Het is een kwetsbare en stressvolle periode die nog moeilijker is wanneer de migratie
samenvalt met geweld en oorlogstrauma’s zoals bij veel vluchtelingen het geval is.
De migratie-ervaring presenteert zich opnieuw bij elke nieuwe levensfaseovergang.
In de kwetsbare periode van een faseovergang zoals het verlies van een ouder zal bij een
migrant altijd de verlieservaring die de migratie met zich meebracht naar voren komen.
Tot slot
Een kind met een verstandelijke beperking staat voor een grote opgave in het leven, namelijk
het zo goed mogelijk de eigen plek innemen en gelukkig zijn. Daarbij is het verstandelijk
beperkte kind in grotere mate afhankelijk van anderen door de speciale ondersteuningsvraag.
De manier waarop de gezinsleden en het netwerk reageren en omgaan met het anders zijn is
van grote invloed op de draagkracht van het kerngezin. Begrip, acceptatie en steun zijn
steunende factoren die bijdragen aan een goede inbedding van het kind, het gezin en de
grotere familie. Schaamte en schande zijn belastende factoren voor het gezin.
Als dat kind vanuit een niet-westers gezin komt heeft het een extra hindernissen te nemen,
bijvoorbeeld op het gebied van scholing. Hoewel er allerlei onderwijsvormen bestaan die
aansluiten op de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind trekt het migrantenkind aan het
kortste eind. Daar waar thuiscultuur en schoolcultuur onvoldoende op elkaar aansluiten
ontstaat er een kloof die het kind niet in zijn eentje kan overbruggen.
Wanneer er dan ook nog sociaal-emotionele en economische problemen spelen is de zwaarte
van de levenstaak verdrievoudigd. Psychische problemen spelen vaak een rol in de
meervoudig belaste gezinnen en de drievoudige uitsluiting maakt het hele gezin ziek.
Migrantengezinnen met zo’n overweldigende opgave in het leven hebben baat bij
ondersteuning door competente professionals. Vanuit een aandachtige, respectvolle
en zorgvuldige houding kan er een waardevolle samenwerking ontstaan.
Aansluiten bij het gezinsverhaal kan alleen als de ondersteuner hier actief naar op zoek gaat.
Niet alleen het narratief is van belang maar ook het inzicht dat alle schijnbaar los van elkaar
staande problemen elkaar beïnvloeden. Door oog te hebben voor de samenhang (van
problemen en gezinsleden) kan er aansluiting gevonden worden bij het gezin.
Concepten vanuit de Systeemtheorie kunnen, mits op maat gesneden, bijdragen aan een
dieper begrip door de betrokkene en een steunende en helende werking hebben op de
gezinsleden. De concepten die de auteur in dit essay heeft besproken zijn slechts het begin
van tal van mogelijkheden. Met een nieuwsgierige blik en een doortastende aanpak kan een
ondersteuner het gezin en zichzelf verrijken met een veelheid aan perspectieven.
Essay R. Meentzen – van den Broek
Specialisatie CTT
21 mei 2014
[Geef de tekst op]
Literatuurlijst
“Allochtone leerlingen en speciale onderwijsvoorzieningen”, Smeets, E., Driessen, G.,
Elfering, S. [et al.] 2009
“Gestruikeld voor de start, de school verlaten zonder startkwalificatie”, Herwijer, L. 2008
‘Niet-westerse allochtonen binnen het onderwijs, de veronderstelde achterstandspositie van
de niet-westerse allochtonen binnen het onderwijs met het oog op de arbeidsmarktpositie”,
Van der Maat, A., Van Doorn, S., 2003
“Toegang tot onderwijs en arbeid voor mensen met een verstandelijke beperking”, Monitoring
Rapport 2005, EU Monitoring and Advocacy Program van het Open Society Institute, 2005
“De Zorgval”, Baart, A., Carbo, C., 2013
“Narratieve en oplossingsgerichte toepaSsingen bij genogrammen: samen hoopvolle
perspectieven creeren” , Hillewaere, B., Lefevere de Ten Hove, M., 2006
“Transculturele vaardigheden voor therapeuten, een systeemtheoretisch behandelmodel”,
Jessurun, N., 2010
“The Family Life Cycle”, Carter, B. & McGoldrick, M., 1982
“Wij zijn allemaal zusters, werken met een Marokkaanse vrouwengroep”, Jessurun, C.
Limburg-Okke, A., 1993
“Ouderschap in een Wij-systeem”, Tjin-A-Djie, K., 2000
“Beschermjassen, transculturele hulp aan families”, Tjin-A-Djie, K., Zwaan, I., 2008
“Gender, Identiteitsvorming en Muticulturalisme; Notities over de Nederlandse Multiculturele
Samenleving”, Wekker, G., 1998
“Migratie als transitie, De liminele kwetsbaarheid van migranten en implicaties voor de
hulpverlening”, Van Bekkum, D., Van der Ende, M. Heezen, M., [et al.] 1996
“Frantz Fanon actueel: Uitsluiting maakt ziek”, symposium 12 dec 2009 openingstoespraak
Cohen, J.
Geraadpleegde websites
www.genootschaponzetaal.nl
www.seksueelgeweld.info
www.dekontekst.nl
www.thebowencenter.org
Geraadpleegde DVD’s
“Ayse/Huseyin”, twee films van Ange Wieberink, productie Stichting ZieZo 2009
“Ik neem je mee”, een film van Ange Wieberink en Naima Azough, productie ZieZo 2013
Afbeelding voorpagina
www.faqt.nl/vraag-en-antwoord/drie-maal-is-scheeprecht/

More Related Content

Viewers also liked

YANKEE SCOUT -- COLD HARBOR !!
YANKEE SCOUT -- COLD HARBOR !! YANKEE SCOUT -- COLD HARBOR !!
YANKEE SCOUT -- COLD HARBOR !! Roch Steinbach
 
Conferència ANTIC EGITPE SOL 2016
Conferència ANTIC EGITPE SOL  2016Conferència ANTIC EGITPE SOL  2016
Conferència ANTIC EGITPE SOL 2016carme tribo berga
 
State of Transfer and Moving Industries in the Incoming Trump Administration
State of Transfer and Moving Industries in the Incoming Trump AdministrationState of Transfer and Moving Industries in the Incoming Trump Administration
State of Transfer and Moving Industries in the Incoming Trump AdministrationTrevor_Churchill
 
Analisis y diseño de sistemas informaticos
Analisis y diseño de sistemas informaticosAnalisis y diseño de sistemas informaticos
Analisis y diseño de sistemas informaticosRocio_Quinatoa
 
المشروع الاول 1
المشروع الاول 1المشروع الاول 1
المشروع الاول 1marioom1983
 
Systems of Engagement WSR_Sept2015
Systems of Engagement WSR_Sept2015Systems of Engagement WSR_Sept2015
Systems of Engagement WSR_Sept2015Erik Alvarado
 
Oчеви и оци
Oчеви и оциOчеви и оци
Oчеви и оци122567852
 

Viewers also liked (11)

YANKEE SCOUT -- COLD HARBOR !!
YANKEE SCOUT -- COLD HARBOR !! YANKEE SCOUT -- COLD HARBOR !!
YANKEE SCOUT -- COLD HARBOR !!
 
Conferència ANTIC EGITPE SOL 2016
Conferència ANTIC EGITPE SOL  2016Conferència ANTIC EGITPE SOL  2016
Conferència ANTIC EGITPE SOL 2016
 
Lecture 6 soil permeability
Lecture 6 soil permeabilityLecture 6 soil permeability
Lecture 6 soil permeability
 
Lecture 8 raft foundation
Lecture 8 raft foundationLecture 8 raft foundation
Lecture 8 raft foundation
 
State of Transfer and Moving Industries in the Incoming Trump Administration
State of Transfer and Moving Industries in the Incoming Trump AdministrationState of Transfer and Moving Industries in the Incoming Trump Administration
State of Transfer and Moving Industries in the Incoming Trump Administration
 
Analisis y diseño de sistemas informaticos
Analisis y diseño de sistemas informaticosAnalisis y diseño de sistemas informaticos
Analisis y diseño de sistemas informaticos
 
المشروع الاول 1
المشروع الاول 1المشروع الاول 1
المشروع الاول 1
 
Resume
ResumeResume
Resume
 
Shamnani_PP
Shamnani_PPShamnani_PP
Shamnani_PP
 
Systems of Engagement WSR_Sept2015
Systems of Engagement WSR_Sept2015Systems of Engagement WSR_Sept2015
Systems of Engagement WSR_Sept2015
 
Oчеви и оци
Oчеви и оциOчеви и оци
Oчеви и оци
 

Similar to Essay 21 mei 2014 klaar

Artikel ict examen
Artikel ict examenArtikel ict examen
Artikel ict examenEvaConstant1
 
Academielezing avans Peter Pijpers
Academielezing avans Peter PijpersAcademielezing avans Peter Pijpers
Academielezing avans Peter PijpersAvansacademielezing
 
1 Ba Tp A Forrest Lies
1 Ba Tp A Forrest Lies1 Ba Tp A Forrest Lies
1 Ba Tp A Forrest Liessuperliesjeuh
 
1 Ba Tp A Forrest Lies
1 Ba Tp A Forrest Lies1 Ba Tp A Forrest Lies
1 Ba Tp A Forrest Liessuperliesjeuh
 
Masterthesis Lenneke Broeze
Masterthesis Lenneke BroezeMasterthesis Lenneke Broeze
Masterthesis Lenneke BroezeLenneke Broeze
 
De Psycholoog over de EventHands-aanpak, Werken aan een toekomst
De Psycholoog over de EventHands-aanpak, Werken aan een toekomstDe Psycholoog over de EventHands-aanpak, Werken aan een toekomst
De Psycholoog over de EventHands-aanpak, Werken aan een toekomstWim Haveman
 
Positieve-psychologie-en-het-dertigers-dilemma
Positieve-psychologie-en-het-dertigers-dilemmaPositieve-psychologie-en-het-dertigers-dilemma
Positieve-psychologie-en-het-dertigers-dilemmamark de jonge
 
Seneca congres - Presentatie Olof Suttorps
Seneca congres - Presentatie Olof SuttorpsSeneca congres - Presentatie Olof Suttorps
Seneca congres - Presentatie Olof SuttorpsAxioma Communicatie
 
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdfJMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdfMichael L. Buynsters
 
Presentatie De Bascule 20111213 Final
Presentatie De Bascule 20111213  FinalPresentatie De Bascule 20111213  Final
Presentatie De Bascule 20111213 Finalcerberus0226
 
How healthy is mental health care in Belgium? The facts behind the myths (NL)
How healthy is mental health care in Belgium? The facts behind the myths (NL)How healthy is mental health care in Belgium? The facts behind the myths (NL)
How healthy is mental health care in Belgium? The facts behind the myths (NL)Itinera Institute
 
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985Lennard Walterbos
 
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balansLesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balansCVO-SSH
 
Speciaalonderzoek Denise Heins online versie
Speciaalonderzoek Denise Heins online versieSpeciaalonderzoek Denise Heins online versie
Speciaalonderzoek Denise Heins online versieDenise Heins
 
Afstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg Heslinga
Afstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg HeslingaAfstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg Heslinga
Afstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg HeslingaAnna van den Berg- Heslinga
 

Similar to Essay 21 mei 2014 klaar (20)

Artikel ict examen
Artikel ict examenArtikel ict examen
Artikel ict examen
 
Academielezing avans Peter Pijpers
Academielezing avans Peter PijpersAcademielezing avans Peter Pijpers
Academielezing avans Peter Pijpers
 
Bespreek artikelen
Bespreek artikelenBespreek artikelen
Bespreek artikelen
 
1 Ba Tp A Forrest Lies
1 Ba Tp A Forrest Lies1 Ba Tp A Forrest Lies
1 Ba Tp A Forrest Lies
 
1 Ba Tp A Forrest Lies
1 Ba Tp A Forrest Lies1 Ba Tp A Forrest Lies
1 Ba Tp A Forrest Lies
 
e-magazine mantelzorg
e-magazine mantelzorge-magazine mantelzorg
e-magazine mantelzorg
 
Masterthesis Lenneke Broeze
Masterthesis Lenneke BroezeMasterthesis Lenneke Broeze
Masterthesis Lenneke Broeze
 
De Psycholoog over de EventHands-aanpak, Werken aan een toekomst
De Psycholoog over de EventHands-aanpak, Werken aan een toekomstDe Psycholoog over de EventHands-aanpak, Werken aan een toekomst
De Psycholoog over de EventHands-aanpak, Werken aan een toekomst
 
Positieve-psychologie-en-het-dertigers-dilemma
Positieve-psychologie-en-het-dertigers-dilemmaPositieve-psychologie-en-het-dertigers-dilemma
Positieve-psychologie-en-het-dertigers-dilemma
 
Seneca congres - Presentatie Olof Suttorps
Seneca congres - Presentatie Olof SuttorpsSeneca congres - Presentatie Olof Suttorps
Seneca congres - Presentatie Olof Suttorps
 
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdfJMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
JMZ Pro-Alliantie brochure - Jonge Mantelzorgers in Beeld.pdf
 
Education POG GGZ for InHolland
Education POG GGZ for InHollandEducation POG GGZ for InHolland
Education POG GGZ for InHolland
 
Presentatie De Bascule 20111213 Final
Presentatie De Bascule 20111213  FinalPresentatie De Bascule 20111213  Final
Presentatie De Bascule 20111213 Final
 
Presentatie%20beeldvorming[1]
Presentatie%20beeldvorming[1]Presentatie%20beeldvorming[1]
Presentatie%20beeldvorming[1]
 
How healthy is mental health care in Belgium? The facts behind the myths (NL)
How healthy is mental health care in Belgium? The facts behind the myths (NL)How healthy is mental health care in Belgium? The facts behind the myths (NL)
How healthy is mental health care in Belgium? The facts behind the myths (NL)
 
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
Definitieve versie masterscriptie lennardwalterbos_s4385985
 
Nieuwsbrief creative counseling sjoukje drenth bruintjes juni 2018
Nieuwsbrief creative counseling sjoukje drenth bruintjes juni 2018Nieuwsbrief creative counseling sjoukje drenth bruintjes juni 2018
Nieuwsbrief creative counseling sjoukje drenth bruintjes juni 2018
 
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balansLesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
Lesdag 3 kinderen, jongeren en gezinnen uit balans
 
Speciaalonderzoek Denise Heins online versie
Speciaalonderzoek Denise Heins online versieSpeciaalonderzoek Denise Heins online versie
Speciaalonderzoek Denise Heins online versie
 
Afstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg Heslinga
Afstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg HeslingaAfstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg Heslinga
Afstudeer artikel De kracht van een afscheidsritueel Anna van den Berg Heslinga
 

Essay 21 mei 2014 klaar

  • 1. Essay in het kader van Specialisatie CTT 17 mei 2014 Drie keer is geen scheepsrecht Het verhaal van een migrantenkind met een verstandelijke beperking en zijn gezin van niet-westerse herkomst dat leeft in de marge. Essay in het kader van Specialisatie CTT Rebecca Meentzen - van den Broek 21 mei 2014
  • 2. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] Inleiding “If liberty means anything at all, it means the right to tell people what they do not want to hear” - George Orwell “Wees zelf de verandering die je wil zien in de wereld” – Mahatma Ghandi De titel “Drie keer is geen scheepsrecht” verwijst naar de uitdrukking “Drie keer is scheepsrecht”. Dit betekent dat als iets de eerste twee keer niet lukt, het de derde keer ongetwijfeld moet lukken. Het wordt ook gebruikt om te betekenis te geven aan het feit dat je iets voor een derde keer doet of wanneer je iemand voor de derde keer tegenkomt. (www.genootschaponzetaal.nl). In het geval van de casus geeft het aan dat de drievoudigheid de uitgesloten positie juist in negatieve zin benadrukt. Dit essay gaat over de kinderen en gezinnen die drievoudig uitgesloten worden van de samenleving. Deze meervoudige uitsluiting ontstaat als sprake is van een kind: - met een verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand; - dat opgroeit binnen een gezin met een migratie vanuit een niet-westers land; - wiens gezin problemen op meerdere levensgebieden kent, waardoor het in de marge is beland. Alhoewel de drie gebieden los van elkaar genoemd, zijn ze onderling nauw met elkaar verbonden en is er sprake grote wederzijdse beïnvloeding. Bijvoorbeeld door de wijze waarop er vanuit cultuur gekeken wordt naar de verstandelijke beperking. Dit heeft een grote invloed op de opvoeding. Toegang tot informatie en financiën zijn van invloed op ontwikkelings- mogelijkheden. En we weten ook dat hoe sterker de uitsluiting beleefd wordt, hoe meer men zichzelf isoleert en er dus zo een extra uitsluiting plaatsvind. Binnen de transculturele systeemtherapie wordt geen aandacht besteed aan de invloed van verstandelijke beperking of ontwikkelingsachterstand op een gezinssysteem. Ook ontbreekt er aandacht voor de plek die deze gezinnen innemen in de maatschappij. De psychische component vormt de eerste insteek voor de hulpverlening. Vaak wordt er pas veel later naar de verstandelijke beperking gekeken. De gezinnen waar naast een verstan- delijke beperking ook een migratieachtergrond een rol speelt hebben vaak te maken met problemen die zich bevinden op het snijvlak van verstandelijke beperking en psychiatrie. Dit komt door de samenhang van gezinsfactoren. Uitsluiting maakt ziek en door de ziekte wordt de ontwikkeling belemmerd. Hierbij is het belangrijk om te beseffen dat het test- materiaal dat gebruikt wordt voor IQ-bepalingen ontworpen is voor de westerse markt. Doordat mensen van niet-westerse afkomst vaak op een andere manier redeneren scoren ze (veel) lager in de test. Een diagnose van verstandelijke beperking of ontwikkelings- achterstand dient met een flinke korrel zout te worden genomen. Als er alleen naar de psychische component gekeken wordt ontstaat er tunnelvisie. Dit is een gemiste kans voor de begeleider of behandelaar en doet het gezin tekort. Om een gezin breder in kaart te kunnen brengen en maximaal aan te kunnen sluiten op haar hulpvraag, is het noodzakelijk om over kennis te beschikken van verstandelijke beperking en de invloed hiervan op het gezin en haar netwerk. In het essay kijken we aan de hand van een casus wat de drievoudige uitsluiting betekent voor het gezin en haar grotere systeem. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van diverse casuïtiek uit de praktijk. Dit essay richt zich primair op het migrantenkind met een verstan- delijke beperking. Een volgend essay zou goed kunnen gaan over de ouder met een verstan- delijke beperking. Er wordt gebruik gemaakt van begrippen en interventies vanuit de systeemtheorie, zoals genogrammen, gezinsnarratief, lichaamstaal en levensfase- overgangen.
  • 3. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] De opbouw van het essay vormt een parrallel met het proces van ondersteuning en behandeling zoals die vanuit het werkgebied van de auteur ingezet wordt. Dit proces bestaat uit drie fasen die elkaar opvolgen: - Aansluiten, hetgeen begint met oor hebben voor het gezinsverhaal, de dynamiek binnen het gezin en haar wijze van probleembepaling en het oplossen hiervan. Vanuit het aansluiten wordt een eerste gezinsverhaal of narratief gevormd. - Meebewegen, waarbij het gaat over validatie, actie nemen op de vragen van het gezin en het uitdagen van het gezin en hun netwerk in het vinden van nieuwe perspectieven. Onderzoek naar de plek in het (grotere) gezin en de maatschappij is een belangrijk onderdeel van de inbedding van de verstandelijke beperking. - Toevoegen, wat echter alleen kan als er voldoende aan de eerste twee fasen is voldaan. Dan is er genoeg basis qua draagkracht en vertrouwen om veranderingen aan te gaan. In het essay is ervoor gekozen om een groot gedeelte te besteden aan de fase van aansluiten. Het narratief krijgt vorm met focus op de verstandelijke beperking. Psycho-educatie en praktische handelingen vormen de start. Meebewegen komt aan bod wanneer de invloed op het gezin en de grote familie toegelicht wordt. Een onderzoek naar mogelijkheden om toe te voegen aan het gezinsverhaal ontstaat door te kijken naar begrippen en interventies vanuit de systeemtheorie. De auteur heeft twintig jaar ervaring in de dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking, onder andere als gezinscoach en leidinggevende. Gedurende haar loopbaan is ze betrokken geweest bij circa honderd gezinnen in ’t Gooi en omstreken waar een of meer kinderen en/of ouders te maken hebben met een verstandelijke beperking en/of psychische problemen. De gebruikte casuïstiek komt voort uit werksituaties die zijn aangevuld door casuïstiek vanuit de DVD’s “Ik neem je mee” en “Zoals ze is” van Stichting ZieZo. Dit artikel is geschreven in het kader van de intensieve leergang Transculturele Systeem- therapie van het Collectief Transcultureel Therapeuten en is bedoeld als proeve van bekwaamheid van de opleiding. Met dank aan Urmy MacNack voor de ondersteuning vanuit het CTT, Pal Meentzen voor het meelezen en Daphne van den Broek voor de technische ondersteuning. Casus Mohammed (14 jaar) woont sinds drie jaar in Nederland. Hij is samen met zijn moeder en oudere broer gevlucht uit Afghanistan. Met z’n drieën hebben ze ongeveer 5 jaar door- gebracht in Pakistan in een vluchtelingenkamp. Ze verlieten hun huis in Afghanistan net als honderdduizenden andere Afghanen. Tijdens hun vlucht zijn ze verschillende malen gecon- fronteerd met de verschrikkingen van de oorlog. Welke invloed dit heeft gehad op het gezin is niet duidelijk. Moeder geeft aan dat ze meerdere malen levensbedreigende situaties hebben meegemaakt. Het beladen verhaal is voelbaar maar zelden onderwerp van gesprek. Vader woont en werkt sinds dertien jaar in Nederland. Gedurende zijn verblijf is hij tweemaal naar zijn geboorteland terug geweest. In Huizen woonde hij in een kleine flat samen met vier andere mannen. Hij heeft succesvol deelgenomen aan een NT1 cursus en is bevriend geraakt met een van de vrijwilligsters, Netty. Bij een luxe restaurant werkt hij als afwasser waar men erg blij met hem is. Vader is een betrouwbare en gedreven medewerker. In Afghanistan was vader eigenaar van een grote supermarkt. Ondanks zijn lage kaste (Harari) had vader aanzien. Het gezin had het goed. Bij het uitbreken van de oorlog besloot hij zekerheid voor zijn familie te zoeken en vluchtte naar Nederland. In Nederland worstelt hij met psychische problemen (Post Traumatische Stress Stoornis) en lichamelijke klachten (dubbele hernia).
  • 4. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] In 2010 stonden zijn vrouw en twee kinderen opeens op de stoep. Hoe het gezin hier heeft kunnen komen is een raadsel. Het gezin is snel aangemeld bij hulpverlening door vrijwilligster Netty. Vanuit “Tien voor de Toekomst”worden twee gezinswerkers ingevlogen. Ondanks hun maximaal inzetbare tijd van negen maanden ondersteunen ze het gezin ruim anderhalf jaar. Het gezin betrekt een eengezinswoning, de financiën zijn op orde en de kinderen gaan naar school. Mohammed bleek een forse ontwikkelingsachterstand te hebben naast dwangmatig gedrag en incontinentie van urine en faeces. Hij is een teruggetrokken jongen die zich weinig laat horen. Gaandeweg blijkt dat hij mishandeld wordt door zijn oudere broer. Hij verzet zich hier niet tegen maar richt zijn aandacht verder naar binnen. De beste plek voor hem lijkt een Kinder Dag Centrum voor kinderen en jongeren met een ernstige meervoudige beperking. Daar wordt hij getest en blijkt hij meer mogelijkheden te hebben dan gedacht werd. Langzaam komt Mohammed tot rust en laat hij zien plezier te hebben in dingen. Het blijft onduidelijk wat voor effect de omzwervingen in oorlogsgebied en de daarop volgende migratie op hem gehad hebben. Na anderhalf jaar stroomt hij door naar onderwijs voor Zeer Moeilijk Lerende Kinderen. Het is erg wennen voor hem maar ook hier weet hij een plek te vinden. Vader en oudste zoon gaan voor familiebezoek naar Afghanistan. Gelouterd komen ze terug, van klachten is vrijwel geen sprake meer. Drie weken na thuiskomst is de heilzame werking van het bezoek verdwenen. Inmiddels is nieuwe zorgverlener Sherpa in beeld vanuit de verstandelijk gehandicaptenzorg. Deze organisatie pakt de ouderbegeleiding op maar die sluit niet aan op de werkelijke behoefte van het gezin en langzaam ontstaan er weer forse problemen. Met hulp van Centrum voor Jeugd en Gezin en MEE komt er een gezins- begeleidster vanuit “Lijn Vijf”. Samen met Sherpa wordt er een jaar hard gewerkt aan de kracht van het gezin. Moeder heeft net als haar man zowel psychische als lichamelijke klachten. Ze mist haar moeder in Afghanistan erg. Een kleine twee jaar na de gezinshereniging bevalt moeder van een tweeling. De ontwikkeling van de tweeling blijft achter. Ze spreken vrijwel niet en slaan en bijten elkaar. Plaatsing op een orthopedagogische kleutergroep voor drie dagen geeft de kinderen meer ontwikkelingsmogelijkheden. Door de gezinssituatie is moeder overspannen geraakt. Ze heeft lichamelijke klachten zoals zware hoofdpijn en rugpijn. Men vermoedt bij haar ook Post Traumatische Stress Stoornis. Ze wordt getest en blijkt een verstandelijke beperking te hebben. Het Centrum voor Indicatiestelling Zorg wil geen indicatie voor ambulante ondersteuning afgeven. “De moeder heeft jaren gezorgd voor twee zoons en kon met hen vluchten, dus zo beperkt is ze niet”, aldus de motivatie bij de afwijzing. Mohammed heeft in toenemende mate last van dwangmatig gedrag en incontinentie. Dagelijks smeert hij zijn kamer vol met ontlasting. Dit doet hij na etenstijd en voor bedtijd als het gezin tot rust komt na de intensieve dag. De plotselinge afwezigheid van zijn moeder is voor hem waarschijnlijk moeilijk te bevatten geweest. Door een gecompliceerde zwangerschap en moeizame bevalling moest ze lang in het ziekenhuis blijven. Vader wordt tweemaal geopereerd aan zijn hernia’s maar dit levert weinig op. Hij geeft aan dat zijn lichaam “op” is. In Afghanistan is het gangbaar dat een kind op zijn achtste jaar zwaar lichamelijk werk gaat doen. In zijn geval was dat het schoonmaken van auto’s. Maar naar Nederlandse begrippen wordt vader geacht met zijn leeftijd (44 jaar) nog ruim twintig jaar door te werken. Door schulden dreigt huisuitzetting. Het gezin weet maar net het hoofd boven water te houden maar er zijn momenten dat er niets te eten is. Vooral Mohammed is erg mager. Met de steun van Netty bezoekt moeder de Voedselbank.
  • 5. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] De oudste zoon ontwikkelt zich goed. Hij gaat naar een school voor praktijkonderwijs en volgt een opleiding tot automonteur. Bij aankomst in Nederland is zijn leeftijd voor hem vastgesteld. Daarbij is hij geregistreerd als ongeveer twee jaar ouder dan zijn daadwerkelijke leeftijd. Dit levert allerlei problemen op rondom de naturalisatie en het aanvragen van uitkering en verzekering. Het geeft hem wel weer de mogelijkheid om een rijbewijs te halen. Bij later onderzoek blijkt hij de geboortedatum van een eerder geboren en inmiddels overleden zoon te hebben gekregen. Hoe en wanneer deze oudste zoon overleden is blijft een geheim. Het gezinsverhaal ontvouwt zich langzaam. Na gesprekken met de betrokken hulpverleners houdt de mishandeling van Mohammed op. De contacten tussen Mohammed en zijn oudste broer en vader blijven evenwel kil en afstandelijk. Vader en oudste zoon hebben het goed samen. Zoon krijgt dure telefoons, mooie kleding en schoenen. Dit in schril contrast met Mohammed. Mede door zijn incontinentie geeft vader amper geld uit aan zijn kleding. Mohammed heeft vrijwel geen speelmateriaal en besteedt zijn tijd aan oppassen op zijn jongere broertjes en kijken naar Al Jazeera op de grote televisie. Na schooltijd gaat hij op pad met Netty of één van de twee vaste gezins- begeleidsters. Ook maakt hij gebruik van naschoolse opvang. Vader geeft aan dat hij wel zou willen dat Mohammed ergens anders zou gaan wonen. Moeder wil hier niets van weten. Een gezin met een kind met een verstandelijke beperking Vroeger of later komen de ouders er achter dat er iets fundamenteel mis is met het kindje. De ontwikkeling blijft achter en er volgt de diagnose “verstandelijke beperking”. Wat er dan precies is en hoe dit de toekomst voor het gezin zal beïnvloeden is onduidelijk. Voor de meeste ouders van niet-westerse achtergrond zijn de concepten en termen die we gebruiken vreemd. De diagnose kan een diepe impact hebben op de ouders, het gezin en hun netwerk. De spreekwoordelijke roze wolk is snel verdwenen en de zorgen ontstaan. Vragen rijzen over de ontwikkeling en toekomstmogelijkheden van het kind. “Normaal” wordt dus “speciaal”. En dat brengt allerlei extra taken met zich mee voor de ouders, de broers en zusjes en de grotere familie. Allereerst het verwerken van de schok dat het kindje “speciaal” is. Ouders kunnen hier verschillend mee omgaan en dat kan spanningen geven in de relatie. Schuldgevoelens en schaamte kunnen een grote rol spelen. Ook broertjes en zusjes, familie en mensen uit het netwerk hebben te maken met gevoelens van rouw, verdriet en acceptatie. In gezinnen die gemigreerd zijn vanuit een niet-westerse cultuur is men gewend dat de familie direct betrokken is. In het land van herkomst zouden moeder, tantes en andere vrouwen geholpen hebben met de bevalling en het opvangen van de eerste jaren. Een systeem was er gevormd waarin ieder een taak had en bijvoorbeeld oma de belangrijkste verzorger was. Maar in Nederland staat de moeder er alleen voor, met of zonder de vader. Misschien is de moeder wel op de vlucht voor oorlog en moet ze onder slechte omstandigheden haar kind ter wereld brengen. De moeder uit bovenstaande casus heeft haar derde zoon ter wereld gebracht in een vluchtelingenkamp in Pakistan. Mogelijk is de verstandelijke beperking van Mohammed ontstaan door zuurstofgebrek tijdens de geboorte. De omstandigheden zullen niet ideaal zijn geweest. Ondertussen was moeder verantwoordelijk voor haar twee oudste zoontjes. De oudste zoon is waarschijnlijk onderweg overleden. Bevallen van een derde kind met zoveel stressfactoren is een zeer zware taak. De reactie en betrokkenheid van de bredere familie is cruciaal voor het kerngezin. Acceptatie en insluiting van het gezin is een belangrijke steunbron. Meegaan naar feestjes en vieringen zonder als ouders aangekeken te worden op het speciale gedrag van hun kind is helend. Niet zelden worden deze ouders gezien als slechte opvoeders en zijn omstanders
  • 6. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] geneigd te vertellen hoe het opvoeden veel beter kan. Zie je dan maar eens staande te houden als ouder. Maar ook de betrokken medici kunnen de situatie beïnvloeden. Een moeder in Marokko heeft een dochter met autisme. Ze herinnert zich de woorden van de betrokken arts nog goed: “Als u niet had gekozen om te werken en te studeren maar voor uw gezin te zorgen zoals het hoort, dan zou uw kind geen autisme hebben”. Vanuit culturele/religieuze gedachten kan een kind met een verstandelijke beperking worden gezien als een straf van God, Allah of een verrekening van het Karma. De ouders of het grotere gezinssysteem hebben fouten gemaakt en worden gestraft met een zware last. Deze ouders hebben te maken met gevoelens van schaamte en schuld. Het kind belichaamt deze negativiteit en word uitgesloten door de grotere familie. Het krijgt minder aandacht en kansen in het gezin. Soms worden deze kinderen verborgen gehouden voor de buitenwereld en groeien ze op zonder gebruik te kunnen maken van de mogelijkheden zoals die er in Nederland zijn. Binnen de geloofsgemeenschap wordt er schande gesproken over het gezin. Layla is moeder van drie kinderen. Haar oudste kind is een jongen met het syndroom van Down. Haar familie in Afghanistan ziet hem alleen via Skype. Ze heeft hen nooit verteld over het syndroom en verbergt de zorgen die ze over haar zoon heeft. Aan de Nederlandse hulpverleners vertrouwt ze al snel toe dat ze na zijn geboorte viermaal een abortus heeft gehad in verband met het syndroom van Down. Dit was een intens verdrietige tijd voor het gezin dat er alleen voor staat in Nederland. De andere kant bestaat ook, maar kom veel minder voor. Er zijn ouders die de komst van hun speciale kind zien als een groot cadeau. Juist zij zijn uitverkoren om dit kwetsbare wezen zo goed mogelijk te ondersteunen. De omgeving is positief en steunend en draagt het kindje op handen. Er bestaat het risico van het overdreven vertroetelen van het “zieke” kind, waardoor er op latere leeftijd problemen kunnen ontstaan op het gebied van grenzen stellen. De gezinshiërarchie raakt in de war als het kind bepaalt wat wel en niet mag. Layla is aan het einde van haar energie. Tijdens de zwangerschap van het derde kind vraagt haar oudste kind, een zoon met syndroom van Down van 9 jaar, extra veel aandacht. Hij wordt ’s morgens extreem vroeg wakker en wekt dan het hele gezin. Terug naar bed wil hij niet, hij dwingt en dramt net zo lang door tot iedereen uit bed is. Hij deelt een kamer met zijn zusje van 5 jaar dat ook ernstig ontregeld raakt door die korte nachten. Het stellen van duidelijke grenzen is bijna onmogelijk voor moeder. Haar kind kan immers niets aan zijn gedrag veranderen. Vader ziet dat anders en het huwelijk staat onder grote druk. De ontwikkeling van een kind met een verstandelijke beperking is anders. In Nederland zijn er allerlei mogelijkheden om het kind optimaal te ondersteunen in zijn ontwikkeling. Ouders moeten hun kinderen vaak halen en brengen naar andere plekken om gebruik te kunnen maken van deskundige ondersteuning. Dit kost tijd, energie en is niet zo eenvoudig als er geen auto in het gezin is, laat staan als de Nederlandse taal en afsprakencultuur vreemd is. Het consultatiebureau is vaak de eerste plek waar de speciale ontwikkeling ter sprake komt. Specialistische zorg kan helpen wanneer het kind in een ander tempo opgroeit in en op een andere manier dan een “normaal” kind. Integrale Vroeghulp kan in de eerste jaren helpen om in het het proces van rouw en acceptatie te ondersteunen. Daarnaast geven ze praktisch tips. Dit alles gaat vaak in het Nederlands en er wordt gebruik gemaakt van de heersende medische inzichten. Ouders die vanuit hun culturele/religieuze achtergrond gewend zijn om overleden voorouders en geesten te betrekken voelen zich vaak onbegrepen. Afhankelijk van de beperking neemt een kind deel aan regulier onderwijs met behulp van een “rugzakje” of gaat naar het speciaal onderwijs. Ook scholen voor kinderen die (Zeer) Moeilijk
  • 7. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] Leren zijn wijdverspreid. Kinderdagcentra spelen in op de specifieke behoeften van kinderen met een zwaardere beperking. De kinderen die met busjes naar school gaan zijn vaak geïsoleerd van vriendjes en vriendinnetjes. Doordat ze niet deelnemen aan de buurtschool kennen ze minder kinderen in de omgeving. Spelen in de buurt gaat vaak moeizaam omdat het kind anders is en pesten vaak voorkomt. Ouders zijn ingesteld op het ondersteunen van hun kwetsbare kind en verwachten dit ook van de omgeving. Dit is helaas niet altijd het geval, zeker niet bij kinderen onderling. De vriendjes van school wonen ergens anders in de regio. Samen spelen moet georganiseerd worden. Ouders spreken elkaar niet op het schoolplein dus moet hierin extra energie gestoken worden. Skype en online gamen met een chatfunctie bieden uitkomst en onderzoeken wijzen uit dat zo waardevolle uitwisseling kan plaatsvinden. De nieuwe media kunnen ook leiden tot online pesten en tot andere vormen van ongewenst contact. Hierop is extra toezicht nodig. Het gebruik van de nieuwe media vraagt de financiële middelen en de kennis om die te hanteren. Niet elk kind heeft thuis een pc, een laptop of een iPad, noch zijn alle ouders erop ingespeeld hun kind hierin te begeleiden. Kinderen leren veel van elkaar. Door samen gek te doen, avontuur op te zoeken en ook door stout te doen stimuleren kinderen elkaar onderling. Grenzen leer je kennen door ze te overschrijden. Niet alleen de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gestimuleerd door contact. Kinderen leren onderling zaken die alleen kinderen elkaar kunnen leren. Denk aan het spelen met “vieze” woorden maar ook aan het verschil tussen jongens en meisjes. Stiekem spelletjes zoals “Doktertje spelen” vraagt de intimiteit en veiligheid van een eigen kamer. Omgaan met het lichaam en weerbaarheid gaan nauw samen. Niet zelden blijken pubers met grensoverschrijdend seksueel gedrag geen idee te hebben wat ze doen of zeggen. Ondertussen ontlokt het gedrag of de taal wel een grote reactie van de omstanders. “Mijn vriend slaapt bij me als we naar het vakantiehuisje gaan”, zegt Floor (18 jaar oud). “En dan gaan we lekker neuken” (giechelt). “O ja?”, zegt de begeleidster enigszins gealarmeerd. In overleg met ouders spreekt ze met Floor over seksualiteit. “En hoe ziet dat er dan uit, dat neuken?” “Nou, dan geeft hij mij een kusje op mijn mond”, antwoordt Floor serieus. “En verder, doen jullie verder nog iets dan?” vraagt de begeleidster. “Getverdemme nee, dat vind ik vies! Dat willen we niet hoor!”. Seksualiteit en de seksuele ontwikkeling van kinderen en jongeren is een onderwerp dat diep in de intimiteit van het gezin schuilt. Spreken over dit precaire onderwerp is belangrijk, waarbij de grenzen en wensen van ouders bepalend zijn. Hierbij kan een rol spelen dat jongens en meisjes in hun ontwikkeling verschillende grenzen gesteld worden. Bij jongens gelden andere spelregels dan bij meisjes. De ervaring leert dat het spreken over masturberen bij een jongen eenvoudiger plaatsvindt dan praten over verliefdheid bij een meisje. De seksualiteit van een meisje dient beschermt en verborgen te worden. Omgaan met lustgevoelens zorgt soms voor complexe situaties. Omdat de prikkelverwerking bij kinderen met een verstandelijke beper- king met minder tussenkomst van sociale filters gaat (denk aan schaamte en “ongepast” gedrag) kan seksueel ongeremd gedrag ontstaan. Zowel bij zichzelf (bijvoorbeeld dwang- matig masturberen) als bij een ander (bijvoorbeeld sterke gerichtheid op het kruis). Het is ook ingewikkeld dat een jongere de kalenderleeftijd van 13 heeft en het lichaam daar met alle hormonen op inspeelt. Ondertussen is de mentale leeftijd 3 jaar en deze kleuter kan niet zo goed omgaan met de behoeften van zijn lichaam enerzijds en de sociaal-emotionele beperkingen anderzijds. De levenservaring van 13 jaar en het karakter spelen ook nog mee. De ouders bepalen hoe een jongere op seksueel gedrag aangesproken wordt. Sarah is 15 jaar en jongste dochter van Afghaanse ouders. Giechelend spreekt ze over die leuke jongens op school. Ze noemt wat “vieze” woorden en is erg geïnteresseerd in de mannen die ze tegenkomt. Haar begeleidster informeert moeder over haar bevindingen.
  • 8. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] Moeder is boos omdat de begeleidster met haar dochter over deze zaken spreekt. In een goed gesprek wordt er besloten dat de begeleidster niet meer spreekt met de dochter over verliefdheden. Moeder vindt dat dit niet bij een meisje hoort en al helemaal niet om daar met een vreemde (de begeleidster) over te spreken. Langzaam maar zeker groeit het kind op tot jong-volwassene en krijgt het rechten en plichten. Vraagstukken rondom het beheren van de financiën komen op tafel. Blijft de jongere thuis wonen of kan het (gedeeltelijk) zelfstandig leren leven? Er zijn ouders die hun kind nooit ergens anders dan thuis willen laten wonen omdat ze zich zouden schamen om hun kind niet meer zelf te verzorgen. Maar ook is de angst groot dat hun kwetsbare kind nog verder gekwetst wordt zonder hun toezicht. Mensen met een verstandelijke beperking lopen extra kans om slachtoffer te worden van seksueel geweld. Dit komt door hun grotere afhankelijkheid van derden, minder goed ontwikkelde beoordelingsvermogen en mindere kennis en ervaring op het gebied van seksualiteit. Daarnaast kan het voor mensen met een verstandelijke beperking moeilijk zijn om de bedoelingen van plegers in te schatten omdat ze onvoldoende cognitieve vermogens hebben (www.seksueelgeweld.info). Extra risicofactoren zijn onder andere: - een negatief zelf- of lichaamsbeeld en problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling; - (geen) seksuele voorlichting; - geringe weerbaarheid; - een geïsoleerde sociale positie. Sandra (13 jaar) is een vrolijke meid met het syndroom van Down. Met een busje gaat ze naar school. Sinds een paar maanden is ze minder vrolijk. Haar moeder is ernstig ziek geworden en men denkt dat ze zich daarom minder fijn voelt. Tijdens een activiteit met een gezinsbegeleidster (sinds 4 jaar betrokken bij Sandra) tekent Sandra beren met grote geslachtsdelen. Sandra doet er een beetje lacherig over: “De buschauffeur heeft er ook zo eentje”. Gealarmeerd neemt de begeleidster direct contact op met de ouders. Een jarenlang traject volgt van onderzoeken waarbij niets volledig bewezen kan worden. Wat er precies is voorgevallen blijft onduidelijk. De situatie heeft diepe indruk gemaakt op ouders. Het is moeilijk om te zien wat het voor Sandra heeft betekend. Er zijn legio mogelijkheden voor ouders die ontlast willen worden in de zorg voor hun kind. Denk aan logeerhuizen, logeergezinnen, speciale weekenden en vakanties. Zoveel ideeën als er zijn over de toekomst van hun kind, zoveel woonvormen zijn er. Ouders kunnen bijvoorbeeld een appartement inrichten als zelfstandig onderdeel van hun huishouden of een speciaal daarvoor gebouwde “kangoeroe-woning” betrekken. De jong-volwassene kan zelfstandig gaan wonen in deeltijd of geheel. Vaak in een eigen appartement met gedeelde voorzieningen en ondersteuning op maat. Er bestaan enkel kleine projecten die gericht zijn op de Turkse en Hindoestaanse gemeenschap. Ouders kunnen zich verenigen en ouder- projecten starten. Dit is een manier om met gelijkgestemden een vorm te geven aan het wonen van het kind zoals dit door de ouders als optimaal gezien wordt. Met het zelfstandig leven komen ook nieuwe verbindingen als vriendschappen en ook liefdesrelaties. Een kinderwens kan daarbij een rol spelen. Anticonceptie, inzicht in de eigen mogelijkheden en beperkingen, alsmede de consequenties voor de toekomst zijn dan belangrijke onderwerpen van gesprek. Dit wezenlijke verlangen vraagt om respectvolle ondersteuning en zo nodig opvang. Het komt voor dat jong-volwassenen uitgehuwelijkt worden door hun familie aan iemand die baat heeft bij het Nederlandse paspoort. Het is de vraag hoe gelukkig beide partijen daarvan zullen worden. De kinderen die binnen zulke huwelijken geboren worden hebben zelf vaak ook te maken met een ontwikkelingsachterstand.
  • 9. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] De plek van het migrantenkind met een verstandelijke beperking in de maatschappij We kijken niet graag naar mensen die anders zijn, het moeilijk hebben en ongemakkelijke vragen bij onszelf oproepen. Het haalt ons uit de comfort zone omdat we de ingewikkelde problemen niet goed kunnen plaatsen. Liever kijken we weg. Eenzelfde reactie vertonen we bij kinderen die er anders uit zien en zich anders gedragen. We voelen medelijden, misschien met een mengeling van opluchting en schuldgevoel over het geluk dat ons kind niet zo is. Niet zelden worden ouders aangesproken op hun slechte opvoedgedrag want men vindt dat het kind verwend asociaal gedrag vertoont. De kinderen en hun gezinnen ervaren de reacties als uitsluiting en trekken zich terug. Wanneer het kind onderdeel uitmaakt van een niet-westers gezinssysteem wordt dit ook gezien als onbekend en dat maakt onbemind. Het dragen van een hoofddoek en spreken van een andere taal roept vragen op. Steeds vaker worden moslims negatief beschouwd en aangesproken, gediscrimineerd en wederom uitgesloten. Mensen worden bewust en onbewust uitgesloten, raken geïsoleerd, hetgeen pijn doet en uiteindelijk resulteert in lichamelijke en psychische klachten. Uitsluiting maakt ziek. De ontkenning richt zich op de grondrechten van de mens: - de eigen individuele en collectieve geschiedenis; - eigen taal en cultuur; - de vaardigheden en diploma’s die iemand heeft behaald; - de doorstane onderdrukking, soms generaties lang of in oorlogen ver weg; - de ontkenning van of onbegrip over onze koloniale geschiedenis en ons slavernijverleden. Wat het des te moeilijker maakt voor vele migranten is dat ontkenning en uitsluiting plaatsvinden binnen een politieke en maatschappelijke context die deze zaken juist veroordelen. In alle westerse landen en dus ook in Nederland is racisme en discriminatie door de wet en regelgeving en zelfs in de Grondwet verboden (Cohen, J. 2009). De schoolcarrière van deze kinderen is niet rooskleurig. Uit een onderzoek naar allochtone leerlingen in speciale onderwijsvoorzieningen door de Radboud Universiteit in Nijmegen volgt de conclusie dat allochtone leerlingen meer gebruik maken van het speciaal onderwijs dan autochtone leerlingen. De overconsumptie wordt verklaard door een lage economische status en het lage opleidingsniveau van ouders, taalachterstand, culturele verschillen, problemen in communicatie tussen scholen en ouders, ingewikkelde verwijzingsprocedures, onbekendheid met het onderwijssysteem en een aversie tegen speciaal onderwijs (Smeets, E., Driessen, G., Elfering, S., Hovius, M., 2009). De kans op schooluitval is groter onder niet-westerse allochtone leerlingen (Herweijer, L. 2008). Ook qua niveau presteren allochtone leerlingen beduidend lager dan autochtone leerlingen. Van de tien autochtone schoolverlaters gaat er één van school zonder diploma. Onder de allochtone schoolverlaters is dit percentage aanzienlijk groter en zelfs verontrustend te noemen. Door het ontbreken van een diploma hebben ze maar geringe maatschappelijke mogelijkheden. Taalachterstand is een medeoorzaak in uitval (van der Maat, A., van Doorn, S., 2003). Mensen met een verstandelijke beperking leven in de praktijk nog altijd in een gescheiden onderwijs- en leefomgeving. Recente beleidsontwikkelingen zijn weliswaar gericht op het verbeteren van integratie, met name op scholen, maar zijn meer fundamentele en verstrekkende veranderingen nodig om inclusie in onderwijs en arbeid mogelijk te maken (EUMAP, 2005).
  • 10. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] Het narratief van het gezin en de houding van de hulpverlener Kijkend naar de casus van Mohammed kunnen we constateren dat er in Nederland allerlei mogelijkheden zijn voor hem om zijn eigen levensverhaal te schrijven. Daarbij zal hij altijd baat blijven hebben bij een bepaalde mate van ondersteuning. Een therapeutische stroming die goed aansluit bij dit gezin is de narratieve stroming. Door vanuit een gelijkwaardige en niet-wetende houding aan te sluiten bij het gezin kunnen hun individuele-, gezins- en familie- verhalen naar boven komen. Door met elkaar te komen tot verhalen komt de gezamenlijke achtergrond tot leven hetgeen kan helpen in de huidige situatie. De houding van de professional zou je kunnen typeren als “Presentie” (Baardman, A., o.a. 2013). Presentie is een professionele benadering in zorg en welzijn die de relatie tussen de zorgvrager en de zorggever centraal stelt. Deze gezinnen hebben het nodig dat een nieuwsgierige en zorg- vuldige ondersteuner op een respectvolle wijze aansluit op de krachten van het gezin zelf. Om goede aansluiting te vinden op een gezin is het een voorwaarde dat de hulpverlener eigen normen, waarden en heilige huisjes kent en deze een plek kan geven in de onder- steuning. Het beoefenen van presentie start vanuit het zijn met de ander om er voor de ander te kunnen zijn. Het aansluiten bij en meeleven met de kwetsbare mens staat aan de basis van het contact. Vanuit die afstemming ontstaat er een praktisch en moreel idee over wat voor dit mens op dit moment en in deze situatie goed en behulpzaam kan zijn. Juist door de relatie met de ander als uitgangspunt te nemen wordt de mens in al zijn facetten gezien. Na een uur praten over wat we in de ondersteuning gaan doen neemt de zus afscheid van ons. Ze fungeerde als tolk en Elife (moeder van drie kinderen, allen met een verstandelijke beperking als gevolg van een syndroom) maakte gretig gebruik van haar zus. Ook ik wil afronden en sta op omdat voor een intakegesprek een uur gepland staat. Terwijl ik in de deuropening sta vertelt Elife pas echt haar verhaal. Haar mislukte huwelijk, de zorg voor haar verstandelijk beperkte kinderen en alle zorgen die ze verder voor de familie op zich moest nemen. In eenvoudig maar zeer begrijpelijk Nederlands schetst ze in anderhalf uur een beeld van haar strijd. Nu pas zie ik de echte vrouw en niet alleen de samenwerkende cliënt. Het construeren van het familieverhaal zal op een organische wijze plaats moeten vinden. Vastomlijnde sessies zullen minder plaatsvinden maar informatie wordt stukje bij beetje gevonden gedurende de ontmoetingen rondom praktische zaken. Een passend hulpmiddel hierbij is het genogram. Door het gezin uit te nodigen zelf hun genogram op te stellen en op zoek te gaan naar mogelijkheden in de eigen familiegeschiedenis ontstaat er een collaboratief proces waarbinnen op een veilige manier aan een verbetering van contact gewerkt kan worden. Ouders en kinderen worden uitgenodigd om verhalen van mogelijkheden en hoop met elkaar te delen. Door een genogram te delen met een tijdslijn en vragen of doelstellingen komen alle drie de tijdsdimensies in de therapie aan bod en wordt de basis gelegd voor een gezonder evenwicht tussen reflectie en actie, tussen individualiteit en gemeenschappelijkheid (Hillewaere, B., Le Fevere De Ten Hove, M., 2006). Door aandacht te geven aan de oorsprong van het gezin kan er een inbedding in het hier-en- nu ontstaan. Verhalen van voorvaderen verbinden de gezinsleden. Door te kijken hoe voor- vaderen problemen oplosten kunnen er handvatten voor de huidige problemen ontstaan. Mogelijk kan het genogram toegankelijker gemaakt worden door het gebruik van duplo- poppetjes en ander materiaal. De methodiek “Een taal erbij” richt zich op het tasbaar maken van de personen uit het genogram. Door te kijken naar het verleden kan het heden nieuwe inzichten opleveren. “Een taal erbij” is ontwikkeld vanuit het theoretisch gedachtengoed van I. Boszmenyi-Nagy. Het gaat uit van een contextueel mensbeeld waarin begrippen relationeel en intergenerationeel centraal staan. Door de soms verwarrende werkelijkheid te structureren ontstaat er een ordening voor het gezin en de begeleider.
  • 11. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] Door de sterke identificatie met het materiaal komen de gezinsleden dicht bij hun gevoel en kunnen ze erkenning krijgen voor hun ervaring (www.dekontekst.nl). Door de poppetjes neer te zetten op een groot vel papier kan er ook nog rondom getekend en geschreven worden. Het genogram/ecogram dat zo ontstaat laat het gezin nog meer ruimte voor de personen die in hun huidige leven een belangrijke plek innemen. Een en ander is natuurlijk afhankelijk van de doelstelling van de interventie en hangt samen met de houding en het handelen van de therapeut (Jessurun, N, 2010). Genogramen levensfasen Vanuit systeemtheorisch perspectief kan het tekenen van een genogram helpen om patronen te herkennen die zich herhalen in generaties. Kijken door een intergenerationele bril kan bijdragen aan de balans tussen afstand en betrokkenheid van gezinsleden (Bowen, 1978). Als er van de gezinsleden individueel een tijdslijn gemaakt wordt kan er inzicht ontstaan in doorlopen levensfasen. Wanneer deze niet goed doorlopen zijn kunnen lichamelijke en psychische klachten ontstaan (Carter & McGoldrick, 1982). Levensfasen zijn herkenbaar in alle culturen en verschaffen mensen de sociale structuur waarbinnen zij opgroeien. Universeel is dat aan de fasen taken verbonden zijn, bedoeld om de fase waarin met verkeert goed vorm te geven en zich voor te bereiden op een volgende fase (Jessurun, N. 2010). Mohammed is 14 jaar is en gezien zijn leeftijd krijgt hij verantwoordelijkheden binnen het gezin. Met enige regelmaat past hij op de tweeling als ouders en broer weg zijn. Kijkend naar zijn kalenderleeftijd is dit een passende taak. Gezien zijn levenservaring kan hij ook wel wat aan. Maar gezien zijn sociaal-emotionele ontwikkeling is hij nog geen vijf jaar. En op die leeftijd is het niet verantwoord om de zorg voor de tweeling op zich te nemen. Psycho-educatie voor ouders op een voor hen begrijpelijke wijze is hierbij van belang. Wat zij hiermee doen is hun keuze. De levensfasen zoals we ze hanteren sluiten aan op mensen met een normale cognitieve en lichamelijke ontwikkeling. Als er sprake is van een verstandelijke beperking gaat de kalenderleeftijd wel door maar komt de cognitieve ontwikkeling trager tot stand en bereikt een bovengrens. Daarbij kunnen niet alle fases doorlopen worden waardoor een volwassene emotioneel nog een peuter kan zijn. Communicatie vraagt daarbij een andere houding. Kinderen met een (ernstige) verstandelijke beperking kunnen zich vaak moeilijk verbaal uiten. Als in het karakter een bescheiden en wat teruggetrokken houding besloten ligt, zoals bij Mohammed het geval is, bestaat de kans dat dit kind zich fysiek gaat uiten in plaats van verbaal. Bijvoorbeeld door agressief gedrag te laten zien naar anderen door zichzelf pijn te doen (automutilatie) of door op een andere wijze om aandacht te vragen. Negatieve aandacht is immers ook aandacht. De dwanghandelingen en incontinentie zijn toegenomen in de afgelopen jaren. Ook het smeren met ontlasting door Mohammed komt vaker voor en is belastend voor het gezin. Het is niet alleen onhygiënisch maar vraagt ook om vervanging van meubels, matras en veelvuldig draaien van de wasmachine. Daarnaast wast hij zijn handen en gezicht veel- vuldig. Dit gaat gepaard met angst en dwang. Zijn afwijkende gedrag is sterk toegenomen na de geboorte van de tweeling. Moeder was toen plotseling een aantal dagen weg en kwam ziek terug. Plotseling waren er twee baby’s in huis. Bij levensfasen passen de taken die op dat moment aan de orde zijn. Een voorbeeld is de puber die zich los maakt van zijn ouders, zich terug trekt van het kerngezin en zich sterk identificeert met de leeftijdsgenoten. De zelfstandigheid neemt toe en de afhankelijk neemt af.
  • 12. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] Toen vader herenigd werd met zijn twee zonen en zijn vrouw had hij verwachtingen van de kinderen. De oudste zoon heeft zich als een sterke man ontwikkeld en vader was trots op hem. Mohammed daarentegen was op zijn elfde jaar nog een afhankelijke kleuter. Vader was teleurgesteld en schaamde zich voor deze mislukte zoon. Het pendelende migrantenkind, beschermjassen als methodiek Er zijn altijd cultuurverschillen tussen het land van herkomst en Nederland. Als men uit een niet-westerse cultuur komt zijn de verschillen nog groter. De manier waarop deze ouders naar opvoeding is anders omdat er andere inzichten, normen en waarden zijn. Dat kan in een migrantengezin en de betrokkenen er omheen (school, hulpverleners) tot verwarring leiden. De regels binnen het gezin wijken af van de regels buitenshuis, waardoor het kind de opdracht krijgt binnen twee culturen te presteren. Dat is voor een normaal begaafd kind al een grote opdracht, laat staan als je een verstandelijke beperking hebt. De spagaat levert het kind grote druk op. Pendelen tussen twee culturen kan leiden tot emotionele en psychische problemen. Een belangrijk verschil in opvattingen gaat over de ontwikkeling en identiteitsvorming van het migrantenkind. In de westerse samenleving zijn het individu en autonomie belangrijk en bepalend voor het welzijn van kerngezin. In de meeste niet-westerse culturen domineren de groepsidentiteit en het gevoel van verbondenheid: het welzijn van een individu kan en mag nooit het belang van een groep overschrijden (Jessurun & Limburg-Okke, 1993, Wekker, 1994). Bij veel migrantenouders en kinderen blijft de basishouding van grote invloed. Opvoeden is niet alleen, zelfs niet in eerste plaats, een zaak van ouders maar van de familie en zelfs van de groep (Tjin-A-Djie, K., 2001). In Nederland is het familiebesef door de eeuwen heen verloren gegaan. De kerngezinnen richten hun aandacht naar binnen en staan tot grotere afstand tot elkaar en de grotere familie. Juist in die familie ligt veel kracht als je die weet te bereiken. Families vormen een bescherm- systeem waarin wijsheid besloten ligt die belangrijk is voor de identiteit en helend kan zijn voor wonden. Zaken die steunend zijn in de transitie van de ene naar de andere situatie zijn beschermjassen. Beschermjassen als werkwoord betekent inbedden in een cultuur en in een groep. Een manier is het werken met genogrammen en het levensverhaal. Door samen op zoek te gaan naar belangrijke steunfiguren en gezagsdragers gaan gezins- leden met elkaar in gesprek. Deze belangrijke personen kunnen bij leven geconsulteerd worden maar ook na hun overlijden in de kamer gehaald worden om hun advies te laten horen. Beschermjassen gaat niet alleen over families maar over alles wat een steunende associatie oproept. Geuren, smaken, kleuren, liedjes, geschiedenis, alles wat de zintuigen kan prikkelen om zo te verbinden met een tijd waarin men zich fijn, blij en veilig voelde. Pas na drie keer aanbellen en op het raam kloppen deed Latife open. Als altijd gekleed in de traditionele Somalische kleding die er nu verfomfaaid uitzag. De tranen liepen over haar wangen. Haar zoon van 16 had haar laten zien hoe Youtube werkt. Ze was op zoek gegaan naar de liedjes uit haar kindertijd en hier had ze een heel aantal van gevonden. Huilend luisterden we samen. De anders zo depressieve en naar binnen gekeerde vrouw vertelde me vervolgens het ene na het andere verhaal uit haar jeugd. Ontroerd zag ik haar thuis komen en heel worden. Bij het volgende bezoek stond een bord dampend traditioneel eten voor me klaar. Ze lachte uitbundig en begroette me met een warmte die ik niet eerder gezien had. De gezinnen van niet-westerse afkomst maken minimaal één migratie mee. De keuze om huis en haard achter te laten is vaak gebaseerd op noodweer. Door oorlog, ernstige bedrei- gingen en/of economische redenen moet men de grote stap nemen naar het onbekende.
  • 13. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] Een faseovergang is een periode in het leven waarbij men van de ene situatie overgaat naar de andere. Bijvoorbeeld de stap van de tienerjaren naar de adolescentie, het veranderen van baan, het krijgen van een kind of het overlijden van een dierbare. Kenmerkend voor de overgang is onzekerheid. Men moet zichzelf opnieuw uitvinden om in de volgende fase te kunnen geraken. Migratie is een bijzondere levensfaseovergang. Het is een complexe overgang omdat er zich veel veranderingen tegelijkertijd voordoen. De antropologische term liminaliteit biedt een concept om de overgang van de ene naar de andere fase inzichtelijk te maken (Van Bekkum et al. 1996). De liminele fase is de fase waarin men het oude achter zich laat en het nieuwe nog niet omarmd hebt. Men bevindt zich als het ware tussen twee werelden in. Bij migratie staat het voor de overgang van de ene naar de andere cultuur. Het is een kwetsbare en stressvolle periode die nog moeilijker is wanneer de migratie samenvalt met geweld en oorlogstrauma’s zoals bij veel vluchtelingen het geval is. De migratie-ervaring presenteert zich opnieuw bij elke nieuwe levensfaseovergang. In de kwetsbare periode van een faseovergang zoals het verlies van een ouder zal bij een migrant altijd de verlieservaring die de migratie met zich meebracht naar voren komen. Tot slot Een kind met een verstandelijke beperking staat voor een grote opgave in het leven, namelijk het zo goed mogelijk de eigen plek innemen en gelukkig zijn. Daarbij is het verstandelijk beperkte kind in grotere mate afhankelijk van anderen door de speciale ondersteuningsvraag. De manier waarop de gezinsleden en het netwerk reageren en omgaan met het anders zijn is van grote invloed op de draagkracht van het kerngezin. Begrip, acceptatie en steun zijn steunende factoren die bijdragen aan een goede inbedding van het kind, het gezin en de grotere familie. Schaamte en schande zijn belastende factoren voor het gezin. Als dat kind vanuit een niet-westers gezin komt heeft het een extra hindernissen te nemen, bijvoorbeeld op het gebied van scholing. Hoewel er allerlei onderwijsvormen bestaan die aansluiten op de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind trekt het migrantenkind aan het kortste eind. Daar waar thuiscultuur en schoolcultuur onvoldoende op elkaar aansluiten ontstaat er een kloof die het kind niet in zijn eentje kan overbruggen. Wanneer er dan ook nog sociaal-emotionele en economische problemen spelen is de zwaarte van de levenstaak verdrievoudigd. Psychische problemen spelen vaak een rol in de meervoudig belaste gezinnen en de drievoudige uitsluiting maakt het hele gezin ziek. Migrantengezinnen met zo’n overweldigende opgave in het leven hebben baat bij ondersteuning door competente professionals. Vanuit een aandachtige, respectvolle en zorgvuldige houding kan er een waardevolle samenwerking ontstaan. Aansluiten bij het gezinsverhaal kan alleen als de ondersteuner hier actief naar op zoek gaat. Niet alleen het narratief is van belang maar ook het inzicht dat alle schijnbaar los van elkaar staande problemen elkaar beïnvloeden. Door oog te hebben voor de samenhang (van problemen en gezinsleden) kan er aansluiting gevonden worden bij het gezin. Concepten vanuit de Systeemtheorie kunnen, mits op maat gesneden, bijdragen aan een dieper begrip door de betrokkene en een steunende en helende werking hebben op de gezinsleden. De concepten die de auteur in dit essay heeft besproken zijn slechts het begin van tal van mogelijkheden. Met een nieuwsgierige blik en een doortastende aanpak kan een ondersteuner het gezin en zichzelf verrijken met een veelheid aan perspectieven.
  • 14. Essay R. Meentzen – van den Broek Specialisatie CTT 21 mei 2014 [Geef de tekst op] Literatuurlijst “Allochtone leerlingen en speciale onderwijsvoorzieningen”, Smeets, E., Driessen, G., Elfering, S. [et al.] 2009 “Gestruikeld voor de start, de school verlaten zonder startkwalificatie”, Herwijer, L. 2008 ‘Niet-westerse allochtonen binnen het onderwijs, de veronderstelde achterstandspositie van de niet-westerse allochtonen binnen het onderwijs met het oog op de arbeidsmarktpositie”, Van der Maat, A., Van Doorn, S., 2003 “Toegang tot onderwijs en arbeid voor mensen met een verstandelijke beperking”, Monitoring Rapport 2005, EU Monitoring and Advocacy Program van het Open Society Institute, 2005 “De Zorgval”, Baart, A., Carbo, C., 2013 “Narratieve en oplossingsgerichte toepaSsingen bij genogrammen: samen hoopvolle perspectieven creeren” , Hillewaere, B., Lefevere de Ten Hove, M., 2006 “Transculturele vaardigheden voor therapeuten, een systeemtheoretisch behandelmodel”, Jessurun, N., 2010 “The Family Life Cycle”, Carter, B. & McGoldrick, M., 1982 “Wij zijn allemaal zusters, werken met een Marokkaanse vrouwengroep”, Jessurun, C. Limburg-Okke, A., 1993 “Ouderschap in een Wij-systeem”, Tjin-A-Djie, K., 2000 “Beschermjassen, transculturele hulp aan families”, Tjin-A-Djie, K., Zwaan, I., 2008 “Gender, Identiteitsvorming en Muticulturalisme; Notities over de Nederlandse Multiculturele Samenleving”, Wekker, G., 1998 “Migratie als transitie, De liminele kwetsbaarheid van migranten en implicaties voor de hulpverlening”, Van Bekkum, D., Van der Ende, M. Heezen, M., [et al.] 1996 “Frantz Fanon actueel: Uitsluiting maakt ziek”, symposium 12 dec 2009 openingstoespraak Cohen, J. Geraadpleegde websites www.genootschaponzetaal.nl www.seksueelgeweld.info www.dekontekst.nl www.thebowencenter.org Geraadpleegde DVD’s “Ayse/Huseyin”, twee films van Ange Wieberink, productie Stichting ZieZo 2009 “Ik neem je mee”, een film van Ange Wieberink en Naima Azough, productie ZieZo 2013 Afbeelding voorpagina www.faqt.nl/vraag-en-antwoord/drie-maal-is-scheeprecht/