2. Wat is een stad?
Wat zijn de kenmerken van een stad?
• een bepaald aantal inwoners
• veel gebouwen op een klein gebied
• bewoners werken vooral in industrie en diensten
• voorzieningen voor de stad én de omgeving
3. Belangrijke steden kun je in drie soorten indelen
megastad
wereldstad
hoofdstad
Parijs is alle drie tegelijk!
4. Parijs
Parijs is de hoofdstad van Frankrijk,
daar is de regering gevestigd.
Parijs is belangrijk voor de
hele wereld door
bijvoorbeeld kunst en
mode:
wereldstad.
In Parijs wonen meer dan 10 miljoen mensen:
megastad.
5. De ligging van steden moet gunstig zijn
• In een vlak gebied, aan
kust of rivier, want
dan is het vervoer
makkelijk.
• In een vruchtbaar gebied of
gebied met grondstoffen,
want
dan ontstaat er handel
en komen er fabrieken.
7. Is er ook een stedelijk netwerk in België?
Ja, er zijn veel steden.
Ze zijn met elkaar
verbonden,
door wegen, water en
spoor.
Maar …
de meeste steden
liggen dus wel in het
vlakke deel van België.
8. Steden in ontwikkelingslanden
In veel ontwikkelingslanden is
maar één supergrote stad.
Dat heet dan een:
primate city.
Dat is ongunstig voor een land
want:
zo’n stad zuigt alle
ontwikkeling naar zich toe.
Er blijft voor de rest van het
land weinig over.
10. De opbouw van de moderne, westerse stad
fabrieken,
voorsteden kantoren
winkelcentra
Oude
woonwijk
CBD
bedrijven
11. Oude wijken
In oude wijken wonen vooral arme / rijke mensen.
mensen.
De woningdichtheid is laag / hoog.
hoog.
12. Central Business District
In het CBD wonen veel / weinig mensen.
weinig mensen.
Er zijn wel winkels, kantoren en uitgaansgelegenheden.
Die branches kunnen de hoge huren wel betalen.
13. Aan de buitenrand van de westerse stad liggen:
de voorsteden
- De woningdichtheid is er laag / hoog.
laag.
- Het inkomen is er laag / hoog.
hoog.
14. Groei westerse stad
Een westerse stad
groeit vooral door:
suburbanisatie.
De verstedelijkingsgraad is
hoog in de westerse landen:
± 80% van de bevolking
woont in een stad.
19. Niet-westerse steden
Een stad in een
ontwikkelingsland groeit
vooral door urbanisatie.
De verstedelijkingsgraad is
vaak nog niet zo hoog,
maar stijgt wel snel:
vooral jonge mensen
migreren.
20. Villawijken en krottenwijken
Vergelijk het leven in een villawijk eens met het leven in een
krottenwijk:
• de plaats waar de wijk gebouwd is
• het soort huizen en de woningdichtheid
• de voorzieningen …
Toch veranderen krottenwijken na een tijdje.
21. Krottenwijken?
Deze wijken zijn al heel wat
beter bewoonbaar!
• Wat zijn de verschillen?
• Hoe komt dat?