Successfully reported this slideshow.
Your SlideShare is downloading. ×

5TW&E Fluïdumdynamica 2.pdf

Ad
Ad
Ad
Ad
Ad
Ad
Ad
Ad
Ad
Ad
Ad
Loading in …3
×

Check these out next

1 of 30 Ad

More Related Content

Recently uploaded (20)

Advertisement

5TW&E Fluïdumdynamica 2.pdf

  1. 1. Fluïdodynamica C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  2. 2. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Stromingsleer is de studie van het gedrag van fluïda (vloeistoffen of gassen), in rust (statica van fluïda) of in beweging (dynamica van fluïda). Als we enkel vloeistoffen beschouwen, spreken we resp. van hydrostatica en hydrodynamica. Fluïda zijn op vele manieren van invloed op het dagelijks leven. Fluïdumsystemen zijn systemen waarin de aanwezigheid van één of meer fluïda noodzakelijk is voor de werking ervan. Een systeem is te analyseren door rekening te houden met de energie die een fluïdum wint of verliest als het door een deel van dat systeem stroomt. In de meeste koelkasten wordt bv. een koelmiddel rondgepompt. Behalve thuis (cv-installatie, sanitaire voorziening, vaatwasser, wasmachine, koelkast, stofzuiger, ventilatiesysteem) zijn er ook in commerciële gebouwen, voertuigen, vaartuigen, vliegtuigen, gebruiksgoederen, bouwinstallaties en fabricageprocessen talrijke fluïdumsyfstemen te herkennen. Denk aan opslagtanks, waterdistributiesystemen in gebouwen, systemen die fluïda leveren voor industriële processen, koelsystemen, hydraulische krachtinstallaties en diverse onderdelen van systemen voor verwarming, ventilatie en airconditioning. In veel situaties is het belangrijk de stroomsnelheid van fluïda in een systeem of de totale hoeveelheid geleverd fluïdum te meten. Denk aan het meten van de benzine die je tankt en het waterleidingbedrijf dat wil weten hoeveel water je maandelijks verbruikt. In productieprocessen in een fabriek moeten fluïda zorgvuldig afgemeten worden. Vloeibare medicijnen en zuurstof die in een ziekenhuis aan een patiënt worden gegeven, moeten voortdurend worden gemeten. Inleiding C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  3. 3. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica In een stroming kan men, op een bepaald tijdstip, denkbeeldige lijnen zien, die tangentieel (rakend) zijn aan de snelheidsvector in elk punt van het stromingsveld: stroomlijnen. Een stroomlijnenveld is dus een momentopname (snapshot) van de stromingstoestand. Een stroomlijn geeft enkel informatie over de richting en niet over de grootte van de snelheid van de stroming . Stroomlijnen kunnen elkaar, per definitie, niet snijden. Op een bepaald punt is de stroomsnelheid altijd duidelijk gedefinieerd en kan geen 2 richtingen hebben, wat wel het geval zou zijn bij een snijpunt. Ze kunnen eenvoudig mathematisch gegenereerd worden en zijn een belangrijke ‘tool’ om stromingen te begrijpen. Stroomlijnen (in een snelheidsveld) kan men vergelijken met de veldlijnen in een (elektrisch) krachtveld. De dichtheid van stroomlijnen is dus overeenkomstig een maat voor de stroomsnelheid: bij (subsonische) stromingen komt een hogere stroomlijndichtheid overeen met een hogere snelheid (zie verder continuïteitsvergelijking). Alle stroomlijnen die door de punten van een gesloten kromme in een fluïdum lopen, vormen een stroombuis. Een stroombuis is zeer nuttig om stromingen te analyseren. Een stroombuis is schijnbaar omhuld door een ondoordringbare wand: de snelheidsvectoren van de vloeistofdeeltjes zijn immers rakend aan die wand, m.a.w. er lekt geen fluïdum doorheen. Stroomlijnen en stroombuizen = denkbeeldig C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m hoe dichter hoe sneller
  4. 4. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De baan die een fluïdumdeeltje effectief in de tijd volgt noemt men de “stroombaan”. Een stroombaan is meestal niet identiek met een stroomlijn, aangezien het stroomlijnenveld met de tijd kan veranderen. Bij een stromingsbeeld dat voortdurend in de tijd verandert wordt de stroombaan gevonden uit de in de tijd opeenvolgende beelden vastgelegd door de stroomlijnen. Een stroombaan kan je dus beschouwen als een film, en geen momentopname. Bij niet permanente stromingen (zie verder) zal zich meestal op een ander tijdstip, in een bepaald punt, een fluïdumdeeltje bevinden met een andere snelheidsvector waardoor de stroomlijn een andere vorm heeft. Stroombanen worden via experimenten bekomen. Stroombanen In stromende vloeistoffen worden vaak kleurstoffen (inkt) toegevoegd om de stroombanen te visualiseren. Om stroombanen in windtunnels zichtbaar te maken gebruikt men vaak glycerinedamp, waardoor een witte mist wordt toegevoegd aan de stromende lucht. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  5. 5. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Als de snelheidsvectoren in elk punt van het stromingsveld niet met de tijd veranderen, verandert het stroomlijnenveld niet met de tijd. De stroomlijnen vallen dan samen met de stroombanen: stationaire of permanente stroming. De stromingsrichting kan dus enkel gevisualiseerd worden bij een stationaire stroming. Een stroming is stationair als deeltjes, die op een bepaald punt in het fluïdum worden gebracht, altijd dezelfde weg afleggen. In een stationaire stroming blijft de stroomsnelheid op elk punt constant in de tijd. Enkel dan correspondeert de stroomrichting met de raaklijn aan de stroombaan. In een niet-stationaire stroming verandert de stroomsnelheid in grootte en in richting; uitgaande van een bepaald punt zal een fluïdumdeeltje steeds verschillende stroombanen volgen. Stationaire of permanente stroming als de stroomlijn veranderd dan is deze niet stationair e stroomlijnen en stroom banen samenvallen C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  6. 6. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Ideaal fluïdum De eigenschappen van een ideaal fluïdum zijn: • onsamendrukbaar (constante dichtheid) • niet viskeus (zie verder viscositeit) Alle fluïda zijn in zekere mate viskeus en samendrukbaar. Toch worden vloeistoffen zoals water, alcohol en benzine (makkelijk schenkbaar) als ideale fluïda beschouwd (cfr. “ideale” gassen, waarvoor de wetten van Boyle en Mariotte én Gay-Lussac gelden). Bij dergelijke vloeistoffen treden, in rust, geen schuifspanningen op. Vloeistoffen die elastische eigenschappen bezitten, zoals stroop, zijn geen ideale vloeistoffen. Roert men met een lepel in een met stroop gevulde kom, dan draait de vloeistof, zodra men stopt met roeren, uit zichzelf een stukje terug. Bij stroming van fluïda zal er wrijving optreden, zowel tussen de fluïdumdeeltjes onderling als tussen de fluïdumdeeltjes en de wand, wat aanleiding geeft tot weerstanden en energieverliezen. Dit bemoeilijkt het oplossen van problemen i.v.m. stroming van fluïda. Als de wrijving verwaarloosd wordt, worden de theoretische betrekkingen die de stroming beschrijven sterk vereenvoudigd. Dit leidt echter zelden tot realistische resultaten. Desondanks bespreken we verder de basisaspecten die enkel gelden voor ideale fluïda. Deze stellingen kunnen dan later aangepast worden aan de werkelijkheid door gebruik te maken van proefondervindelijk bepaalde hydraulische coëfficiënten. Fluïdumdynamica is dus een vrij ingewikkelde materie. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m viskeus = hoe lopend dat een vloeistof is
  7. 7. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica We beschouwen een stationaire stroming van een ideaal fluïdum in een stroombuis. Het massadebiet (de massa die een bepaald punt per tijdseenheid passeert) in de buis is constant (bij T = cte), ongeacht de veranderingen in diameter (wet van massabehoud). Δm1 Δt = Δm2 Δt ρ1ΔV1 Δt = ρ2ΔV2 Δt ρ1A1Δl1 Δt = ρ2A2Δl2 Δt ρ1A1v1 = ρ2A2v2 A1v1 = A2v2 Φ = A . v = constant De continuïteitsvergelijking Het volumedebiet 𝚽 [m3/s] door een leiding (stroombuis) is constant, ongeacht de veranderingen in diameter. Deze continuïteitsvergelijking (wet van Castelli) is dus de vertaling van de wet van massabehoud (bij constante temperatuur). De grootte van de snelheid v [m/s] is omgekeerd evenredig met de oppervlakte A [m2] van de doorsnede: waar de doorsnede groot is, is de snelheid klein en waar de doorsnede klein is, is de snelheid groot. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m delta l/ Delta t = v(snelhied fi
  8. 8. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Men zou de wetten van Newton, die aan de basis liggen van de dynamica, en gelden voor vloeistoffen, kunnen toepassen op elk vloeistofdeeltje. We beschouwen echter enkel grootheden zoals druk, dichtheid en snelheid van de vloeistof in elk punt van de ruimte waar de vloeistof stroomt (het stromingsveld). Bij stationaire stromingen zijn, in elk punt van het stromingsveld, de snelheid, de druk en de dichtheid onafhankelijk van de tijd. We beschouwen een stationaire stroming van een ideaal fluïdum door een stroombuis met veranderlijke dwarsdoorsnede én hoogte boven een bepaald referentieniveau. In doorsnede 1 op hoogte h1 boven het referentievlak heeft het fluïdum een snelheid v1 bij een druk p1. In doorsnede 2 op hoogte h2 boven het referentievlak heeft het fluïdum een snelheid v2 bij een druk p2. De wet van Bernoulli Er wordt een kleine fluïdumschijf met gewicht G afgezonderd en gevolgd van doorsnede 1 naar 2. De massa van de schijf m = G/g en het volume ervan V = G/ρ.g. We bekijken de totale energie van de fluïdumschijf in 1 en in 2. Deze bestaat uit 3 delen: • kinetische energie t.g.v. de snelheid v van het fluïdum: • potentiële energie t.g.v. de hoogte h in het zwaarteveld: m.g.h • drukenergie (arbeid) t.g.v. de druk p in het fluïdum: p.V de totale energie in 1 = de totale energie in 2 = Volgens de wet van energiebehoud blijft de totale energie van de schijf behouden: = p1 . V + m . g . h1 + 1 2 m . v2 1 p2 . V + m . g . h2 + 1 2 m . v2 2 p1 . V + m . g . h1 + 1 2 m . v2 1 p2 . V + m . g . h2 + 1 2 m . v2 2 1 2 m . v2 C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  9. 9. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica = We delen beide leden door V: = anders uitgedrukt: = cte Hierin is: p = statische druk (extern opgelegde druk, meestal de luchtdruk) = gravitatiedruk (t.g.v. de plaats in het zwaarteveld) = stuwdruk of dynamische druk (t.g.v. de snelheid van de fluïdumdeeltjes) Merk op: hydrostatische druk = hydrodynamische druk = p1 . V + m . g . h1 + 1 2 m . v2 1 p2 . V + m . g . h2 + 1 2 m . v2 2 p1 + ρ . g . h1 + 1 2 ρ . v2 1 p2 + ρ . g . h2 + 1 2 ρ . v2 2 p + ρ . g . h + 1 2 ρ . v2 ρ . g . h 1 2 ρ . v2 p + ρ . g . h p + ρ . g . h + 1 2 ρ . v2 De wet van Bernoulli in druk-eenheden C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  10. 10. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica = We delen beide leden door ρ.g: = cte Hierin is: = drukhoogte h (= z) = plaatshoogte (stroomlijn) = snelheidshoogte Plaats- en drukhoogte vormen samen de piëzometrische hoogte. De som van alle termen geeft de totale energiehoogte e of de lading. Het is de maximale hoogte tot dewelke het fluïdum zou geraken met zijn beschikbare energie als er geen wrijvingsverliezen zouden optreden. Dus een vloeistof in rust en in contact met de atmosfeer op een hoogte e bezit dezelfde (potentiële) energie. p1 + ρ . g . h1 + 1 2 ρ . v2 1 p2 + ρ . g . h2 + 1 2 ρ . v2 2 p ρ . g + h + v2 2.g p ρ . g v2 2.g De wet van Bernoulli in lengte-eenheden energie - of ladingslijn piëzometrische lijn stroomlijn referentieniveau (z = 0) totale energie- hoogte e C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  11. 11. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Als y1 ≈ y2 wordt de wet van Bernoulli: Als de snelheid hoog is is de druk laag en omgekeerd. Vaak komt het erop neer dat hoge stroomsnelheden een lagere druk en dus een zuigeffect creëren. Dit principe vinden we terug bij verschillende verschijnselen en kent meerdere technische toepassingen. p1 + 1 2 ρv2 1 = p2 + 1 2 ρv2 2 Gevolg van de wet van Bernoulli Aanzuigkamer C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  12. 12. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Aanzuigeffect Bv. als een voertuig een ander inhaalt of kruist beweegt de lucht tussen de voertuigen door een vernauwing en dus sneller dan de lucht langs de buiten- kanten. Door het drukverschil worden ze naar elkaar toe gezogen. Ook hoge gebouwen moeten daarop voorzien zijn. Verschijnselen gebaseerd op de wet van Bernoulli Tunnelventilatie Bv. bij dassen en konijnen die in hun leger luchtcirculatie en koeling vereisen. De windsnelheid is meestal niet boven alle uitgangen van een hol exact gelijk, waardoor er kleine drukverschillen ont- staan die een luchtstroom in stand houden. Deze wordt nog extra bevor- derd als de uitgangen op verschillende hoogten liggen (bv. prairiehonden), want de windsnelheid neemt meestal toe met de hoogte. ‘Trek’ van een schouw De rook in een schouw stijgt niet enkel op omdat warmere lucht stijgt, ook de wet van Bernoulli speelt een rol. Als de wind over de schoorsteen waait is de druk daar lager dan in huis. De lucht en de rook worden daardoor naar omhoog gezogen, zelfs als het schijnbaar windstil is. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  13. 13. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Bloedtekort naar de hersenen Hevige inspanning doet de bloedstroom toenemen waardoor bloeddrukverlaging kan optreden. Bij aderverkalking bv. (vernauwing van het bloedvat) neemt de bloedstroomsnelheid nog extra toe (continuïteitsvergelijking) en kan de druk zo laag worden dat het bloedvat dicht klapt. Ook kan bloed, stromend onder normale druk in het lichaam, weggezo- gen worden naar plaatsen met lage druk, wat kan leiden tot tijdelijk bloed- tekort in de hersenen met duizeligheid en hoofdpijn tot gevolg (zuurstoftekort). Verschijnselen gebaseerd op de wet van Bernoulli Uitstroomsnelheid uit een open vat We beschouwen het vloeistofoppervlak groot in vergelijking met de uitstroom- opening: v2 ≈ 0. Verder is p1 = p2. De wet van Bernoulli wordt: De vloeistof stroomt dus uit met dezelfde snelheid die een vrij vallend voorwerp zou krijgen over hetzelfde hoogteverschil. Deze wet van Torricelli wordt beschouwd als een speciaal geval van de wet van Bernoulli. ρgy1 + 1 2 ρv2 1 = ρgy2 v1 = 2g(y2 − y1) Optillen van een dak door stormwind B i n n e n i n e e n g e b o u w h e e r s t atmosfeerdruk. Door de hoge snelheid van de wind over het gebouw ontstaat daar een zone van lage druk, lager dan atmosfeerdruk. Door het drukverschil wordt het dak als het ware van het gebouw “geduwd” (netto opwaartse kracht). C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  14. 14. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Dynamische lift Vliegtuigen ondervinden een liftkracht op hun vleugels waardoor ze in de lucht blijven als ze voldoende snel bewegen t.o.v. de lucht en de vleugels onder een kleine hoek verticaal omhoog gekanteld zijn. Dit laatste in combinatie met het afgeronde bovenvlak zorgt ervoor dat de laminaire luchtstromingen omhoog gedwongen worden en boven de vleugel verdichten. Hierdoor neemt boven de vleugel de luchtsnelheid toe (continuïteitsvergelijking) en de druk af. Deze netto verticale kracht op de vleugel wordt dynamische lift genoemd. Als de invalshoek echter groter is dan 15° zal turbulentie ontstaan waardoor de weerstandskracht groter en de lift kleiner wordt. Daardoor zal de vleugel ‘overtrekken’ en het vliegtuig dalen. Verschijnselen gebaseerd op de wet van Bernoulli Magnus-effect Een draaiend voorwerp in een lucht- stroom, ondervindt een kracht loodrecht op de bewegingsrichting van de lucht. Bv. een bewegende bal die linksom roteert (bovenaanzicht). Een dunne laag lucht (grenslaag) wordt om de bal meegetrokken. In punt A wordt deze laag afgeremd door de aanstromende lucht. In punt B zijn de stroomrichting van de lucht en de draairichting van de bal gelijk gericht, waardoor de snelheid van de grenslaag in B groter is dan in A. De druk in B is dus lager dan in A, met een netto kracht in de richting van B tot gevolg: de bal draait links weg. Ook top- (netto neerwaartse kracht) en backspin (netto opwaartse kracht) zijn een gevolg van de wet van Bernoulli. Zeilen Bij zeilen tegen de wind in staat het grootzeil zo dat de lucht aan de ene kant een verhoogde snelheid krijgt. De (normale) druk achter het grootzeil is dan hoger dan de lage druk ervoor, wat de boot vooruit stuwt. Dat de boot hierdoor niet naar opzij beweegt, komt doordat de kiel dat verhindert - want het water oefent op de kiel een kracht (Fwater). De resultante van beide krachten (Fr) is een kracht naar voren die vrijwel evenwijdig is aan de as van het schip. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  15. 15. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De venturimeter Een venturimeter is een buis met een geleidelijke (weinig wrijving) vernauwing (de keel). Een stromende vloeistof versnelt bij het passeren van de vernauwing, waardoor de druk in de keel lager is. Een venturimeter wordt gebruikt om de stroomsnelheid of het debiet van gassen en vloeistoffen te meten in verschillende domeinen: bloedsnelheid in slagaders, .. Een speciaal type venturimeter is de meetflens, waarbij de constructie gericht is op eenvoud ten koste van nauwkeurigheid. Omdat de stroming niet vlot doorheen de opening kan gaan zal er veel wrijving zijn met wervels, vooral achter de opening. Daarom wordt rekening gehouden met een correctiefactor, die bekomen wordt door het toestel af te ijken. Technische toepassingen gebaseerd op de wet van Bernoulli Venturi-injectiesysteem voor de toevoeging van CO2 aan drinkwater, proceswater en industrieel afvalwater C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  16. 16. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De pitotbuis Een pitotbuis wordt o.a. gebruikt om de snelheid van een vliegtuig te meten. Juist voor de inlaat van de haakse meetbuis wordt de stroming verhinderd (stagnatie) en is v = 0. Deze meetbuis meet de totale druk: In de rechte meetbuis wordt de statische druk gemeten: p Het drukverschil tussen beide stelt de dynamische druk voor, waaruit de snelheid kan berekend worden. p + 1 2 ρv2 Technische toepassingen gebaseerd op de wet van Bernoulli C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  17. 17. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De bunsenbrander Door het gasdebiet aan te passen, wordt de stroomsnelheid geregeld. Hoe groter de stroomsnelheid van het gas, hoe lager de druk, waardoor er lucht van buitenaf (patm) wordt aangezogen voor een goeie verbranding. Technische toepassingen gebaseerd op de wet van Bernoulli Lucht Gas C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  18. 18. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De waterstraalpomp Een waterstraalpomp maakt gebruikt van een waterstraal die met hoge snelheid passeert door een vernauwing waardoor een lage druk zone wordt gecreëerd. Ze worden o.a. toegepast in labo’s om fluïda te scheiden, of bij de tandarts voor drainage. Technische toepassingen gebaseerd op de wet van Bernoulli Lucht C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  19. 19. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De vaporisator / airbrush / carburator Als een luchtstroom passeert boven het open uiteinde van een buis, waarvan het andere uiteinde ondergedompeld is in een vloeistof, dan vermindert de druk boven de buis, waardoor de vloeistof wordt aangezogen in de luchtstroom (op de vloeistof in het reservoir werkt de atmosfeerdruk die de vloeistof omhoog duwt. Deze vloeistof wordt dan verstoven. Dit vindt men bv. terug bij de verstuivers in parfumflesjes en airbrushpistolen. Ook carburatoren werken op dit principe. Technische toepassingen gebaseerd op de wet van Bernoulli C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  20. 20. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De stroming van een fluïdum kan laminair of turbulent zijn. Deze twee stromingen verschillen van elkaar door het beeld én door de mechanische eigenschappen van de stroming. Bij laminaire stroming glijdt de vloeistof als het ware in evenwijdige laagjes over elkaar, zonder zich te mengen. De laagjes vlak tegen de wand van de buis hebben een snelheid nul. Hoe meer naar het midden, hoe groter de snelheid van de vloeistoflaagjes. Het snelheidsverloop door de doorsnede van de buis kan voorgesteld worden zoals in de figuur. Deze stroming kan ontstaan als de stroming goed geleid wordt (lange, smalle buis) en bij lage snelheden. Laminaire en turbulente stroming Als de stroomsnelheid toeneemt, zullen op een bepaald moment wervelingen ontstaan: de grenslaagjes tegen de wand worden losgerukt en/of bochten e.d. die de stroming verstoren kunnen ook wervelingen veroorzaken. Men spreekt dan van een turbulente stroming. Hierbij worden de wrijvingsverliezen veel groter dan bij laminaire stroming want ze nemen toe met het kwadraat van de snelheid i.p.v. evenredig met de snelheid bij laminaire stroming. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  21. 21. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Bij vloeistofstroming verschuiven de vloeistofdeeltjes ten opzichte van elkaar, waardoor er een inwendige wrijving ontstaat. Dit is een gevolg van de viscositeit of taaiheid van de vloeistof. Eenvoudig gezegd is viscositeit de stroperigheid van een vloeistof. Hoe stroperiger de vloeistof hoe hoger de viscositeit. Zo heeft water een lage viscositeit terwijl ketchup een hoge viscositeit heeft. De dynamische viscositeit Beschouw twee horizontale platen met een vloeistoflaag er tussen. De bovenste plaat beweegt met een constante snelheid v t.o.v. de onderste plaat, net als het vloeistoflaagje dat zich er tegen bevindt. Het vloeistoflaagje tegen de onderste, niet bewegende, plaat zal niet bewegen. De snelheidsverandering tussen de twee platen is een lineaire functie van de diepte. De vloeistoflaagjes tussen oppervlak en bodem worden door schuifkrachten voortbewogen. De (wrijvings)kracht F die nodig is om de platen t.o.v. elkaar te doen bewegen, is volgens Newton onafhankelijk van de druk op de vloeistof en evenredig met: • het oppervlak A van de plaat • het snelheidsverschil v • = 1 laagdikte 1 d => Fw = η.A. v d De evenredigheidsfactor η noemt men de dynamische viscositeit: η = [Pa.s] noemt men de schuifspanning τ en de snelheidsgradiënt. De dynamische viscositeit η is dus = . De schuifspanning is met andere woorden evenredig met de snelheidsgradiënt: τ = η. Fw . d A . v Fw A v d schuifspanning snelheidsgradiënt v d η is de kracht per oppervlakte-eenheid nodig om twee vloeistoflagen, op een afstand d van elkaar, met snelheid v te verplaatsen. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  22. 22. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Vaak wordt de verhouding van de dynamische viscositeit ten opzichte van de massadichtheid ρ van de vloeistof gebruikt. Deze verhouding noemt men de kinematische viscositeit ν: ν = De kinematische viscositeit is eigenlijk geen viscositeit, maar een viscositeit/dichtheid quotiënt. Voor de bepaling van de viscositeit werden oorspronkelijk alleen capillaire viscositeitsmeters gebruikt waarbij de doorstroomtijd van een bepaald volume onder invloed van de zwaartekracht werd gemeten. Omdat daarbij de zwaartekracht als "aandrijving" fungeert, speelt ook de dichtheid van de vloeistof een rol bij de uitkomst. Dat levert de kinematische "viscositeit" op als resultaat. Pas veel later kwamen er viscometers waar het te overwinnen koppel van een roterend lichaam in een cilinder kon worden gemeten (roterende viscometers). Daarmee kan direct de dynamische viscositeit worden bepaald. Inmiddels was iedereen zodanig gewend geraakt aan de kinematische viscositeit waardoor deze nog steeds vaak wordt gebruikt. η ρ [ m² s ] De kinematische viscositeit C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  23. 23. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De viscositeit van alle smeervloeistoffen is zeer gevoelig voor temperatuursverandering. Bij stijgende temperatuur neemt de viscositeit sterk af, bij dalende temperatuur sterk toe. Uit constructie-technisch oogpunt is dat een zeer onwelkome eigenschap: het bemoeilijkt het opstarten van apparatuur en brengt bij bedrijfstemperatuur het gevaar met zich mee dat er geen adequate smeerfilm meer kan worden opgebouwd. Bij opgave van de viscositeit van een smeermiddel hoort dan ook altijd de temperatuur waarbij is gemeten, anders is de viscositeitsaanduiding zonder betekenis. Er zijn in de loop der jaren een aantal standaard meettemperaturen ingevoerd: 40 en 100 °C worden het meest toegepast. Viscositeit en temperatuur C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  24. 24. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica De Society of Automotive Engineers (SAE), is het internationale instituut dat de norm voor de motorolieviscositeit heeft vastgelegd. Ze geldt echter niet voor industriële toepassingen en overbrengingen, zoals bvb tandwielsmeermiddelen, compressor-olie, leibaansmeermiddelen en hydrauliekolie. Daarvoor geldt een andere normering. Deze Amerikaanse instantie bepaalt de viscositeit bij 373 K (100 °C), de gemiddelde bedrijfstemperatuur van een moderne benzine- of dieselmotor. De oliën worden hierbij ingedeeld in de viscositeitsklassen SAE 20, 30, 40 en 50. Hoe lager een SAE- getal hoe dunner de olie. Dus een motorolie SAE-20 is dunner en heeft een lagere viscositeit dan een motorolie SAE-40 die dikker is en een hogere viscositeit heeft. Voor zeer dunne oliesoorten is er een test onder winterse omstandigheden bij 255 K (-18 °C) met de viscositeitsindeling SAE 5W, 10W,15W en 20W. Viscositeit: normering. We onderscheiden: single-grade en multi-grade oliën. De single- grade oliën zijn alleen geschikt voor gebruik in de winter of alleen in de zomer. Deze oliën bestrijken maar één viscositeitgebied. Multi- grade oliën zijn zomer- en winteroliën en kunnen dus het gehele jaar door worden gebruikt. Zij worden aangegeven met twee SAE- getallen. Het eerste getal met de letter W: hoe lager het getal, des te dunner is de olie bij lage temperaturen (van belang bij koude start). Het tweede getal na de letter W: hoe hoger het getal des te dikker de olie blijft bij hoge motortemperaturen (van belang in de zomer). Een SAE 15W-40 olie bv., valt zowel in de SAE 15W- als in de SAE 40 klasse. Bij lage temperaturen heeft deze olie een 'SAE 15W- viscositeit' en bij hoge temperaturen een 'SAE 40-viscositeit'. SAE aanduidingen zeggen alleen iets over de viscositeit (de mate van vloeibaarheid) van de olie, ze geven geen enkele indicatie van de kwaliteit van de olie als smeermiddel! De kwaliteit als smeermiddel wordt aangegeven met bijvoorbeeld de ACEA en API classificaties voor motorolie. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  25. 25. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Wat in een concreet geval de ideale smeermiddelsamenstelling is, hangt af van de taken die het smeermiddel in een bepaalde toepassing moet verrichten en onder welke omstandigheden die prestatie moet worden geleverd. De taken kunnen worden onderscheiden in primaire (altijd aanwezig) en secundaire (toepassingsafhankelijk) taken. Het grootste verschil in samenstelling van smeermiddelen ontstaat doordat ze onder zeer uiteenlopende omstandigheden dienst moeten doen. Omstandigheden die invloed hebben op de samenstelling zijn bijvoorbeeld: temperatuur, aanwezigheid van vocht of water, contact met gassen, contact met chemicaliën, blootstelling aan schokken en trillingen, de wens tot biologische afbreekbaarheid, beperkingen ten aanzien van toxiciteit, blootstelling aan radioactieve straling, … Wanneer, rekening houdend met bovenstaande verlangens, het smeermiddel is samengesteld, rest nog de vraag: “hoe lang gaat het mee”. De kwaliteit is bij in gebruikname goed, maar deze zal door allerlei invloeden verslechteren. Zowel de producteigenschappen als de bedrijfsomstandigheden spelen een rol bij de mogelijke standtijd. Smeermiddelsamenstelling. Primaire taken Secundaire taken vormen van een beschermende laag op loopvlakken warmteafvoer loopvlakscheiding door vorming van een smeerfilm afvoer slijtageproducten en vuil corrosiebescherming afdichting demping van geluid en trillingen C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  26. 26. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Reynolds heeft proefondervindelijk bepaald dat de overgang van laminaire naar turbulente stroming in een vloeistof gebeurt bij een bepaalde snelheid: de kritische snelheid vkr. Deze is evenredig met de kinematische viscositeit ν en omgekeerd evenredig met de leiding- diameter D. vkr = Re. De evenredigheidsconstante wordt gedefinieerd als het Reynoldsgetal: Re = (dimensieloos) Uit proeven is gebleken dat de stroming laminair is als Re < 2300, en turbulent als Re > 4000. Tussenin deze waarden is sprake van een overgangssituatie. ν D v . D ν Het Reynoldsgetal PUMPS & PROCESS MAGAZINE ISSUE 68 december 2010 15 PUMPS & PROCESS TIPS & TRICS HET REYNOLDS GETAL GENIAAL DOOR ZIJN EENVOUD door Eddy Van de Putte, Mervers In de vloeistofdynamica is het Reynolds getal een dimensieloos getal, dat de verhouding weergeeft tussen de inertiekrachten en de visceuze krachten, en bijgevolg het relatieve belang van deze beide types krachten kwantifieert. Het concept werd geïntroduceerd door George Gabriël Stokes in 1851, maar het is genoemd naar Osborne Reynolds (1842 – 1912) die het gebruik populair maakte in 1883. H et Reynolds getal (Re) kan worden gedefinieerd voor een aantal verschillende situ- aties waarbij een vloeistof beweegt tegenover een oppervlak. De defini- ties omvatten de eigenschappen van de vloeistof zoals de densiteit en de viscositeit, plus een snelheid en een karakteristieke lengte of lineaire dimensie. Deze dimensie is een kwestie van overeenkomst, zoals bijvoorbeeld de binnendiameter voor een buis of de equivalente diameter voor andere leidingsvormen (zoals rechthoekige pijpen of open kanalen). De snelheid kan ook een kwestie van conventie zijn, zoals bijvoorbeeld in geroerde tanks. Re = µ ρ V.L . (1) Waarbij: ρ = densiteit in kg/m³ V = gemiddelde snelheid in m/s L = karakteristieke lineaire dimensie in m μ = dynamische viscositeit in Pa.s Stroming in een leiding Voor de stroming in een buis wordt het Reynolds getal gedefinieerd als: Re = µ ρ H .V.D (2) Waarbij: V = de stromingssnelheid in de buis in m/s DH = de hydraulische diameter van de buis in m Voor een gewone ronde pijp is de hydraulische diameter gelijk aan de binnendiameter van de pijp. Voor vormen zoals vierkante, recht- hoekige of annulaire ledingen wordt de karakteristieke lengte (dus de hydrau- lische diameter DH ) gedefinieerd als 4 maal de doorsnede (van de vloeistof) gedeeld door de bevochtigde omtrek. Voor stroming in een open kanaal: hydraulische diameter bepalen. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  27. 27. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica PUMPS & PROCESS MAGAZINE ISSUE 68 december 2010 15 PUMPS & PROCESS TIPS & TRICS HET REYNOLDS GETAL GENIAAL DOOR ZIJN EENVOUD door Eddy Van de Putte, Mervers In de vloeistofdynamica is het Reynolds getal een dimensieloos getal, dat de verhouding weergeeft tussen de inertiekrachten en de visceuze krachten, en bijgevolg het relatieve belang van deze beide types krachten kwantifieert. Het concept werd geïntroduceerd door George Gabriël Stokes in 1851, maar het is genoemd naar Osborne Reynolds (1842 – 1912) die het gebruik populair maakte in 1883. H et Reynolds getal (Re) kan worden gedefinieerd voor een aantal verschillende situ- aties waarbij een vloeistof beweegt tegenover een oppervlak. De defini- ties omvatten de eigenschappen van de vloeistof zoals de densiteit en de viscositeit, plus een snelheid en een karakteristieke lengte of lineaire dimensie. Deze dimensie is een kwestie van overeenkomst, zoals bijvoorbeeld de binnendiameter voor een buis of de equivalente diameter voor andere leidingsvormen (zoals rechthoekige pijpen of open kanalen). De snelheid kan ook een kwestie van conventie zijn, zoals bijvoorbeeld in geroerde tanks. Re = µ ρ V.L . (1) Waarbij: ρ = densiteit in kg/m³ V = gemiddelde snelheid in m/s L = karakteristieke lineaire dimensie in m μ = dynamische viscositeit in Pa.s Stroming in een leiding Voor de stroming in een buis wordt het Reynolds getal gedefinieerd als: Re = µ ρ H .V.D (2) Waarbij: V = de stromingssnelheid in de buis in m/s DH = de hydraulische diameter van de buis in m Voor een gewone ronde pijp is de hydraulische diameter gelijk aan de binnendiameter van de pijp. Voor vormen zoals vierkante, recht- hoekige of annulaire ledingen wordt de karakteristieke lengte (dus de hydrau- lische diameter DH ) gedefinieerd als 4 maal de doorsnede (van de vloeistof) gedeeld door de bevochtigde omtrek. Voor stroming in een open kanaal: hydraulische diameter bepalen. PUMPS & PROCESS MAGAZINE ISSUE 68 december 2010 17 PUMPS & PROCESS TIPS & TRICS Figuur 1: Bij laminaire stroming, stroomt het medium in parallelle lagen die niet gemengd worden. De bevochtigde omtrek voor een kanaal is de totale omtrek van alle kanaalwan- den die in contact zijn met de stroming. Dit betekent dat de lengte van de vloei- stof die aan de lucht staat NIET wordt meegeteld in de bevochtigde omtrek. DH = P A 4. (3) Figuur 2 (links) en figuur 3 (boven): bij turbulente stroming treedt chaotisch gedrag op, en ontstaan er ontstabiele vortices met onderlinge interacties. Waarbij: A = de doorsnede van de vloeistof in m² P = de bevochtigde omtrek in m Er kan eenvoudig aangetoond worden dat in functie (3), bij een ronde buis, de hydraulische diameter gelijk is aan de leidingsdiameter. Voor een annulaire leiding, zoals het buitenkanaal in een buis-in-buis warm- tewisselaar, is de hydraulische diameter gelijk aan de binnendiameter van de buitenbuis min de buitendiameter van de binnenbuis, dus: DH = Do - Di (4) Waarbij: Do = de binnendiameter van de bui- tenpijp in m Di = de buitendiameter van de bin- nenpijp in m Voor een vloeistof die stroomt tussen twee vlakke parallelle oppervlakken, waarbij de breedte veel groter is als de ruimte tussen de platen, is de karakte- ristieke dimensie tweemaal de afstand tussen de platen. Voor de stroming met een vrij opper- vlak (zoals in een open kanaal, zie foto) moet de hydraulische diameter worden bepaald. Deze is gelijk aan vier maal de doorsnede van de vloeistofstroom, gedeeld door de bevochtigde omtrek. Zoals hierboven reeds vermeld, wordt het gedeelte vloeistof dat vrij aan de lucht staat niet meegeteld voor het bepalen van de bevochtigde omtrek. Stromingsregimes in leidingen De waarde van het Reynolds getal bepaalt het stromingsregime in de lei- ding. Voor de stroming in een leiding met hydraulische diameter DH (zie de definities hierboven) hebben experi- mentele observaties aangetoond dat, voor een “volledig ontwikkelde” stro- ming, laminaire stroming optreedt bij Re < 2300. Turbulente stroming treedt C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  28. 28. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica 18 PUMPS & PROCESS MAGAZINE ISSUE 68 december 2010 PUMPS & PROCESS TIPS & TRICKS Osborne Reynolds werd op 23 augustus 1842 geboren in Belfast, Ier- land. Zijn vader was een schoolhoofd, met een grote interesse in mecha- nica, en meerdere paten- ten voor de verbetering van landbouwmachines op zijn naam. Na zijn afstuderen aan de Queens College in Cambridge in 1867 als wiskundige, werd Osborne Reynolds in 1868 één van de eerste professoren met de titel “Professor of Engineering”. Osborne Reynolds ging op rust in 1905, en overleed op 21 februari 1912. Osborne Reynolds is vooral bekend voor zijn studie van vloeistofstromen in buizen, en de transitie van laminaire naar turbulente stroming. Uit deze expe- rimenten kwam het beruchte dimensie- loze “Reynolds getal” voor dynamische gelijkaardigheid. Zijn publicaties over vloeistof dynamica begonnen in de 1870-er jaren. Zijn finaal theoretisch model, gepubliceerd in de mid 1890-er jaren, is nog steeds een veel gebruikt mathematisch referentiewerk. De bijdragen van Reynolds aan de vloeistofdynamica, worden vandaag nog gebruikt door scheepsontwerpers. De mogelijkheid om een klein schaalmo- del van een schip te maken, en daaruit bruikbare gegevens te halen voor een full-size schip, hangen rechtstreeks af van de turbulentieprincipes van Reynolds. Reynolds publiceerde ongeveer 70 onder- zoeksrapporten, die tegen het einde van zijn carrière werden gebundeld in drie volumes. Daarin worden, naast de vloeistofdynamica, ook thermodynamica, kinetische gas- theorie, stoomcondensatie, schroefpro- peller scheepspropulsie, hydraulische remmen, hydrodynamische smering, e.a. behandeld. Een van de onderwerpen die Reynolds bestudeerde in de 1880-er jaren, waren de eigenschappen van “granulaire” materialen, en in 1903 verscheen het boek “The Sub-Mechanics of the Uni- verse”, waarin gepoogd werd om de mechanica van granulaire materialen toe te passen als verklaring voor alle “fysische bewijzen” in het Universum. De ideeën waren zeer moeilijk te begrij- pen, en werden overschaduwd door andere ontwikkelingen in de fysica op dit ogenblik. De drie volumes (in totaal meer als 1000 bladzijden !) van Osborne Reynolds kunnen gratis in pdf-formaat worden gedownload op de volgende websites: http://www.archive.org/details/papersonmechanic01reynrich http://www.archive.org/details/papersonmechanic02reynrich http://www.archive.org/details/papersonmechanic03reynrich op als Re > 4000. In het interval tussen 2300 en 4000 is er “transitionele” stroming, waarbij zowel laminaire als turbulente stroming mogelijk is, afhankelijk van andere factoren zoals bijvoorbeeld de ruwheid van de leiding. Bij laminaire stroming (zie figuur 1) stroomt het medium in parallelle lagen die niet gemengd worden. In niet- wetenschappelijke termen wordt dit ook wel “zachte” stroming genoemd. Bij een Reynolds getal lager dan 1, spreekt men van “creep”. Bij turbulente stroming (zie figuren 2 en 3) treedt chaotisch gedrag op, en ontstaan er ontstabiele vortices met onderlinge interacties. Turbulentie ver- oorzaakt wervelstromen van verschil- lende groottes waarbij het grootste gedeelte van de kinetische energie in de grootste structuren zit. Tot vandaag zijn alle mechanismen van turbulentie nog niet volledig begrepen en Nobelprijs laureaat Richard Feynman beschrijft turbulentie als “het belangrijkste onopgeloste probleem in de klassieke fysica”. De drukval in buizen voor volledig ontwikkelde stromingen kan worden bepaald uit het befaamde Moody dia- gram, waarbij in de abscis het Reynolds getal staat. Dit diagram toont zeer duidelijk de laminaire, transitionele en turbulente stromingen naarmate het Reynolds getal groter wordt. Een gedetailleerde uitleg over het gebruik van het Moody diagram valt buiten het doel van dit artikel. Er weze enkel nog gezegd dat bij laminaire stroming de snelheid (en dus het debiet) rechtevenredig is met de drukgradiënt, terwijl bij turbulente stroming de snelheid evenredig is met de vierkantswortel van de drukgradiënt. Het Reynolds getal in geroerde tanks Ook voor roerwerken wordt een Rey- nolds getal gedefinieerd. Re = µ ρ.N.D² (5) Waarbij: N = toerental van het roerwerk in rps (toeren per seconde) D = de impeller diameter in m Hier spreekt men van laminaire stro- ming bij Re < 10, en van turbulente stroming bij Re > 10.000. Tussen 10 en 10.000 spreekt men, naar analogie met leidingen, van transitionele stroming. Het belang van het Reynolds getal komt hier tot uiting bij het bepalen van het “Power Number” en het “Pumping Number”. Deze beide getallen bepa- len het opgenomen vermogen en het pompdebiet van de roerwerken. Concreet zijn de volgende functies geldig: P = NP .N³.D5 .ρ (6) Waarbij: P = opgenomen vermogen in Watt Np = Power Number (dimensieloos) Q = NQ .N.D³ (7) Waarbij: Q = pompdebiet van het roerwerk in m³/s NQ = Pumping Number (dimensie- loos) Zowel NP als NQ zijn praktisch constant in turbulent regie, maar veranderen bij lagere Reynolds getallen (zie figuren 4 en 5).Voor turbineroerwerken stijgt het Power Number spectaculair bij lager Re, terwijl het Pumping Number naar nul evolueert bij lager Re. Dit toont trouwens duidelijk aan dat turbineroer- werken niet geschikt zijn om te werken bij lagere Reynolds getallen. Het lami- naire regime is meer het domein van anker roerwerken en lintmengers, en bij PUMPS & PROCESS MAGAZINE ISSUE 68 december 2010 19 PUMPS & PROCESS TIPS & TRICS zeer lage Re waarden van de kneders. Conclusie Hoewel al meer dan een eeuw oud, heeft het Reynolds getal, in al zijn eenvoud, reeds zijn waarde bewezen. Het laat toe om verschillende situaties met elkaar te vergelijken en heeft, naast de hierboven beschreven toepassingen, ook zijn waarde in het ontwerp van vliegtuigen en schepen, in de biologie en geologie, in de klimatologie, en in de medische wereld. << Figuren 4 en 5: voor turbineroerwerken stijgt het Power Number spectaculair bij lager Re, terwijl het Pumping Number naar nul evolueert bij lager Re. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  29. 29. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica We gaan uit van een ijzeren kogeltje dat in olie bezinkt (de zwaartekracht is groter dan de opwaartse kracht). Op grond van de tweede wet van Newton zou je verwachten dat het kogeltje versneld omlaag gaat. Maar dat is niet zo. De wrijvingskracht is immers volgens de wet van Stokes recht evenredig met de snelheid: Fw = 6.π.η.r.v Hierin is: Fw = de wrijvingskracht (N) die het kogeltje ondervindt, η = de dynamische viscositeit (Pa.s) r = de straal van het kogeltje (m) v = de (constante) snelheid (m/s) waarmee het kogeltje door de olie beweegt. De snelheid zal net zo lang toenemen tot de drie krachten die op het kogeltje werken elkaar in evenwicht houden. Van dan af valt het kogeltje met constante snelheid door de olie. Stel de dichtheid van het kogeltje = ρk , en de dichtheid van de olie = ρo De drie krachten zijn : 1. Fz = mk.g = ρk.Vk.g = 4/3.π.r³ρk.g 2. Fopw = Gverplaatste vloeistof = mvv.g= ρo.Vk.g = 4/3.π.r³.ρo.g 3. Fw = 6 π.η.r.v Bij evenwicht geldt: Fz = Fopw + Fw Dit geeft, gecombineerd met de drie krachten-formules: η = Bovenstaande formule stelt ons in staat om met een eenvoudige valproef de viscositeit van olie te bepalen. Een van de toepassingen van bovenstaande theorie vinden we bij het bezinken van bloedcellen in het plasma. Als t.g.v. bepaalde ziektes de cellen geklonterd zijn zal de bezinking sneller gaan; er geldt immers : v is evenredig met r². Ook bij electroforese, een scheidingstechniek die o.a. wordt toegepast bij eiwitten in bloedserum, ter bepaling van ziektes, wordt deze theorie toegepast. 2 9 . (ρk − ρO)g . r² v De wet van Stokes Fz Fopw Fw C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m
  30. 30. Bogaert N. / 2021-2022 / fluïdomechanica Om een vloeistof door een buis te laten stromen is een drukverschil tussen de beide buisuiteinden nodig. Voor het verband tussen het drukverschil ∆p en het volumedebiet Q in een ronde buis geldt de wet van Poiseuille: In deze formule is η de viscositeit van de vloeistof, l de buislengte en r de straal van de buis. Het rechterlid in de wet van Poiseuille wordt de stromingsweerstand R genoemd: Merk de analogie op met een elektrische stroom door een weerstand, waarvoor geldt: U/I = R. Bij een vloeistofstroom door een buis geldt ∆p/Q = R. De spanning U is vergelijkbaar met het drukverschil over de buis en de stroomsterkte I met het volumedebiet. De wet van Poiseuille is geldig als de vloeistof in de buis laminair stroomt. Het optreden van turbulenties veroorzaakt een afwijking van deze wet. In de praktijk treedt in een bloedvat turbulentie op, maar bij benadering is de wet van Poiseuille toch geldig. De weerstand R is in een bloedvat afhankelijk van drie factoren, nl. de lengte van het bloedvat l, de viscositeit η van het bloed en de straal r van het bloedvat. De lengte van de bloedvaten is altijd gelijk, en ook de stroperigheid van je bloed is vrijwel constant. De weerstand R van bloedvaten is dus evenredig met . Δp Q = 8ηl πr4 Δp Q = R 1 r4 De wet van Poiseuille Bij een halvering van de diameter van een bloedvat, bv. door slagaderverkalking, wordt de weerstand dus 16 keer groter en de stroomsnelheid dus 16 keer kleiner! Slagaderverkalking begint met het ontstaan van een plaque, (waarbij cholesterol, roken en stress eveneens een rol spelen), waarin zich op den duur kalk gaat afzetten. C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m C l i c k t o B U Y N O W ! P D F-XChange Edit o r w w w . tracker-software . c o m

×