Niet alles wat kan, hoeft
Symposium palliatieve zorg Spaarne ziekenhuis
Gert van Dijk
29 oktober 2015
Op de SEH van een groot ziekenhuis wordt een oudere Turkse man
binnengebracht, begeleid door zijn familie. Hij is uitgedroogd en geestelijk
afwezig. Volgens de familie was de man ‘acuut in de war’ geraakt.
‘Vanochtend nog niks aan de hand’. De man krijgt een vochtinfuus en knapt
lichamelijk op, maar geestelijk niet.
Na enkele uren komen de artsen erachter dat de man bekend is met
Alzheimer en al geruime tijd in een verpleeghuis woont. De
verpleeghuisarts had geweigerd kunstmatige voeding via een PEG-sonde
starten, waarop de familie de man uit onvrede had meegenomen naar het
ziekenhuis.
Op de dialyseafdeling van een groot ziekenhuis wordt twee keer per week een
oudere, demente vrouw met nierfalen binnengebracht om te dialyseren. De
dialyseverpleegkundigen hebben hier grote moeite mee. ‘Moet dat nou, met
een ambulance twee keer per week uit het verpleeghuis? Mag mevrouw niet
gewoon overlijden?’ Er wordt contact opgenomen met het verpleeghuis, en het
blijkt dat de partner van mevrouw weigert om de behandeling te laten staken.
Hij is er ‘nog niet aan toe’ en kan zich een leven zonder zijn vrouw niet
voorstellen.
‘Passende zorg in de laatste levensfase’
In MC-enquête onderschrijft 62% van artsen-
respondenten dat patiënten in de laatste levensfase
langer behandeld worden dan nodig en wenselijk is
Projectopzet
• Federatiebestuur KNMG opdrachtgever
• Stuurgroep dagelijkse leiding
• Uitvoering door bureau KNMG (steun ZonMw en EMGO+)
• Huisartsen, medisch specialisten, specialisten
ouderengeneeskunde, verpleegkundigen, patiënten- en
ouderenvertegenwoordigers
(LHV-NHG, Federatie Medisch Specialisten, Verenso,
V&VN, NPCF, Levenmetkanker, NOOM en CSO)
Doelstellingen
• Bevorderen dat mensen passende zorg krijgen in de
laatste levensfase
• Analyse aard en omvang (aandoeningen, specialismen,
situaties)
• Identificeren mechanismen (processen) die leiden tot
behandelingen die niet (meer) passend zijn
• Aanknopingspunten vinden die bijdragen aan passende
zorg
(debat over passende zorg bevorderen, interventies en concrete
instrumenten identificeren, (verder) ontwikkelen en dissemineren)
Uitgangspunten
Maken van de meest passende keuze door, voor en samen
met de patiënt aan het eind van het leven
Het gaat níet primair over:
• stijgende kosten van de zorg, en bezuinigingen
• leeftijd als criterium
Het gaat wél over:
• (in opzet) curatieve overbehandeling
Mechanismen niet-passende zorg: macroniveau
• De dood wordt doodgezwegen
• Te hoge verwachtingen geneeskunde
• ‘Meer’ is ‘beter’: therapeutische imperatief
• ‘Opgeven’ is geen optie
• Wie niet vecht, is een loser
• ‘Eigen schuld’ als je dan dood gaat
Mechanismen op mesoniveau
• Opleiding en richtlijnen gericht op handelen, minder op
‘wanneer niet’ en ‘wat dan wel?’
• Scheiding (in tijd en personen) van curatie en palliatie
• Superspecialisatie artsen en verpleegkundigen
• Samenwerking en overdracht onvoldoende
• Hoofdbehandelaar – regie – aanspreekpunt: onduidelijk
• Er moet onderzoek worden gedaan
• Kwaliteitsindicatoren kunnen overbehandeling stimuleren
• Innovaties moeten gebruikt
Mechanismen op microniveau
• ‘Doen’ makkelijker te rechtvaardigen dan ‘laten’
• Gesprek moeilijk, intensief, tijdrovend
• Competenties zorgverleners niet altijd voldoende
• Patiënten houden gesprek soms af
• Naasten dringen soms aan op ‘doorgaan’
• Variërende opvattingen autonomie en besluitvorming
• Cultuurverschillen, andere opvattingen ‘goed sterven’
Interventie 1: Aanvaarden levenseinde gewoner en daarover praten ook
• Meer ruimte acceptatie naderend overlijden, palliatie als
passende zorg
• Patiënten (naasten en burgers) tijdig laten nadenken en
spreken over wensen levenseinde, (laten) vastleggen
• Aandacht en openheid via campagnes,
onderwijsmodules, faciliteren wilsverklaring, ontwikkelen
neutrale niet-reanimeerpenning
Interventie 2: Wensen patiënten verhelderen en samenwerking, inclusief
overdracht, verbeteren
• Bevorderen dat huisartsen met kwetsbare ouderen in
gesprek gaan over wensen en verwachtingen rond
levenseinde. LESA (Landelijke Eerstelijns Samenwerkings
Afspraak)
• ‘Anticiperende besluitvorming’ ontwikkelen /
implementeren. LTA (Landelijke Transmurale Afspraak)
• Implementeren handreiking ‘Verantwoordelijkheids-
verdeling bij samenwerking in de zorg’
Interventie 3: Samen beslissen, en besluitvorming verbeteren
• Faciliteren gedeelde
besluitvorming
• Multidisciplinair overleg (MDO)
complexe behandelbeslissingen
• Protocol anticiperende
besluitvorming (advance care
planning)
Interventie 4: Richtlijnen niet alleen richten op ‘doen’, maar ook op
‘laten’ (anders doen)
• Bevorderen van ‘scenario-denken’ (i.t.t. Als je A hebt
gezegd, moet je ook B zeggen)
• Verbeteren richtlijnen: in welke gevallen geldt basisadvies
niet, wat is voorkeursalternatief? Wanneer te stoppen?
• Bevorderen gebruik richtlijnen palliatieve zorg
Interventie 5: Zorgstelsel minder richten op productie en meer op passendheid
• Alternatieve bekostigingssystematiek
voor zorg
• Gebruiken ‘intensief consult voor
zorgvuldige afweging behandelopties
(voorheen ‘kijk- en luistergeld’)
• Tijd nemen voor verstandige keuzes,
door medicus, verpleegkundige of
andere (geestelijk) hulpverlener
• Verstandig Kiezen (Choosing Wisely)
Aanbevelingen voor ziekenhuizen
• Creëer ‘passend klimaat’
• Markeer op tijd
• Luister
• Beslis samen
• Plan zorg vooruit
• Voer MDO in
• Implementeer hoofdbehandelaarschap
• Verbeter overdracht
• Gebruik ‘intensief consult’
Conclusie
• Overbehandeling laatste levensfase complex thema
• Veel mechanismes die overbehandeling kunnen
veroorzaken
• Niet één specifieke ‘verantwoordelijke’ aan te wijzen
• En dus ook niet één specifieke oplossing
• Terugdringen overbehandeling gezamenlijke
verantwoordelijkheid patiënten, artsen,
verpleegkundigen, overige zorgverleners en andere
stakeholders
Niet alles wat kan, hoeft
Symposium palliatieve zorg Spaarne ziekenhuis
Gert van Dijk
29 oktober 2015