2. Wat is marketing?
• ‘Alle activiteiten verricht door ruilsubjecten, die erop gericht
zijn om ruiltransacties te bevorderen, te vergemakkelijken en
te bespoedigen.’
• Macro > Meso> Micro
3. Nog een indeling
• B-to-b/ industriële marketing
• B-to-c/ consumentenmarketing
• Detaillistenmarketing
6. Opdracht
Zoek, in groepjes, een voorbeeld van de vormen van marketing:
• B-to-b/ industriële marketing
• B-to-c/ consumentenmarketing
• Dienstenmarketing
• Detailhandelsmarketing (retailmarketing)
• Overheidsmarketing
• Not-for-profitmarketing
Presenteer het voorbeeld en vertel er meer over:
Wat en hoe wordt verkocht/aangeprezen? Wat is het doel van de
uiting?
9. Relatiemarketing in Fashion Retail
• H&M Club
• Gericht op klantloyaliteit
• Een tevreden klant is een loyale klant
• Kennis uit relatiemarketing over de klant draagt bij aan een
tevreden klant
16. Marketinginstrumenten/Marketingmix/ 4 P’s
• Product:
Wat hebben mensen nodig (of wat willen ze?). Jouw product of
dienst voldoet aan behoeften van de markt. Men koopt de
producteigenschappen
Opdracht: schrijf minstens 3 producteigenschappen op van Page
toiletpapier, zitbank, bankrekening
18. • Prijs: hoog vs. Laag
• Prijsbeleid: kosten: hoeveel winst wil en kan je maken?
• Vraag naar jouw product
• Concurrentie
• Opdracht: zoek twee voorbeelden van product/dienst met
lage prijs en twee met een hoge prijs.
19. • Plaats/Distributie: hoe komt het product bij de klant?
Waar verkopen? Webwinkel, in supermarkt of speciaalzaak?
Via tussenhandel? Of rechtstreeks aan de klant?
Hoe komt het product bij deklant thuis? Zelf meenemen,
bezorgen aan huis? Eigen verzenddienst of via PostNL?
20. Promotie: bekendheid geven aan je product.
Communicatiebeleid: Doel, middelen en budget. Eenduidige
boodschap, die past bij product en doelgroep.
21. Opdracht: zet op rij voor je favoriete merk/bedrijf/ etc. welke
keuzes zij hebben gemaakt betreft de 4 P’s:
Product (omschrijf producteigenschappen)
Prijs
Plaats
Promotie (welke boodschap, op welke doelgroep gericht?
22. Les 4
Doel: Je kent de 7 stappen van het marketingbeleid
23. Marketing beleid:
Je bepaalt de 4 P’s niet op basis van onderbuikgevoel. Zijn
onderdeel van het marketingbeleid
Strategische marketing (marketingbeleid) vs. Operationele
marketing (4 P’s)
7 Stappen
24. Stap 1: Missie en visie
Missie: waarom bestaat dit bedrijf? Wat voegt het toe? Waarden
normen.
Visie: gewenste toekomst van bedrijf, hoe het zou moeten
worden, hoe zaken op hoger of beter niveau brengen? Stip op de
horizon.
25. • Visie en bedrijfsconcept
"een beter dagelijks leven creëren voor zo veel mogelijk mensen", dat is de visie
van ????????????. Ons bedrijfsconcept is: "een ruim assortiment van goed
ontworpen, functionele woninginrichtingsproducten aanbieden tegen zo laag
mogelijke prijzen, zodat zo veel mogelijk mensen ze kunnen betalen".
We werken hard om onze klanten kwaliteit te bieden tegen betaalbare prijzen, door
de hele waardeketen optimaal te organiseren, langetermijnrelaties op te bouwen
met onze leveranciers, te investeren in een vergaande automatisering van de
productie en grote volumes te produceren. We kijken bovendien verder dan
woninginrichting alleen. We willen iedereen die beïnvloed wordt door onze
activiteiten kans geven op een beter dagelijks bestaan.
26. Stap 2: Doelstellingen
Wie? Wat? Hoe?
Definieer wie, wat & hoe voor de Media Academy.
Antwoord op wie + wat + hoe = wat wil bedrijf bereiken
pp gebied van continuïteit, winst, groei en bijv. duurzaamheid.
28. Stap 3: Situatie-analyse.
Intern vs extern
Extern: ontwikkelingen buiten het bedrijf die invloed hebben op
het bedrijf.
Intern: sterke en zwakke punten van het bedrijf zelf
P. 28 lezen
Vragen?
29. Stap 4: SWOT-analyse
Strengths & Weaknesses
Opportunities & Threats
Sterke en zwakke punten vanuit interne analyse.
Lees p. 29 ev tot kansen en bedreigingen.
30. Kansen en bedreigingen
• Lees p 31 kansen en bedreigingen
• Wat zijn de kansen en bedreigingen van Landstede?
• Dus macro en meso-omgeving, branche ontwikkelingen etc.
• Lees p 32 SWOT-matrix
32. Stap 5: keuze & uitwerking strategische keuzes
• SWOT-analyse > strategie (hoe ga je de doelstellingen bereiken?)
4 Concurrentiestrategieën van Porter
1) Cost Leader: laagste kostprijs in de markt waarin
onderneming actief is
2) Differentiator: onderscheiden via toegevoegde waarde van je
producten
3) Focus cost leader: lage prijs voor specifiek deel van de markt
4) Focus differentiator: toegevoegde waarde voor een specifiek
deel van de markt.
33. Groeistrategieën Ansoff
1) marktpenetratie: meer omzet in bestaande markt
2) Marktontwikkeling: bestaande producten op nieuwe markt
3) Productontwikkeling: ontwikkeling van nieuwe of verbeterde
producten
4) Diversificatie: aanbieden van producten aan een nieuwe
doelgroep
34. Stap 6: implementatie (vertaling strategie naar de markt)
Marketing mix, 4 p’s moeten passen bij de gekozen strategie.
36. Opdracht
• Maak een samenvatting van de eerste 3 paragrafen
• Min 2 A4, met minstens de volgende onderwerpen
- Soorten marketing
- marketing mix
- Stappen marketingbeleid
• Gebruik minimaal 5 visuals ter verduidelijking, je mag NIET de
visuals uit het boek gebruiken!
• Deadline: 3 oktober
38. Elementen van de P Product
• Assortiment
• Merk
• Verpakking
• Service & Garantie
• kwaliteit
Eigenschappen assortiment
• Breed vs smal: assortimentgroepen
• Diep vs ondiep
• Hoog vs laag
• Consistentie: samenhang
Verschillen aanbrengen in assortiment:
aanbod vs vraag differentiatie
39. Merk
• Assortiment
• Merk
• Verpakking
• Service & Garantie
• Kwaliteit
Onderscheidt producten, heeft materiële of immateriële betekenis
• Imago
• Logo
• Merkvoorkeur en merktrouw
• Merkbekendheid
40. • Lees paragraaf 2.4.5 en zoek bij de diverse soorten merken 3
voorbeelden.
• NIET de voorbeelden die in het boek staan.
50. • Me-too pricing: marktleider bepaald,
toegevoegde waarde o.b.v. USP.
• Put-out pricing: concurrent de markt
uitwerken (prijzenoorlog supermarkt)
• Stay-out pricing: zeer lage prijzen
waar concurrent niet tegen op kan
• Nieuw: afroomprijsstrategie of
penetratieprijsstrategie
• Kosten
• Vraag
• Concurrentie
• Nieuw product
51. Opdracht
• Zoek van een Aanbieder van bepaald product of dienst de marketing
mix
• Dus Product, Prijs, Plaats, Promotie
• Omschrijf de marketing mix aan de hand van theorie uit het boek.
• Laat zoveel mogelijk de termen uit het boek terugkomen
• Dus bij Product komt de gehele productmix aan bod, en als het gaat
over assortiment beschrijf je dat in termen van diep, breed en hoog.
• Dit alles voeg je samen in een mooie visual op A3 formaat,
bijvoorbeeld:
52.
53. LET OP
• Wie deze opdracht GOED en COMPLEET inlevert, krijgt vrijstelling van de
toets aan het eind van periode 1.
• Dat wil zeggen: vormgeving is goed uitgewerkt, voldoende theorie komt
aan bod, zodat ik kan vaststellen dat je de stof beheerst.
• Deadline: 1 november (3 weken)
• Tussentijdse feedback: 25 oktober
• Kies een aanbieder/product waarvan veel informatie te vinden is!!
Editor's Notes
Marketing wordt door sommige mensen gezien als smerig, als truukjes. Maar voordat we gaan kijken of dat zo is, gaan we eerst kijken wat marketing is.
Macro: op nationaal niveau”rol van marketing in de samenleving (bijvoorbeeld: hoe worden de goederen geruild?)
Meso: bedrjfstak: melk, de witte motor. Winkeliers n een winkelcentrum
Micro”marketing van ene individuele onderneming / instelling
Btob: Vrachtvervoer, bedrijfsverzekerinbgen, ziggo zakelijk. Vaak meer aandacht, langere relatie, dan de marktkoopman die een zak aardappels verkoopt.
BtoC: gericht op particulier
Detaill: door middel van prijs en goed promotiemateriaal proberen in de winkel te komen. Winkeliers zijn machtig!
Jumbo 17 weken lang tweede krat voor de helft (zomeraanbieding)Heineken moet dan marge inlveren.. Heineken leverde njiet meer. Jumbo was boos en plaatste deze advertentie. Jumbo heeft gewonnen. Uiteindelijk miljoen extra kratten. Waarom wil Heineken niet? Als bij ene minder marge, willen ze dat allemaal. En volgende zomer ander biermerk in de aanbieding, dus dan lever jij weer in,
Naar winst strevende overheid: sociale dienst, gemeentereiniging, ministeries
Toepassen van internet en digitale technieken om voor de markering geformuleerde doelstellingen te halen. Webwinkels, reclame via websites en via apps
Direct, een op een, emails, telefonische verkoop
Experience: product laten ervaren, storytelling
Themamarketing, langdurig, bijv verpakking of shit sponsoring
Fashion: lage groei, hoge concurrentie (weinig nieuwe klanten, dus klantbehoud, meer verkopen aan de klant die je hebt is belangrijk)
Loyale klanten: verlaging mk kosten, manier om te communiceren over je bedrijf, toegang tot klanten (bereiken van klanten)
Extra kennis?: online account koppelen aan kopen in de winkel: wat, wanneer, waar etc, klanten naar de winkel trekken.
Vrouwen kochten minder chips. Verpakking was niet goed. Dus niet glimmend, en gezond ingredient op voorkant,30 % minder vet.
B-to-C (inboedel), thema marketing (langdurige campagne, ontwikkel en implementatiekosten)
Om goed aan marketing te kunnen doen, (klantenvinden, aantrekken en behouden)heb je aantal instrumenten.
Prodcteigenschappen: wasmachine, spijkerbroek
Primark: a locatie, niet online, groot winkeloppervlak, veel goedkope kleding verkopen.
Yo, check deze uitvaartverzekering bradda
Groene Mc Donalds
Onder beleid wordt dus verstaan het aangeven van de richting en de middelen waarmee men gestelde organisatiedoelen wil gaan realiseren binnen de gestelde periode.
Continuiteit: als je over 20 jaar nog wil bestaan, moet je daarin allerlei beslissingen rekening mee houden, bijv binnenstad als er groot winkelcentrum komt? Winst: inkomeniegnaren, aandeelhouders, inversteren in ontwikkelen nieuwe producten, sparen voor slechte tijden
Groei is voorwaarde voor continuiteit en winst: kosten stijgen elk jaar (personeel, grondstoffen, energie. Zelfde winst: meer omzet.
Andere doelstellingen: Fair trade koffie: goede pirjs voor koffieboeren, Tony chocolonely, goede prijs voor cacou boeren, Body shop: producte znder dierproeven.
Wie mogelijke doelgroep, wat: welke behoeften hebben jouw klanten?
Hoe: hoe wil de orgaisate die behoeften vervullen?
Specifiek: niet vaag (dus niet; we moeten klantvriendelijker worden, maar binnen 2 maanden moet het aantal klachten van klanten in de winkel zijn afgenomen met 50 %)
Acceptabel: draagvlak! Dus geef winkelpersoneel meer zeggenschap om klachten af te handelen.
Is het haalbaar binnnen de tijd, zijn de middelen aanwezig etc.
Opvuller: marketing strategy steve jobs
Extern: opportunities & threats
1 is action
2 kwaliteot, merlnaam, design, maatwerk, a-merken, volvo is veilig, nike
Mp: soep ook smiddags lekker
Mobiel internet op tablet
PO: apple
MO: e-fiets ook voor moeders ( niet alleen oude mensen)
Verkoop goed, kosten zoals verwacht?
Omzet constant, klanten tevreden
Tijdscontrole: op tijd met bijdrage aan product? Productie op tijd, op tijd geleverd, betalen klanten op tijd?
Een steeksluetel heeft weinig sympolische eigeschappen (het is wat het is)
Bol.com: van boeken naar allesdus zeer breed
Diepte: aantal verschillende artikelen binnen een artikelgroep (30 kazen bij AH is breed en ondiep, speciaalzaak is smal en diep 350 soorten kaas, ah 15 soorten sigaren, tabakszaak: 50 soorten
Gemiddeld prijsniveau: oge prijs is AH is hoog asoorti, lage prijs lidl
Productievewantschap: zelfde manier geproduceerd (dus bjv slager, bloemist,
Koopverwantschap: zelgde manier gekocht: hondenvoer en diepvriesspinazie
Consumptie of gebruiksverwachtschap: producten hebben met elkaar te maken of hebben elkaar nodig: Senseo.
Aanboddifferentiatie: initiatoef van aanbieder: Tabakszaak tijdschriften
Vraag: consument vraagt erom: compters: usb sticks, printerpapier, camera’s.
Imago: toegevoefde waarde van een product: sterk imago = status is hogere prijs, soms tijdgevoelig (5 jaar geleden in, nu loser!) soms tijdsbestendig: ferrari. Denk: volkswagen
Logo: herkenning! Jonge kids herkennen het al. Origineel, herkenbaar, functioneel (passend), duurzaam
Merkbekendheid: actieve of spontane: noem merken van een bepaald product, eerste is top of mind
Passieve of geholpen merkbekendheid: ken je dit merk
Kies je vaak en lang voor een merk: is voorkeur en trouw.
Terwijl de ene consument nauwelijks aandacht besteedt aan een verpakking, laten heel wat klanten zich (on)bewust (ver)leiden door de verpakking (uitzicht, kleuren, slogan ...). Dit laatste is vooral het geval wanneer je een bepaalde soort producten (salsa-saus, tomatensap ...) voor het eerst koopt.
Snelle keuze
Terwijl je normaal (uit gewoonte, uit gemak of omdat je er tevreden over bent) vaak dezelfde soort merken koopt, moet je nu plots kiezen uit een (breed) gamma 'dezelfde' producten. Heel wat klanten besteden meestal niet al te veel tijd bij het kiezen van een product. Het is dus van het grootste belang dat je product, dmv de verpakking, de aandacht trekt. Op dit moment moet het product zichzelf verkopen!
Kosten: kosten + winst = verkoop prijs
Vraag: heel goed uitzoeken hoe veel klant bereid is te betalen. Hoge vraag = hogere prijs. Maar niet gebaseer dop kosten maar andere uitgangspunten
Prijsdrempel: als je op drempel zit of erboven, kost jet je omzet, ga er net onder zitten en dan sowieso paar centen onder rond bedrag.
Gebruikelijke prijs”bandbreedte. Wat kost een computer. Erboven moet je dus niet gaan zitten.
Prijs vergelijken: product kostte altijd al 1,50. Denk Sinterklaas.
Snob: als prijs stijgt, stijgt ook de vraag. Chanel tas bijvoorbeeld.
Verschillende prijzen voor verschillend egroepen afnemers
Volgt de marktleider, dus meer verkopen door de toegevoegde waarde: bepaal de USP. Google: de exacte info die je zoekt. Netflix: nooit meer te laat je video terug, nooit meer door de regen naar de videotheek, nooit meer voor niks naar de videotheek.
Afroom: eerst hoge prijs, als vraag daalt, dan lage prijs. Prijspenetratie: lage prijs, veel klanten (snelle verzadiging, je blijft concurrent voor)