6. Verschillen loofbos – naaldbos
OPBOUW
LOOFBOS
Bomen, struiken, kruiden,
mossen, weinig strooisel
NAALDBOS
Bomen, paar struikjes, paar
kruidjes, beetje mos, veel
strooisel
7. Verschillen loofbos – naaldbos
BIODIVERSITEIT planten
LOOFBOS
Groot; veel verschillende soorten
bomen, struiken, kruiden, mossen
NAALDBOS
Klein: Alleen naaldbomen, geen tot
weinig struiken en kruiden, wel mos
8. Verschillen loofbos – naaldbos
BODEM
LOOFBOS
Voedselrijk: bladverliezende
bomen en struiken, makkelijk te
verteren
NAALDBOS
Voedselarm en zuur; naalden zijn
taai en zuur, moeilijk te verteren
9. Verschillen loofbos – naaldbos
BIODIVERSITEIT kleine beestjes
LOOFBOS
Groot; veel verschillende soorten
NAALDBOS
Klein; weinig verschillende soorten
16. HYPOTHESE
Wat verwacht je? En waarom
Loofbos <-> naaldbos
Strooiselzakjes met grote of kleine diameter
Naaldstrooisel in loofbos en andersom
Bv: Het loofstrooisel breekt sneller af in loofbos dan in
naaldbos omdat de biodiversiteit van strooisel-
afbrekende organismen in het loofbos groter is dan in
het naaldbos.
Of: Het strooisel breekt sneller af in de strooiselzakjes
met 5x5mm maaswijdte dan in 1x1 mm maaswijdte,
omdat hier grotere strooisel-afbrekende dieren het
strooisel kunnen verkleinen, waardoor het sneller door
de strooisel-afbrekende micro-organismen verteerd kan
worden.
19. Wat hebben wij gedaan
10 groepjes
8 strooiselzakjes; 4 van 1 mm (grijs) en 4 van 5 mm (geel)
10 gram gedroogd strooisel; naaldbos en loofbos
Genummerd 1L1N of 7N5L,
Groepsnummer
Loofstrooisel of Naaldstrooisel
Maaswijdte zakje 1 mm of 5 mm (grijs of geel zakje)
Begraven in Loofbos of Naaldbos (plek 1 of plek 2)
29. CONCLUSSIE ?
Onze hypotheses worden niet bewezen, maar de
resultaten zijn niet betrouwbaar genoeg om uitspraken
te doen.
30. DISCUSSIE
Wat zouden we volgend jaar ander moeten doen?
De strooiselzakjes voorzichtiger behandelen zodat er
minder strooisel uit valt.
Grotere plastic zakjes waar het strooiselzakje plat in
past.
Meer weegschalen en dichter bij de plek in het bos
wegen, om strooisel verlies te voorkomen.
Alleen hele loofbladen en lange naalden als strooisel
gebruiken om het strooiselverlies in ieder geval aan het
begin van het experiment te beperken.
Voor het bepalen van de biodiversiteit invullijsten
maken met de verwachte beestjes zodat je kunt turven.
Deze presentatie vooraf geven zodat het duidelijk is
wat het onderzoek inhoud en waar op gelet moet
worden.