SlideShare a Scribd company logo
1 of 8
Chapter 5
  1thv
Bijwoorden van tijd
•   We rarely have Dutch in this classroom.
•   She often eats sandwiches and fruit
•   Does Simon always play football on Mondays?
•   Katie never buys snacks at school.


   Always, usually, often, sometimes, rarely en never
   zijn bijwoorden van tijd die aangeven hoe vaak iets
   gebeurt.
Chapter 5 grammar
 Voorbeelden
  
      I always sleep on the sofa.
     They usually eat in the kitchen
     We have never seen a ghost
  
      They are always talking
     He is often late
  
      This train is sometimes early.
Present continuous
Als je in het Engels wilt aangeven dat iets
  aan de gang is of iemand er mee bezig is,
  dan gebruik je de Present Continuous (de
  ing-vorm). In het Nederlands gebruiken wij
  vaak “aan het”.
Bv. Hij is aan het voetballen
      He is playing football
Hoe maak je de Present
            continuous?
Je hebt altijd drie onderdelen nodig:
 Een vorm van to be
 Een werkwoord
 Ing

 Als je steeds elk onderdeel een eigen kleur
  geeft, weet je zeker dat je er geen
  vergeet!
Voorbeelden
 I am  waiting for the bus (ik ben op de bus
  aan het wachten)
 She is working in the garden (ze is in de
  tuin aan het werken)
 They are kissing. (ze zijn aan het kussen)
Andere grammatica chapter 5
 Op mijn internetpagina staat de uitleg over
  de klok (filmpje) en extra oefeningen.
 In je boek staat de uitleg over:
     of (zoals in a packet of crisps)
     This, that, these, those

More Related Content

What's hot

Powerpoint pres s of pres c
Powerpoint pres s of pres cPowerpoint pres s of pres c
Powerpoint pres s of pres cwboenglish
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simplewboenglish
 
Regelmatige werkwoorden op er quiz
Regelmatige werkwoorden op   er quizRegelmatige werkwoorden op   er quiz
Regelmatige werkwoorden op er quizIhsane Beyd
 
Voorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdVoorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdmissie_maes
 
Participia in het Grieks
Participia in het GrieksParticipia in het Grieks
Participia in het Griekslbrounen
 
Die deutsche verben effectief leren
Die deutsche verben effectief lerenDie deutsche verben effectief leren
Die deutsche verben effectief lerenStefanie van Loenen
 
Participia
ParticipiaParticipia
Participialbrounen
 
Participia
ParticipiaParticipia
Participialbrounen
 
2011P1L2 - Present Simple
2011P1L2 - Present Simple2011P1L2 - Present Simple
2011P1L2 - Present Simplerocvt
 
Toetswijzer contact 10
Toetswijzer contact 10Toetswijzer contact 10
Toetswijzer contact 10robberv
 

What's hot (19)

Present Tense
Present TensePresent Tense
Present Tense
 
Voltooid deelwoord
Voltooid deelwoordVoltooid deelwoord
Voltooid deelwoord
 
Powerpoint pres s of pres c
Powerpoint pres s of pres cPowerpoint pres s of pres c
Powerpoint pres s of pres c
 
't kofschip
't kofschip't kofschip
't kofschip
 
Chapter 2 2kgt what's up
Chapter 2 2kgt what's upChapter 2 2kgt what's up
Chapter 2 2kgt what's up
 
Present simple
Present simplePresent simple
Present simple
 
Regelmatige werkwoorden op er quiz
Regelmatige werkwoorden op   er quizRegelmatige werkwoorden op   er quiz
Regelmatige werkwoorden op er quiz
 
Voorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijdVoorzetsels van tijd
Voorzetsels van tijd
 
Persoonsvorm instructie
Persoonsvorm instructiePersoonsvorm instructie
Persoonsvorm instructie
 
Elfde les
Elfde lesElfde les
Elfde les
 
Participia in het Grieks
Participia in het GrieksParticipia in het Grieks
Participia in het Grieks
 
Die deutsche verben effectief leren
Die deutsche verben effectief lerenDie deutsche verben effectief leren
Die deutsche verben effectief leren
 
Hond kat poster
Hond kat posterHond kat poster
Hond kat poster
 
Chapter 1 2thv
Chapter 1 2thvChapter 1 2thv
Chapter 1 2thv
 
Participia
ParticipiaParticipia
Participia
 
Die deutsche verben
Die deutsche verbenDie deutsche verben
Die deutsche verben
 
Participia
ParticipiaParticipia
Participia
 
2011P1L2 - Present Simple
2011P1L2 - Present Simple2011P1L2 - Present Simple
2011P1L2 - Present Simple
 
Toetswijzer contact 10
Toetswijzer contact 10Toetswijzer contact 10
Toetswijzer contact 10
 

More from Adrienne de Kock (18)

Professionele ontwikkeling van docenten
Professionele ontwikkeling van docentenProfessionele ontwikkeling van docenten
Professionele ontwikkeling van docenten
 
2thv grammar chapter 4
2thv grammar chapter 42thv grammar chapter 4
2thv grammar chapter 4
 
Chapter 3 (klas 1th)
Chapter 3 (klas 1th)Chapter 3 (klas 1th)
Chapter 3 (klas 1th)
 
Chapter 3 2thv
Chapter 3 2thvChapter 3 2thv
Chapter 3 2thv
 
Chapter 3 2kgt hot off the press
Chapter 3 2kgt hot off the pressChapter 3 2kgt hot off the press
Chapter 3 2kgt hot off the press
 
Chapter 2 2thv
Chapter 2 2thvChapter 2 2thv
Chapter 2 2thv
 
Chapter 1 1thv
Chapter 1 1thvChapter 1 1thv
Chapter 1 1thv
 
Chapter1 2kgt looking back
Chapter1 2kgt looking backChapter1 2kgt looking back
Chapter1 2kgt looking back
 
Chapter 7 2kgt
Chapter 7 2kgtChapter 7 2kgt
Chapter 7 2kgt
 
Grammar chapter 7 2thv
Grammar chapter 7 2thvGrammar chapter 7 2thv
Grammar chapter 7 2thv
 
Grammar chapter 6 1thv
Grammar chapter 6 1thvGrammar chapter 6 1thv
Grammar chapter 6 1thv
 
Grammar ch 6 2thv
Grammar ch 6 2thvGrammar ch 6 2thv
Grammar ch 6 2thv
 
Chapter 5 2thv
Chapter 5 2thvChapter 5 2thv
Chapter 5 2thv
 
Grammar chapter 4 1thv
Grammar chapter 4 1thvGrammar chapter 4 1thv
Grammar chapter 4 1thv
 
2thv grammar chapter 4
2thv grammar chapter 42thv grammar chapter 4
2thv grammar chapter 4
 
2kgt chapter 4 grammar
2kgt chapter 4 grammar2kgt chapter 4 grammar
2kgt chapter 4 grammar
 
Betrekkelijke voornaamwoorden
Betrekkelijke voornaamwoordenBetrekkelijke voornaamwoorden
Betrekkelijke voornaamwoorden
 
The future
The futureThe future
The future
 

Chapter 5 grammar

  • 1. Chapter 5 1thv
  • 2. Bijwoorden van tijd • We rarely have Dutch in this classroom. • She often eats sandwiches and fruit • Does Simon always play football on Mondays? • Katie never buys snacks at school.  Always, usually, often, sometimes, rarely en never  zijn bijwoorden van tijd die aangeven hoe vaak iets  gebeurt.
  • 4.  Voorbeelden  I always sleep on the sofa.  They usually eat in the kitchen  We have never seen a ghost  They are always talking  He is often late  This train is sometimes early.
  • 5. Present continuous Als je in het Engels wilt aangeven dat iets aan de gang is of iemand er mee bezig is, dan gebruik je de Present Continuous (de ing-vorm). In het Nederlands gebruiken wij vaak “aan het”. Bv. Hij is aan het voetballen He is playing football
  • 6. Hoe maak je de Present continuous? Je hebt altijd drie onderdelen nodig:  Een vorm van to be  Een werkwoord  Ing Als je steeds elk onderdeel een eigen kleur geeft, weet je zeker dat je er geen vergeet!
  • 7. Voorbeelden  I am waiting for the bus (ik ben op de bus aan het wachten)  She is working in the garden (ze is in de tuin aan het werken)  They are kissing. (ze zijn aan het kussen)
  • 8. Andere grammatica chapter 5  Op mijn internetpagina staat de uitleg over de klok (filmpje) en extra oefeningen.  In je boek staat de uitleg over:  of (zoals in a packet of crisps)  This, that, these, those