We werken een voorbeeld uit van de berekeningen die nodig zijn voor de manganometrische titratie van nitriet-ionen in gramequivalenten en normaliteit (N).
1. Manganometrische titratie van NO−
2 - normaliteit (N)
We werken een voorbeeld uit van de berekeningen die nodig zijn voor de manganometrische
titratie van NO−
2 in gramequivalenten en normaliteit (N).
Standaardisatie van KMnO4 met (COOH)2
Er wordt een ±0, 05 N KMnO4-oplossing bereid (zie labovoorbereiding).
MMKMnO4 = 158,0 g/mol
MnO−
4 + 5e−
+ 8H+
−−→ Mn2+
+ 4H2O
VMKMnO4 =
MM
5
=
158, 0 g/mol
5 val/mol
= 31, 60 g/val
De KMnO4-oplossing wordt gestandaardiseerd met oxaalzuur-dihydraat ((COOH)2 · 2H2O)
volgens de eerste methode. Er wordt een 0,05 N (COOH)2-oplossing bereid met een correc-
tiefactor f(COOH)2 · 2H2O.
f(COOH)2 · 2H2O =
praktische hoeveelheid
theoretische hoeveelheid
=
778,5 g
788,0 mg
= 0, 9879
MM(COOH)2 · 2H2O = 126, 07 g/mol
(COOH)2 −−→ 2CO2 + 2e−
+ 2H+
VM(COOH)2 · 2H2O =
MM
2
=
126, 07 g/mol
2 val/mol
= 63, 04 g/val
De titratiereactie is
5(COOH)2 + 2MnO−
4 + 6H+
−−→ 10CO2 + 2Mn2+
+ 8H2O
(COOH)2 · 2H2O 10,00 ml 20,00 ml 20,00 ml 20,00 ml
E.V. MnO−
4 11,29 20,49 20,81 20,44
B.V. MnO−
4 1,17 0,24 0,64 0,26
T.V. MnO−
4 10,12 20,25 20,17 20,18
Foutenmarge =
Vgrootst − Vkleinst
Vkleinst
× 100%
=
20,25 ml − 20,17 ml
20,17 ml
× 100%
= 0,40% < 1%
Vgem =
20, 25 ml + 20, 17 ml + 20, 18 ml
3
= 20,20 ml
De algemene titratieformule kan nu gebruikt worden om de concentratie van de MnO−
4 -
oplossing te berekenen.
NMnO−
4
× VMnO−
4
= N(COOH)2 · 2H2O × f(COOH)2 · 2H2O × V(COOH)2 · 2H2O
Analytische chemie: lab T. Mortier 1
2. NMnO−
4
=
N(COOH)2 · 2H2O × f(COOH)2 · 2H2O × V(COOH)2 · 2H2O
VMnO−
4
=
0, 05 N × 0, 9879 × 20, 00 ml
20, 20 ml
= 0, 04891 N
Titratie van NO−
2
Principe
Een rechtstreekse titratie van NO−
2 is niet mogelijk. HNO2 is onbestendig.
3HNO2 −−−− H+
+ NO−
3 + NO + H2O
Er wordt eerst een nauwkeurig gekende overmaat gestandaardiseerde MnO−
4 -oplossing (25,00
ml = V1) in de erlenmeyer gepipetteerd en nadien zal men dit aanzuren. Vervolgens wordt
er zeer langzaam 20,00 ml onbekende NO−
2 -oplossing gepipetteerd.
2MnO−
4 + 5NO−
2 + 6H+
−−→ 2Mn2+
+ 5NO−
3 + 3H2O
De oplossing moet nog steeds paars kleuren. Daarna pipetteert men onmiddellijk 20,00 ml
(COOH)2-oplossing. De overmaat aan (COOH)2 wordt getitreerd met de gestandaardiseerde
MnO−
4 -oplossing (V2).
5(COOH)2 + 2MnO−
4 + 6H+
−−→ 10CO2 + 2Mn2+
+ 8H2O
Het gebruik van gramequivalenten en normaliteit komt hier heel goed tot zijn recht. Op het
equivalentiepunt is het totaal aantal gramequivalenten MnO−
4 dat gereageerd heeft gelijk aan
de som van het aantal gramequivalenten NO−
2 en het aantal gramequivalenten (COOH)2.
#valMnO−
4
= #valNO−
3
+ #val(COOH)2
NMnO−
4
× (V1 + V2) = NNO−
2
× VNO−
2
+ N(COOH)2
× V(COOH)2
Titraties en berekeningen
V1 MnO−
4 25,00 ml 25,00 ml 25,00 ml
NO−
2 20,00 ml 20,00 ml 20,00 ml
E.V. MnO−
4 16,17 15,89 15,98
B.V. MnO−
4 0,39 0,18 0,23
T.V. MnO−
4 15,78 15,71 15,75
Foutenmarge =
Vgrootst − Vkleinst
Vkleinst
× 100%
=
15,78 ml − 15,71 ml
15,71 ml
× 100%
= 0, 45% < 1%
2 T. Mortier Analytische chemie: lab
3. V2 = Vgem =
15,78 ml + 15,71 ml + 15,75 ml
3
= 15,75 ml
Via de algemene titratieformule berekenen we de concentratie van de onbekende NO−
2 -
oplossing.
NNO−
2
=
NMnO−
4
× (V1 + V2) − N(COOH)2
× f(COOH)2
× V(COOH)2
VNO−
2
=
[0,04891 N × (25,00 ml + 15,75 ml)] − 0,05 N × 0,9879 × 20,00 ml
20,00 ml
= 0,05026 N
We berekenen tot slot het aantal mg NaNO2 per 100 ml oplossing.
NO−
2 + H2O −−→ NO−
3 + 2e−
+ 2H+
VMNaNO2
=
MM
2
=
69, 00 g/mol
2 val/mol
= 34, 50 g/val
0,05026 val/l × 34,50 g/val = 1,734 g/l
= 1,734 mg/ml
= 173,4 mg NaNO2/100 ml Oplossing
Analytische chemie: lab T. Mortier 3