Jan evenepoel - waarom sport van jou een betere ondernemer maakt
Shibashi met muisklik
1.
2. - Is een verzamelnaam voor alle Chinese
gezondheidsoefeningen.
- Ze bestaan uit een combinatie van
beweging, ademhaling en intentie.
* Qi = levensenergie
* Gong = oefening
- Oefenen met qi dus
3. * Recente Qigongvorm: 1982
* Combineert Qigong met Taichi Yang oefeningen.
* 18 eenvoudige oefeningen voor een goede conditie.
* Meridianen openen, interne organen masseren,
spieren en pezen versterken, gewrichten openen.
*Zeer ontspannend, verhogen natuurlijke weerstand,
verminderen problemen met gewrichten, spijsverte –
ring en ademhaling.
*Prima voorbereiding op Taichi Yangstijl
24-vorm, veel arm- en beenbewegingen
komen hierin terug.
4. *Volgens TCM niet alleen bloed door de
bloedvaten maar ook qi dat door de energie-
vaten (meridianen) stroomt.
*Als de qi vrijuit stroomt dan ben je gezond.
*Qigong en Taichi laten de qi beter stromen.
*TCM > meer methoden om lichaam in balans
te houden o.a., kruiden, naalden, tuina
*Qigong en Taichi zijn echter “therapie
vormen” die je helemaal zelf kunt doen!
5.
6. Laogong punt;
belangrijk energie-
centrum, Pericardium
meridiaan (PE-8).
Vertaling, werkpaleis.
Bij veel oefeningen gaat
de aandacht naar het
Laogong zodra de
handen Yang worden.
Yongquan punt;
Belangrijk energie-
centrum,
Nier meridiaan (Ni-1).
Vertaling, borrelende
bron. Ingang voor de
aarde energie. Dit punt
regelmatig goed
masseren voor een
vitale nier energie.
Lage Dantien; belangrijk
energie- centrum,
Conceptievat 6 (CV-6)
drie vingers onder de
navel, 2cm in de buik.
Belangrijkste plek voor
energie opslag (accu).
Veelvuldig concentreren
we ons op dit punt
tijdens de oefeningen.
Tevens het zwaartepunt
van ons lichaam. Alle
Taichi bewegingen
worden ingezet vanuit
Dantien. Alles en het
hele leven draait om
Dantien.
7. Adem in
door de neus
Long zet uit
en
duwt
middenrif
omlaag
Buik zet uit
Inwendige
organen
masseren
elkaar
onderling
Buikademhaling:
is de meest ontspannen manier
van ademhalen en dit is ook de
enige manier waarop de qi zich in
het Dantien kan verzamelen.
In- en uitademen door de neus
In- en uitademen:
• Een paar richtlijnen:
- Beweging ↑ = inademen
- Beweging ↓ = uitademen
- Beweging ← = inademen
- Beweging → = uitademen
8. • Draag gemakkelijke en loszittende kleding.
• Draag geen sieraden of bril tijdens het beoefenen van energie oefeningen.
• Zoek een rustig plekje op, met veel frisse lucht.
• In- en uitademing door de neus: langzaam, diep en zonder geluid. Denk altijd
een beetje aan het Dantien, vooral als je uitademt.
• Voer de bewegingen gelijkmatig en langzaam uit. Forceer niets. Probeer
anderen niet te imiteren als die bijvoorbeeld dieper kunnen bukken of zich
verder kunnen omdraaien.
• Probeer de oefeningen op een vast moment van de dag te doen.
• Elke dag 20 minuten is beter dan twee keer per week een uur.
• Oefen niet direct na een warme maaltijd want dan is je lichaam met iets anders
bezig – wacht 2 uur.
• Niet al te intensief oefenen als je zwanger bent of menstrueert. Bij zwanger-
schap in elk geval: geen lage zitstanden, niet te ver voorover buigen
en onderbuik niet aanspannen.
• Leg je telefoon van de haak en zet je mobieltje uit. Probeer vooraf alle
storende invloeden uit te schakelen.
9.
10.
11. Door met aandacht de
acupressuurpunten in het oor te
masseren activeer je meteen de
belangrijkste gewrichten.
De gewrichten krijgen alvast een
zeer zachte ‘warming-up’.
12. Deze oefening ontspant
heupen en buik en ontlaadt
spanning in de belangrijkste
gewrichten van je
onderlichaam. Voer hem
langzaam uit, alsof je een
zware steen omrolt.
13. Deze oefening ontspant
heupen, knieën, enkels en
masseert de voetzolen en
ontlaad spanning in de
gewrichten van de benen en
voeten.
Voer hem langzaam en kalm
uit.
14. Deze eenvoudige oefening
heeft een sterk effect op je
energiecirculatie en op je
ontspanning, en ze versterkt je
benen. Het ontspannen
schudden van je lichaam laat je
inwendige organen iets
meebewegen en geeft ze zo
een interne massage. Dit
schudden ontlaadt spanning
en verbetert de
energiecirculatie in de diepte
van je lichaam.
15. Sta met je voeten parallel op schouderbreedte
Armen hangen opzij van je lichaam , handen losjes tegen het bovenbeen
Hoofd rechtop, kijk recht vooruit
Schouders ontspannen, oksels open
Borst in (niet uitzetten)
Bekken ietsje naar voren: rechte rug
Knieën niet op slot
Mond dicht, puntje van je tong tegen gehemelte / bovenste tanden
Ontspan en adem in en uit door de neus. Probeer je geest tot rust te brengen,
concentreer je op de ademhaling en denk aan je buik.
Blijf een tijdje zo staan.
16. Draai handpalmen naar achteren
IN:
- til armen aan de pols omhoog tot
schouderhoogte en kom overeind, ellebogen laag
UIT:
- breng armen weer omlaag tot opzij
- door de knieën, rechte rug
17. IN:
- til armen aan de pols
omhoog tot
schouderhoogte en kom
overeind, ellebogen laag
- draai palmen naar elkaar
toe en spreidt armen
zijwaarts, borst open
UIT:
- armen eerst weer parallel,
dan omlaag tot opzij; de
pols leidt – vingers volgen
- door de knieën, rechte rug
18. IN:
- gewicht op rechts (rechterknie
licht gebogen, linkerbeen
gestrekt), draai naar links met
tussen de armen een grote
energiebal
UIT:
- breng de rechterhand (Yang)
naar de linkerhand (energie
compressie)
IN:
- draai terug naar het midden, rechterhand gaat terug
naar oorspronkelijke positie
UIT:
- handen gaan Yang terug naar beneden
19. IN:
- kom overeind en til handen
op tot boven je hoofd, draai
palmen naar buiten
UIT:
- handen uit elkaar (scheid de
wolken), armen cirkelen
buitenom naar beneden , door
de knieën
20. IN:
- draai palmen omhoog,
cirkel rechterhand omlaag
en achter omhoog, draai
middel naar rechts, breng
rechterhand in een boog bij
je oor (palm laag)
UIT:
- draai middel terug en
duw rechterpalm over
linker (handen midden
voor de borst) en trek
linkerhand terug
21. IN:
- cirkel beide armen
achterlangs omhoog, keer in
de beweging palmen om en
kom overeind, strek armen tot
boven je hoofd (palmen naar
voren)
UIT:
- cirkel door en breng handen
terug opzij, door de knieën
22. IN:
- draai naar links en breng je
rechterarm tot schouderhoogte
met palm boven
- strek, til rechterhak op en duw
linkerhand omlaag
UIT:
- draai rechterpalm laag en keer
terug naar uitgangspositie, ietsje
door de knieën
23. IN:
- draai naar links, breng
armen omhoog en kijk langs
je handen door naar boven,
strek je benen
UIT:
- draai lichaam terug, armen
laag, ietsje door de knieën,
palmen naar elkaar toe
24. UIT:
- draai middel naar links
en duw rechterpalm
naar linksvoor op
borsthoogte
IN:
- draai duwende handpalm naar boven, draai middel terug en
trek hand terug opzij
UIT:
- draai middel naar rechts en duw linkerpalm naar
rechtsvoor op borsthoogte
25. IN:
- draai middel naar links,
armen bewegen mee, kijk naar
je bovenste hand
UIT:
- wissel handen van positie,
draai middel naar rechts, armen
bewegen mee
IN:
- wissel handen van positie en draai naar links
26. IN:
- kom overeind, gewicht naar
rechtervoet en breng handen
boven je hoofd
- buig achterover en kijk naar
de hemel
UIT:
- draai palmen om, spreidt
handen, kom naar voren en
buig voorover naar je
linkerknie
27. IN:
- gewicht terug, trek handen
terug tot voor de borst, linker
voorvoet los van de grond
UIT:
- handen voor de buik langs,
duw palmen naar voren,
gewicht naar voren,
rechterhak los
28. IN:
- trek handen in tot voor de
borst en open ze zijwaarts,
gewicht terug op rechts,
voorvoet los van de grond
UIT:
- sluit armen en kom naar
voren, rechterhak los
29. UIT:
- stoot langzaam met linker
vuist op schouderhoogte
naar voren, draai vuist in
de beweging om, kijk met
wijd open ogen strak voor
je uit
IN:
- draai vuist en breng hem
terug opzij van je middel
30. IN:
- breng armen zijwaarts
aan de pols omhoog tot
boven je schouders, strek
je benen, op de tenen
UIT:
- armen komen langs
dezelfde weg omlaag tot
bij je bovenbenen,
hakken terug op de
grond, door de knieën
31. IN:
- draai langzaam
linksom naar boven met
bijna gestrekte armen
UIT:
- draai langzaam
rechtsom weer naar
beneden
32. IN:
- til linkerknie op (bovenbeen
horizontaal) tegelijk met rechterarm
(tot schouderhoogte)
- zet linkervoet weer neer (eerst
tenen, dan hak), rechterarm omlaag
UIT:
- til rechterknie op tegelijk met
linkerarm
- zet rechtervoet weer neer (eerst
tenen, dan hak), linkerarm omlaag
33. IN:
- kom overeind en breng
handen omhoog tot
ooghoogte met de palmen
boven
UIT:
- draai palmen om en duw ze
zachtjes naar beneden tot voor
de onderbuik, ietsje door de
knieën
34. Blijf na de laatste oefening nog even op schouderbreedte
staan en plaats beide handen over elkaar op de onderbuik –
mannen linkerhand binnen, vrouwen rechter.
Concentreer op je onderbuik en adem een paar
keer rustig in en uit door de neus.