5. Agenda
Welkom
Resi Veldhoven en Mariska de Jong : relatiemanager
Programma Workshop visieversneller 10.20- 12.30 uur
deel 1
Discussie met 40 stellingen: visie
Nabespreken en visie formuleren
deel 2:
Discussie met 60 stellingen: doelen
Nabespreken en belangrijkste doelen bepalen
Bespreken welke doelen we aan gaan pakken
(later mogelijkheid voor SMART formuleren van
doelen)
8. Visie, missie, doel, strategie
1. Hebben we allemaal
2. Begrijpen nut en noodzaak
3. Maar zijn ze duidelijk?
a)Voor de medewerkers
b)Voor de leerlingen
c) Voor de ouders
d)Voor andere partijen
9. Een bedrijf met een MISSIE……..
Alle computers gebruiken onze
software
Over enkele jaren heeft iedere
werknemer een pc op zijn bureau
staan
• Welk bedrijf was dit? (1985)
22. Samengevat … 4 in balans:
Welke manier van werken kies je?
Welke software heb je nodig?
Hoe organiseer je de professionalisering?
Wat zijn de technische implicaties?
Rol directie
27. Docentniveau:
ELO
software
www
leren op afstand
portfolio
28. Leraar :
Faciliteert, meer een als onderzoeksproces
Kijkt… hoe is er geleerd ?
Leerling:
actief,zelfstandig,samenwerkend
kennis verwervend en probleemoplossend
29. Docentniveau:
ELO
software
www
leren op afstand
portfolio
30. Aan de slag: visie
1. Maak groepen
2. Bespreek alle 40 stellingen
3. Kies maximaal 10 stellingen uit
die voor jullie passen bij het onderwijs in de
toekomst op jullie school
• Benoem: kennisoverdracht of kennisconstructie
• Ga naar computer, klik jullie stellingen aan(steeds 1
groepje meer kiezen)
31. Uitkomsten visie
• Discussie gezamenlijk: we kiezen er 10
• Is het overdracht of constructie (zetten we in
computer vast )
• Uitslag bekijken: = uitgangspunt voor deel 2
32. Aan de slag: doelen
1. In groepen
2. Bespreek alle 60 stellingen
3. Kies minimaal 5 stellingen uit passen bij jullie
visie op onderwijs
4. benoem: - korte termijn (1-2 jaar)
- lange termijn (na 3 jaar)
5. in computer; (steeds 1 groep meer aanvinken)
Ook met alleen doelstellingen kom je er niet. Deze doelstellingen moeten leiden tot implementatie. Het bedachte moet in de praktijk ingevoerd worden zodat ICT een plaats krijgt in de dagelijkse praktijk. Als de doelstellingen straks helder zijn, zullen we daarom ook een implementatieplan maken. Het doel omschrijft het wat, maar door dit te in een actie te formuleren, weet je ook hoe je tot dit doel komt.
Microsoft, toen IBM de software wilde kopen. Als Gates deze missie en visie niet had gehad, zou hij niet zo groot zijn geworden. De missie heeft te maken met de identiteit, waarden/normen en principes van de organisatie. Het geeft antwoord op de vragen " wie zijn we, waar staan we als organisatie voor, wat zijn onze waarden, hoe willen we omgaan met onze stakeholders (leerlingen, personeel, ouders, overheid). De missie geeft de kernactiviteiten van de organisatie weer. Het geeft richting en focus, het is kort en krachtig geformuleerd De visie gaat over de verwachting die de organisatie heeft over de toekomst om succes te hebben. Het zegt WAT we willen bereiken De strategie hoe we het gaan bereiken. Welke doelen stellen we en met welke middelen gaan we die bereiken. De strategie is de brug tussen de missie en de harde realiteit van alle dag.
Als we vervolgens inzoomen op ict in het onderwijs, kun je deze drie pijlers benoemen. Geldt dit ook voor jouw school? Wat is jouw visie op het onderwijs en hoe past ict daarin? Past het er wel in?
Om het overzichtelijk te houden voor deze workshops halen we twee modellen naar voren:
De basis van de tools wordt gevormd door Vier in Balans : De kern van Vier in Balans is dat zinvolle en duurzame inzet van ict voor onderwijsdoeleinden mogelijk is als de vier bouwstenen visie , deskundigheid , digitaal leermateriaal en ict-infrastructuur evenwichtig worden ingezet. Klik op het plaatje voor een filmpje.
Visie : de opvatting van de school over wat goed onderwijs is en de wijze waarop de school dat goede onderwijs wil realiseren . Deze visie omvat de doelstellingen van de school, de rol van leraren en leerlingen, de inhoud van het onderwijs en de materialen die worden ingezet. De visie van management en lerarenteam is richtinggevend voor zowel het schoolbeleid als voor de inrichting en organisatie van het onderwijs.
Deskundigheid : leraren en leerlingen moeten over voldoende kennis en vaardigheden beschikken om onderwijsdoelstellingen met behulp van ict te bereiken. Daarbij gaat het niet alleen om basis ict-vaardigheden, zoals het kunnen gebruiken van een computer. Om ict als hulpmiddel voor de inrichting en organisatie van leerprocessen te gebruiken, zijn ook didactische ict-vaardigheden vereist. Deze aanvullende vaardigheden zijn dus specifiek gericht op het inzetten van ict voor de realisatie van onderwijsdoelen.
Digitaal leermateriaal: alle (formele en informele) digitale educatieve content , behoort tot digitaal leermateriaal. Software en content worden hieronder gerekend.
Ict-infrastructuur : de beschikbaarheid en kwaliteit van computers, netwerken en internetverbindingen zijn infrastructurele voorzieningen. In aanvulling op deze traditionele definitie, worden ook elektronische leeromgevingen en het beheer en onderhoud van de ict-voorzieningen tot de infrastructuur gerekend.
Deze bouwstenen moeten zorgvuldig afgestemd worden op de leerprocessen die voor de leerlingen worden ingericht. Niet alleen leraren spelen hierin een rol, maar er is ook ondersteuning van het management nodig. Het management moet dit proces aansturen en condities voor ondersteuning en samenwerking met andere professionals creëren.
Samengevat: wat kies je, hoe kies je, wat zijn de gevolgen technisch en financieel, hoe pakken we het aan en hoe stuurt de manager?
Model visie op klassenmanagement. Als aan alle voorwaarden uit vier in balans is voldaan, hoe vertaal je dit dan naar de praktijk. Hoe geven je docenten les in de klas
Model visie op klassenmanagement. Als aan alle voorwaarden uit vier in balans is voldaan, hoe vertaal je dit dan naar de praktijk. Hoe geven je docenten les in de klas
Als we kijken naar leraargestuurd onderwijs, overdragen. Dan kan daarbij op allerlei manieren ICT ingezet worden. Bij overdragen hoort sturing vanuit de leraar. Materialen die daar goed bij passen, zijn bijvoorbeeld het digitale schoolbord met klassikale instructie, toetsen die door de leraar worden nagekeken, een elektronische leeromgeving waarin sterk sturing gegeven kan worden, etc. Maar eigenlijk kun je ieder apparaat op een overdrachtelijke manier inzetten, als jij als leraar sturing geeft over hoe het gebruikt moet worden past het binnen de visie overdragen. Je kunt ICT op twee manieren inzetten: additioneel of geïntegreerd. Het beste is om dit geïntegreerd te doen. Stof wat je met ICT al aangeboden hebt, hoef je niet ook nog met het boek of de methode aan te bieden. In een docentgestuurde setting kun je met ICT goed toetsen of een leerling de stof beheerst.
Maar je kunt je onderwijs ook heel leerlinggericht inrichten. Middelen die weer heel erg horen bij individueel constructief leren zijn bijvoorbeeld tablets of mobiele telefoons, augmented reality bij je lesboek of een leerlingportfolio. Maar ook hier kun je middelen inzetten die misschien oorspronkelijk bedoeld zijn voor klassikale lessen zoals het digibord. Laat je leerlingen het digibord zelf gebruiken bij hun presentaties, dan kunnen zij hiermee hun eigen kennis construeren. Ook in een leerlinggerichte setting heb je twee vormen van ICT-gebruik: additioneel of geïntegreerd. Als je ICT in je leeromgeving opneemt, weten de leerlingen wel hoe ze de devices in elke situatie goed kunnen gebruiken. Het is de taak van de leraar om de leerling hierin te begeleiden.
Model visie op klassenmanagement. Als aan alle voorwaarden uit vier in balans is voldaan, hoe vertaal je dit dan naar de praktijk. Hoe geven je docenten les in de klas
Kortom, ieder stukje techniek kun je op een andere manier inzetten. De manier waarop je het inzet bepaalt hoe je visie tot uiting komt. Nogmaals, niet alleen het WAT (het apparaat) is belangrijk, minstens net zo belangrijk is het HOE: didactiek en inzet.
We starten nu met het onderdeel visie.
Vat hier de uitkomsten van de visie samen, schrijf de meest gekozen visie-stellingen op
We starten nu met het onderdeel doelen.
Schrijf hier de meest gekozen doelstellingen op, zet er ook bij of het korte of lange termijn is.
Formuleer de doelstellingen zo concreet mogelijk (smart). SMART staat voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Dus liever: we gaan met drie docenten van de sectie Frans wiki’s uitproberen bij het literatuuronderwijs in de bovenbouw in de eerste 6 weken van het volgende schooljaar. Dan: we gaan in de sectie Frans ict invoeren. Denk eerst na welke strategie jullie meestal hanteren om iets nieuws te gaan doen. Bedenk dan of je dezelfde strategie wilt of kan het ook anders. Laat de werkzaamheden niet op de schouders van 1 persoon terecht komen, maar verdeel het werk!