1. Kwaliteitszorg in de HA-praktijk
Inleiding
De kwaliteitscirkel
Kwaliteitsverbeterprojekten
2. Kwaliteitszorg in de HA-praktijk
Omdat
• van huisartsen wordt verwacht dat ze
kwalitatief goede en doelmatige zorg
leveren en
dat ze verantwoording afleggen over de
zorg die ze leveren
• implementatie van nieuwe ontwikkelingen
vaak achterblijft bij de verwachtingen
3. Kwaliteitszorg in de HA-praktijk
Kwaliteitszorg
’is de continue en systematische aandacht die
iedereen in een organisatie
(zoals een ha-praktijk)
besteedt aan het op peil houden en verder
verbeteren van de kwaliteit van zorg’
4. Kwaliteitszorg in de HA-praktijk
Noodzaak / voorwaarde:
De huisarts ontwikkelt beleid gericht op (continue)
kwaliteitsverbetering →
Beslissingen worden genomen op basis van gegevens
over feitelijke zorg
Er wordt een systematische aanpak gehanteerd
Er wordt samengewerkt met betrokkenen
Benodigde organisatorische aanpassingen worden
gedaan
5. Kwaliteitszorg in de HA-praktijk
Aanbevelingen voor kwaliteitssysteem:
Stel realistische doelen voor kwaliteit van zorg
Stel prioriteiten t.a.v. onderwerpen voor kwaliteitsverbetering
Maak een jaarplanning voor verbeteractiviteiten
Voer beperkte, hanteerbare kwaliteitsverbeterprojecten uit
Maak gebruik van kwaliteitsyclus + instrumentarium & technieken
Benoem een kwaliteitscoördinator
Houdt regelmatig kwaliteitsoverleg met betrokkenen
Maak een (beknopt) jaarverslag
6. De kwaliteitscirkel
Selectie van
een geschikt
onderwerp
Toespitsing
en
afbakening
Doelformulering
en criteria
Voormeting Analyseren van
knelpunten
Opstellen van
plan voor
verandering
Invoeren van
veranderingen
Nameting
Evaluatie
bereikte
resultaten
Voorbeeld
7. De kwaliteitscirkel
1) Selectie van
een geschikt
onderwerp
2) Toespitsing
en
afbakening
3) Doelformulering
en afbakening
4) Voormeting
5) Analyseren van
knelpunten
6) Opstellen
van plan voor
verandering
7) Invoeren van
veranderingen
8) Nameting
9) Evaluatie
bereikte
resultaten
Voorbeeld
9. Twee categorieën onderwerpen:
Gesignaleerde problemen in de praktijk
- klachten van patiënten
- afspraken die mislopen
- gegevens die zoek raken
- etc.
Vernieuwingen die men wil invoeren
- nieuwe NHG-standaard
- verbeteringen ‘afgekeken’ in een andere praktijk
- plannen vanuit de HAGRO
- etc.
1) Selectie van
een geschikt onderwerp
10. NB!
Niet alle onderwerpen zijn even geschikt
Beschikbare tijd en middelen vaak beperkt
⇒ van belang:
Relevantie → is er een concreet belang?
Meetbaarheid → ‘t gaat om tastbare resultaten!
Haalbaarheid → afbakening. In de tijd realiseerbaar.
1) Selectie van
een geschikt onderwerp
12. Valkuilen algemeen:
Keuze op basis van hobbyisme i.p.v. analyse v. knelpunten
Een te groot en te omvangrijk onderwerp
Te vaag onderwerp met onvold. concretisering/afbakening
Geen praktische vraag stellen, maar een wetenschappelijke
Onderwerp richt zich op persoonlijk probleem
Onderwerp waarbij bij voorbaat al vaststaat dat er met de conclusie
weinig tot niets gedaan zal worden
1) Selectie van
een geschikt onderwerp
13. TIP:
Na 1e brainstorming in praktijk vaak stortvloed
aan verbetermogelijkheden →
wijs niets af, maar maak een weloverwogen keuze
combineer eventueel meerdere onderwerpen
1) Selectie van
een geschikt onderwerp
16. 2) Toespitsing en afbakening
TIP:
Na 1e brainstorming in praktijk vaak
stortvloed aan verbetermogelijkheden →
wijs niets af, maar maak een weloverwogen keuze
combineer eventueel meerdere onderwerpen
17. TIP:
Stel zorgvuldig vast op welke onderdelen/
aspecten van een onderwerp kwaliteits-
verbetering zich specifiek zal richten
→
Die aspecten die het grootste rendement voor verbetering
zullen opleveren
Of beperking tot díe aspecten die voorwaarde zijn voor
andere verbeteringen
Voer probleemanalyse uit
2) Toespitsing en afbakening
19. Sterkte/zwakte analyse:
Wat doen we goed / niet goed?
Hoe belangrijk is datgene wat we wel/niet goed
doen?
zeer belangrijk
minder belangrijk
goedslecht
+ +
- +- -
- +
hoge prioriteit! consolideren!
mag ‘t iets minder?
geen prioriteit
2) Toespitsing en afbakening
20. Visgraatdiagram:
Oorzaken van een probleem worden al
brainstormend geordend in rubrieken
persoon middelen
sociaalpraktijk
PROBLEEM
2) Toespitsing en afbakening
21. Visgraatdiagram - voorbeeld:
persoon middelen
sociaalpraktijk
DM-patiënten
komen niet
op controle
transportproblemen
aan huis
gebonden
angst voor
kritiek
arts niet
lastig vallen
stigmati-
sering
problemen
op het werk
moeilijk
afspraken
maken
ook contact
met ZH
dieet-
probleem
nut
niet zien
ontkenning
2) Toespitsing en afbakening
22. werkt af
werkt af
werkt af
werkt af
Nee,
nog bezig,
geen tijd,
afwezig
Ass.
neemt
op
nee
ja
ja
Verbindt
toch door
Arts belt
terug
Arts
neemt
op
Arts
bereik-
baar
laat
terug
bellen
Stroomschema:
2) Toespitsing en afbakening
27. Richtlijnen,
d.w.z. algemene uitspraken over
gewenste zorg:
NHG-standaard
Andere landelijke consensus
Afspraken o.g.v. consensus-discussie
in de eigen praktijk
3) Doelformulering en criteria
28. Hulpmiddelen
om het nagestreefde doel zo concreet
en meetbaar mogelijk te maken:
Indicatoren (concreet meetbare aspecten van zorg)
Criteria (wat is wel/niet acceptabel?)
Praktijkdoel (welk nivo wil men bereiken?)
3) Doelformulering en criteria
29. Valkuil:
Verwarring tussen doel en middel →
doel dient altijd een verbetering van zorg te
betreffen en ook als verbetering van zorg
meetbaar te zijn
Voorbeeld: ‘het maken van een praktijkfolder’ is een middel
en geen doel op zichzelf.
3) Doelformulering en criteria
30. TIP: Denk aan ‘SMART’:
Specifiek: goed afgebakend onderwerp
Meetbaar: kwantitatief meetbaar
Acceptabel: iedereen vindt het een goed idee
Relevant: inspanning vs winst = positief
Tijdgebonden: er is een tijdlimiet
Hulpvragen:
Wat willen we veranderen?
Waaraan kunnen we aflezen dat het daadwerkelijk
verbetering geeft?
3) Doelformulering en criteria
34. 1. Zelfregistratie
2. Gecomputeriseerde
registratie
3. Kaartenbakonderzoek
4. Observatie in de
spreekkamer
5. Analyse videobeelden
6. Praktijkobservatie
7. Patiënten enquête
8. Gegevens verzekeraar
9. Gegevens apotheek
Methoden voor gegevensverzameling
NB.: validiteit, betrouwbaarheid en praktische toepasbaarheid!
4) Voormeting
35. TIP:
Meet alleen datgene wat je hebt afgesproken in de
doelen en niets meer (zonde v/d tijd!)
Neem de tijd voor het vaststellen van de meting
(voorkomt teleurstelling achteraf)
4) Voormeting
38. 5) Analyseren van knelpunten
1. Vergelijk verzamelde gegevens met gestelde
doelen
2. Analyseer waarom het nagestreefde doel binnen
het huidige beleid niet is bereikt → knelpunten
3. Gebruik eventueel hulpmiddelen als
histo-paretogram voor verdere analyse en
presentatie
39. TIP: Indien een nieuw proces wordt ingevoerd:
gebruik je energie om precies te
formuleren wat in het nieuwe proces
bewerkstelligd moet worden
(bijvoorbeeld bij invoering nieuwe procedures, protocollen,
vaardigheden enz.)
5) Analyseren van knelpunten
41. 6) Opstellen van een
plan voor
verandering
De kwaliteitscirkel:
de diagnostische fase
42. 6) Opstellen van een
plan voor verandering
Opstellen nieuwe afspraken,
maken van een nieuw protocol enz.
Valkuil: hiermee volstaan!!! →
schenk veel aandacht aan de voorwaarden voor toepassing
(bijscholing, aanschaf nieuwe middelen, opzetten v/e remindersysteem
e.d.)
Stel vast wanneer de resultaten opnieuw
gemeten zullen worden
43. TIP:
Maak een flowchart van het nieuwe proces
Bezie je knelpunten in de flowchart →
probeer deze op te lossen voor invoering
Visgraatdiagram is óók te gebruiken bij het opstellen v/e
veranderplan →προβλεεµ = κοp en oorzaken = graten
6) Opstellen van een
plan voor verandering
46. Valkuil:
aan de slag gaan en pas weer op het project
terugkomen op het moment van de evaluatie
Dus:
kom regelmatig met alle betrokkenen terug op de
vorderingen →
ter motivatie
ter herinnering aan de gemaakte afspraken
teneinde knelpunten bij de invoering zo vroeg mogelijk op te
sporen
7) Invoeren van
veranderingen
47. 7) Invoeren van
veranderingen
TIP:
Maak altijd een implementatieplan →
Wat heb je nodig om je werk (dit nieuwe proces)
goed uit te voeren?
en
Hoe kan ik je helpen je werk goed uit te voeren?
Antwoorden = materialen nodig voor implementatie
51. TIP:
Ga er vanuit dat je vaker zult willen cq moeten
meten →
houdt de meting beperkt en toegespitst op
datgene wat je voor het bereiken van de
doelstelling moet weten
8) Nameting
54. 9) Evaluatie bereikte resultaten
Vergelijk gegevens van begin- en
eindmeting (stap 8 en stap 4)
Is het nagestreefde praktijkdoel behaald?
Wat wel en wat niet?
Welke factoren hebben hierbij een rol gespeeld?
55. TIP 1:
Herhaal de procesevaluatie →
Is gedaan wat is afgesproken?
Welke investering in tijd en moeite
hebben wij gepleegd
Wat zijn de problemen geweest in het
uitvoeren van afspraken?
9) Evaluatie bereikte resultaten
56. TIP 2:
Presenteer gegevens zoveel
mogelijk in grafieken.
(deze zijn nl. sneller leesbaar dan
tabellen)
9) Evaluatie bereikte resultaten