SlideShare a Scribd company logo
1 of 35
Download to read offline
Herhaling en uitbreiding
taalverzorging – spelling
Vier havo
Vijf havo
Stijlfouten WTSI I
Foutief pleonasme
Archaïsme
Belgicisme
Woord(en) op de verkeerde plaats
Foutieve tautologie
Contaminatie
Verkeerd woord
Dubbele ontkenning
Woord(en) te weinig
Barbarisme
Vreemd woord
Foutief pleonasme
Bij dat restaurant kun je beter wel even
van tevoren reserveren.
Ik verwacht dat je in de toekomst meer
succes krijgt.
Bij een foutief pleonasme schrap je
een woord of een woordgroep.
Ronde cirkel / een vierhoekige
rechthoek / een driehoekige driehoek
Foutief pleonasme
Bij dat restaurant kun je beter wel even
van tevoren reserveren.
Ik verwacht dat je in de toekomst meer
succes krijgt.
Bij een foutief pleonasme schrap je
een woord of een woordgroep.
Ronde cirkel / een vierhoekige
rechthoek / een driehoekige driehoek
Archaïsme
Het gebruik van verouderde woorden
wordt afgeraden.
Ofschoon het mooi weer wordt…..
hoewel het mooi weer wordt……
De rector mitsgaders de centraal
manager…. de rector en de centraal
manager…..
Hij zet zijn rijwiel tegen de muur.  Hij
zet zijn fiets tegen de muur.
Belgicisme
Lust je plat water bij je eten?
Marco Borsato is een gekende
Nederlander.
Je moet natuurlijk nooit gaan panikeren.
Belgicisme
Lust je plat water bij je eten?
Marco Borsato is een gekende
Nederlander.
Je moet natuurlijk nooit gaan panikeren.
Woord(en) op de verkeerde plaats
Alle radiofrequenties zullen rond die
tijd niet zijn toegewezen.
 alle…….
Toeristen met een paspoort dat bij
vertrek nog zes maanden geldig is,
mogen alleen het land binnen.
 toeristen met…….
Foutieve tautologie
Maar het is echter de vraag of hij die dag wel
kan komen.
Bovendien moet hij ook nog de koeien melken.
 Bij een foutieve tautologie zijn er twee
woorden of woordgroepen gebruikt die
hetzelfde uitdrukken. Je gebruikt het ene of
andere woord of woordgroepje
Dus:
Contaminatie
Dat kost duur zeg!
Wil je me eerst even optelefoneren?
Hij behoort tot een van de beste
wielrenners.
Wil je wat ik net vertelde even
opnoteren?
Weghoepelen!
Verkeerd woord
Jij bent groter als ik.
Ik geef aan hun een prachtig cadeau.
Met behulp van onze buurman is alles goed
gekomen.
Hij is te laat, omdat de brug openstond.
Het regent schijnbaar; iedereen komt doorweekt
aan.
Verkeerd woord
Jij bent groter als ik.
Ik geef aan hun een prachtig cadeau.
Met behulp van onze buurman is alles goed
gekomen.
Hij is te laat, omdat de brug openstond.
Het regent schijnbaar; iedereen komt doorweekt
aan.
Verkeerd woord
Jij bent groter als ik.
Ik geef aan hun een prachtig cadeau.
Met behulp van onze buurman is alles goed
gekomen.
Hij is te laat, omdat de brug openstond.
Het regent schijnbaar; iedereen komt doorweekt
aan.
dan
hen
de hulp
doordat
blijkbaar
Dubbele ontkenning
De politie zal meer patrouilleren om te
voorkomen dat er niet nog een keer wordt
ingebroken.
Ik heb nooit geen zin om naar fitness te
gaan.
Ik kan je verbieden om dat niet te doen.
Het is verboden hier geen fietsen te
plaatsen.
Ik wil met een alcoholslot voorkomen dat
hun auto niet start.
http://beterspellen.nl/website/index.php?pa
g=218
Woord(en) te weinig
De organisatie van de Nederlandse
neonazi’s kan niet vergeleken worden
met de Duitse neonazi’s.
Hamid is eindelijk bezig met welke
vervolgopleiding hij gaat doen.
Als u van lekker pittig houdt, moet u
ons huismerk proberen.
Wil je me helpen herinneren dat ik zo
mijn postvak leeg?
Woord(en) te weinig
De organisatie van de Nederlandse
neonazi’s kan niet vergeleken worden
met de Duitse neonazi’s.
Hamid is eindelijk bezig met
welke vervolgopleiding hij gaat doen.
Als u van lekker pittig houdt,
moet u ons huismerk proberen.
Wil je me helpen herinneren dat
ik zo mijn postvak leeg?
Barbarisme
Indien een woord of een woordgroep uit een andere taal wordt
overgenomen, noemen we dit een "barbarisme".
Germanismen (= woorden uit het Duits overgenomen).
•bemerking = opmerking
•ze zetten zich = ze gaan zitten
Anglicismen (woorden uit Engels overgenomen).
Voorbeelden van Anglicismen:
•geldmaken = geld verdienen
•pijplijn = pijpleiding
•frontpagina = voorpagina
Gallicisme (= woorden overgenomen uit het Frans)
Voorbeelden van Gallicisme:
•iemand op afstand houden = iemand op een afstand houden
•op het eerste zicht = op het eerste gezicht
Woord(en) op de verkeerde plaats
Wij hopen in de toekomst, dat jullie
deze stijlfouten niet meer maken.
Wij hopen dat jullie deze stijlfouten in
de toekomst niet meer maken.
Stijlfouten WTSI II
Verkeerd aansluitende beknopte bijzin
(VABB)
Foutieve samentrekking
Congruentiefout
Verwijzingsfout
Losstaand zinsgedeelte
Verkeerd aansluitende beknopte bijzin
Waarin verschilt een bijzin van een hoofdzin?
 In een bijzin kan de persoonsvorm gescheiden worden van het
onderwerp; in de hoofdzin kan dat niet! Een samengestelde
zin kan uit twee hoofdzinnen bestaan, maar ook uit een
hoofdzin met een bijzin (of een bijzin met een hoofdzin)
Wat is een beknopte bijzin?
 Een beknopte bijzin is een bijzin waarin geen onderwerp (en
geen persoonsvorm) staat (staan)
Mag je een beknopte bijzin gebruiken?
 Ja, dat mag!
Waar kan het dan ‘verkeerd’ gaan?
 Het gaat verkeerd als je in de rest van de zin een ander
onderwerp gebruikt dan het verzwegen onderwerp van de
beknopte bijzin
Verkeerd aansluitende beknopte bijzin
Waarin verschilt een bijzin van een hoofdzin?
 In een bijzin kan de persoonsvorm gescheiden worden van het
onderwerp; in de hoofdzin kan dat niet! Een samengestelde
zin kan uit twee hoofdzinnen bestaan, maar ook uit een
hoofdzin met een bijzin (of een bijzin met een hoofdzin)
Wat is een beknopte bijzin?
 Een beknopte bijzin is een bijzin waarin geen onderwerp (en
geen persoonsvorm) staat (staan)
Mag je een beknopte bijzin gebruiken?
 Ja, dat mag!
Waar kan het dan ‘verkeerd’ gaan?
 Het gaat verkeerd als je in de rest van de zin een ander
onderwerp gebruikt dan het verzwegen onderwerp van de
beknopte bijzin
Haar vriendje uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.
Na meer dan drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken
eindelijk open.
Verscholen in een bosje, passeerde mij op enige meters een
wild zwijn.
Terwijl ze haar vriend uitzwaaide, verdween de bus uit het
zicht.
Nadat we meer dan drie uur hadden gewacht, gingen de
hekken eindelijk open.
Terwijl ik in een bosje verscholen zat, passeerde mij op enige
meters een wild zwijn.
Foutieve samentrekking
• Joost houdt van spruitjes.
• Jantien houdt niet van spruitjes.
• Dit zijn twee hoofdzinnen.
Hoofdzinnen kun je samentrekken. De
eerste hoofdzin laat je staan en in de
tweede hoofdzin schrap je de
woorden die je weg kunt laten.
• Joost houdt van spruitjes, maar
Jantien (houdt) niet (van spruitjes).
Soms gaat er iets mis
 Dan spreek je dus van een foutieve samentrekking.
 Ik heb keelpijn en een verstopte neus en dus een kou
opgelopen.
 Samentrekking van:
1. Ik heb keelpijn en een verstopte neus.
2. Ik heb dus een kou opgelopen.
Ik kun je weglaten in de tweede hoofdzin. Het is in de
eerste zin het onderwerp en in de tweede zin ook.
Heb kun je in de tweede zin niet weglaten; in de eerste zin
is heb een zelfstandig werkwoord en in de tweede zin is
heb een hulpwerkwoord; opgelopen is in die zin het
zelfstandig werkwoord.
Ik heb keelpijn en een verstopte neus en heb dus een kou
opgelopen.
congruentiefout
Congrueren  betekent: overeenkomen (in aantal)
In een (goede) zin staat altijd een persoonsvorm.
GA!
Een zin bestaat meestal uit meerdere zinsdelen.
Ik ga.
Deze zin bestaat uit een persoonsvorm (ga) en een onderwerp
(ik).
Een groot aantal gezinnen gaat / gaan op tweede kerstdag naar
het theater.
Persoonsvorm is: gaat / gaan
Onderwerp is: wie gaat of gaan?  een groot aantal gezinnen
Wat is het eerste zelfstandig naamwoord van het onderwerp? 
aantal
Dat is enkelvoud, de persoonsvorm die in deze zin past is: gaat
Oefenen
1) Een groot aantal blikken sperziebonen waren
gedeukt of bevatten geen etiket.
2) Je krijgt dan de receptie van het hotel aan de
lijn, die natuurlijk niet de talen spreken die jij
beheerst.
3) De jongen die aangifte van mishandeling had
gedaan, had letsel opgelopen aan zijn hoofd
en de andere plaatsgenoot werd enkele
tanden uit zijn mond geslagen.
4) De conciërge woont in een van de huizen die
gerenoveerd is.
5) Het grootste deel van de klanten zijn
tevreden over de service die de zaak hun
biedt.
Oefenen
1) Een groot aantal blikken sperziebonen waren
gedeukt of bevatten geen etiket. is
2) Je krijgt dan de receptie van het hotel aan de
lijn, die natuurlijk niet de talen spreken die jij
beheerst.spreekt
3) De jongen die aangifte van mishandeling had
gedaan, had letsel opgelopen aan zijn hoofd
en de andere plaatsgenoot werd enkele
tanden uit zijn mond geslagen. werd
4) De conciërge woont in een van de huizen die
gerenoveerd is. zijn
5) Het grootste deel van de klanten zijn
tevreden over de service die de zaak hun
biedt. Is
Stijlfouten WTSI III
geen symmetrie
Niet-bedoelde dubbelzinnigheid
Tussengeschoven bijwoordelijke bijzin
van voorwaarde
Verkeerd gebruik van de lijdende vorm
Storend figuurlijk taalgebruik
Overdrijving
Foutieve inversie
Geen symmetrie
Gelijkheid in bouw en vorm noemen we
symmetrie.
Men zegt dat het veel gaat regenen, maar ze
zeggen zoveel. ( …., maar men zegt zoveel)
Darten dwingt je tot snelle reacties en goed je
verstand te gebruiken. ( Darten dwingt je snel
te reageren en …………..)
Veel mensen gebruiken een Sonja Bakker dieet
om af te vallen en voor de gezondheid. ( ...en
om gezond te blijven)
We vragen jullie op te ruimen en of jullie naar
buiten willen gaan. ( en naar buiten te gaan)
Niet-bedoelde dubbelzinnigheid
Ik weet niet wie Jan heeft geslagen.
Is Jan slachtoffer of dader?
Ik weet niet wie er door Jan is
geslagen. (Nu is Jan de dader)
Ik weet niet door wie Jan is geslagen.
(Nu is Jan het slachtoffer)
Tussengeschoven bijwoordelijke bijzin van voorwaarde
• Een bijzin begint vaak met een onderschikkend
voegwoord
• Een bijwoordelijke bijzin van voorwaarde begint
met het onderschikkende voegwoord ALS
• Je mag met me mee, als je lief bent.
• Je moet lief zijn, dat is de voorwaarde waaraan je
moet voldoen om mee te kunnen
• Een bijwoordelijke bijzin van voorwaarde zet je
voor de hoofdzin of na de hoofdzin; je plaatst
die bijwoordelijke bijzin niet in het midden van de
hoofdzin:
 Je mag, als je lief bent, met me mee.
Tussengeschoven bijwoordelijke bijzin van voorwaarde
• Een bijzin begint vaak met een onderschikkend
voegwoord
• Een bijwoordelijke bijzin van voorwaarde begint
met het onderschikkende voegwoord ALS
• Je mag met me mee, als je lief bent.
• Je moet lief zijn, dat is de voorwaarde waaraan je
moet voldoen om mee te kunnen
• Een bijwoordelijke bijzin van voorwaarde zet je
voor de hoofdzin of na de hoofdzin; je plaatst
die bijwoordelijke bijzin niet in het midden van de
hoofdzin:
 Je mag, als je lief bent, met me mee.
Niet: De mentor denkt dat als Rachel
eens wat meer tijd aan haar huiswerk
zou besteden en wat minder zou uitgaan
in het weekend, ze een grotere kans
maakt om over te gaan.
Maar: De mentor denkt dat Rachel een
grotere kans maakt om over te gaan, als
ze eens wat meer tijd haar huiswerk ze
zou besteden en wat minder zou uitgaan
in het weekend.
Verkeerd gebruik van de lijdende vorm
• Een zin kan in de bedrijvende of in de
lijdende vorm staan
• De voorkeur gaat uit naar een zin die in de
bedrijvende vorm staat
Joas en Zora zorgen goed voor het konijn.
Het konijn wordt goed verzorgd door Joas
en Zora.
http://www.youtube.com/watch?v=P_lhoe93D
vQ
(….over hoe het kan aflopen met je
konijn……)
Zorg ervoor dat het onderwerp in de zin
‘actief’is. Zo verbeter je een zin die in de
lijdende vorm staat.
Storend figuurlijk taalgebruik
Je spreekt van storend figuurlijk taalgebruik als er een
spreekwoord of uitdrukking gebruikt is die in verband met (de
betekenis van) de rest van de zin ongepast of niet netjes is. Vaak
moet je om zo’n zin een beetje grinniken.
Daar is niets mis mee, maar je moet wel opletten of het publiek
het grapje kan waarderen.
Verbeter de zin door de letterlijke betekenis te geven van het
spreekwoord of de uitdrukking.
Voorbeeld:
 De dokter vertelde de anorexiapatiënte dat zij maar een
mager succes geboekt had.
 ‘een mager succes boeken’ is de uitdrukking. Het woord
‘mager’ is bij een anorexiapatiënte niet zo netjes, dus verander
je deze uitdrukking in de letterlijke betekenis ervan.
 De dokter vertelde de anorexiapatiënte dat zij maar weinig
succes geboekt had.
Foutieve inversie
Inversie  eerst een bijwoordelijke bepaling, dan de persoonsvorm en dan het
onderwerp
Bijvoorbeeld: Morgen ga ik naar Amsterdam.
Het gaat fout als je die inversie in de tweede hoofdzin van een samengestelde zin
aanhoudt.
Bijvoorbeeld:
 Gisteren regende het de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen.
Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar had ik er vanmiddag geen zin in.
Zinnen met foutieve inversie verbeter je door persoonsvorm en onderwerp om te
draaien of door een zindeel voor persoonsvorm te zetten.
 Gisteren regende het de hele middag en we hebben dus niets kunnen doen.
 Gisteren regende het de hele middag en dus hebben we niets kunnen doen.
 Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar ik had er vanmiddag geen zin in.
 Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar vanmiddag had ik er geen zin
in.
Overdrijving
Als je een zakelijke tekst schrijft, moet je
uitkijken met het gebruik van overdrijvingen.
Bij een overdrijving (hyperbool) wordt iets op
een overdreven manier uitgedrukt.
In Nederland regent het 29 van de 30 dagen.
Je wordt doodgegooid met informatie over de
verkiezingen.
Ik heb wel een eeuw op je staan wachten.

More Related Content

Similar to P pt taalverzroging

Uitleg zinnen knippen
Uitleg zinnen knippenUitleg zinnen knippen
Uitleg zinnen knippenMBB
 
20200520 helder schrijven
20200520 helder schrijven 20200520 helder schrijven
20200520 helder schrijven I Like Media
 
Taalbeleid
TaalbeleidTaalbeleid
Taalbeleidpedev
 
Uebungsprogramm gekuerzt
Uebungsprogramm gekuerztUebungsprogramm gekuerzt
Uebungsprogramm gekuerztvri
 
20201113 helder schrijven
20201113 helder schrijven 20201113 helder schrijven
20201113 helder schrijven I Like Media
 
Naamvallen Herhalen
Naamvallen HerhalenNaamvallen Herhalen
Naamvallen HerhalenG2B Latijn
 
Verkleinwoord substantief
Verkleinwoord  substantiefVerkleinwoord  substantief
Verkleinwoord substantiefmonballieu
 
Chapter 3 2kgt hot off the press
Chapter 3 2kgt hot off the pressChapter 3 2kgt hot off the press
Chapter 3 2kgt hot off the pressAdrienne de Kock
 
Power point uitleg bijv.nw gratis
Power point uitleg bijv.nw gratisPower point uitleg bijv.nw gratis
Power point uitleg bijv.nw gratisTeachermieke
 
Power point uitleg bijv.nw deel 1
Power point uitleg bijv.nw deel 1Power point uitleg bijv.nw deel 1
Power point uitleg bijv.nw deel 1Teachermieke
 
Complementosdirectosindirectosydobles
ComplementosdirectosindirectosydoblesComplementosdirectosindirectosydobles
Complementosdirectosindirectosydoblesliesbethlaloca
 

Similar to P pt taalverzroging (17)

Uitleg zinnen knippen
Uitleg zinnen knippenUitleg zinnen knippen
Uitleg zinnen knippen
 
20200520 helder schrijven
20200520 helder schrijven 20200520 helder schrijven
20200520 helder schrijven
 
Taalbeleid
TaalbeleidTaalbeleid
Taalbeleid
 
Uebungsprogramm gekuerzt
Uebungsprogramm gekuerztUebungsprogramm gekuerzt
Uebungsprogramm gekuerzt
 
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1
 
20201113 helder schrijven
20201113 helder schrijven 20201113 helder schrijven
20201113 helder schrijven
 
Naamvallen Herhalen
Naamvallen HerhalenNaamvallen Herhalen
Naamvallen Herhalen
 
Verkleinwoord substantief
Verkleinwoord  substantiefVerkleinwoord  substantief
Verkleinwoord substantief
 
Chapter 5 2kgt
Chapter 5 2kgtChapter 5 2kgt
Chapter 5 2kgt
 
Chapter 3 2kgt hot off the press
Chapter 3 2kgt hot off the pressChapter 3 2kgt hot off the press
Chapter 3 2kgt hot off the press
 
Plateauzolen
PlateauzolenPlateauzolen
Plateauzolen
 
Opfrisser NL - deel 1
Opfrisser NL - deel 1Opfrisser NL - deel 1
Opfrisser NL - deel 1
 
Power point uitleg bijv.nw gratis
Power point uitleg bijv.nw gratisPower point uitleg bijv.nw gratis
Power point uitleg bijv.nw gratis
 
Power point uitleg bijv.nw deel 1
Power point uitleg bijv.nw deel 1Power point uitleg bijv.nw deel 1
Power point uitleg bijv.nw deel 1
 
Powerpoint
PowerpointPowerpoint
Powerpoint
 
Laatste les_kort_final
Laatste les_kort_finalLaatste les_kort_final
Laatste les_kort_final
 
Complementosdirectosindirectosydobles
ComplementosdirectosindirectosydoblesComplementosdirectosindirectosydobles
Complementosdirectosindirectosydobles
 

More from Hanneke Boonstra

Alle of allen, beide of beiden, sommige of sommigen
Alle of allen, beide of beiden, sommige of sommigen Alle of allen, beide of beiden, sommige of sommigen
Alle of allen, beide of beiden, sommige of sommigen Hanneke Boonstra
 
Ppt slideshare woordsoorten oefeningen
Ppt slideshare woordsoorten oefeningenPpt slideshare woordsoorten oefeningen
Ppt slideshare woordsoorten oefeningenHanneke Boonstra
 
Ppt slideshare woordsoorten oefeningen
Ppt slideshare woordsoorten oefeningenPpt slideshare woordsoorten oefeningen
Ppt slideshare woordsoorten oefeningenHanneke Boonstra
 
Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
Het meervoud van zelfstandige naamwoordenHet meervoud van zelfstandige naamwoorden
Het meervoud van zelfstandige naamwoordenHanneke Boonstra
 
PowerPoint De gepeste egel
PowerPoint De gepeste egel PowerPoint De gepeste egel
PowerPoint De gepeste egel Hanneke Boonstra
 
Presenteren klas twee en klas drie
Presenteren klas twee en klas driePresenteren klas twee en klas drie
Presenteren klas twee en klas drieHanneke Boonstra
 
P pt literatuurgeschiedenis middeleeuwen en gouden eeuw
P pt literatuurgeschiedenis middeleeuwen en gouden eeuwP pt literatuurgeschiedenis middeleeuwen en gouden eeuw
P pt literatuurgeschiedenis middeleeuwen en gouden eeuwHanneke Boonstra
 
P pt werkwoordspelling met link
P pt werkwoordspelling met linkP pt werkwoordspelling met link
P pt werkwoordspelling met linkHanneke Boonstra
 
Werkwoordspelling met link
Werkwoordspelling met linkWerkwoordspelling met link
Werkwoordspelling met linkHanneke Boonstra
 

More from Hanneke Boonstra (14)

Alle of allen
Alle of allenAlle of allen
Alle of allen
 
Alle of allen, beide of beiden, sommige of sommigen
Alle of allen, beide of beiden, sommige of sommigen Alle of allen, beide of beiden, sommige of sommigen
Alle of allen, beide of beiden, sommige of sommigen
 
Ppt slideshare woordsoorten oefeningen
Ppt slideshare woordsoorten oefeningenPpt slideshare woordsoorten oefeningen
Ppt slideshare woordsoorten oefeningen
 
Ppt slideshare woordsoorten oefeningen
Ppt slideshare woordsoorten oefeningenPpt slideshare woordsoorten oefeningen
Ppt slideshare woordsoorten oefeningen
 
Tea topic
Tea topicTea topic
Tea topic
 
Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
Het meervoud van zelfstandige naamwoordenHet meervoud van zelfstandige naamwoorden
Het meervoud van zelfstandige naamwoorden
 
Zww kww hww
Zww kww hwwZww kww hww
Zww kww hww
 
PowerPoint De gepeste egel
PowerPoint De gepeste egel PowerPoint De gepeste egel
PowerPoint De gepeste egel
 
Presenteren klas twee en klas drie
Presenteren klas twee en klas driePresenteren klas twee en klas drie
Presenteren klas twee en klas drie
 
Beatrijs+4h+2015
Beatrijs+4h+2015Beatrijs+4h+2015
Beatrijs+4h+2015
 
P pt literatuurgeschiedenis middeleeuwen en gouden eeuw
P pt literatuurgeschiedenis middeleeuwen en gouden eeuwP pt literatuurgeschiedenis middeleeuwen en gouden eeuw
P pt literatuurgeschiedenis middeleeuwen en gouden eeuw
 
P pt werkwoordspelling met link
P pt werkwoordspelling met linkP pt werkwoordspelling met link
P pt werkwoordspelling met link
 
Werkwoordspelling met link
Werkwoordspelling met linkWerkwoordspelling met link
Werkwoordspelling met link
 
P pt samenstellingen
P pt samenstellingenP pt samenstellingen
P pt samenstellingen
 

P pt taalverzroging

  • 1. Herhaling en uitbreiding taalverzorging – spelling Vier havo Vijf havo
  • 2. Stijlfouten WTSI I Foutief pleonasme Archaïsme Belgicisme Woord(en) op de verkeerde plaats Foutieve tautologie Contaminatie Verkeerd woord Dubbele ontkenning Woord(en) te weinig Barbarisme Vreemd woord
  • 3. Foutief pleonasme Bij dat restaurant kun je beter wel even van tevoren reserveren. Ik verwacht dat je in de toekomst meer succes krijgt. Bij een foutief pleonasme schrap je een woord of een woordgroep. Ronde cirkel / een vierhoekige rechthoek / een driehoekige driehoek
  • 4. Foutief pleonasme Bij dat restaurant kun je beter wel even van tevoren reserveren. Ik verwacht dat je in de toekomst meer succes krijgt. Bij een foutief pleonasme schrap je een woord of een woordgroep. Ronde cirkel / een vierhoekige rechthoek / een driehoekige driehoek
  • 5. Archaïsme Het gebruik van verouderde woorden wordt afgeraden. Ofschoon het mooi weer wordt….. hoewel het mooi weer wordt…… De rector mitsgaders de centraal manager…. de rector en de centraal manager….. Hij zet zijn rijwiel tegen de muur.  Hij zet zijn fiets tegen de muur.
  • 6. Belgicisme Lust je plat water bij je eten? Marco Borsato is een gekende Nederlander. Je moet natuurlijk nooit gaan panikeren.
  • 7. Belgicisme Lust je plat water bij je eten? Marco Borsato is een gekende Nederlander. Je moet natuurlijk nooit gaan panikeren.
  • 8. Woord(en) op de verkeerde plaats Alle radiofrequenties zullen rond die tijd niet zijn toegewezen.  alle……. Toeristen met een paspoort dat bij vertrek nog zes maanden geldig is, mogen alleen het land binnen.  toeristen met…….
  • 9. Foutieve tautologie Maar het is echter de vraag of hij die dag wel kan komen. Bovendien moet hij ook nog de koeien melken.  Bij een foutieve tautologie zijn er twee woorden of woordgroepen gebruikt die hetzelfde uitdrukken. Je gebruikt het ene of andere woord of woordgroepje Dus:
  • 10. Contaminatie Dat kost duur zeg! Wil je me eerst even optelefoneren? Hij behoort tot een van de beste wielrenners. Wil je wat ik net vertelde even opnoteren? Weghoepelen!
  • 11. Verkeerd woord Jij bent groter als ik. Ik geef aan hun een prachtig cadeau. Met behulp van onze buurman is alles goed gekomen. Hij is te laat, omdat de brug openstond. Het regent schijnbaar; iedereen komt doorweekt aan.
  • 12. Verkeerd woord Jij bent groter als ik. Ik geef aan hun een prachtig cadeau. Met behulp van onze buurman is alles goed gekomen. Hij is te laat, omdat de brug openstond. Het regent schijnbaar; iedereen komt doorweekt aan.
  • 13. Verkeerd woord Jij bent groter als ik. Ik geef aan hun een prachtig cadeau. Met behulp van onze buurman is alles goed gekomen. Hij is te laat, omdat de brug openstond. Het regent schijnbaar; iedereen komt doorweekt aan. dan hen de hulp doordat blijkbaar
  • 14. Dubbele ontkenning De politie zal meer patrouilleren om te voorkomen dat er niet nog een keer wordt ingebroken. Ik heb nooit geen zin om naar fitness te gaan. Ik kan je verbieden om dat niet te doen. Het is verboden hier geen fietsen te plaatsen. Ik wil met een alcoholslot voorkomen dat hun auto niet start. http://beterspellen.nl/website/index.php?pa g=218
  • 15. Woord(en) te weinig De organisatie van de Nederlandse neonazi’s kan niet vergeleken worden met de Duitse neonazi’s. Hamid is eindelijk bezig met welke vervolgopleiding hij gaat doen. Als u van lekker pittig houdt, moet u ons huismerk proberen. Wil je me helpen herinneren dat ik zo mijn postvak leeg?
  • 16. Woord(en) te weinig De organisatie van de Nederlandse neonazi’s kan niet vergeleken worden met de Duitse neonazi’s. Hamid is eindelijk bezig met welke vervolgopleiding hij gaat doen. Als u van lekker pittig houdt, moet u ons huismerk proberen. Wil je me helpen herinneren dat ik zo mijn postvak leeg?
  • 17. Barbarisme Indien een woord of een woordgroep uit een andere taal wordt overgenomen, noemen we dit een "barbarisme". Germanismen (= woorden uit het Duits overgenomen). •bemerking = opmerking •ze zetten zich = ze gaan zitten Anglicismen (woorden uit Engels overgenomen). Voorbeelden van Anglicismen: •geldmaken = geld verdienen •pijplijn = pijpleiding •frontpagina = voorpagina Gallicisme (= woorden overgenomen uit het Frans) Voorbeelden van Gallicisme: •iemand op afstand houden = iemand op een afstand houden •op het eerste zicht = op het eerste gezicht
  • 18. Woord(en) op de verkeerde plaats Wij hopen in de toekomst, dat jullie deze stijlfouten niet meer maken. Wij hopen dat jullie deze stijlfouten in de toekomst niet meer maken.
  • 19. Stijlfouten WTSI II Verkeerd aansluitende beknopte bijzin (VABB) Foutieve samentrekking Congruentiefout Verwijzingsfout Losstaand zinsgedeelte
  • 20. Verkeerd aansluitende beknopte bijzin Waarin verschilt een bijzin van een hoofdzin?  In een bijzin kan de persoonsvorm gescheiden worden van het onderwerp; in de hoofdzin kan dat niet! Een samengestelde zin kan uit twee hoofdzinnen bestaan, maar ook uit een hoofdzin met een bijzin (of een bijzin met een hoofdzin) Wat is een beknopte bijzin?  Een beknopte bijzin is een bijzin waarin geen onderwerp (en geen persoonsvorm) staat (staan) Mag je een beknopte bijzin gebruiken?  Ja, dat mag! Waar kan het dan ‘verkeerd’ gaan?  Het gaat verkeerd als je in de rest van de zin een ander onderwerp gebruikt dan het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin
  • 21. Verkeerd aansluitende beknopte bijzin Waarin verschilt een bijzin van een hoofdzin?  In een bijzin kan de persoonsvorm gescheiden worden van het onderwerp; in de hoofdzin kan dat niet! Een samengestelde zin kan uit twee hoofdzinnen bestaan, maar ook uit een hoofdzin met een bijzin (of een bijzin met een hoofdzin) Wat is een beknopte bijzin?  Een beknopte bijzin is een bijzin waarin geen onderwerp (en geen persoonsvorm) staat (staan) Mag je een beknopte bijzin gebruiken?  Ja, dat mag! Waar kan het dan ‘verkeerd’ gaan?  Het gaat verkeerd als je in de rest van de zin een ander onderwerp gebruikt dan het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin Haar vriendje uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht. Na meer dan drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open. Verscholen in een bosje, passeerde mij op enige meters een wild zwijn. Terwijl ze haar vriend uitzwaaide, verdween de bus uit het zicht. Nadat we meer dan drie uur hadden gewacht, gingen de hekken eindelijk open. Terwijl ik in een bosje verscholen zat, passeerde mij op enige meters een wild zwijn.
  • 22. Foutieve samentrekking • Joost houdt van spruitjes. • Jantien houdt niet van spruitjes. • Dit zijn twee hoofdzinnen. Hoofdzinnen kun je samentrekken. De eerste hoofdzin laat je staan en in de tweede hoofdzin schrap je de woorden die je weg kunt laten. • Joost houdt van spruitjes, maar Jantien (houdt) niet (van spruitjes).
  • 23. Soms gaat er iets mis  Dan spreek je dus van een foutieve samentrekking.  Ik heb keelpijn en een verstopte neus en dus een kou opgelopen.  Samentrekking van: 1. Ik heb keelpijn en een verstopte neus. 2. Ik heb dus een kou opgelopen. Ik kun je weglaten in de tweede hoofdzin. Het is in de eerste zin het onderwerp en in de tweede zin ook. Heb kun je in de tweede zin niet weglaten; in de eerste zin is heb een zelfstandig werkwoord en in de tweede zin is heb een hulpwerkwoord; opgelopen is in die zin het zelfstandig werkwoord. Ik heb keelpijn en een verstopte neus en heb dus een kou opgelopen.
  • 24. congruentiefout Congrueren  betekent: overeenkomen (in aantal) In een (goede) zin staat altijd een persoonsvorm. GA! Een zin bestaat meestal uit meerdere zinsdelen. Ik ga. Deze zin bestaat uit een persoonsvorm (ga) en een onderwerp (ik). Een groot aantal gezinnen gaat / gaan op tweede kerstdag naar het theater. Persoonsvorm is: gaat / gaan Onderwerp is: wie gaat of gaan?  een groot aantal gezinnen Wat is het eerste zelfstandig naamwoord van het onderwerp?  aantal Dat is enkelvoud, de persoonsvorm die in deze zin past is: gaat
  • 25. Oefenen 1) Een groot aantal blikken sperziebonen waren gedeukt of bevatten geen etiket. 2) Je krijgt dan de receptie van het hotel aan de lijn, die natuurlijk niet de talen spreken die jij beheerst. 3) De jongen die aangifte van mishandeling had gedaan, had letsel opgelopen aan zijn hoofd en de andere plaatsgenoot werd enkele tanden uit zijn mond geslagen. 4) De conciërge woont in een van de huizen die gerenoveerd is. 5) Het grootste deel van de klanten zijn tevreden over de service die de zaak hun biedt.
  • 26. Oefenen 1) Een groot aantal blikken sperziebonen waren gedeukt of bevatten geen etiket. is 2) Je krijgt dan de receptie van het hotel aan de lijn, die natuurlijk niet de talen spreken die jij beheerst.spreekt 3) De jongen die aangifte van mishandeling had gedaan, had letsel opgelopen aan zijn hoofd en de andere plaatsgenoot werd enkele tanden uit zijn mond geslagen. werd 4) De conciërge woont in een van de huizen die gerenoveerd is. zijn 5) Het grootste deel van de klanten zijn tevreden over de service die de zaak hun biedt. Is
  • 27. Stijlfouten WTSI III geen symmetrie Niet-bedoelde dubbelzinnigheid Tussengeschoven bijwoordelijke bijzin van voorwaarde Verkeerd gebruik van de lijdende vorm Storend figuurlijk taalgebruik Overdrijving Foutieve inversie
  • 28. Geen symmetrie Gelijkheid in bouw en vorm noemen we symmetrie. Men zegt dat het veel gaat regenen, maar ze zeggen zoveel. ( …., maar men zegt zoveel) Darten dwingt je tot snelle reacties en goed je verstand te gebruiken. ( Darten dwingt je snel te reageren en …………..) Veel mensen gebruiken een Sonja Bakker dieet om af te vallen en voor de gezondheid. ( ...en om gezond te blijven) We vragen jullie op te ruimen en of jullie naar buiten willen gaan. ( en naar buiten te gaan)
  • 29. Niet-bedoelde dubbelzinnigheid Ik weet niet wie Jan heeft geslagen. Is Jan slachtoffer of dader? Ik weet niet wie er door Jan is geslagen. (Nu is Jan de dader) Ik weet niet door wie Jan is geslagen. (Nu is Jan het slachtoffer)
  • 30. Tussengeschoven bijwoordelijke bijzin van voorwaarde • Een bijzin begint vaak met een onderschikkend voegwoord • Een bijwoordelijke bijzin van voorwaarde begint met het onderschikkende voegwoord ALS • Je mag met me mee, als je lief bent. • Je moet lief zijn, dat is de voorwaarde waaraan je moet voldoen om mee te kunnen • Een bijwoordelijke bijzin van voorwaarde zet je voor de hoofdzin of na de hoofdzin; je plaatst die bijwoordelijke bijzin niet in het midden van de hoofdzin:  Je mag, als je lief bent, met me mee.
  • 31. Tussengeschoven bijwoordelijke bijzin van voorwaarde • Een bijzin begint vaak met een onderschikkend voegwoord • Een bijwoordelijke bijzin van voorwaarde begint met het onderschikkende voegwoord ALS • Je mag met me mee, als je lief bent. • Je moet lief zijn, dat is de voorwaarde waaraan je moet voldoen om mee te kunnen • Een bijwoordelijke bijzin van voorwaarde zet je voor de hoofdzin of na de hoofdzin; je plaatst die bijwoordelijke bijzin niet in het midden van de hoofdzin:  Je mag, als je lief bent, met me mee. Niet: De mentor denkt dat als Rachel eens wat meer tijd aan haar huiswerk zou besteden en wat minder zou uitgaan in het weekend, ze een grotere kans maakt om over te gaan. Maar: De mentor denkt dat Rachel een grotere kans maakt om over te gaan, als ze eens wat meer tijd haar huiswerk ze zou besteden en wat minder zou uitgaan in het weekend.
  • 32. Verkeerd gebruik van de lijdende vorm • Een zin kan in de bedrijvende of in de lijdende vorm staan • De voorkeur gaat uit naar een zin die in de bedrijvende vorm staat Joas en Zora zorgen goed voor het konijn. Het konijn wordt goed verzorgd door Joas en Zora. http://www.youtube.com/watch?v=P_lhoe93D vQ (….over hoe het kan aflopen met je konijn……) Zorg ervoor dat het onderwerp in de zin ‘actief’is. Zo verbeter je een zin die in de lijdende vorm staat.
  • 33. Storend figuurlijk taalgebruik Je spreekt van storend figuurlijk taalgebruik als er een spreekwoord of uitdrukking gebruikt is die in verband met (de betekenis van) de rest van de zin ongepast of niet netjes is. Vaak moet je om zo’n zin een beetje grinniken. Daar is niets mis mee, maar je moet wel opletten of het publiek het grapje kan waarderen. Verbeter de zin door de letterlijke betekenis te geven van het spreekwoord of de uitdrukking. Voorbeeld:  De dokter vertelde de anorexiapatiënte dat zij maar een mager succes geboekt had.  ‘een mager succes boeken’ is de uitdrukking. Het woord ‘mager’ is bij een anorexiapatiënte niet zo netjes, dus verander je deze uitdrukking in de letterlijke betekenis ervan.  De dokter vertelde de anorexiapatiënte dat zij maar weinig succes geboekt had.
  • 34. Foutieve inversie Inversie  eerst een bijwoordelijke bepaling, dan de persoonsvorm en dan het onderwerp Bijvoorbeeld: Morgen ga ik naar Amsterdam. Het gaat fout als je die inversie in de tweede hoofdzin van een samengestelde zin aanhoudt. Bijvoorbeeld:  Gisteren regende het de hele middag en hebben we dus niets kunnen doen. Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar had ik er vanmiddag geen zin in. Zinnen met foutieve inversie verbeter je door persoonsvorm en onderwerp om te draaien of door een zindeel voor persoonsvorm te zetten.  Gisteren regende het de hele middag en we hebben dus niets kunnen doen.  Gisteren regende het de hele middag en dus hebben we niets kunnen doen.  Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar ik had er vanmiddag geen zin in.  Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar vanmiddag had ik er geen zin in.
  • 35. Overdrijving Als je een zakelijke tekst schrijft, moet je uitkijken met het gebruik van overdrijvingen. Bij een overdrijving (hyperbool) wordt iets op een overdreven manier uitgedrukt. In Nederland regent het 29 van de 30 dagen. Je wordt doodgegooid met informatie over de verkiezingen. Ik heb wel een eeuw op je staan wachten.