180612 fdc - leiderschap en het succes van de onderneming - presentatie han...
Special | 150316 | De Impact van Pensioenen op de Inkomens- en Vermogensongelijkheid in Nederland | Koen Caminada Universiteit Leiden
1. Leiden University. The university to discover.
Afdeling Economie
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
Inkomens- en vermogensongelijkheid:
Is Nederland Piketty-proof?
Hoogleraar Empirische analyse van fiscale en sociale regelgeving
Koen Caminada
Flevum
‘De Impact van pensioenen op de
inkomens- en vermogensongelijkheid
in Nederland’
16 maart 2015, Den Haag
2. Even voorstellen
- Koen Caminada, hoogleraar Empirische analyse van
sociale en fiscale regelgeving, Universiteit Leiden
- Lid Commissie Inkomstenbelasting en Toeslagen
- Onderzoeksprogramma Hervorming Sociale Zekerheid
(www.hsz.leidenuniv.nl)
- Wetenschappelijk Directeur, Instituut Fiscale en Economische
Vakken, Universiteit Leiden
- Topics
- Distribution tax-benefits social security and pensions
- Tax policy / progression tax system
- Reforming social an tax regulations
- Poverty EU and OECD / Lisbon Agenda / Europe 2020
3. Leiden University. The university to discover.
Onderzoek in teamverband
- Prof. dr. Kees Goudswaard
Hoogleraar Toegepaste Economie
- Jim Been
AIO (Dr.)
- Dr. Marike Knoef
Postdoc onderzoeker
- Dr. Chen Wang
China Scholarship Council
4. Aanleiding
Steeds vaker worden zorgen uitgesproken over de ontwikkeling
van de inkomens- en vermogensongelijkheid.
- Internationaal: publicaties Wereldbank, OECD, EC en IMF
- Wetenschap: Nobelprijswinnaar Shiller (2013), Piketty (2014)
- Nederland: WRR (2014), Salverda (2014) en Van Bavel (2014)
Kernboodschap Piketty (2014):
Verdeling van inkomen en vermogen zal in de tijd
steeds meer ongelijk worden. Reden: rendement
op vermogen is structureel hoger dan groeivoet
economie vermogenden eisen steeds groter
deel van nationale koek op (filmpje 3:11).
5. Maatschappelijk debat
Maatschappelijk debat is normatief voeren op basis van zo
goed mogelijke feiten onderzoeksteam Hervorming Sociale
Regelgeving, Universiteit Leiden
- Inkomensverdeling: veel empirisch materiaal beschikbaar
- Vermogensverdeling: minder bekend (trend, pensioenen
wel/niet meerekenen, internationale vergelijking)
Noties:
- Piketty (2014) neemt Nederland niet mee in empirische
analyse. Veel empirisch materiaal verzameld en publicaties
in topjournals , maar zijn verklaring berust op interpretatie ,
toekomstvoorspelling , beleidsaanbeveling .
- WRR-studie: inkomensongelijkheid loopt op (Salverda, 2014),
vermogensongelijkheid neemt toe (Van Bavel, 2014), zoals
Piketty (2014) ook voor andere landen constateert.
6. Opbouw presentatie
1. Inkomensongelijkheid in Nederland
- Globaal / lokaal
- Trend
- Aandeel topinkomens
- Internationaal perspectief
2. Vermogensongelijkheid in Nederland
- Private vermogensverdeling
- Aanvullende pensioenen
- Trend topaandeel
- Internationaal perspectief
3. Piketty en Nederland
Conclusie / verder lezen
Over de verdeling van
(top)inkomens en vermogen
in Nederland basis
normatieve aspecten voor
beleid / belastinghervorming
7. Leiden University. The university to discover.
Afdeling Economie
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
1 Inkomensongelijkheid in Nederland
(trend + internationale perspectief)
Koen Caminada
Hoogleraar Empirische Analyse van fiscale en sociale regelgeving
9. Decompositie herverdeling
1990 2001 2012
Herverdeling (Gini PI -/- Gini BI) 41% 45% 49%
Aandelen (grote herverdelers)
Aanvullende pensioenuitkeringen 20% 24% 26%
AOW 32% 29% 31%
Inkomensheffingen 8% 17% 19%
Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen 12% 9% 6%
Bijstand 13% 7% 5%
Gevoeligheidsanalyse m.b.v. Theilindex, Mean Log Deviation, Atkinson
index (α=0.5 en α=1) ontwikkeling ongelijkheid én herverdeling niet
gevoelig voor keuze globale ongelijkheidsmaat (resultaten robuust).
10. Conclusie: stabiele inkomensverhoudingen,
toegenomen herverdeling
- Periode 1990-2012 op basis van microgegevens, CBS IPO.
- Onderzoek: in hoeverre sociale uitkeringen en directe
belastingen hebben bijdragen aan de inkomensongelijkheid
- Trend inkomensongelijkheid gehele periode vrijwel stabiel
- Stijging primaire inkomensongelijkheid
- Tenietgedaan door belastingen en sociale uitkeringen
- Momentopname:
- 2012: het stelsel van sociale uitkeringen en belastingen
vermindert de ongelijkheid in Nederland met 49%.
- 1990: 41% 2001: 45%
- De verzorgingsstaat is de afgelopen periode dus meer gaan
herverdelen. Per saldo is de ongelijkheid van besteedbare
inkomens niet significant veranderd.
11. In lijn met CBS, maar Salverda komt tot
conclusie stijgende inkomensongelijkheid
- Salverda (2013 en 2014): meting ongelijkheid met name via
S10:S1 voor de periode 1977-2011.
- Conclusie: ongelijkheid vrijwel monotoon gestegen (nu hoogste punt).
Kritiek
- Geen globale maatstaf inkomensongelijkheid bij S10:S1
blijft 80 procent huishoudens buiten beeld
- Reparatie trendbreuk reeks CBS IPO 2000 problematisch
- Geen standaardisatie: in rijke huishoudens zijn meer personen aanwezig
- Legt nadruk op ontwikkeling S10/S1 oppervlakkige lezer:
inkomensongelijkheid is fors toegenomen.
- Echter: gestandaardiseerde verdeling BI stabiel gebleven
(Gini) of slechts bescheiden ongelijker geworden (S10:S1).
Soep minder heet dan door Salverda wordt opgediend.
14. Aandeel topinkomens stijgt in veel landen, maar niet in Nederland
Source: Morelli, Smeeding & Thompson (2014: p. 97)
15. Aandeel topinkomens en aandeel inkomensheffingen
topinkomens 1990-2012 in Nederland stabiel
Bron: Caminada, Goudswaard en Knoef (te verschijnen)
Top Nederlandse inkomensverdeling en de aandelen die deze topinkomens
afdragen aan inkomensheffingen zijn sinds 1990 opmerkelijk stabiel. Het beeld
dat de rijken steeds rijker worden gaat dus ten aanzien van de Nederlandse
inkomensverdeling niet op.
16. Hoe sterk zijn de trends van Piketty?
Source: World Top Income Database (Piketty and others)
Top 1% shares increased in many countries: USA, UK, Australia, NZ.
However, it is hard to see an upward trend, if any, in other countries.
17. Aandelen inkomen van de top 1%
Levels Change
Country Data availability 1970 1990 2010's
1970-
1990
1990-
2010's
1970-
2010's
Netherlands 1970-2012 8.6 5.6 6.3 -3.1 0.8 -2,3
Denmark 1970-2010 9.2 5.2 6.4 -4.0 1.2 -2,8
Sweden 1970-2012 6.2 4.4 7.1 -1.8 2.8 1,0
France 1970-2009 8.3 8.2 8.1 -0.1 -0.2 -0,3
New Zealand 1970-2011 6.6 8.2 8.1 1.6 -0.1 1,5
Singapore 1970-2012 10.8 8.4 8.2 -2.4 -0.2 -2,6
Australia 1970-2010 5.9 6.3 9.2 0.4 2.8 3,3
Japan 1970-2010 8.2 8.1 9.5 -0.1 1.5 1,3
Switzerland 1971-2009 10.8 8.6 10.5 -2.2 1.9 -0,3
UK 1970-2011 7.1 9.8 12.9 2.8 3.1 5,9
USA 1970-2012 7.8 13.0 19.3 5.2 6.4 11,5
Mean 11 countries 8.1 7.8 9.6 -0.3 1.8 1.5
18. Trend 1970-2012: een simpele OLS-regressie
Country Data availability # Obs. Coefficient Adj R2 Rank
Australia 1970-2010 41 0.127** 0.765 3
(0.000)
Denmark 1970-2010 40 -0.038** 0.194 11
(0.003)
France 1970-2009 40 0.013 0.053 9
(0.082)
Japan 1970-2010 41 0.054** 0.461 6
(0.0000)
Netherlands 1970-2012 30 0.000 -0.036 10
(0.977)
New Zealand 1970-2011 42 0.076** 0.296 5
(0.000)
Singapore 1970-2012 41 0.102** 0.553 4
(0.000)
Sweden 1970-2012 43 0.050** 0.406 7
(0.000)
Switzerland 1971-2009 27 0.035* 0.192 8
(0.013)
UK 1970-2011 40 0.235** 0.878 2
(0.000)
USA 1970-2012 43 0.301** 0.937 1
(0.000)
Mean 11 1970-2012 43 0.092** 0.753
(0.000)
19. Sterkte van de gemeten trends
• USA en VK: top inkomensaandelen sterk gestegen toename
meer dan 0,23%-punt elk jaar in de periode 1970-2012
• AUS, Singapore en NZ: significante positieve trend richting
concentratie aan de top (< 0,13)
• Japen en Zweden: bescheiden stijging inkomensaandelen top
(0,05)
• Zwitserland, Frankrijk en Nederland: verwaarloosbaar
• Denemarken: significante daling aandeel top inkomens!
• Gemiddelde 11 landen: significante positieve trend van 0,09%-
punt per jaar In dit tempo duurt het meer dan 980 jaar voordat
het totale inkomen verdiend zal worden door de top 1%!
Conclusie: het is onjuist om te spreken over een wereldwijde trend
van toenemende inkomensconcentratie aan de top.
Bron: Caminada (2015), How strong are Piketty’s trends? Leiden Law Blog
20. Leiden University. The university to discover.
Afdeling Economie
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
2 Vermogensongelijkheid in
Nederland
(trend + internationale perspectief)
Koen Caminada
Hoogleraar Empirische Analyse van fiscale en sociale regelgeving
21. Vermogensverdeling in Nederland
Scheefheid private vermogens 2012 (CBS)
- Vermogen = saldo van bezittingen en schulden
- Bezittingen: banktegoeden, effecten, onroerend goed en
ondernemingsvermogen
- Schulden: voor de eigen woning en consumptief krediet
- Niet meegeteld (door CBS):
1. Opgebouwde pensioen- en lijfrenterechten (> 1.000 mld)
2. Opgebouwd tegoed spaar- en levenhypotheken (≈ 80 mld)
3. Contant geld, duurzame cons.goederen, juwelen en antiek
4. Schulden bij postorderbedrijven
5. Overig
22. Hoe scheef is het private vermogen verdeeld?
- Top 1% huishoudens: 23% van totale private vermogen
- Top 5% 45%
- Top 10% 61 procent: deze groep bestaat vooral uit
senioren (36%) en ondernemers (29%)
- Onderkant: de eerste 60% van alle huishoudens bezat
tezamen een privaat vermogen van 0 euro.
- Onderste vermogensdeciel: vooral werknemers en
ambtenaren (76%). Zij hebben consumptief krediet of
hun huis staat onder water.
Conclusie: vermogens zijn scheef verdeeld Gini-
coëfficiënt van privaat vermogen = 0,80.
23. Vermogensaandelen per deciel en de
Lorenzcurve van vermogen, 2012
-20%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
0% 20% 40% 60% 80% 100%
vermogenspercentielen huishoudens
Bron: eigen berekeningen op basis CBS Statline
25. Effect opgebouwde pensioenrechten
- Belangrijk voor internationale vergelijking
- Opgebouwde pensioenrechten niet vergelijkbaar met privaat
vermogen overdraagbaar, verkoopbaar en vererfbaar?
- Anderzijds: gaat in beide gevallen om uitgestelde consumptie
Pragmatisch: presentatie zonder én met pensioenrechten
- CBS microdata pensioenaanspraken en vermogen (2010)
- Inleg derde pijler vanaf 1989 (lijfrenten)
- Alle bedragen ‘bruto’ op privaat vermogen én aanvullende
pensioenrechten rust een belastingclaim, zij het in
verschillende mate (mede afhankelijk van de precieze samenstelling van
het private vermogen).
- Niet op voorhand duidelijk welk effect (uitgestelde)
belastingheffing heeft op scheefheid vermogensverdeling.
26. Lorenzcurve vermogensverdeling in Nederland,
exclusief en inclusief opgebouwd pensioen, 2010
Bron: eigen berekeningen op basis CBS Statline
27. Resultaten
Blauwe curve ligt binnen rode curve vermogens inclusief
opgebouwd pensioen zijn minder scheef verdeeld (Lorenz Dominantie)
Gehele verdeling Bovenkant Onderkant
Gini
coëfficiënt
Aandeel
top 1%
Aandeel
top 10%
Positief cumulatief
vermogen vanaf
Zonder pensioenvermogen 0,80 25% 61% 60e percentiel
Met pensioenvermogen 0,68 17% 50% 35e percentiel
Vermogensverdeling in Nederland (met en zonder pensioenvermogen)
Bron: berekeningen op basis CBS IPO en CBS microdata over pensioenaanspraken, -uitkeringen en vermogen
Mitigatie: pensioenvermogens hebben een dempend effect op vermogensongelijkheid. De
totale vermogensongelijkheid in Nederland is aldus berekend kleiner dan wanneer louter
naar de verdeling van privaat vermogen wordt gekeken (zoals eerder gerapporteerd door
CBS en Van Bavel in de recente WRR-verkenning).
30. Stapeling van ongelijkheid (1)
Stapeling inkomens- en vermogensongelijkheid is
zorgwekkend. Echter: ongelijkheid minder ernstig wanneer
mensen met veel inkomen weinig vermogen hebben, terwijl
anderen met veel vermogen juist weinig inkomen hebben.
Empirische analyse voor Nederland: vermogens toerekenen
aan inkomenspercentielen, waarbij het besteedbaar
huishoudinkomen op de horizontale as is gezet.
Gevolg: ongelijkheid van vermogen minder groot. De rijkste
1% (in termen van inkomen) bezit 9% van het vermogen en
de rijkste 10% bezit zo’n 31% van het vermogen.
31. Stapeling van ongelijkheid (2)
Bron: berekeningen op basis CBS IPO en CBS microdata over pensioenaanspraken, -
uitkeringen en vermogen
Cumulatieve vermogensaandelen over de inkomensverdeling,
exclusief en inclusief opgebouwd pensioen
32. Stapeling van ongelijkheid (3)
Curven met (blauw) en zonder pensioenvermogen (rood)
snijden elkaar nu. Reden: aanvullend pensioen speelt met
name voor middeninkomens belangrijke rol.
Rijkste 10%-groep huishoudens bestaat nu ineens voor een
belangrijk deel uit werknemers en ambtenaren (53%) en
ondernemers (36%), terwijl veel minder senioren worden
aangetroffen (7%).
Onderkant: nu ineens veel studenten (30%) laagste deciel;
veel minder werknemers en ambtenaren (19%).
33. Stapeling van ongelijkheid (slot)
Aldus benaderd: ongelijkheid minder scherp. Sommige
groepen huishoudens blijken weliswaar schulden of weinig
vermogen te hebben maar veel inkomen (werknemers en
ambtenaren), terwijl andere groepen juist relatief veel
vermogen hebben maar weinig inkomen (senioren).
Ondernemers - een bijzondere groep: oververtegenwoordigd
in laagste én hoogste inkomensdeciel, maar als het gaat om
de vermogensverdeling dan schuiven ze op, en bevolken ze
steeds vaker de hogere decielen.
In topdeciel vermogen relatief veel ondernemers – 200.000
ondernemers (= 2½ % van alle huishoudens) bezitten samen 21% van
het totale private vermogen.
34. Nederland in internationaal perspectief (1)
- Goede vergelijkende vermogensstatistieken ontbreken.
- Scheefheid private vermogensverdeling op basis van recente IMF-
studie. NL zit beduidend onder het gemiddelde; VS ver daarboven.
- Cijfers Luxembourg Wealth Study: vermogensongelijkheid NL afgeleid
via vermeende correlatie met inkomensongelijkheid.
35. Nederland in internationaal perspectief (2)
• Goede vergelijkende vermogensstatistieken ontbreken.
• SHARE-data; o.a. gebruikt door Van Bavel NL koppositie
• Voor Nederland N=1.846 ; population aged 50 years and above
Source: Skopek,
Buchholz &
Blossfeld (2011)
36. Nederland in internationaal perspectief (3)
Distribution financial wealth 2013 (Pension at a Glance)
Source: Pension at A Glance 2013
(Figure 2.2.2), and authors’
calculations based on data from
first wave Eurosystem Household
Finance and Consumption Survey
in 2013.
37. Corresponding Gini’s (Piketty's synthetic inequality index)
Source: Pension at A Glance 2013 (Figure 2.2.2), and authors’ calculations based on data
from first wave Eurosystem Household Finance and Consumption Survey in 2013.
38. Leiden University. The university to discover.
Afdeling Economie
Faculteit der Rechtsgeleerdheid
3 Piketty en zo
Koen Caminada
Hoogleraar Empirische Analyse van fiscale en sociale regelgeving
39. Piketty en Nederland
- Nederlandse vermogensverdeling redelijk in lijn met gegevens
boek Piketty voor continentaal Europese landen.
- Echter: tevens meerekenen opgebouwde pensioenrechten
dan lijken we volgens Piketty op Scandinavië.
Let op:
- Nederland wijkt op één belangrijk punt af (of heeft Piketty het
niet meegerekend?): Pikketty presenteert voor geen enkel land
schulden voor onderste helft huishoudens tezamen (in NL
omslagpunt bij 60ste percentiel)
- Gini’s van Piketty gebaseerd op 3 punten vermogensverdeling
(aandelen laagste 50%, middelste 40% en top 10%).
Ongelijkheidsindex nogal gebrekkig; zie Technical Appendix Piketty.
40. Piketty and Netherlands
TABLE 7.2 Inequality of capital ownership across time and space
Share of different groups
in total capital
Low
inequality
(never
observed:
ideal
society?)
Medium
inequality
(=
Scandinavia,
1970s-1980s)
Medium-
high
inequality
(= Europe
2010)
High
inequality
(= US
2010)
Very high
inequality
(= Europe
1910)
Netherlands
2010
Caminada et
al (2014)
Idem,
including
pension
savings
Top 10% "upper
class"
30% 50% 60% 70% 90% 61% 50%
Including top 1%
("dominant class")
10% 20% 25% 35% 50% 25% 17%
Including next 9%
("well-t-do-class")
20% 30% 35% 35% 40% 37% 33%
The middle 40%
("middle class")
45% 40% 35% 25% 5% 41% 46%
The bottom 50%
("lower class")
25% 10% 5% 5% 5% -2% 4%
Corresponding Gini
(synthetic inequality index)
0,33 0,58 0,67 0,73 0,85 0,742 0,626
Source: Piketty (2014, p. 248) and calculations based on CBS IPO and CBS microdata on
pensioenaanspraken, -uitkeringen en vermogen
41. Conclusie
Inkomensverdeling
• Ongelijkheid in Nederland stabiel 1990-2012
• Herverdeling toegenomen (AOW, pensioenen, IB)
• Aandeel topinkomens stijgt in veel landen, maar niet in NL (1970-heden)
Vermogensverdeling
• Scheefheid in Nederland groter dan inkomens
• Scheefheid neemt af wanneer rekening wordt gehouden met
opgebouwde pensioenrechten
• Scheefheid neemt af door samenhang inkomen - vermogen
• Sterk / snel afgenomen concentratie topvermogens
• Vermogensverdeling Nederland lijkt meer op Scandinavië en
Continentaal Europa dan op de VS of VK
43. Discussie: grens aan belasting topinkomens?
Mediane druk inkomensheffingen 2012
Bron: Caminada (2015)
Beleidskeuze: In welke mate wil de maatschappij bij belastingheffing
rekening houden met inkomensdraagkracht en in hoeverre mogen
allerlei andere kenmerken van huishoudens hierbij een rol spelen?
44. Verder lezen?
1. Alvaredo, Atkinson, Piketty and Saez (2013), The top 1 percent in international and historical perspective, Journal of
Economic Perspectives 27(3), 3-20.
2. Atkinson and Morelli (2014), Chartbook of Economic Inequality, www.chartbookofeconomicinequality.com.
3. Atkinson, Piketty and Saez (2011), Top Incomes in the Long Run of History, Journal of Economic Literature 49(1), 3-71.
4. Van Bavel en Salverda (2014), Vermogensongelijkheid in Nederland, ESB 99(4688), 392-395.
5. Been, Knoef, Caminada en Goudswaard (2014), Drie scenario’s voor de pensioenopbouw in Nederland, Pensioen
Magazine, 19(4), 16-20.
6. Caminada (2015), Keuzes voor een beter belastingstelsel 2.0, Tijdschrift voor Openbare Financiën 47(1), 4-23.
7. Caminada (2015), How strong are Piketty’s trends? Leiden Law Blog, 12 januari 2015.
8. Caminada, Been, Goudswaard en De Graaf-Zijl (2014), De ontwikkeling van inkomensongelijkheid en
inkomensherverdeling in Nederland 1990-2012, RM 14.02, Leiden University, 46 p.
9. IMF (2014), Fiscal policy and income inequality, IMF Staff Policy Paper, January 23, 2014.
10. Knoef, Been, Alessie, Caminada, Goudswaard en Kalwij (2013), Measuring retirement savings adequacy: a multi-pillar
approach in the Netherlands, Netspar Design Paper 25.
11. Morelli, Smeeding and Thompson (2014), Post-1970 Trends in Within-Country Inequality and Poverty: Rich and Middle
Income Countries’ Institute for Research on Poverty Discussion Paper, no. 1419-14.
12. Piketty (2014), Capital in the Twenty-First Century, Cambridge: The Belknap Press of Harvard University Press.
13. Roine, and Waldenström (2014), Long-Run Trends in the Distribution of Income and Wealth, IZA DP 8157.
14. Salverda (2013), Inkomen, herverdeling en huishoudvorming 1977-2011: 35 jaar ongelijkheidsgroei in Nederland,
TPEdigitaal 7(1), 66-94.
15. Tweede Kamer (2014), De Nederlandse vermogensverdeling, Kabinetsbrief 16 september 2014.
16. WRR (2014), Hoe ongelijk is Nederland? Een verkenning van de ontwikkeling en gevolgen van economische ongelijkheid,
WRR-Verkenning nr. 28, Kremer, Bovens, Schrijvers en Went (red.), Amsterdam: Amsterdam University Press.