1. Brief aan de Galaten
-27-
slavernij – relatie met Paulus
– Paulus’ relatie met hen
2. 9. ecMaar nu jullie God |kennen, meer* ecnog, dodoor God
|gekend zijn
‘de tijden van onwetendheid zijn
voorbij’ – Handelingen 17:30 -
1. Galaten hebben God leren kennen
3. 9. ecMaar nu jullie God |kennen, meer* ecnog, dodoor God
|gekend zijn
‘de tijden van onwetendheid zijn
voorbij’ – Handelingen 17:30 -
1. Galaten hebben God leren kennen
2. Zij kennen Hem nu in Zijn liefde
4. 9. ecMaar nu jullie God |kennen, meer* ecnog, dodoor God
|gekend zijn
‘de tijden van onwetendheid zijn
voorbij’ – Handelingen 17:30 -
1. Galaten hebben God leren kennen
2. Zij kennen Hem nu in Zijn liefde
3. Zij kennen Hem doordat Hij Christus opwekte
5. 9. ecMaar nu jullie God |kennen, meer* ecnog, dodoor God
|gekend zijn
‘de tijden van onwetendheid zijn
voorbij’ – Handelingen 17:30 -
1. Galaten hebben God leren kennen
2. Zij kennen Hem nu in Zijn liefde
3. Zij kennen Hem doordat Hij Christus opwekte
4. Zij kennen ook Zijn gerechtigheid – Rom.3:22; 1 Tim.4:10
6. 9. ecMaar nu jullie God |kennen, meer* ecnog, dodoor God
|gekend zijn
‘de tijden van onwetendheid zijn
voorbij’ – Handelingen 17:30 -
1. Galaten hebben God leren kennen
2. Zij kennen Hem nu in Zijn liefde
3. Zij kennen Hem doordat Hij Christus opwekte
4. Zij kennen ook Zijn gerechtigheid – Rom.3:22; 1 Tim.4:10
5. Zij weten dat God hén kent – 2 Tim.1:9; Rom.8:29
7.
8. 9. ……hoe kunnen jullie je weer |omkerenf opotot de zwakkezv
en armezv grondbeginselen,* wewaarvoor jullie weer van
voren* af aan |willen -slavenzv?
zwakke en arme grondbeginselen?
“Want de terzijdestelling van het voorgaande gebod
vindt plaats vanwege zijn zwakheid en nutteloosheid.
De wet heeft namelijk niets tot volmaaktheid gebracht”
Hebreeën 7:18,19a
9. 3. Zo waren +ook wíj, toen wij onmondigenmf waren,
ononder de grondbeginselen* van de wereld tot slaaf
°gemaakt๏f. Kol.2:8 Galaten 4:3
de grondbeginselen
van de wereld = wetten, rituelen, voorschriften over het
doen en laten van mensen (cultuur!)
Alle religies hebben: wetten/regels die het leven reguleren,
gebondenheid/slavernij – geen vrijheid.
10. Wat moet ik met al jullie offers? – zegt Ieue……
Houd op met die zinloze offergaven.
Ik heb een afschuw van jullie wierook;
jullie feesten, nieuwe maan en sabbat,
ik duld ze niet naast al dat wangedrag.
Jullie nieuwe maan, ál jullie feesten haat Mijn ziel,
ze hinderen mij, ik ben moe om ze te verdragen. Jesaja 1:11-14
Tijdens de Thora van Mozes al!
11. Het offer voor God is een gebroken geest;
een gebroken en verbrijzeld hart
zult u, God, niet verachten. Psalm 51:19
12. Neem die bij u, reinig u samen met hen en betaal voor hen de
kosten, zodat zij zich het hoofd kunnen laten scheren en allen
kunnen weten dat er niets is van wat hun over u verteld is, -
Handelingen 21:24
maar dat gij ook zelf medegaat in de onderhouding
van de wet - NBG ‘51
maar dat u zo wandelt dat u ook zelf de wet in acht
neemt - hSV
13. Neem die bij u, reinig u samen met hen en betaal voor hen de
kosten, zodat zij zich het hoofd kunnen laten scheren en allen
kunnen weten dat er niets is van wat hun over u verteld is, -
Handelingen 21:24
maar dat gij alzo wandelt, dat gij ook zelve de wet
onderhoudt. SV - Jongbloed
maar dat ook jij de wet trouw onderhoudt. -
Willibrord
maar ook jullie nemen de grondbeginselen
in acht, en jullie houden zelf de wet. (pCV)
14. 9. hoe kunnen jullie je weer |omkerenf opotot de zwakkezv
en armezv grondbeginselen,*
wewaarvoor jullie weer van voren* af aan |willen -slavenzv?
Galaten keerden om:
Joden en Israëlieten – terug onder de wet (Thora)
Anderen uit de natiën – keerden ook terug, maar
kwamen nu onder de wet (Thora)
15. 10. Jullie |houden nauwgezet dagen en maanden en
era’s en jaren. Rom.14:5
* sabbat
* pasen
* pinksteren
* kerstfeest
* kerkelijk jaar
* vasten
* carnaval
* loofhuttenfeest
* purimfeest
aspecten van de grondregels
16. 11. Ik |vrees๏ voor jullie, dat* ik mij wellicht*
tevergeefs* nbvoor jullie heb °ingespannen. Kol.2:16
Paulus’ verdriet,
na zijn verbazing (1:6),
zijn verontwaardiging (2:11-14),
zijn ontsteltenis (3:1).
17. 16. Laat dan winiemand jullie |richten iinzake voedsel*
of i drank* of i details* van een feest of van een nieuwe maan
of van sabbatten,
17. wedie een schaduwf zijn van ≡hetgeen op het punt |staat te komen.
Het lichaamf echter is van de Christus. Kolossenzen 2
18. 12. |Wordt๏ zoals ik, omdat +ook ik ben zoals jullie, broeders,
ik |smeek๏ het jullie. In niets -deden jullie mij onrecht aan.
Wordt zoals ik : vrij van de grondbeginselen van de wereld
Paulus was dat door het kruis:
Dit weten wij , dat onze oude mens gezamenlijk gekruisigd is,
opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en
wij niet meer als slaaf de zonde dienen. Romeinen 6:6; 7:4-6
19. 12. |Wordt๏ zoals ik, omdat +ook ik ben zoals jullie, broeders,
ik |smeek๏ het jullie. In niets -deden jullie mij onrecht aan.
omdat ook ik ben zoals jullie, broeders
zij waren vrij van de afgoden geworden!
Zij hadden het evangelie gehoord en er blij van geworden:
Toen nu de natiën hoorden, verheugden zij en verheerlijkten
het Woord van de Heer, en er geloofden er zovelen als er
bestemd waren voor het eonische leven.