1. Brief aan de Galaten
-15-
Het apostelschap van Paulus
(Paulus versus Petrus 1:10-2:21)
2. Opdracht voor Paulus:
Maar de Heer zei tot hem:
‘Ga! Deze is voor Mij een uitverkoren
instrument om Mijn Naam te dragen
voor de ogen van zowel de natiën als
koningen en ook de zonen van Israël’
Handelingen 9:15
3. Petrus gebruikt sleutels op de pinksterdag
(Handelingen 2) en daarna in Samaria:
Petrus en Johannes gaan naar Samaria en door hen
ontvangen gelovigen heilige geest (Handelingen 8)
en daarna naar de heiden-proselieten:
Petrus gaat naar proselieten om ook hen
te roepen tot de koninkrijksekklesia
Handelingen 10
Petrus zegt, dat God hem van de aanvangsdagen af uitkoos opdat de natiën het woord van het
evangelie horen en geloven
Handelingen 15
4. Want Ik zal hem laten zien hoeveel
hij moet lijden voor Mijn Naam.
Handelingen 9:16
5. 1 Timotheüs 2:7
- gezag van Paulus
Daartoe ben ik geplaatst als heraut en apostel
(ik zeg de waarheid in Christus, ik lieg niet), als
een leraar van de natiën in kennis en waarheid
.
6.
7. dubbele bediening:
Paulus verkondigde tot het einde van
Handelingen aan Israël het aardse
koninkrijk van God.
Tegelijkertijd sprak hij rechtstreeks de
natiën aan met het aan hem onthulde
evangelie (Galaten 1:12)
8. Christus Jezus onthult door Paulus:
het beheer (huis-wet, huishouding)
van de genade van God (Efeziërs 3:2)
beheer:
*wet
(Exodus tot Mattheüs)
*vleeswording van Jezus (evangeliën)
*geest
(Handelingen 1-13)
*overgang
(Handelingen 9-28)
*geheimenis (na Handelingen 28)
9. Gods plan:
Roeping Abram (Genesis 12)
Roeping Israël voor de volkeren (Exodus)
Israël schiet tekort in het vlees- oud verbond
(beheer vh geheimenis – roeping lichaam van
Christus)
Israël zegen voor de volkeren – door de
geest – nieuw verbond
11. Eén Heer, twee apostelschappen:
want Hij, die in Petrus werkzaam is
voor het apostelschap van de
besnijdenis, is ook in mij werkzaam
voor dat van de natiën
Galaten 2:8
Romeinen 1:5
12. twee apostelschappen
wederzijdse erkenning:
en toen zij de genade erkenden .die
mij gegeven is, -°gaven Jacobus en
Kefas en Johannes … mij en Barnabas
de ≡rechterhandzv van gemeenschap
de genade .die mij gegeven is
Paulus’ apostelschap van de natiën
14. Jacobus, Kefas en Johannes
werden geacht steunpilaren
te zijn; zij erkenden het
evangelie, dat Paulus onder
de natiën verkondigt
15. de twee bedieningen
de steunpilaren waren voor de
Besnijdenis en
Paulus en Barnabas voor de natiën
opdat inderdaad wij nbvoor de natiën, ecmaar zfzij
nbvoor de besnijdeniszv zouden zijn.
16. Alleen dat wij de armen zouden
gedenken*, wewaarvoor ik mij +ook
inzet* dit te -doen. Ha.11:29,30; 24:17
17. Paulus versus Petrus - vervolg
Maar toen Kefas (rots) naar Antiochië
kwam, weerstond ik hem
recht in zijn gezicht, omdat hij
afkeuring verdiende.
Galaten 2:11
18. Paulus was niet ondergeschikt aan
Petrus; hij had een unieke bediening
Galaten 1:1,10-12, 16-18, 2:7-21
19. dubbele bediening:
Paulus verkondigde tot het einde van
Handelingen aan Israël het aardse
koninkrijk van God.
Tegelijkertijd sprak hij rechtstreeks de
natiën aan met het aan hem onthulde
evangelie (Galaten 1:12)
20.
21. Want voordat er enkelen van Jakobus
gekomen waren, at hij samen met de
heidenen
Galaten 2:12
van Jakobus – de broer van de Heer
(Galaten 1:19)
= vleselijke lijn van Israël
hij werd leider, blijkt in Jeruzalem
Handelingen 15
22. Petrus at samen met de heidenen
gevolg van Handelingen 10
(eten = uitbeelding van het hele leven)
voedselvoorschriften in Thora
Leviticus 11;17:10-16
23. Tafel = uitdrukking van gemeenschap
Petrus samen met de heidenen aan tafel
Geestelijk was Israëls tafel vol met afval –
Jesaja 28
24. Sjabbat vieren - vrijdagavond eten:
Tafel gereedmaken met kaarsen, wijn
en allerlei zaken,
voorgeschreven door rabbijnen!
25. Bevreesdheid
van een mens
legt een
valstrik, maar
wie op Ieue
vertrouwt, is
onneembaar
Spreuken 29:25
Maar toen zij kwamen, deinsde hij
terug en zonderde zich af,
bevreesd voor hen die uit de
besnijdenis waren.
Galaten 2:12
26. En ook de overige Joden huichelden
met hem mee zodat zelfs Barnabas
meegesleept werd door hun huichelarij.
Galaten 2:13
Onder de wet leven – brengt huichelarij voort:
Zij offeren wel, maar hun hart is ver van Mij!
27. Maar toen ik zag dat zij niet de
juiste houding hebben tot de
waarheid van het evangelie,
sprak ik tot Kefas ten aanhoren
van allen:
indien jij, die een Jood bent, als
de natiën leeft - en zeker niet
als een Jood – hoe kun jij
de natiën noodzaken als Jood te
leven?
Galaten 2:14
28. Denk na!
Indien jij, die uit de natiën bent, en
altijd als de natiën leefde - en zeker niet
als een Jood – hoe kun jij de natiën
noodzaken als Jood te leven?