2. Mattheüs 9:35-38 Oogst is groot
Mattheüs 10 Uitzenden van arbeiders in de oogst
Mattheüs 11:1-6 Onderwijs en prediking in de steden
Mattheüs 11: 7-19 Wie is Jezus?
Mattheüs 11:20-24 Gericht
Mattheüs 11:25-30 Mijn juk is zacht
Mattheüs 12:1-8 Wandelen door de oogst
6. Wanneer u in het staande koren van uw
naaste komt, mag u met uw hand aren
plukken;
Deuteronomium 23:25
7. maar u mag niet de sikkel slaan in het
staande koren van uw naaste.
Deuteronomium 23:25
8. Farizeeën tegen Jezus
Toen de Farizeeën dat zagen, zeiden zij
tegen Hem:
Zie, Uw discipelen doen iets wat niet
geoorloofd is te doen op de sabbat.
9. Uit de Thora (wet):
het vierde gebod
Zes dagen zult u arbeiden en al uw werk doen,
maar de zevende dag is de sabbat van Jahweh
(Ieue), uw Elohim. Dan zult u geen enkel werk doen,
u, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw slaaf,
noch uw slavin, noch uw vee, noch uw vreemdeling
die binnen uw poorten is Exodus 20:9,10
10. Uit de profeten:
12:3 Maar Hij zei tegen hen: Hebben jullie
niet gelezen wat David deed toen hij
honger had, en zij die bij hem waren?
11. De Heer Jezus verwijst naar:
1 Samuël 21 :1 e.v.
David in Nob bij de priester Achimelech
12. 12:4 Hoe hij het huis van God binnengegaan
is en de toonbroden gegeten heeft, die hij
niet mocht eten, evenmin als zij die bij
hem waren, maar alleen de priesters?
13. 1 Samuël 21 :1 e.v.
David in Nob bij priester Achimelech
Nood:
honger bij David en zijn volgelingen
honger bij Jezus en zijn discipelen
14. Thora (Leviticus 24:9) zei:
Alleen de priesters mogen toonbroden eten
Op sjabbat werden ze gewisseld
16. Nood breekt wetten:
David at met zijn volgelingen verboden brood
De Heer met Zijn discipelen aten op sjabbat en
moesten daarvoor ‘werken’.
17. 12:5
Of hebben jullie niet gelezen in de Thora
(Numeri 28:9), dat de priesters op de
sabbatten de sabbat ontheiligen in de
tempel, en foutloos zijn?
18. Als iemand de wet van Mozes tenietgedaan
heeft, moet hij sterven zonder
barmhartigheid, op twee of drie getuigen.
19. Maar als u geweten had wat het
betekent:
Ik wil barmhartigheid en geen offer
(Hosea 6:6), dan zou u de foutlozen niet
veroordeeld hebben.
20. Zoon van Adam is Heer van de sjabbat:
Adam was eerder dan de 7e dag;
de Zoon van Adam was eerder dan Adam