SlideShare a Scribd company logo
1 of 41
Download to read offline
sectorupdate 2013
▶▶ Interviews
▶▶ Trends & ontwikkelingen
▶▶ Sectorvisie
visieop
agrarisch
Geachte relatie,
Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het
Nederlandse bedrijfsleven. Om uw bedrijf en business model echt te kunnen
begrijpen, verdiept ABN AMRO zich in uw sector. Het rapport geeft een schets
van de stand van zaken en de vooruitzichten van een groot aantal branches.
Zo kunt u een kijkje nemen achter de veelomvattende en daardoor soms
verhullende macro-economische cijfers. Bovendien biedt het de mogelijkheid
om na te gaan hoe uw onderneming het doet in vergelijking met
branchegenoten.
Die macro-economische cijfers laten zien dat Nederland te maken heeft met een periode van
conjuncturele zwakte. De eurozone heeft de afgelopen jaren onder vuur gelegen. En de Nederlandse
economie is in 2012 gekrompen. Het lijkt er niet op dat die krimp dit jaar zal plaatsmaken voor groei.
De sombere consument houdt zijn hand op de knip. Daarmee doet de Nederlandse economie het
slechter dan die van de ons omringende landen.
Gelukkig is dit niet het hele verhaal over de conjunctuur. De mondiale economische vooruitzichten
zijn beter dan een jaar geleden. Binnen de eurozone tekent zich een keer ten goede af. Dat is vooral
te danken aan ingrepen van de Europese Centrale Bank. De periode van hoge nood lijkt voorbij, al
blijft er reden voor bezorgdheid. Deze verbetering is goed nieuws, want vrijwel geen land is zo sterk
op het buitenland gericht als Nederland.
Bovendien zijn er meer lichtpunten in de Nederlandse economie. Onze economie wordt gevormd
door een bonte verzameling van marktpartijen: bedrijven, consumenten, overheden, et cetera. In veel
branches binnen de bedrijvensector zal de stemming onder ondernemers volgens dit rapport
verbeteren. Exporterende ondernemingen profiteren van de aantrekkende wereldhandel. In het
kielzog daarvan zullen bedrijfstakken als de transportsector en de groothandel herstel laten zien.
Andere sectoren, vooral de bouwsector, hebben in 2013 echter te maken met tegenwind.
Veel agrarische branches kennen een heel eigen dynamiek die vaak los lijkt te staan van de algemene
economie. De meeste branches realiseerden groei in 2012 en ook voor dit jaar zijn de verwachtingen
gunstig. De waarde van de agrarische export groeide sinds 2000 met 73% tot ruim EUR 74 miljard.
Daarmee is de agrarische sector een belangrijke bouwsteen voor herstel van de Nederlandse
economie. Met een groeiende wereldbevolking die om steeds meer hoogwaardig voedsel vraagt, en
om productiesystemen voor voedsel, liggen er volop kansen voor Nederlandse bedrijven.
Deze publicatie is geschreven voor u, ondernemers. Hoe Nederland presteert, hangt nauw samen
met hoe u presteert. Ondernemers staan vaak wat optimistischer in het leven dan de gemiddelde
Nederlander. Dat optimisme heeft Nederland nodig om op een bestendiger groeipad te komen. Met
kennis van uw sector helpen wij u graag uw plannen te realiseren.
Goede zaken gewenst!
Joop Wijn
Lid Raad van Bestuur ABN AMRO
1visie op agrarisch
visieopagrarisch
sectorupdate2013
2
4
6
10
12
14
16
18
20
22
24
26
28
30
32
34
36
38
	 Nederlandse economie
	interviews
	akkerbouw
	bloembollenteelt
	fruitteelt
	 groenteteelt onder glas
	 groothandel in bloemen en
	planten
	kottervisserij
	legpluimveehouderij
	melkveehouderij
	mengvoederindustrie
	 sierteelt onder glas
	 teelt van
	boomkwekerijgewassen
	varkenshouderij
	vleeskuikenhouderij
	leeswijzer
	colofon
3visie op agrarisch
De Nederlandse economie is vorig jaar 1% procent gekrompen. Dat kan geheel worden toegeschreven
aan lagere binnenlandse bestedingen. De uitvoer is verder toegenomen en heeft een sterkere terugval
van de economie voorkomen. Ook voor 2013 wordt een krimp van de economie voorzien – met 0,5 tot
1%. En naar verwachting zijn wéér de binnenlandse bestedingen daar debet aan, terwijl de uitvoer
verder groeit. We denken dat de economie in de loop van dit jaar weer voorzichtig wat groei zal laten
zien. Dat herstel zet vermoedelijk door in 2014, waardoor de economische groei richting 1% kan gaan.
Nederlandseeconomie:
	 lichtherstelinloopvan2013
De economie is afgelopen jaar gekrompen. Het bruto binnenlands
product (bbp) nam af met gemiddeld 1,0%. In de eerste twee
kwartalen van het jaar liet de economie een heel lichte groei zien
ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Daarmee leek een eind
gekomen aan de recessie die was begonnen in het voorjaar van
2011. Maar in het tweede halfjaar kromp de economie opnieuw - en
sterk.
Economie in tweede helft 2012 weer gekrompen
-6
-3
0
3
6
1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
60
75
90
105
120
bbp (% j-o-j; l.as)
Economisch-sentimentindicator (r.as)
%
Bron: Thomson Reuters Datastream
Binnenlandse bestedingen nog onder
druk
De binnenlandse bestedingen hebben de bbp-groei in de rode cij-
fers geduwd. De investeringen zijn (eind 2012) al zeven kwartalen
op rij gedaald en de particuliere consumptie zelfs al acht kwartalen.
Nadat de particuliere consumptieve bestedingen 1% waren ge-
daald in 2011, namen ze vorig jaar nog eens 1,4% af. De ‘hoofd-
schuldige’ aan deze daling is het reëel beschikbaar gezinsinkomen,
dat vorig jaar fors afnam - nog aanzienlijk méér dan de consumptie-
ve bestedingen. Deze stevige daling werd veroorzaakt door diverse
factoren. Zo stegen de lonen vorig jaar fors minder dan de prijzen:
reëel gingen de lonen omlaag. Verder drukten de bezuinigingen van
de overheid en hogere pensioenpremies de koopkracht. En ten
slotte daalde de werkgelegenheid. De consumptie werd bovendien
ontmoedigd door het lage consumentenvertrouwen en de zwakke
huizenmarkt.
Voor 2013 is het beeld nog niet veel beter. Het reëel beschikbaar
inkomen daalt opnieuw, door dezelfde factoren als in 2012. Wel lijkt
de daling van het reële loon wat lager uit te vallen. We verwachten
dat in de nog af te sluiten cao’s zal worden geprobeerd de btw-
verhoging deels te compenseren. Als gevolg van de (verdere)
inkomensdaling zal de consument opnieuw minder uitgeven. Maar
als het vertrouwen van de consument later in het jaar wat zou
herstellen, dankzij de voorzichtige verbetering van het internationale
economisch klimaat, kan de daling van de consumptie iets lager
uitvallen dan vorig jaar.
Ook de investeringen daalden vorig jaar. Dat is niet verrassend als
de productie van het bedrijfsleven krimpt. Die krimp zien we terug
in de mate waarin het machinepark in de industrie wordt benut: de
bezettingsgraad lag in het tweede halfjaar zo’n 2% lager dan in de
tweede helft van 2011. Dat is geen impuls om te investeren, zeker
niet bij de nog altijd onzekere vooruitzichten. Met het voorzichtige
herstel dat wij voorzien, zijn er aanvankelijk nog weinig prikkels om
te gaan investeren, al worden de perspectieven voor de export-
sector wel beter. Bovendien kan de verbetering van het internatio-
nale economisch beeld ook het vertrouwen van ‘binnenlandse’
ondernemers schragen. Aan de krimp van de bedrijfsinvesteringen
kan dan ook dit jaar een einde komen.
Uitvoer is en blijft groeimotor voor de
economie
De uitvoer van goederen en diensten is vorig jaar gestegen met
3,3%. Na twee sterke kwartalen kwam de uitvoer in de zomer
weliswaar in een dip, maar daarna tekende zich weer herstel af. Dat
er een terugval optrad mag geen verrassing heten, wanneer wordt
bedacht dat maar liefst driekwart van de goederenuitvoer binnen de
4
EU blijft - een regio die vorig jaar een economische krimp kende van
0,3%. Tegen die achtergrond valt de Nederlandse exportprestatie
mee.
Wel merken we op dat de stijging van de uitvoer wordt geflatteerd
door de wederuitvoer (producten die worden ingevoerd door een
Nederlandse partij en weer worden uitgevoerd zonder dat ze een
noemenswaardige bewerking hebben ondergaan). De uitvoer van
binnenslands gefabriceerde goederen deed het vorig jaar minder
goed. Deze nam toe met een schamele 0,5%, terwijl de weder-
uitvoer met 7% steeg.
Dit jaar kan dat beeld dankzij de aantrekkende wereldhandel ver-
beteren: de binnenslands geproduceerde uitvoer kan weer wat
meer toenemen. Enkele indicatoren wezen in de eerste maanden
van 2013 op een aanhoudende groei van de uitvoer. Bovendien blijkt
uit diverse internationale ranglijsten dat de Nederlandse concurren-
tiepositie goed is. Dat betekent dat ons land goed in staat zou
moeten zijn om te profiteren van de aantrekkende wereldhandel.
We voorzien daarom een oplopende exportgroei.
Huizenmarkt beweegt nog niet
De woningmarkt heeft opnieuw een mager jaar achter de rug. Het
aantal transacties daalde in 2012 voor het zesde jaar op rij. Aanvan-
kelijk zal het transactievolume nog verder afnemen, onder invloed
van de minder gunstige fiscale behandeling van de eigen woning.
Ook de krappere hypotheeknormen van het Nibud spelen een rol.
Bovendien zijn de banken terughoudend bij de kredietverlening.
Een belangrijke factor voor een herstel van de woningmarkt vormt
de betaalbaarheid. Die verbetert door de lage rente en vooral door
de daling van de huizenprijzen. De betaalbaarheid beweegt door de
gedaalde prijzen geleidelijk weer richting het historisch gemiddelde.
De voorzichtige kredietverlening, de nog fragiele economie en de
minder gunstige fiscale voorwaarden voor eigen woningbezit
houden voorlopig een rem op de markt voor koopwoningen. Maar
de bodem komt in zicht door de verbeterde betaalbaarheid. Een
andere reden dat de markt kan stabiliseren, is de ontwikkeling van
de woningvoorraad. Die wordt door de achterblijvende woningbouw
steeds krapper. In 2014 verwachten wij daarom een lichte stijging
van het aantal transacties.
Gemiddelde groei in 2013 nog negatief -
volgend jaar weer positief
Al met al krimpt de economie dit jaar gemiddeld opnieuw - met
naar schatting 0,5 tot 1%. Dit negatieve cijfer is overigens groten-
deels toe te schrijven aan de negatieve doorwerking van de forse
krimp in de tweede helft van 2012. In de loop van 2013 kan dankzij
de uitvoer herstel optreden. Dat wordt echter afgeremd door de
omvangrijke ombuigingen van de overheid. De economie heeft dus
twee gezichten: de binnenlandse bestedingen krimpen, de uitvoer
groeit. Sectoren die meer op het buitenland georiënteerd zijn,
zullen beter presteren dan sectoren die (vooral) op de binnenlandse
markt actief zijn.
Dankzij de voorzichtige conjuncturele opleving kan de economie
met wat meer vaart 2014 binnengaan. In dat jaar kan de groei rich-
ting 1% gaan. De werkloosheid, die doorgaans naijlt bij de ontwik-
keling van de productie, zal echter nog enige tijd blijven oplopen.
Uitvoer groeit verder
-20
-10
0
10
20
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
30
40
50
60
70
Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as)
PMI exportorders (index; r.as)
%
Bron: CBS, Markit NEVI
Inflatie kan licht dalen
De inflatie liep eind 2012 snel op richting 3%, door de verhoging
van de btw in oktober. Begin 2013 liep de inflatie nog iets verder
op, door onder meer de verhoging van enkele andere belasting-
tarieven. Zonder het effect van die belastingverhogingen was het
inflatiecijfer in de eerste maanden slechts 1,6%. In de loop van
het jaar kan de inflatie wat afnemen, doordat het opwaartse effect
van de eerdere energieprijsstijgingen afneemt en door de zwakke
conjunctuur. Bovendien valt in het najaar het effect van de
btw-stijging weg uit het inflatiecijfer.
Risico’s
Wat zijn nu de risico’s bij ons scenario? De kans op tegenvallers lijkt
wat groter dan die op meevallers. Wij gaan ervan uit dat de
(systeem-)risico’s rond de staatsschuldencrisis, dankzij diverse
maatregelen, zoveel zijn verminderd dat nieuwe, serieuze onrust op
de financiële markten kan uitblijven en het vertrouwen in de
economie geleidelijk kan verbeteren. Maar echt beteugeld is de
crisis niet. Dat bleek in maart met Cyprus. De gevolgen van het
‘geval Cyprus’ lijken mee te vallen. Maar dat betrof slechts een klein
land. Verder moet het economisch herstel in de eurozone, dat wij in
de loop van dit jaar voorzien, op gang komen door de aantrekkende
wereldeconomie. Als die opleving echter stagneert, blijft ook het
herstel hier dit jaar uit. Ook is denkbaar dat het drukkend effect dat
de ombuigingen van de overheid hebben op de groei, forser uitvalt.
Aan de andere kant moet ook worden gezegd dat als het mondiale
herstel daad-werkelijk doorzet, dit (tijdelijk) wat sneller kan gaan dan
verwacht. Op- en neergaande bewegingen na omslagen van de
conjunctuur worden nogal eens onderschat.
5Nederlandse economie
HansvanHolstein(28),
HolsteinFlowers:
‘Nieuwegeneratie
moetstrategischsterkzijn’
Hans van Holstein: ’Opa Van Holstein teelde groente. Mijn vader
Leo is met drie broers in 1974 begonnen met sierbloemen.
Gerberas telen we, tientallen soorten. Ieder jaar komen er
nieuwe, unieke variëteiten bij. Alle vier de broers zijn directeur
van Holstein Flowers. In ons familiebedrijf zijn zakelijk en privé
compleet verweven. Ook staat bij ons continuïteit hoger op de
agenda dan winstmaximalisatie. Dat is onze kracht.
Begin 2010 ben ik toegetreden tot de directie, als eerste van de
nieuwe generatie. Het is geen vanzelfsprekendheid geweest. Was
het vroeger misschien voldoende als je heel hard werkte; voor
ondernemers anno 2013 geldt dat ze ook goed strategisch
moeten kunnen denken. Want de ontwikkelingen in de glastuin-
bouw zijn turbulent en veelomvattend. Denk aan schaalvergroting,
de veranderingen in de handelsketen en de technische ontwikke-
lingen die teelt en energieverbruik steeds opnieuw optimaliseren.
Ik ben actief in Tuinbouw Jongeren Westland. Daar houden we
bijvoorbeeld avonden over de invloed van de wereldpolitiek op de
energieprijs, of het Nieuwe Samenwerken 4.0.
In het hart van Greenport Westland hebben we 12 hectare
kassen. Dat we in 2012, in moeilijke economische tijden, hebben
kunnen investeren, heeft te maken met onze focus op continuï-
teit. We zijn er trots op. De oude kas van Futura, een van onze drie
productielocaties, is gesloopt. Er staat nu op dezelfde plek een
gloednieuwe, state-of-the-art-kas, geïnspireerd op Het Nieuwe
Telen. Voor de klimaatbeheersing blazen we droge buitenlucht de
kas in, waardoor we 25 tot 30% energie besparen en kans maken
op een hogere productie van gerberas van betere kwaliteit. Dit
soort innovaties bedenk je uitsluitend in een samenwerking.
Daarom vind ik het enorm zonde, voor de hele tuinbouwsector,
dat het Productschap Tuinbouw is opgeheven. Want gezamenlijk
onderzoek krijgen we nu als kwekers lastiger, of zelfs helemaal
niet meer, gefinancierd.
Belangenbehartiging blijft cruciaal voor de tuinbouw; we moeten
als belangrijke pijler van de economie een vuist kunnen maken
richting politiek en andere organisaties.’
denieuwegeneratieagrarischondernemers
6
Vierkorteinterviews.Overagrarischondernemendoorde
nieuwegeneratie.Diegaatindetoekomstondermeervooronze
voedselzekerheidzorgen.HansvanHolstein(28)traddiktwee
jaargeledentoetotdedirectievanHolsteinFlowers,endatwas
geenvanzelfsprekendheid,ookalisdateenfamiliebedrijf.Djûke
vanderMaat(30),boerderijNieuwSlagmaat,levertmethaar
handelsbedrijf,eeneenmanszaak,directaanconsumentenen
leveranciersindeketen.EricPelleboer(28),dagelijksbestuurder
bijhetNAJK,zietleeftijdsgenotenuitgroteliefdekiezenvoorhet
bestaanalsboer.PierreBerntsen,directeurAgrarische
BedrijvenABNAMRO,zieteengezondetoekomstvoorde
sector.‘Denieuwegeneratieonderneemtineendynamische
wereldenisdaarprimategenopgewassen.Jongeagrarische
ondernemerszijnvaakuitstekendopgeleid,communicatief
vaardigenhebbeneensterkefocusopdemaatschappij.De
keuzevoorbedrijfsovernameisheelbewustenmetpassie
genomen.’
DjûkevanderMaat(30),
BoerderijNieuwSlagmaat&handelsbedrijf:
‘Ikgeloofingezonde
toekomstvansector’
Djûke van der Maat: ‘Met echt alle respect voor de oudere
generatie, vind ik dat jonge agrariërs een wat langere termijn-blik
hebben. Dat moet ook. Voor boeren anno 2013 spelen nu, veel
meer dan vroeger, globale vraagstukken die de wijze van
ondernemen beïnvloeden. Bepaal je in dat krachtenveld geen
goede strategie, dan red je het niet. Vandaar dat een
langetermijnblik nodig is.
In 2011 won ik de Nuffield Farming Scholarship. Een prestigieuze
internationale prijs voor (jonge) boeren die ketenverkorting,
ondernemerschap en duurzame teelt knap combineren. Bij de prijs
hoort een soort studie, die ik net heb afgerond. Tien weken lang
bezocht ik in het buitenland conferenties, en boerenbedrijven, om
te zien hoe zij daar het werk aanpakken. Onwaarschijnlijk
interessant. Sta je met een Australiër te praten die zijn vee met een
helikopter bij elkaar moet drijven - zijn farm is zo groot als Friesland
en Groningen bij elkaar - en die vraagt: ‘Hoe groot is jouw bedrijf?
Wat, 25 hectare?’ Daar hebben we eerst vijf minuten smakelijk om
gelachen. Dan zie je hem denken: oké, je kunt dus ook met zo’n
kleine oppervlakte een inkomen verdienen, wat kan ik daarvan
leren?
We doen van alles: fruit telen volgens Milieukeur, Blaarkopkoeien
fokken, een paardenpension en onze landwinkel runnen, schapen
houden, wat wintertarwe en mais telen. En we geven educatie aan
basisschoolleerlingen. We verkochten vroeger slechts ongeveer
15% van de oogst in eigen winkel. De rest ging als bulk naar de
veiling. Zonde, vond ik.
Met mijn handelsonderneming, een eenmanszaak, is het me gelukt
om direct te leveren aan leveranciers hogerop in de handelsketen.
Zij willen graag duurzaam geteeld fruit rechtstreeks van mijn groep
telers afnemen. Daardoor is onze marge interessanter. Zoals wij
werken, dat is een kleine niche. Dat kan en moet ook niet heel
Nederland gaan doen. Als je goed bent in schaalvergroting, doe het.
We moeten in 2050 ook negen miljard mensen voeden op deze
wereld. Ik geloof heilig in een gezonde toekomst voor de
Nederlandse agrarische sector.’
Djûke van der Maat is in de verkiezing Agrarisch Ondernemer van
het Jaar doorgedrongen tot de laatste tien ondernemers, waaruit
de vijf genomineerden worden geselecteerd. Op 30 mei 2013 is de
winnaar bekend: www.agrarischondernemer.nl.
7interviews
EricPelleboer(28),
dagelijksbestuurderNAJK:
‘Jongeboerenhebben
groteliefdevoorhetwerk’
Eric Pelleboer: ‘Van alle agrarische bedrijfshoofden in Nederland is
4% jonger dan 35 jaar, en 28% boven de 65. Wie een
onderneming wil overnemen, kan dat alleen gefinancierd krijgen
als de ouders bereid zijn een bedrijfswaarde te rekenen die fors
onder de marktprijs ligt. En dan zijn de schulden nog torenhoog.
Agrarische jongeren zijn steeds hoger opgeleid. Ze kijken goed
om zich heen en kiezen niet zelden voor een goede baan in het
bedrijfsleven, waar ze gemakkelijker en beter kunnen verdienen
dan op de boerderij. Dat er evengoed jongeren bereid zijn om de
sprong in het diepe te wagen, kan maar op één manier verklaard
worden: een enorme liefde die ze aan de dag leggen voor een
leven als boer.
Buiten werken is mooi, het is gevarieerd. Geen jaar, geen dag is
hetzelfde, omdat je met de natuur samenwerkt. Het weer laat zich
geen protocol opleggen. Ik run samen met mijn ouders een
akkerbouwbedrijf in de Noordoostpolder. Het is fijn om dat te
combineren met het werk voor het dagelijks bestuur van het
Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. Het NAJK, een
belangenorganisatie voor jonge boeren en tuinders, heeft 8.000
leden tussen de 16 en de 35 jaar. Ik ben portefeuillehouder
akkerbouw en kom door mijn bestuurswerk met veel mensen in
aanraking: leerzaam en uitdagend.
Ik teel frietaardappelen, vermeerderingsuien, wintertarwe,
winterpeen, witlof en suikerbieten. De markten zijn volatiel, dus
helpt het om verschillende afzetstrategieën te kiezen. Voor het
boerenbedrijf moet je vól gaan, anno 2013, met handen én
hersens. Hard werken alleen is niet genoeg. Jonge boeren
opereren slim, staan met het gezicht naar de markt, pakken
vernieuwingen gemakkelijker op.
Ik zie dat de meeste jonge agrariërs nadenken over invloedrijke
trends: duurzaamheid, technologische innovatie, schaalvergroting
en license to operate. Het NAJK doet actief mee aan
maatschappelijke debatten over dierenwelzijn, biodiversiteit en het
nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid.
Boer en burger zijn in de loop der jaren van elkaar verwijderd
geraakt. Terwijl: we hebben elkaar allemaal nodig, het zijn de
jonge boeren die in de toekomst voor voedselzekerheid zullen
moeten gaan zorgen. Dus een goede en gestructureerde
belangenbehartiging, richting Den Haag en maatschappelijke
organisaties, is onontbeerlijk.
Wij zijn blij dat dit kabinet heeft besloten het budget voor de
Jonge Landbouwersregeling te verhogen. Er staan in het nieuwe
Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid goede voorstellen
voor jonge boeren. Een stap in de juiste richting. Ik zou zeggen:
doorzetten deze voorstellen.’
8
PierreBerntsen,
directeurAgrarischeBedrijvenABNAMRO:
‘Nieuwegeneratiekan
uitstekendondernemenin
complexewereld‘
Pierre Berntsen: ‘De nieuwe generatie werkt in andere en meer
complexe omstandigheden dan de vorige generatie. Mondiale
ontwikkelingen spelen een veel grotere rol dan vroeger. Die hebben
invloed op afzetmarkten, opbrengstprijzen en de omgeving waarin
we werken. Je moet van goeden huize komen om succesvol te zijn
en te blijven.
Veel meer dan vroeger, wordt multifunctionaliteit gevraagd. Om
goede afzetstrategieën te ontwikkelen, is marktkennis en kennis van
de digitale wereld belangrijk. Het is ook van groot belang om
contacten te onderhouden met de buitenwereld: overheid,
belangenorganisaties, toeleveranciers, afnemers en last but not least
de consument. Wie een overgenomen bedrijf op routine doorrolt,
krijgt het lastig.
De nieuwe generatie zie je meer de dialoog met de omgeving
opzoeken en samenwerken. Jongeren staan met het gezicht naar de
markt en zien het belang van maatschappelijk draagvlak, overigens
zonder daarbij een roze bril op te hebben. Ik denk dat doorbraken in
het maatschappelijk debat eerder van jonge agrarisch ondernemers
gaan komen, dan van burgers.
Een andere positieve ontwikkeling zie ik bij de belangenbehartiging
en in besturen. Dat zijn van oudsher toch mannenbolwerken. Hier en
daar kom je nu ook vrouwen tegen. Dat is een goede ontwikkeling.
Vrouwen zorgen voor verbinding, nemen verantwoord risico, nemen
de achterban mee en zoeken consensus. De voorzitter van de
vakgroep melkgeitenhouderij, Jeannette van de Ven, en oud-
voorzitter van de vakgroep varkenshouderij, Annechien ten Have zijn
daarvan mooie voorbeelden. Zoals de samenleving pluriform is,
mogen besturen en organisaties ook best wat gemengder zijn.Thuis
aan de keukentafel is dat al lang zo!
De nieuwe generatie heeft de toekomst en is opgewassen tegen de
uitdagingen in de nieuwe, complexere wereld. Jongeren missen dan
wel ervaring, maar ze zijn uitstekend geïnformeerd, goed opgeleid en
drukken zich goed uit. Ze kunnen vaak ook een alternatieve carrière
kiezen, dus als ze agrarisch ondernemer worden, is dat een keuze uit
volle overtuiging. Het duidt op zelfbewustzijn, niet op naïveteit. Ze
houden van het vak. Het grootste deel van de studenten aan
agrarische hogescholen is beoogd bedrijfsopvolger. En zo heb ik
meerdere collega’s die samen met hun partner de boerderij van
ouders of schoonouders overnemen en daarvoor een veelbelovende
loopbaan in het bedrijfsleven laten lopen.’
9interviews
Kenmerkend voor akkerbouw is de intensieve productie van hoog salderende gewassen
	 Uitstekende resultaten in 2012
	 Gunstige vooruitzichten voor Nederlandse kwaliteitsproducten
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Akkerbouw is het op grootschalige wijze telen van planten voor
menselijke of dierlijke consumptie of voor industrieel gebruik.
Gewassen zoals aardappelen, suikerbieten, granen, uien en
vollegrondsgroente worden in de vollegrond geteeld. Nederland
heeft vruchtbare landbouwgronden, een gunstig klimaat en ligt
vlakbij grote afzetmarkten in Europa. De rol van het EU-landbouw-
beleid in de akkerbouw wordt minder groot. Het aantal akkerbouwers
dat zich bezig houdt met multifunctionele landbouw stijgt, waarbij
activiteiten worden ontplooid op het gebied van recreatie,
boerderijverkoop en dergelijke.
De akkerbouw wordt in Nederland op 2.918 bedrijven, met een areaal
groter dan 50 hectare, als hoofdactiviteit uitgeoefend. Daarnaast
worden op een groot aantal bedrijven akkerbouwgewassen als
nevenactiviteit geteeld. Ongeveer 1.000 bedrijven hebben een areaal
groter dan 100 hectare. In het afgelopen decennium nam het aantal
bedrijven met meer dan 100 hectare toe, en het aantal kleinere
bedrijven af: er treedt schaalvergroting op. De Nederlandse akkerbouw
wordt gekenmerkt door een intensieve productie, met de nadruk op
de teelt van hoog salderende gewassen, zoals aardappelen, suiker-
bieten en vollegrondsgroente. De productie wordt beïnvloed door de
ontwikkeling van het areaal en de productie per hectare. De productie
fluctueert jaarlijks sterk door de weersomstandigheden tijdens het
groei- en oogstseizoen. Door veranderingen in de productie treden
grote prijsfluctuaties op. In 2012 heeft het oogsten onder wisselende
weersomstandigheden plaatsgevonden. In het begin van het seizoen
waren de oogstomstandigheden goed, maar in de herfst was het
weer in bepaalde delen van het land minder gunstig. Dit heeft geleid
tot een kleinere productie, een wisselende kwaliteit en fors hogere
prijzen voor een aantal producten (met name consumptieaardappelen
en uien). De grond- en pachtprijzen zijn in 2012 verder gestegen, door
een beperkt aanbod en een grote vraag naar kwalitatief goede akker-
bouwgrond. De grondprijzen verschillen per regio.
De vraag naar akkerbouwproducten ontwikkelt zich goed en in het
lopende seizoen kan de akkerbouwproductie bij gunstige weers-
omstandigheden verder toenemen. De grotere productie kan bij enkele
producten tot prijsdruk leiden. Contractprijzen liggen daarentegen op
een hoger niveau door gunstige ontwikkelingen in 2012. Het afdekken
van prijsrisico’s in pools of op termijnmarkten, is een goede strategie
voor ondernemers die voorspelbare prijzen willen hebben. Op de lange
termijn zijn de vooruitzichten voor akkerbouw gunstig door een grotere
mondiale vraag en relatief lage wereldvoorraden. Bedrijven kunnen hun
producten meerwaarde geven door te telen voor bepaalde markt-
segmenten, te investeren in kwaliteit, samen te werken met de
verwerkende industrie of door producten zelf te bewerken, verwerken
of verpakken. De kwaliteit van product en grond wordt belangrijker.
Vooral bij schaalvergroting moet de productkwaliteit niet uit het oog
worden verloren. Spreiding van rassen, rotatie in het bouwplan,
drainage en een goede organisatie van het bedrijf verhogen de product-
en bodemkwaliteit. Nicheproducten bieden mogelijkheden voor een
beperkte groep akkerbouwers, terwijl productinnovaties veel groei-
potentie hebben. De kracht van de Nederlandse akkerbouw ligt niet in
bulkproductie, maar in een flexibele en betrouwbare productie en
aflevering van kwaliteiten waar de markt om vraagt.
Aantal gespecialiseerde akkerbouwbedrijven:
9.292
Areaal akkerbouwgewassen: 520.803 ha
▶▶ waarvan areaal aardappelen: 149.932 ha
▶▶ waarvan areaal suikerbieten: 72.724 ha
▶▶ waarvan areaal granen: 208.953 ha
▶▶ waarvan areaal zaaiuien: 20.993 ha
www.productschapakkerbouw.nl
www.boerenbusiness.nl
www.aardappelinfo.nl
www.lei.wur.nl
akkerbouw
10
Akkerbouw groenten
Uien
Overige akkerbouwgewassen
Granen
Aardappelen
Suikerbieten
7%
40%
29%
14%
5%
5%
9,3
8,9
7,8
8,6
51,8
49,4
53,4
50,2
37,7
37,8
34,7
37,9
78,9
74,8
79,9
78,9
62,6
57,5
68,2
63,8
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
2009 2010 2011 2012
x1ton
Tarwe Consumptieaardappelen
Pootaardappelen Suikerbieten
Zaai-uien
902,4
993,8
924,8
1057,0
786,6
925,0
654,1
661,9
715,8
787,8
694,4
770,0
0
200
400
600
800
1.000
1.200
2007/08 2008/09 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13r
x1.000ton
Consumptie aardappelen Pootaardappelen
73.500
57.400
43.200
50.500
105.000
32.100
100.200
98% 91%
91%
91%
112%
89%
112%
50%
70%
90%
110%
0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
120.000
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012r
EUR
Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten kostenverhouding (r.as)
Trendmatige daling akkerbouwareaal zet door
Productie per hectare sterk afhankelijk van het weer
Herstel export aardappelen
Fors herstel van inkomen uit bedrijf	
Bron: LEI, CBS
Bron: CBS
Bron: HBAG, NAO, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: LEI
▶▶ In 2012 is het areaal akkerbouwgewassen verder gedaald met ruim
14.000 hectare tot 520.803 hectare.
▶▶ Opvallend is de daling van het areaal aardappelen met bijna 10.000
hectare. Dit werd onder andere veroorzaakt door de lage
aardappelprijzen in het jaar ervoor.
▶▶ Het areaal granen, een belangrijk gewas voor de Nederlandse
akkerbouw, nam met 4.879 hectare af.
▶▶ Pootaardappelen en tarwe hebben in 2012 een grotere productie
per hectare gegeven dan in het jaar ervoor.
▶▶ De productie per hectare van consumptieaardappelen en zaaiuien
is gedaald door minder gunstige weersomstandigheden.
▶▶ De productie per hectare wordt sterk bepaald door de
weersomstandigheden tijdens het groei- en het oogstseizoen. Er
kunnen grote regionale verschillen optreden.
▶▶ De export van consumptieaardappelen trekt in 2012/13 aan door de
grote vraag vanuit het Verenigd Koninkrijk. De productie is in dit
land sterk teruggevallen door slechte weersomstandigheden en
een afname van het areaal.
▶▶ In 2012/13 verloopt de pootgoedexport goed. Hoewel de export
naar Egypte terugvalt, nemen de andere Noord-Afrikaanse landen
beduidend meer pootgoed af.
▶▶ Consumptieaardappelen worden verwerkt tot aardappelproducten,
zoals frites en chips en worden ook als vers product
geconsumeerd.
▶▶ Het inkomen uit bedrijf laat jaarlijks sterke fluctuaties zien. Dit
wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsschommelingen van een
aantal producten.
▶▶ Het inkomen uit bedrijf heeft in 2012 een fors herstel laten zien
door een betere prijsvorming van de belangrijkste producten, zoals
consumptieaardappelen, suikerbieten en tarwe. De kosten van
meststoffen, zaaizaad en pootgoed namen toe.
▶▶ Individuele bedrijfsresultaten worden sterk bepaald door het
moment van (voor)verkoop, de kwaliteit van de producten en
markttoeslagen.
11akkerbouw
Grote verschillen in opbrengsten op assortimentsniveau
	 Broeierijen steeds belangrijker voor afzet van bloembollenbedrijven
	 De vraag naar tulpenbloemen neemt toe bij een fragiel marktevenwicht
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
In de bloembollenteelt worden voorjaarsbloeiers als tulpen, narcissen
en hyacinten, en zomerbloeiers als lelies en gladiolen geteeld. Bloem-
bollen zijn een meerjarig gewas. De teelt van bloembollen vindt zowel
voor de droogverkoop (consumentenmarkt) als voor de broeierij
(professionele markt) plaats. De belangrijkste teeltgebieden voor de
voorjaarsgewassen zijn de Kop van Noord-Holland, West-Friesland, de
Bollenstreek en de Noordoostpolder. Lelies worden in bijna alle
provincies geteeld.
De schaalvergrotingstrend onder bloembollenbedrijven zet door. Het
totale areaal bloembollen nam in 2012 met 2,6% af tot 23.490 hectare.
De grootste daling was te zien in het areaal tulpen, dat met ruim 5% is
gedaald. Dit was vooral het gevolg van de tegenvallende prijzen in 2011.
Het aantal bedrijven met bloembollen nam in 2012 met ruim 6,5% af.
Het aantal gespecificeerde bloembollenbedrijven daalde ‘slechts’ met
3,3%. Ondanks het lagere areaal tulpen, nam de tulpenbroei wel
aanzienlijk toe. De prijsontwikkeling in de tulpenbroeierij is vooralsnog
positief. Tulpen zijn populair bij het grootwinkelbedrijf, maar bij een te
hoge prijs zijn er voldoende alternatieven. De geprognosticeerde export
van bloembollen is in 2012 gelijk gebleven aan 2011. De export naar
Duitsland bleef stabiel en ook de export naar de Verenigde Staten lijkt te
stabiliseren. De afzet naar Zuid-Europa krimpt. De groeimarkt bij uitstek
voor bloembollen, vooral lelies, is China. Voor zowel lelies als tulpen
hebben Nederland en China fytosanitaire afspraken gemaakt om de
export te stimuleren. De afzet naar droogverkoop stagneert. De
verschillen in opbrengsten op assortimentsniveau zijn groot. Soorten die
door kwekersrecht zijn gereguleerd, doen het gemiddeld beter. De afzet
naar de broeierijen wordt vooral bepaald door de ontwikkelingen op de
bloemenmarkt. Vooral in het eerste half jaar van 2012 waren de markt-
ontwikkelingen op de bloemenmarkt positief. In 2012 is het PIAMV-virus
ontdekt in de broeierij van lelies. De schade voor getroffen bedrijven is
groot. Bedrijven die virusvrij blijven kunnen daarvan profiteren.
Waakzaamheid en actieve monitoring blijven voorlopig nodig.
De bloembollenproductie per hectare stijgt verder, doordat er steeds
betere rassen worden gebruikt, de plant- en oogstmachines verbeteren
en er efficiënter wordt gespoten met gewasbeschermingsmiddelen.
Het is nog ongewis welke impact de natte periode eind 2012 heeft op
de kwaliteit. Met slinkende marges wordt het steeds belangrijker dat de
kweker, naast goede teelttechnische resultaten en slimme samen-
stelling van zijn assortiment, ook zorgt voor een duidelijk afzetplan. De
sterk fluctuerende prijzen maken het tijdstip van (voor)verkoop belangrijk
voor de individuele resultaten van bollenkwekers. Steeds vaker worden
grote partijen vooraf verhandeld. De combinatie van bloembollenteelt en
broeierij biedt ook in de toekomst kansen. Het grootwinkelbedrijf blijft
als afzetkanaal groeien. Daarbij is kwaliteit of een concurrerende prijs
niet meer het belangrijkste. Het gaat ook om opvallen tussen al die
andere, vergelijkbare producten. Voor individuele kwekers een kans:
met een strakke organisatie, focus en intensief contact met collega-
kwekers en afnemers. Volgens ABN AMRO blijft de markt voor droog-
verkoop voorlopig krimpen. Voor de meerjarige bollenteelt blijft het
matchen van vraag en aanbod een uitdaging. Een dalende euro, zoals
verwacht door ABN AMRO, stimuleert de export. Het toerisme blijft
belangrijk voor het imago en de afzet van bloembollen.
Aantal bedrijven 2012: 1.551
Aantal gespecialiseerde bedrijven: 698
Areaal bloembollenbedrijven: 23.488 ha
Export 2011: EUR 686 mln
Gemiddeld aantal werkzame personen: 4,1
www.anthos.org
www.bkd.eu
www.kavb.nl
www.bloembollenvisie.nl
bloembollenteelt
12
11.390
11.728
11.399
11.861
11.248
4.970
4.266
4.684
5.082
5.090
1.773
1.974
1.877
1.802
1.812
1.383
1.389
1.382
1.446
1.448
0
2.500
5.000
7.500
10.000
12.500
2008 2009 2010 2011 2012
x1ha.
Tulpen Lelies Narcissen Hyacinten
0
100
200
300
400
500
600
700
800
0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012*
Verenigde Staten Duitsland
Verenigd Koninkrijk Totaal export bloembollen r.a.
xEUR1mln
xEUR1mln
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
Bloembollenbedrijven
Totaal bedrijven met bloembollen (incl bloembollenbedrijven)
1.311
1.530
1.692
1.349
1.254
1.201
1.386
1.440
1.470
0
500
1.000
1.500
2.000
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
x1mlnstuks
Areaal krimpt
Exportontwikkeling bloembollen stabiel
Aantal bedrijven met bloembollen neemt verder af
De tulpenbroei is derde jaar op rij gegroeid
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek
Bron: Eurostat/Productschap Tuinbouw
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek
▶▶ Het areaal bloembollen varieerde afgelopen jaren tussen 23.000 en
24.500 hectare. In 2012 is het areaal met bijna 3% gedaald tot
23.490 hectare.
▶▶ De grootste daling binnen het totale areaal was te zien bij de tulp.
Toch blijft de tulp verreweg de belangrijkste bloembollensoort.
▶▶ Het areaal voor lelies en hyacinten is in 2012 licht gestegen. Voor
lelies was dat de vierde stijging op rij. De arealen lelies en
hyacinten zijn nu op het hoogste niveau sinds 2000.
▶▶ Ondanks economische tegenspoed in een aantal afzetlanden, is de
totale export van bloembollen de laatste drie jaar gelijk gebleven en
soms zelfs iets gestegen.
▶▶ De daling in de export naar het belangrijkste exportland, de
Verenigde Staten, lijkt tot stand gebracht. De export naar nummer
twee, Duitsland, blijft stabiel.
▶▶ De export naar het Verenigd Koninkrijk staat weer iets onder druk
en blijft, net als bij het Verenigde Staten, ver verwijderd van de
topjaren van 2006 tot 2008.
▶▶ Het totaal aantal bedrijven met bloembollen is gedaald met ruim
6,5% in 2012.
▶▶ Bedrijven met uitsluitend bloembollen deden het beter. Het aantal
gespecialiseerde bloembollenbedrijven daalde in dezelfde periode
met ruim 3%.
▶▶ De tulpenbroei groeide vanaf 2000, bereikte in 2006 een record-
niveau en daalde daarna door economische tegenwind. Sinds 2009
groeit de tulpenbroei weer, in 2012 met ruim 2%.
▶▶ De afzet naar de broeierij wordt vooral bepaald door de ontwikke-
lingen op de bloemenmarkt. De vraag naar tulpenbloemen is de
afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen.
13bloembollenteelt
Toegevoegde waarde steeds belangrijker voor inkomen fruittelers
	 Goede fruitprijzen na fruitoogst 2012
	 Kracht branche ligt in flexibel aanbod van kwalitatief goed product
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Fruitteelt is een onderdeel van de tuinbouw en omvat de teelt van
pitvruchten (appelen en peren), steenvruchten (pruimen en kersen) of
kleinfruit. Appelen en peren zijn verreweg de belangrijkste producten
in de branche. Tot het kleinfruit worden bessen, frambozen en bramen
gerekend. Naast de bekende ‘vrije’ appel- en perenrassen als Elstar,
Jonagold en Conference, neemt het belang van clubrassen zoals Kanzi
en Sweet Sensation toe. De productiewaarde van de branche bedroeg
in 2012 EUR 490 miljoen.
Het aantal bedrijven in de fruitteelt neemt jaarlijks sterker af dan het
areaal: er treedt schaalvergroting op. De samenstelling van het areaal
is aan veranderingen onderhevig. Het belang van peren neemt toe ten
koste van appelen, omdat er in de perenteelt gemiddeld betere
resultaten worden behaald en het Nederlandse klimaat gunstig is voor
de perenteelt. De productie laat jaarlijks grote schommelingen zien
door beurtjaren, nachtvorst, hagel en droogte. De prijsfluctuaties zijn
groot in de fruitteelt, door wisselende Europese oogsten en voor-
raden. In 2012 zijn de oogsten in zowel Nederland als in andere EU-
landen beduidend kleiner geweest dan in 2011, vooral door vorst-
schade in de winter. Een uitzondering hierop vormt de appeloogst in
Polen die hoger uitviel, met een prijsdrukkend effect op Jonagold. De
Europese appel- en perenvoorraden zijn ook lager dan in 2011. Voor
industriefruit zijn de marktomstandigheden gunstig. De Europese
sapindustrie heeft lage voorraden en wereldwijd is de prijs van het
concentraat hoog. Voorgaande ontwikkelingen leiden per saldo tot
hogere prijzen voor hardfruit. De appelteelt ondervindt wel
concurrentie van de productie in landen op het zuidelijk halfrond.
Nieuwe appel- en perenrassen winnen gestaag terrein. De prijs-
verschillen tussen de verschillende (club)rassen zijn echter groot,
waardoor ze niet allemaal succesvol zijn. Fruit wordt steeds vaker
verhandeld via het digitale platform Service2Fruit. Deze marktplaats
biedt transparantie en een snelle betaling aan telers.
ABN AMRO verwacht dat de komende jaren een aantal bestaande
trends in de fruitteelt zal doorzetten. Bijvoorbeeld de schaalvergroting,
de afname van het areaal en de aanplant van nieuwe appelrassen. Het
belang van de perenteelt neemt verder toe. Deze trend vlakt echter af
door de groeiende twijfel of een verdere productietoename ook kan
worden afgezet. De Nederlandse fruitproductie zal in het lopende
seizoen bij gunstige weersomstandigheden stijgen. Een grotere
productie, zowel in Nederland als in andere EU-landen, zal bij enkele
producten tot prijsdruk leiden. Telers kunnen hun afzetpositie in een
volle markt versterken door flexibele leveringen van grote afzetvolumes
fruit met een constante kwaliteit, toegevoegde waarde, smaak en
versgaranties. Hierbij is een goede ketenregie en marktkennis van
essentieel belang. Fruittelers kunnen toegevoegde waarde creëren door
te investeren in bewaarfaciliteiten en door zelf het product te koelen,
sorteren en verpakken. Bewaren is een specialistisch vak, maar biedt de
fruitteler mogelijkheden om te anticiperen op prijsfluctuaties. Het
leveren van een kwalitatief goed product wordt steeds belangrijker,
willen telers zich onderscheiden in een volle appel- en perenmarkt. Een
goede kwaliteit betaalt zich op de langere termijn terug. De kracht van
de Nederlandse fruitteelt ligt in een flexibel aanbod van kwaliteiten waar
de markt om vraagt.
Aantal bedrijven met fruit: 2.453
Export appelen: 87.023 ton
Export peren: 189.392 ton
Areaal fruit: 18.784 ha
▶▶ waarvan areaal appelen: 7.948 ha
▶▶ waarvan areaal peren: 8.169 ha
▶▶ waarvan areaal kleinfruit: 1.449 ha
www.tuinbouw.nl
info.service2fruit.com
www.gfactueel.nl
www.frugiventa.nl
fruitteelt
14
9.302
9.129
8.681
8.266
7.950
7.476
7.800
7.995
8.203
8.170
1.078
1.125
1.137
1.082
1.040
1.549
1.634
1.667
1.679
1.620
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
2008 2009 2010 2011 2012
ha.
Appelen Peren Overige pit- en steenvruchten Kleinfruit
375
407
334
418
281
172
295
274
336
199
0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
2008 2009 2010 2011 2012
x1.000ton
Appelen Peren
116.844
104.188
104.263
88.757
87.023
180.310
152.040
216.668
203.276
189.392
0
40.000
80.000
120.000
160.000
200.000
240.000
2008 2009 2010 2011 2012
ton
Appelen Peren
56.000
12.700
45.800
14.500
54.000
92%
79%
90%
81%
94%
60%
80%
100%
0
10.000
20.000
30.000
40.000
50.000
60.000
2008 2009 2010 2011 2012r
EUR
Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten kostenverhouding (r.as)
Perenareaal overtreft appelenareaal
Kleinere oogsten van appels en peren
Export van Nederlands fruit lager
Sterk herstel van inkomen uit bedrijf
Bron: LEI, CBS
Bron: CBS/Productschap Tuinbouw
Bron: Productschap Tuinbouw, KCB
Bron: LEI
▶▶ Het fruitareaal bevindt zich sinds 2009 in een licht dalende trend.
▶▶ Het areaal peren is in 2012 licht afgenomen, na een jarenlange
stijging. Het areaal appelen daalde met bijna 4% en is nu kleiner
dan het perenareaal.
▶▶ Het areaal overige pit- en steenvruchten en het areaal kleinfruit zijn
in 2012 met bijna 4% gedaald.
▶▶ De productie van appels was in 2012 beduidend kleiner dan in
2011, door een combinatie van vorstschade, een beurtjaar en een
slechte bloei.
▶▶ De perenproductie is in 2012 - na het recordjaar 2011 - met ruim
40% gedaald. Vorstschade, een beurtjaar en een slechte bloei
waren ook hier de grote boosdoeners.
▶▶ Door de lagere productie zijn de voorraden van appels en peren
kleiner, wat gunstig is voor de prijsvorming.
▶▶ De export van appelen is in 2012 met 2% gedaald; de perenexport
met 7%. De daling kan onder andere worden toegeschreven aan
de kleinere oogst.
▶▶ Duitsland is de belangrijkste exportbestemming voor appelen,
gevolgd door Rusland. Meer dan 50% van de export gaat naar deze
twee landen.
▶▶ De belangrijkste exportmarkt voor peren is Rusland (marktaandeel
28%), gevolgd door het Verenigd Koninkrijk. Opmerkelijk is de
exportstijging van peren naar Rusland, terwijl de export naar de
meeste andere landen is gedaald.
▶▶ Het inkomen uit bedrijf laat jaarlijks fluctuaties zien door
schommelingen in oogsten en opbrengstprijzen. Er treden
regionaal en op bedrijfsniveau grote verschillen op door
weersomstandigheden, zoals vorst en hagel.
▶▶ Het inkomen uit bedrijf nam in 2012 flink toe door de hogere
productprijzen. De kosten lagen op hetzelfde niveau als in 2011. De
arbeidskosten daalden door lagere plukkosten, terwijl de kosten
voor brandstoffen en meststoffen stegen.
▶▶ Het moment van (voor)verkoop heeft invloed op de individuele
bedrijfsresultaten.
15fruitteelt
Prijsherstel in 2012 voor de meeste groenten
	 Vraag naar duurzaam geteelde groente neemt toe
	 Versterking afzetpositie door marktgerichte teelt met een lage kostprijs
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De groenteteelt onder glas vormt een belangrijk onderdeel van de
glastuinbouw. De belangrijkste kasgroenten zijn tomaat, paprika en
komkommer. Deze drie producten nemen driekwart van het kasgroente-
areaal voor hun rekening. De belangrijkste productielocaties liggen in
het Westland, Oostland en de omgeving van Venlo. Daarnaast is in de
Wieringermeer het grootschalige glastuinbouwgebied Agriport A7
ontwikkeld. Handelshuizen, telersverenigingen en veilingen hebben
een groot aandeel in de distributie van de groenten. De productie-
waarde van de branche bedroeg in 2012 EUR 1.335 miljoen.
In de groenteteelt onder glas vindt schaalvergroting plaats; het
gemiddelde areaal is in 2012 gestegen tot 3,05 hectare per bedrijf.
Bijna 300 bedrijven hebben een areaal groter dan 5 hectare. Het aantal
bedrijfsovernames neemt toe. De ontwikkeling van het areaal, weers-
omstandigheden, teelttechnische innovaties en veredeling hebben een
grote invloed op de productie. De groentebranche is sterk gericht op
de export naar EU-markten. Buiten de EU is de export naar Rusland
belangrijk. De West-Europese groentemarkt groeit nauwelijks. Er vindt
wel groei plaats in Oost-Europa. De vraag naar duurzaam geteelde
groenten neemt toe. Naast Nederland is Spanje een belangrijke
leverancier op de Europese markt. Het grootste deel van de Spaanse
productie is op de markt beschikbaar op het moment dat de
Nederlandse productie klein is. In 2012 was de concurrentie uit Spanje
sterker door gunstige weersomstandigheden. De export is in 2012
gedaald door het minder gunstige voorjaarsweer, de economische
tegenspoed op belangrijke markten en de grotere lokale productie. De
opbrengstprijzen van veel groentegewassen waren hoger dan in 2011.
Er traden grote verschillen op in prijsontwikkeling per gewas en per
sortering. Paprika blijft het zorgenkindje van de glasgroenteteelt met
vier matige tot slechte jaren op rij. Energie-efficiency is een belangrijk
item. Veel bedrijven hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in WKK-
installaties met teruglevering van elektra, schermen en warmte en
koude opslag. Investeringen in Het Nieuwe Telen, aardwarmte en
diffuus glas zijn in opkomst.
De export kan zich op het huidige niveau handhaven, hoewel de
concurrentie sterk is. De export naar West-Europa groeit niet meer. Er
treedt nog groei op naar landen buiten de eurozone en vooral naar Oost-
Europa. De afzetpositie van telers is nog steeds matig, door het
versnipperde aanbod en een gebrek aan ketenregie en samenwerking.
Kwaliteit leveren tegen een goede prijs is niet meer voldoende. De afzet
kan marktgerichter worden georganiseerd door flexibele levering van
grote volumes, nieuwe producten, smaak, duurzaamheid, verkoop-
concepten, verpakkingen, service, logistieke concepten, online diensten
en social media. De branche kan profiteren van de sterke punten van
het product, zoals de kwaliteit, het brede assortiment, de aandacht voor
voedselveiligheid, het gebrek aan residuen van gewasbeschermings-
middelen en een efficiënte logistiek. Kostprijsbeheersing door teelt-
technische innovaties en energiebesparing blijft voor telers van belang.
Door samenwerking in gesloten verticale ketens krijgen alle schakels
inzicht in productinformatie, verkoopcijfers en derving. Dit leidt tot
hogere marges, verlenging van houdbaarheid en lagere kosten. Er
heerst onzekerheid over de toekomst van GMO-subsidies, doordat
GMO-erkenningen onder druk staan en het type investeringen is
ingeperkt. Volgens ABN AMRO hebben GMO-subsidies nut als ze
worden gebruikt voor marktgerichte investeringen.
Aantal bedrijven: 1.593
Aantal bedrijven in tomaten: 331
Aantal bedrijven in paprika’s: 288
Aantal bedrijven in komkommers: 253
Areaal glasgroenten: 4.865 ha
▶▶ waarvan areaal tomaten: 1.691 ha
▶▶ waarvan areaal paprika’s: 1.313 ha
▶▶ waarvan areaal komkommers: 622 ha
www.gfactueel.nl
www.groentennieuws.nl
www.tuinbouw.nl
www.apxendex.com
groenteteeltonderglas
16
4.647
4.826
4.986
4.989
4.865
1.600
1.628
1.676
1.702
1.691
1.184
1.331
1.403
1.357
1.313
622
626
664
656
622
1.241
1.241
1.243
1.274
1.239
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
2008 2009 2010 2011 2012
ha.
Totaal Tomaat Paprika Komkommer Overig
730
800
815
815
805
335
370
365
365
345
425
435
435
430
410
0
100
200
300
400
500
600
700
800
2008 2009 2010 2011 2012
x1.000ton
Tomaat Paprika Komkommer
1.689
1.747
1.814
1.821
1.729
1.709
630
666
747
758
738
721
328
323
333
328
285
302
287
300
329
321
319
294
0
200
400
600
800
1.000
1.200
1.400
1.600
1.800
2.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012
x1.000ton
Verse groente, excl. uien Tomaat Komkommer Paprika
77.800
47.400
-47.000
-169.500
199.900
-65.400
25.300
97%
95%
89%
81%
107%
93%
99%
60%
70%
80%
90%
100%
110%
-200.000
-150.000
-100.000
-50.000
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012r
EUR
Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten-kostenverhouding % (r.as)
Areaal glasgroenten krimpt
Oogst belangrijkste glasgroenten
Export in volume loopt terug
Inkomen uit bedrijf
Bron: CBS
Bron: CBS/Productschap Tuinbouw
Bron: Productschap Tuinbouw, KCB
Bron: LEI
▶▶ Het areaal glasgroenten is in 2012, na een stijging gedurende een
groot aantal jaren, met 2,5% gedaald.
▶▶ Na een jarenlange stijging van het tomatenareaal, is het areaal in
2012 nauwelijks gewijzigd. De trostomaat is het belangrijkste
product voor de Nederlandse tomatenteelt.
▶▶ Het paprika-areaal is met 44 hectare afgenomen. Er werden vooral
minder rode paprika’s geteeld. In 2013 krimpt vooral het areaal gele
paprika.
▶▶ De productie van tomaten is in 2012 licht gedaald. Op langere
termijn neemt de productie van tomaten toe door een groter
areaal, meer assimilatiebelichting, een modernisering van de
glasopstanden en productievere rassen.
▶▶ De paprikaproductie is gedaald door een afname van het areaal en
door trage zetting in het voorjaar.
▶▶ De productie van komkommer is in 2012 afgenomen door het
kleinere areaal en minder gunstige weersomstandigheden.
▶▶ De groente-export (exclusief uien) is in 2012 met 1% licht gedaald.
De belangrijkste afzetmarkten binnen de EU zijn Duitsland en het
Verenigd Koninkrijk.
▶▶ Zowel de tomatenexport als de export van paprika’s is in 2012
teruggelopen. De export van komkommers is daarentegen
toegenomen.
▶▶ De belangrijkste exportbestemming buiten de EU is Rusland. De
export naar dit land is in 2012 licht teruggelopen.
▶▶ Het inkomen uit bedrijf is in 2012 verbeterd door de hogere
opbrengstprijzen van vruchtgroenten. De productie per vierkante
meter lag bij de meeste producten op een lager niveau dan in
voorgaande jaren, vanwege minder licht in het voorjaar.
▶▶ Het gemiddelde kostenniveau is in 2012 nauwelijks gewijzigd ten
opzichte van het jaar ervoor.
▶▶ Het inkomen wordt sterk bepaald door de weersomstandigheden
in de productie- en consumptiegebieden, het areaal in de EU, de
aanvoer uit Zuid-Europa en incidentele factoren als
handelsbelemmeringen.
17groenteteelt onder glas
Consolidatie en samenwerking zetten versneld door
	 Export van bloemen en planten groeit in 2012 ondanks eurocrisis
	 Op langere termijn veel mogelijkheden voor verdere groei
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De groothandel in bloemen en planten bestaat uit de binnenlandse en
de exporterende groothandel. In het binnenland worden de activiteiten
zowel door cash & carry bedrijven als door lijnrijders uitgevoerd.
Op buitenlandse markten zijn verzendexporteurs, lijnrijders en
gespecialiseerde plantenexporteurs actief. De groothandel koopt
in op de veiling, bij bemiddelingsbureaus en rechtstreeks bij telers-
verenigingen of kwekers. De handel buiten de veiling om neemt sterk
toe. Door de import van bloemen en planten kan de branche jaarrond
beschikken over een breed assortiment.
De structuur van de groothandel in bloemen en planten wordt
gekenmerkt door enkele grote bedrijven en een groot aantal kleine
bedrijven. De 32 grootste exporteurs, elk met een omzet van meer
dan EUR 40 miljoen, realiseerden in 2012 gezamenlijk 47% van de
exportwaarde. Schaalvergroting, marktspecialisatie en een grotere
professionalisering zetten onverminderd door. Alle marktsegmenten
kunnen door de mix aan bedrijven optimaal worden beleverd. De
concurrentie tussen de bedrijven is moordend. Er worden grote
volumes afgezet tegen krappe marges, terwijl de debiteurentermijnen
oplopen. Goed creditmanagement is van groot belang. De branche is
sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de export. Circa 86% van de
export wordt binnen de EU afgezet, maar het belang van niet-EU
landen zoals Rusland, neemt toe. In 2012 is de export, ondanks de
economische tegenwind met 3% gestegen. De exportstijging is
geheel in het eerste halfjaar gerealiseerd; in het tweede halfjaar liep
de export met 1% terug. Op de lange termijn laat de export een groei
zien. De export wordt bevorderd door het brede en diepe assortiment
dat beschikbaar is, de goede kwaliteit van het product, het grote aantal
noviteiten, de ontwikkeling van nieuwe markten, nieuwe distributie-
kanalen op bestaande markten (bijvoorbeeld bouwmarkten, super-
markten en woonwarenhuizen) en de efficiënte logistiek. Verder wordt
de export beïnvloed door economische en valutaire ontwikkelingen op
de afzetmarkten, de weersomstandigheden en de spreiding van de
bloemengeefdagen.
ABN AMRO verwacht dat de consolidatie in de branche, door
margedruk de komende jaren versneld doorzet. De marktontwikkelingen
worden in 2013 bepaald door de economische ontwikkelingen in de
afzetlanden, de euro- en dollarkoers en de weersomstandigheden. Op
de langere termijn kan de marktomvang verder toenemen. Er liggen nog
veel groeimogelijkheden in Oost-Europa vanwege de grote bevolking,
een groeiende middenklasse en grote belangstelling voor bloemen en
planten. De groothandel ondervindt meer concurrentie van recht-
streekse import uit Afrika en van lokaal geproduceerde producten. De
groothandel kan haar marktpositie versterken door meer samenwerking
op gebied van productie, logistiek en verkoop. Nieuwe verkoop-
concepten, inspelen op nieuwe distributiekanalen en het voeren van
een ketenstrategie, waarbij wordt samengewerkt met lokale partners,
kunnen daarbij helpen. Er ontstaan meer gesloten verticale ketens,
waarbij product- en marktinformatie worden gedeeld en er afspraken
worden gemaakt op basis van exclusiviteit. Kwekers, handelaren en de
retail krijgen hierdoor inzicht in productinformatie, verkoopcijfers,
marges en derving. De potentie van deze ontwikkeling is erg groot:
meer omzet, hogere marges en lagere dervingskosten. Kwaliteit,
assortiment, service, creditmanagement en een goede logistiek blijven
de komende jaren de kritische succesfactoren voor de groothandel.
Aantal exporterende bedrijven: 686
Aantal bedrijven met omzet > EUR 5 mln: 175
Aantal bedrijven met omzet > EUR 40 mln: 32
Export snijbloemen: EUR 3.314 mln
Export potplanten: EUR 2.076 mln
www.hbagbloemen.nl
www.tuinbouw.nl
www.vgb.nl
www.floraholland.com
groothandelinbloemenenplanten
18
3.374
3.243
2.991
3.151
3.204
3.314
1.859
1.854
1.888
1.993
2.039
2.076
0
500
1.000
1.500
2.000
2.500
3.000
3.500
4.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012
xEUR1mln
Snijbloemen Pot- en tuinplanten
Rusland
Duitsland
Frankrijk
Italië
30%
5%
4%
Overig
6%
Verenigd Koninkrijk
België
15%
12%
28%
2.477
2.194
2.330
2.353
2.422
1.377
1.402
1.445
1.467
1.487
316 355 355 338 366
0
400
800
1.200
1.600
2.000
2.400
2.800
2008 2009 2010 2011 2012
xEUR1mln
Snijbloemen Potplanten Tuinplanten
1.173
1.285
1.174 1.170
1.230
1.274
70
270
470
670
870
1.070
1.270
1.470
2007 2008 2009 2010 2011 2012
xEUR1mln
Exportgroei bloemen en planten ondanks economische crisis
Rusland in top-5 van Nederlandse exportbestemmingen
Groei veilingomzet
Import siergewassen in stijgende lijn
Bron: HBAG Bloemen en Planten
Bron: HBAG Bloemen en Planten
Bron: VBN, vanaf 2010 FloraHolland
Bron: Eurostat/Productschap Tuinbouw
▶▶ De export van bloemen en planten is in 2012 met bijna 3%
gegroeid tot een recordbedrag van EUR 5,4 miljard. Voor een
belangrijk deel kan de exportstijging worden verklaard door hogere
prijsniveaus.
▶▶ De export van snijbloemen is met 3,4% gestegen. De
exportstijging vond in het eerste halfjaar van 2012 plaats; in het
tweede halfjaar is de export gekrompen.
▶▶ De export van potplanten heeft een beperkte groei van 1,8% laten
zien.
▶▶ De export naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Rusland
hebben naar waarde in 2012 de grootste groei laten zien. Er is naar
deze landen voor EUR 150 miljoen meer aan snijbloemen afgezet.
▶▶ De export naar Zuid-Europese bestemmingen zoals Italië, Spanje
en Griekenland staat door de economische crisis onder druk.
Orders worden kleiner en betalingstermijnen lopen op.
▶▶ De export naar Oost-Europa laat een tweedeling zien: de export
naar Rusland groeide met ruim 26%, terwijl de export naar andere
Oost-Europese landen is teruggelopen.
▶▶ De veilingomzet van snijbloemen is in 2012 met 2,9% gegroeid.
De gemiddelde prijs lag op een hoger niveau, terwijl het volume
een kleine daling liet zien van 1,4%.
▶▶ De aanvoer van kamerplanten is met 0,7% gedaald. Door het
hogere gemiddelde prijsniveau is de veilingomzet met 2%
gestegen.
▶▶ Via de veilingen worden zowel producten van Nederlandse bodem
als importproducten verhandeld.
▶▶ De import van siergewassen is in 2012 met bijna 4% gegroeid.
▶▶ Kenia is de belangrijkste leverancier van siergewassen aan
Nederland, met een marktaandeel van 23%. In 2012 is de
productie in Kenia nauwelijks gestegen door minder goede
weersomstandigheden.
▶▶ Er worden steeds meer bloemen door de groothandel in Nederland
geïmporteerd, die buiten de veiling om worden verhandeld
19groothandel in bloemen en planten
Scholquotum in een stijgende lijn
	 Visprijzen staan in 2013 nog licht onder druk
	 Nieuwe visserijtechnieken leiden tot fors lagere brandstofkosten
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
In de kottervisserij, ook wel kleine zeevisserij genoemd, wordt met
een bepaald type vaartuig (kotter) de visserij beoefend, waarbij relatief
korte visreizen worden gemaakt, voornamelijk op de Noordzee en de
Waddenzee. De belangrijkste vissoorten die worden gevangen zijn
tong en schol, terwijl kleinere kotters (tot en met 300 pk) ook op
garnalen vissen. Het belang van niet-gequoteerde vissoorten wordt
steeds groter. De kottervisserij maakt gebruik van verschillende
visserijtechnieken, zoals pulskor, sumwing, twinrig, flyshoot en de
traditionele boomkor.
Het beheer van visbestanden is van groot belang voor de kotter-
visserij. De vangstcapaciteit wordt begrensd door visvergunningen,
de visquotering en de zeedagenregeling. Daarnaast zijn visprijzen,
brandstofprijzen en duurzaamheid voor de branche van groot belang.
De EU hanteert voor verschillende vissoorten een quotering, die
jaarlijks wordt vastgesteld. Het scholquotum neemt de afgelopen jaren
toe, terwijl het tongquotum een wisselend beeld laat zien. In 2013 is
het tongquotum teruggelopen. De vlootcapaciteit is groot genoeg om
het gehele quotum van de diverse vissoorten op te vissen. Toch
worden de quota niet altijd geheel gevangen. In 2012 is 95% van het
scholquotum en 73% van het tongquotum opgevist. De visprijzen
laten een wisselend beeld zien. De tongprijs heeft een forse veer
moeten laten door de kleinere sortering van de aangevoerde vis en
door de economische ontwikkelingen in Nederland. Ondanks de
grotere aanvoer van schol en de sterke concurrentie van geïmpor-
teerde vissoorten, is de scholprijs licht gestegen. De garnalenprijs
herstelde in 2012, na de slechte prijsvorming in het jaar ervoor. Dit
werd vooral veroorzaakt door de kleinere vangsten. Brandstof is een
belangrijke kostenpost in de kottervisserij. De gemiddelde gasolieprijs
is in 2012 met circa 14% gestegen. Er wordt in de branche veel
aandacht besteed aan energiezuinigere visserijtechnieken, zoals de
visserij met de pulskor of de sumwing. De visserij met de pulskor is
alleen toegestaan met een ontheffing van de EU.
De vooruitzichten voor de visquota zijn wisselend. Het scholquotum
kan verder toenemen. De concurrentie van goedkope buitenlandse
vissoorten blijft groot. Door de economische crisis en het lage
consumentenvertrouwen heeft de consument meer belangstelling voor
goedkopere vissoorten. De visprijzen blijven op korte termijn nog licht
onder druk staan. De marktpositie van vis kan worden versterkt door
een imagoverbetering van vis en door meer aandacht te besteden aan
duurzaamheid, verantwoord gevangen vis en certificering met het MSC-
label. Hulpmiddelen hierbij: een beperking van ongewenste bijvangsten
en brandstofbesparende visserijtechnieken door aanpassingen aan
kotter en vistuig (pulskor, sumwing) of door het overstappen naar
andere visserijtechnieken (twinrig, flyshooting). Bijkomend voordeel is,
dat deze laatste aspecten bijdragen aan een forse brandstofbesparing.
De bedrijfsstructuur in de branche kan worden versterkt door meer
aandacht te besteden aan ketenintegratie, waarbij de samenwerking
tussen de visserij, de verwerking en de afzet wordt versterkt. De
aanlandingsplicht van ongewenste bijvangsten met ingang van 2016, is
voor de visserij op platvis een heet hangijzer. In de branche wordt
gehoopt dat de aanlandingsplicht in het nieuwe Gemeenschappelijke
Visserijbeleid van de EU, wordt afgezwakt.
Aantal kotters: circa 300
Gasolieprijs per ton: circa EUR 650
Besomming: EUR 236 mln
Omzet visafslagen: EUR 308 mln
Aanvoer garnalen op visafslag: EUR 57,7 mln
www.pvis.nl
www.vissersbond.nl
www.visned.nl
www.visserijnieuws.nl
kottervisserij
20
Kleine kotters
Eurokotters
Middenslag kotters
Middelgrote kotters
50%
26%
8%
16%
19.904
21.680
24.347
27.734
31.709
36.000
10.115
10.982
11.083
11.043
12.571
10.492
0
5.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
35.000
40.000
2008 2009 2010 2011 2012 2013*
x1ton
* schattingSchol Tong
1,90 1,38 1,32 1,42 1,45
9,84 10,03
11,48
11,14
9,78
3,65
2,52 2,71
2,03
4,25
0
2
4
6
8
10
12
14
2008 2009 2010 2011 2012
EUR/kg.
Schol Tong Garnalen
270
250
208
221 212
236
0
50
100
150
200
250
300
2007 2008 2009 2010 2011 2012
xEUR1mln
Besomming kottervisserij
Weinig nieuwbouw en nieuwe motoren in kottervloot
Visquota begrenzen de vangsten
Garnalenprijzen fors gestegen
Besomming met 11% gestegen, vooral door hogere garnalenprijzen
Bron: LEI
Bron: Ministerie van Economische Zaken, LEI, ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: CBS/ABN AMRO Economisch Bureau
Bron: LEI
▶▶ Er vindt geen toetreding tot de kottervisserij plaats. Het aantal
schepen is de afgelopen jaren stabiel gebleven. De investeringen
in de kottervloot lagen in 2012 op een dieptepunt.
▶▶ Investeringen betreffen vooral brandstofbesparing, duurzaamheid
en nieuwe vistechnieken. Als de pulskor als visserijtechniek door
de EU wordt erkend, zullen de investeringen toenemen.
▶▶ Circa 30% van de platvisvloot vist met de pulskor, al dan niet in
combinatie met de sumwing. In de garnalenvisserij heerst
verdeeldheid over het vissen met de pulstechniek.
▶▶ In 2013 is het scholquotum verhoogd en het tongquotum verlaagd.
Niet het gehele tongquotum is in 2012 opgevist.
▶▶ Voor de garnalenvisserij is geen quoteringsregeling van toepassing.
▶▶ De grootte van de visbestanden verandert niet alleen door de
visserij, maar ook door opwarming van de zee, veranderende
zeestromen en de af- of toename van voedingsstoffen in zee.
▶▶ De tongprijs heeft in 2012 een forse veer moeten laten. De prijs is
met circa 12% gedaald, vooral door de aanvoer van een relatief
kleine sortering. De scholprijs is licht gestegen.
▶▶ De garnalenprijs is in 2012 meer dan verdubbeld, na het dieptepunt
in het jaar ervoor. Een groot deel van de garnalenvangst wordt
buiten de visafslag om verhandeld.
▶▶ Exotische vissoorten, zoals pangasius en tilapia, concurreren op de
scholmarkt. Schol kan de concurrentie goed aan, doordat de vis in
een lager prijssegment is terecht gekomen.
▶▶ Ondanks de gedaalde tongprijs, is de besomming van de kotter-
vloot in 2012 toch gestegen.
▶▶ De hogere olieprijzen (+14%) zijn slechts gedeeltelijk
gecompenseerd door een lager brandstofverbruik (-8%). Hierdoor
hebben de brandstofkosten een negatieve invloed op de
bedrijfsresultaten.De garnalenvisserij heeft een grote positieve
bijdrage geleverd aan de besomming in 2012.
21kottervisserij
legpluimveehouderij
	 Eiermarkt zoekt nog steeds nieuw evenwicht na verbod kooihuisvesting
	 Goede resultaten 2012 ondanks hoge voerprijzen
	 Op zoek naar andere exportmarkten vanwege grotere zelfvoorzieningsgraad Duitsland
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De legpluimveebranche omvat de productie van eieren. Er wordt
onderscheid gemaakt naar leghennen voor de productie van consumptie-
eieren en vleeskuikenouderdieren voor de productie van broedeieren
voor de vleespluimveebranche. In dit rapport wordt alleen de productie
van consumptie-eieren behandeld. Binnen de legbranche worden vier
subsegmenten onderscheiden naar houderijsysteem: scharrel, kolonie,
vrije uitloop en biologisch. Huisvesting in de traditionele kooi is niet
meer toegestaan. De productiewaarde in de branche bedroeg in 2012
EUR 539 miljoen.
Het aantal bedrijven met leghennen is in 2012 gedaald. Vooral de
kleinere bedrijven hebben de bedrijfsactiviteiten gestaakt; het aantal
grotere bedrijven nam toe. De leghennenstapel bevindt zich sinds
2010 in een neergaande lijn, na een stijging gedurende de zeven jaar
ervoor. De traditionele kooi is als huisvestingssysteem met ingang van
2012 door de EU verboden. Legpluimveehouders zijn overgestapt naar
andere huisvestingssystemen. De meeste bedrijven zijn omgeschakeld
naar een volièresysteem en produceren scharreleieren. De productie
van eieren nam in 2012 met 3,2% af tot 10,2 miljard stuks. De export
is van groot belang voor de branche, doordat er jaarlijks circa 9,4 miljard
eieren worden geëxporteerd, in de vorm van consumptie-eieren en
eiproducten. Het grootste gedeelte van de export wordt in de EU
afgezet, waarbij Duitsland de belangrijkste exportmarkt is. Duitsland is
goed voor 75% van de export van consumptie-eieren en voor 40% van
de eiproductenexport. Na de omschakeling naar andere huisvestings-
systemen is de Duitse productie uitgebreid. Het belang van andere
exportmarkten, zoals Zwitserland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en
België, neemt toe. De legpluimveehouder verkoopt de geproduceerde
eieren tegen contractprijzen of marktprijzen, aan pakstations of aan de
verwerkende industrie. Pakstations sorteren en verpakken eieren in
kwaliteits-, grootte- en gewichtsklassen. In de verwerkende industrie
worden eieren tot eiproducten verwerkt.
De Europese markt voor eieren is de afgelopen jaren sterk verstoord
door het verbod op kooihuisvesting. Er wordt nog steeds naar een
nieuw marktevenwicht gezocht. Er heeft een forse opschaling bij de
productie van scharreleieren plaatsgevonden, in zowel Nederland als
Duitsland. De zelfvoorzieningsgraad in Duitsland is gestegen, waardoor
er prijsdruk optreedt. Voor het scharreleierensegment zijn er wel grotere
afzetmogelijkheden naar de eiverwerkende industrie ontstaan. De vraag
naar vrije uitloop en biologische eieren ontwikkelt zich gunstig. De
voerkosten bepalen circa tweederde van de kostprijs van eieren.
ABN AMRO verwacht dat de voerprijzen, behoudens extreme weers-
omstandigheden, in de tweede helft van 2013 gaan dalen. Op de
langere termijn moet worden uitgegaan van voerprijzen die boven het
langjarig gemiddelde liggen. De volatiliteit van de voerprijzen neemt toe
door de grotere vraag naar agrarische grondstoffen op de wereldmarkt.
De internationale concurrentiepositie van de legpluimveehouderij wordt
negatief beïnvloed door regelgeving op het gebied van mest en milieu,
die kostprijsverhogend werkt. De afzetpositie van de Nederlandse
legpluimveehouderij kan worden versterkt door meer aandacht te
besteden aan diergezondheid, dierenwelzijn, milieu-impact, eikwaliteit
en een grote logistieke efficiency, waarbij beheersing van de kostprijs
centraal staat.
Aantal bedrijven met leghennen: 943
▶▶ - waarvan bedrijven met scharreleieren: 521
▶▶ - waarvan bedrijven >50.000 leghennen: 161
Aantal leghennen, 18 weken en ouder: 32,7 mln
Export eieren en eiproducten: 9.365 mln stuks
Eierconsumptie per hoofd: 192 stuks
www.pve.nl
www.nop.nl
www.eepa.info
www.blijmeteenei.nl
22
30.845
31.427
32.923
34.557
35.310
34.134
32.675
20.000
22.000
24.000
26.000
28.000
30.000
32.000
34.000
36.000
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
x1.000stuks
9.418
9.520
9.788
10.170
10.520
10.182
3.498
3.808
3.982
4.139
4.573
6.524
1.230
1.095
1.171
1.285
1.379
1.465
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012
x1mlnstuks
Totaal consumptie-eieren w.o. scharreleieren w.o. vrije uitloop-eieren
5.995
6.091
6.266
7.020
6.895
6.565
2.810
2.965
3.018
2.923
2.933
2.800
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
6.000
7.000
8.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012
x1mlnstuks
Consumptie-eieren Eiproducten
-3.300
53.900
5.000
250.200
65.200
-143.900
214.600
84%
96% 90%
121% 99%
76%
116%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
140%
-200.000
-150.000
-100.000
-50.000
0
50.000
100.000
150.000
200.000
250.000
300.000
2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012r
EUR
Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten-kostenverhouding % (r.as)
Pluimveestapel: minder leghennen van 18 weken en ouder
Productie scharreleieren sterk toegenomen
Export van eieren loopt terug
Inkomen uit bedrijf sterk gestegen
Bron: CBS
Bron: PVE
Bron: PVE
Bron: LEI
▶▶ De leghennenstapel is in 2012 wederom gedaald. De teruggang
met 4,3% was groter dan in 2011.
▶▶ In 2012 kon de leghennenpopulatie als volgt worden onder-
verdeeld: 64,1% scharrelhennen, 14,4% vrije uitloophennen en
3,9% biologische hennen. De overige 17,7% werd in verrijkte
kooien of koloniehuisvesting gehouden.
▶▶ Na het verbod in de EU per 1 januari 2012 van de traditionele kooi
als huisvestingssysteem, zijn de meeste bedrijven overgestapt op
scharrelhuisvesting.
▶▶ In 2012 is de productie van consumptie-eieren met 3,2% gedaald.
▶▶ Het aandeel van scharreleieren in de productie van consumptie-
eieren is sterk toegenomen naar ruim 64%, door de omschakeling
naar scharrelhuisvesting ten gevolge van het kooiverbod.
▶▶ Vrije uitloopeieren hebben een aandeel van 14,4% in de productie
van consumptie-eieren. De productie van vrije uitloopeieren neemt
sinds 2008 jaarlijks toe.
▶▶ De export van consumptie-eieren en de export van eiproducten zijn
in 2012 beide met bijna 5% gedaald.
▶▶ Duitsland is de belangrijkste afzetmarkt voor Nederlandse
consumptie-eieren, met een marktaandeel van circa 75%.
▶▶ Duitsland is eerder overgestapt van de traditionele kooi naar
andere huisvestingssystemen. Na de overgang neemt de productie
in Duitsland toe en stijgt de zelfvoorzieningsgraad.
▶▶ Het inkomen uit bedrijf wordt in de legpluimveehouderij voor het
belangrijkste deel bepaald door de eierprijzen en de voerkosten.
▶▶ Onevenwichtigheden op de Europese eiermarkt, wegens de
ingang van het kooiverbod, leidden tot hoge eierprijzen. De
gemiddelde eierprijs was circa 50% hoger dan in 2011. Ondanks de
hoge voerkosten leidde dit tot een sterke stijging van het inkomen
uit bedrijf.
▶▶ Er treden grote inkomensverschillen tussen de bedrijven op.
Bedrijven met contractprijzen hebben in 2012 minder kunnen
profiteren van de hoge eierprijzen.
23legpluimveehouderij
melkveehouderij
	 Inkomen uit bedrijf daalde in 2012 door hoge voerkosten
	 Vooral milieudoelen bepalen productieplafond na 2015
	 Mestverwerking en reductie van fosfaat- en ammoniakuitstoot vormen uitdaging
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De melkveehouderij is de grootste grondgebruiker binnen de
agrarische sector. In 2012 waren er in Nederland 18.680 bedrijven met
melkkoeien, waarvan 16.900 gespecialiseerde melkveebedrijven. Op
deze laatste bedrijven werden 1,4 miljoen melkkoeien gehouden: 94%
van het totale aantal melkkoeien. De melk wordt grotendeels geleverd
aan de zuivelindustrie, die de melk verder verwerkt tot zuivel-
producten, zoals boter, kaas en melkpoeders. Van oudsher spelen in
de zuivelindustrie coöperaties een grote rol.
In de aanloop naar een vrije zuivelmarkt vanaf 2015 neemt de dyna-
miek binnen de melkveehouderij toe. Het aantal gespecialiseerde
bedrijven nam in 2012 verder af met 2%. Het aantal bedrijven met
melkkoeien als nevenactiviteit nam met 11% echter veel sneller af. De
gemiddelde omvang stijgt nog steeds. Inmiddels is het aantal melk-
koeien per gespecialiseerd bedrijf toegenomen van 56 in 2000 tot 83
in 2012. De branche staat steeds meer los van het EU zuivelbeleid.
Daarmee is de melkveehouderij overgeleverd aan de grillen van de
melk- en voermarkt. De prijs van melk en krachtvoer hangt namelijk
nauw samen met wereldwijde ontwikkelingen van vraag en aanbod.
Hierdoor wordt de inkomensontwikkeling van de melkveehouderij
steeds meer bepaald door factoren waarop de ondernemer beperkt
invloed heeft en neemt de inkomensvolatiliteit toe. Voor de vorming
van de melkprijs is de branche sterk afhankelijk van de ontwikkelingen
op de exportmarkten voor zuivelproducten. Het exportaandeel van de
productiewaarde van de zuivelindustrie bedraagt inmiddels 75%. In
2012 nam de export van zuivelproducten in volume wel wat toe, maar
was er qua waarde sprake van een daling. Markten buiten West-
Europa worden meer bepalend voor afzetgroei. Vooral Azië is een
kansrijke groeimarkt. De melkprijs lag in 2012 op een lager niveau dan
in 2011, terwijl de kosten omhoog zijn gegaan. Vooral de prijs van
veevoer groeide sterk. Per saldo daalde het inkomen uit bedrijf in
2012. Omdat de inkomsten buiten bedrijf gelijk bleven, kon het eigen
vermogen amper worden aangevuld.
De wereldwijde vraag naar zuivel neemt toe, vooral buiten de EU.
Omdat de productie moeite heeft om de vraag te kunnen bijbenen,
bestaat er een opwaartse druk op zuivelprijzen. Ook de voerkosten
worden omhoog geduwd door een voortdurend stijgende wereldwijde
vraag naar agrarische grondstoffen. Hierdoor komt de veevoerprijs dit
decennium op een historisch hoger niveau te liggen. Daarbij wordt ook
de prijsvolatiliteit hoger, onder invloed van fluctuaties in het aanbod
terwijl de wereldvoorraden laag zijn. Voor 2013 gaat ABN AMRO uit van
een bovengemiddelde melkprijs bij hoge voerprijzen. Het belang van
efficiency om de voerkosten - en dus de kostprijs - te beteugelen neemt
dan ook toe. In 2015, als de melkquota als productieplafond zijn
afgeschaft, vormen niet alleen de markt, maar vooral de milieudoelen de
nieuwe grenzen van de productieruimte. In dit verband zijn fosfaat-
reductie, vermindering van uitstoot van ammoniak en vooral mest-
verwerking de grootste uitdagingen van de melkveehouderij. Dit is
vooral belangrijk voor intensieve bedrijven met producties hoger dan
16.000 tot 18.000 kilo per hectare. Als de sector de milieudoelen weet
te realiseren, wordt de introductie van nieuwe dierrechten als productie-
plafond voorkomen.
Aantal gespecialiseerde melkveebedrijven: 16.900
Gemiddeld aantal koeien per melkveebedrijf: 83
Gemiddelde melkproductie per koe: 8.050 kg
www.lto.nl
www.prodzuivel.nl
www.lei.wur.nl
www.cbs.nl
24
0%
20%
40%
60%
80%
100%
2000 2005 2010 2011 2012
200 en meer koeien
100-200 koeien
50-100 koeien
1-50 koeien
20
30
40
10
10,5
11
11,5
12
2008 2009 2010 2011 2012*
EUR/100kg
miljardkg
Melkaanvoer Melkprijs
0
1
2
3
4
5
6
7
2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012
zuivelexport,xEUR1mrd
0
20
40
60
80
100
-50.000
-25.000
0
25.000
50.000
75.000
2008 2009 2010 2011 2012r
EUR
Inkomen uit bedrijf (l.as)
Besparingen per bedrijf (l.as)
Opbrengst per 100 euro kosten (r.as)
Schaalvergroting zet door
Melkaanvoer nam iets toe
Nominale zuivelexport liet in 2012 een krimp zien
Inkomen stond onder druk in 2012	
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: CBS
Bron: LEI
▶▶ De concentratie blijft toenemen. Het aantal bedrijven daalde,
terwijl de melkveestapel iets toenam. Het gemiddelde aantal
koeien per bedrijf nam daardoor toe.
▶▶ In 2012 daalde het aantal bedrijven met 1-50 koeien in sterke mate
(-13,5%). Ook bij de segmenten 50-100 koeien en 100-200 koeien
was er sprake van daling, zij het veel minder sterk. Het aantal
bedrijven met 200 en meer koeien ging met bijna 6,5% omhoog.
▶▶ Het aandeel van bedrijven met 200 en meer koeien nam
uiteindelijk toe van 12,8% in 2011 tot 14,3% in 2012.
▶▶ Melkveehouders in Nederland leveren meer dan 95% van hun
melk aan de zuivelfabrieken. Het overblijvende deel houden zij
voor eigen gebruik (voor de opfok van jongvee en voor de eigen
productie van zuivelproducten). In 2012 is de aangeleverde
hoeveelheid melk iets toegenomen.
▶▶ Na enkele jaren van stijging is de melkprijs in 2012 afgenomen.
Niettemin lag de prijs nog wel boven het gemiddelde niveau van de
laatste tien jaar.
▶▶ Terwijl het exportvolume van zuivel in 2012 omhoog ging, liet de
nominale export een krimp van 2,5% zien. De krimp werd vooral
teweeg gebracht door een sterke daling van de uitvoer van boter,
boterolie en melkpoeder.
▶▶ De export bestaat voor bijna de helft uit kaas. Kaas en boter
worden overwegend naar landen binnen Europa uitgevoerd.
Gecondenseerde melk en melkpoeder worden overwegend in
landen buiten de eurozone afgezet.
▶▶ In 2012 stegen de voerkosten terwijl de melkprijs daalde. Tevens
nam de melkproductie per koe af. Uiteindelijk is het inkomen uit
bedrijf verslechterd.
▶▶ Na aftrek van alle betalingsverplichtingen, zowel privé als bedrijfs-
matig, kon het eigen vermogen maar mondjesmaat worden
aangevuld.
25melkveehouderij
mengvoederindustrie
	 Fusies en overnames houden aan
	 Hoge prijzen van agrarische grondstoffen veranderen dynamiek in keten
	 Branche ontwikkelt zich van leverancier tot probleemoplosser
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
De mengvoederindustrie produceert voer voor landbouwhuisdieren. In
de loop der tijd is de concentratie door fusies en overnames toege-
nomen. Het aantal spelers is vrij klein met enkele grote internationaal
georiënteerde ondernemingen met een fors marktaandeel en dunne
marges. Daarnaast is er een aantal middelgrote bedrijven met
voerspecialiteiten en regionale marktfocus en kleine bedrijven met
lokale binding. Zowel de coöperatieve als de private eigendoms-
structuur komt voor. Nevedi vertegenwoordigt de Nederlandse
producenten en leveranciers van mengvoeders, premixen en vochtrijke
diervoeders.
De mengvoederindustrie opereert onder uitdagende omstandigheden.
Zo staat de omvang van de Nederlandse veestapel door regelgeving
rondom dierenwelzijn en milieu onder druk. Dit betekent dat er geen
ruimte is voor groei van veevoervolumes in Nederland. Daarnaast is er
sprake van een opwaartse druk op de grondstofprijzen als gevolg van
de aanhoudende groei van de mondiale vraag naar agrarische grond-
stoffen. Omdat de voerkosten 55 tot 75% van de kostprijs in beslag
nemen, is het effect op de resultaten van de veehouders groot. Bij de
veehouders zelf neemt de schaalgrootte steeds verder toe. Vooral de
grotere bedrijven voorzien steeds meer in hun eigen voerproductie
door zelf voeders op te slaan, te bewerken en te mengen. De hiervoor
beschreven marktomstandigheden beïnvloeden de branche op twee
manieren. In de eerste plaats neemt ook bij de voerproducenten zelf
de concentratie toe via fusies en overnames. Vergroting van efficiency
is hierbij een belangrijke drijfveer, waar ook de veehouder via de
voerprijs uiteindelijk van profiteert. Daarnaast spelen een rol: groter
draagvlak voor investeringen; ook in R&D, grotere inkoopmacht,
vergroting van het marktgebied en verbreding van het assortiment. In
de tweede plaats wordt de voerproducent steeds meer een partner
van de veehouder. Via innovatieve producten, voerconcepten en advies
ondersteunt hij de veehouder bij het verhogen van de kwaliteit van
de eindproducten, het verlagen van de kostprijs, het bevorderen
van diergezondheid en dierenwelzijn en het reduceren van de
milieubelasting.
Behoudens extreme weersomstandigheden verwacht ABN AMRO dat
de grondstofprijzen in de loop van de tweede helft van 2013 dalen. Op
termijn moet echter met structureel hoge niveaus van grondstofprijzen
rekening worden gehouden. Daarbij zorgen productiedalingen door
weersinvloeden, bij lage voorraden en groeiende vraag, voor een hoge
prijsvolatiliteit. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van markt-
verwachting, inkoop en risicomanagement. Door deze ontwikkeling
gaan ook veehouders op zoek naar strategieën om minder kwetsbaar te
worden voor ongunstige grondstofprijzen. Eigen inkoop en verwerking
van enkelvoudige droge en natte bijproducten groeit. Daardoor groeit de
behoefte aan markt- en grondstofkennis. ABN AMRO verwacht dat de
voerproducent, naast mengvoerleverancier, meer een makelaar wordt
van voer-, markt- en grondstoffenkennis. Het proces van schaal-
vergroting door middel van fusies en overnames houdt naar
verwachting aan. Hierbij houden de grote spelers ook markten buiten
Nederland in de gaten. Wij verwachten relatief veel fusie- en
overnamebewegingen bij de middelgrote spelers. Deze zijn niet groot
genoeg om dezelfde schaalvoordelen te behalen als het grootbedrijf,
maar ook weer te groot om de voordelen van het kleinbedrijf (local
heroe, zeer gespecialiseerd, korte lijnen, super flexibel, sterke binding
met afnemers) volledig uit te buiten.
Aandeel productie 106 leden Nevedi: 96%
Marktaandeel top-3 in Nederland: 60%
Afzet veevoer in Nederland: 18 mln ton
Aandeel varkensvoeders in mengvoerafzet: 44%
Aandeel rundveevoeders in mengvoerafzet: 24%
www.pdv.nl
www.nevedi.com
www.lei.wur.nl
www.fefac.org
26
90
94
98
102
0
5
10
15
2007 2008 2009 2010 2011 2012
x1mln
x1mln
per 1 april
Rundvee (l.as) Varkens (l.as) Kippen (r.as)
0
2.000
4.000
6.000
8.000
10.000
12.000
14.000
16.000
2006 2007 2008 2009 2010 2011
productie,x1.000ton
Varkensvoer
Rundveevoer
Pluimveevoer
Overig
50
100
150
200
250
300
150
200
250
300
350
400
450
500
550
jan-11
apr
jul
okt
jan-12
apr
jul
okt
EUR/ton
EUR/ton
Sojaschroot ZA, l.as Tarwe EU, r.as
10
20
30
40
50
jan-11
apr
jul
okt
jan-12
apr
jul
okt
EUR/100kg
Vleesvarkensbrok,1.08
Standaardbrok A
Vleeskuikenkorrel mac
Daling varkensstapel valt mee
Voerproductie voor Nederlandse markt gedaald
Sojaprijs enorm gestegen	
Voerprijzen stegen met vertraging in 2012
Bron: CBS
Bron: FEFAC
Bron: LEI
Bron: LEI
▶▶ Sinds een paar jaar staat de veestapel onder druk als gevolg van
regelgeving rond verduurzaming van vlees.. De daling van de
kippenstapel in 2012 was grotendeels het gevolg van minder
leghennen (inclusief fokhennen).
▶▶ Gezien de regelgeving voor groepshuisvesting valt de lichte daling
van de varkensstapel in 2012 mee. In de rest van Europa nam de
varkensstapel duidelijker af, vooral in Oost- en Zuid-Europa.
▶▶ Na een herstel in 2010, daalde de totale Nederlandse veevoer-
productie weer in 2011. De productie van rundvee- en pluimveevoer
groeide nog wel iets in dat jaar. De productie van varkensvoer
daalde echter met 2,2% en die van het overige veevoer zelfs met
6,7%.
▶▶ Gezien de krimp van de veestapel in 2012 en de neiging van
boeren om steeds meer te voorzien in de eigen veevoerproductie,
gaat ABN AMRO voor 2012 uit van een daling van de
veevoerproductie voor de Nederlandse markt.
▶▶ Belangrijke grondstoffen voor mengvoer zijn tarwe, maïs, soja en
tapioca. De prijzen hiervan worden op de mondiale markt bepaald.
Tot ver in 2012 bewogen de wereldmarktprijzen van granen en
sojabonen zich in een opgaande lijn.
▶▶ Uiteindelijk nam de gemiddelde prijs van sojaschroot toe met bijna
37% in 2012 en de tarweprijs met ongeveer 7,5%.
▶▶ Voerproducenten kopen een deel van de grondstoffen op termijn
in, wat mede leidt tot een vertraagd doorberekenen van prijs-
mutaties op de grondstoffenmarkt. Daarnaast laat het prijsverloop
van mengvoer een veel minder volatiel patroon zien dan het
prijsverloop van agrarische grondstoffen.
▶▶ Niettemin was een toename van de veevoerprijzen onvermijdelijk
in 2012. Uiteindelijk stegen de prijzen van vleesvarkensbrok,
standaardbrok en vleeskuikenkorrel met respectievelijk 9%, 8,5%
en 7%. Dit bovenop de al forse prijsstijgingen in 2011.
27mengvoederindustrie
sierteeltonderglas
	 Exportgroei in 2012 ondanks economische tegenspoed
	 Afzetpositie versterkt door telersverenigingen en verticale ketens
	 Kracht van de sierteelt ligt in marktgerichte teelt met scherpe kostprijs
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
In de sierteelt onder glas worden snijbloemen en potplanten in kassen
gekweekt. De belangrijkste snijbloemen zijn chrysant, roos, cymbidium,
lelie en gerbera. Deze producten nemen gezamenlijk tweederde deel
van het areaal voor hun rekening. Belangrijke potplanten zijn
phalaenopsis, anthurium, kalanchoë en ficus. De sierteelt onder glas is
geconcentreerd in de gebieden rond Aalsmeer, Rijnsburg en Bleiswijk
en in het Westland. De afzet gaat hoofdzakelijk via veilingen,
bemiddelingsbureaus en exporteurs. De handel buiten de veiling om
stijgt. De productiewaarde van de branche bedroeg in 2012 EUR 4.130
miljoen.
Het aantal bedrijven laat een grotere daling zien dan de afname van
het areaal: de schaalvergroting gaat onverminderd voort. Het
gemiddelde areaal is in 2012 gestegen tot 1,63 hectare per bedrijf.
Circa 450 bedrijven hebben een areaal groter dan 3 hectare. De
productie wordt bepaald door het areaal, technische innovaties,
veredeling en de weersomstandigheden. Het weer speelt ook een rol
in de afzet bij transport en via de straat- en markthandel. Bij slecht
weer valt deze handel terug. De export is van groot belang voor de
branche en vertoont gedurende een aantal jaren een stijgende trend.
Redenen hiervoor: het brede en diepe assortiment, de goede kwaliteit
van het product, het grote aantal noviteiten, de ontwikkeling van
nieuwe markten, nieuwe distributiekanalen op bestaande markten en
de efficiënte logistiek. Verder wordt de export beïnvloed door
economische en valutaire ontwikkelingen, de weersomstandigheden
en de spreiding van de bloemengeefdagen. In 2012 is de export van
sierteeltproducten, ondanks de economische tegenwind, met 3%
toegenomen. Nederlandse sierteeltproducten hebben een sterke
positie op de internationale markt. Bloemenkwekers ondervinden wel
meer concurrentie uit Afrika en Zuid-Amerika. In steeds grotere mate
werken kwekers samen in telersverenigingen. Dit biedt voordelen op
het gebied van inkoop, terwijl de afzetpositie wordt versterkt door het
delen van marktinformatie, gezamenlijke marktbewerking, maatwerk-
verpakkingen en jaarrond de beschikbaarheid over een breed
assortiment.
In de sierteelt groeit het belang van het ondernemerschap, doordat
kwekers zich meer op de afzet richten. De marktontwikkelingen worden
in 2013 bepaald door de economische ontwikkelingen in de afzetlanden,
de euro- en dollarkoers en de weersomstandigheden. Op de langere
termijn verwacht ABN AMRO een toename van de marktomvang. De
grootste groeimogelijkheden liggen in de export naar Oost-Europa,
vooral naar Rusland. De bedrijfsstructuur wordt versterkt door schaal-
vergroting, specialisatie en een intensievere samenwerking op het
gebied van productie, logistiek en verkoop. Specialiteiten en noviteiten
zijn van belang in de assortimentskeuze. De markt blijft grillig wat betreft
volumes, variëteiten en inwisselbaarheid van producten. Er ontstaan in
de sierteelt gesloten verticale ketens, waarbij alle schakels in de keten
inzicht krijgen in productinformatie, verkoopcijfers, marges en derving.
De potentie van deze ontwikkeling is erg groot: meer omzet, hogere
marges en lagere kosten. De kracht van de Nederlandse sierteelt onder
glas ligt voor een belangrijk deel in assortiment, kwaliteit, service,
innovatiekracht en samenwerking. Kostprijsbeheersing door auto-
matisering, energie-efficiëncy en schaalvergroting blijven belangrijke
voorwaarden voor een goed rendement.
Aantal bedrijven: 2.791
Areaal sierteelt onder glas: 4.555 ha
Areaal snijbloemen: 2.308 ha
▶▶ waarvan areaal chrysanten: 504 ha
▶▶ waarvan areaal rozen: 407 ha
Areaal potplanten: 1.351 ha
Areaal perkplanten: 447 ha
Veilingomzet: EUR 4.275 mln
www.vakbladvoordebloemisterij.nl
www.bloemenkrant.nl
www.hbagbloemen.nl
www.apxendex.com
28
2.809
2.690
2.442
2.428
2.308
1.431
1.464
1.383
1.365
1.351
459
475
430
426
447
0
1.000
2.000
3.000
2008 2009 2010 2011 2012
x1ha.
Snijbloemen Potplanten Perkplanten
2172
1887
2110
2040
2120
1862
1902
2000
1970
2010
4034
3789
4110
4010
4130
0
1000
2000
3000
4000
2008 2009 2010 2011 2012
xEUR1mln
Snijbloemen Planten Totaal
3.243
2.991
3.151
3.204
3.314
1.854
1.888
1.993
2.039
2.076
0
1.000
2.000
3.000
4.000
2008 2009 2010 2011 2012
xEUR1mln
Snijbloemen Pot- en tuinplanten
-14.700
-83.700
6.500
36.600
78.800
50.300
42.300
110.200
119.000
132.700
90%
82% 93%
96%
101%
97% 95%
101% 102% 103%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
120%
-100.000
-50.000
0
50.000
100.000
2008 2009 2010 2011 2012r
EUR
Snijbloemen, inkomen (l.as)
Pot- en perkplanten, inkomen (l.as)
Snijbloemen, opbrengst-kostenverhouding % (r.as)
Pot- en perkplanten, opbrengst-kostenverhouding % (r.as)
Verdere daling van het areaal
Productiewaarde gestegen tot EUR 4,1 miljard
Export sierteeltproducten verder toegenomen
Inkomen uit bedrijf hoger	
Bron: CBS
Bron: Productschap Tuinbouw
Bron: HBAG Bloemen en Planten
Bron: LEI
▶▶ De trendmatige daling van het areaal snijbloemen zette in 2012
door. Het areaal is met 120 hectare gekrompen tot ruim 2.300
hectare.
▶▶ Sinds 2010 neemt het areaal potplanten jaarlijks af. In 2012 is de
daling beperkt gebleven tot 14 hectare.
▶▶ Het areaal perkplanten schommelt al jaren rond 450 hectare.
▶▶ De productiewaarde van Nederlandse bloemkwekerijproducten is
in 2012 naar een recordniveau gestegen.
▶▶ De stijging van de productiewaarde van snijbloemen wordt vooral
veroorzaakt door hogere bloemenprijzen. Vooral de chrysanten-
prijzen zijn zeer sterk gestegen. Het areaal met snijbloemen is
gedaald.
▶▶ Na een dip in 2011 heeft de productiewaarde van potplanten de
stijgende trend weer opgepakt. De prijsvorming van bloeiende
kamerplanten was goed, terwijl de prijzen voor groene planten
tegenvielen door verdringing en de slechte kantorenmarkt.
▶▶ De export van sierteeltproducten is in 2012 met 2,8% toegenomen
tot EUR 5,4 miljard.
▶▶ De exportstijging kan niet alleen worden verklaard door hogere
bloemenprijzen, maar ook door goede weersomstandigheden in
het begin van 2012, gunstige valutaire ontwikkelingen en de
spreiding van de bloemengeefdagen.
▶▶ De export naar Rusland nam sterk toe, terwijl de export naar
andere Oost-Europese landen en naar Zuid-Europa onder druk
stond. In sommige Oost-Europese landen werd de concurrentie
van lokale productie sterker.
▶▶ Door hogere energiekosten en toegenomen arbeidskosten ligt het
gemiddelde kostenniveau in de snijbloementeelt in 2012 hoger dan
in het jaar ervoor. De gemiddelde opbrengsten zijn echter sterker
gestegen dan de kosten.
▶▶ Het gemiddelde inkomen uit bedrijf is in de snijbloementeelt
verder toegenomen. Dit beeld verschilt wel sterk per productgroep.
▶▶ In de pot- en perkplantenteelt stijgen de opbrengsten iets meer
dan de kosten, waardoor het gemiddelde inkomen uit bedrijf een
lichte stijging heeft laten zien.
29sierteelt onder glas
teeltvanboomkwekerijgewassen
	 Terughoudendheid in afzet door overheidsbeleid en lagere consumentenbestedingen
	 Export naar Oost-Europa heeft grote potentie
	 Kracht branche ligt in flexibel aanbod, specialisatie en focus op afzetmarkten
Branchebeschrijving
Trends en ontwikkelingen
Onze visie
Kerngegevens Websites
Boomkwekerijen telen bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen,
vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen, sierheesters, klimplanten
en vaste planten. De productie vindt in de vollegrond plaats; een klein
deel wordt onder glas geteeld. Daarnaast produceren veel onder-
nemers producten in potten op een containerveld. Belangrijke
teeltcentra zijn gebieden rond Boskoop, Kesteren en Opheusden, het
westen en midden van Noord-Brabant, oostelijk Groningen en het
noordelijk deel van Limburg. De productiewaarde van de branche
bedroeg in 2012 EUR 580 miljoen.
In de boomkwekerijbranche treedt schaalvergroting op. Het areaal
blijft onveranderd, terwijl het aantal bedrijven daalt. De bedrijven
specialiseren zich steeds meer in de teelt van een bepaald
assortiment of voor bepaalde afzetkanalen. De branche is voor een
groot deel afhankelijk van de afzet in Nederland, maar de export
speelt een belangrijke rol. In het binnenland verloopt de afzet op de
institutionele markt moeizaam door het teruglopen van overheids-
budgetten voor openbaar groen en een lagere bouwproductie. In 2012
is de vraag op de institutionele markt nog licht gestegen door vorst-
schade in het begin van 2012 en door uitgestelde vervangingsvraag.
Op de particuliere markt profiteert de branche van de grote
belangstelling voor tuinieren. Toch was de consument in 2012
terughoudend met zijn bestedingen, door economische onzekerheden.
De afzet op deze markt is impulsgevoelig en sterk afhankelijk van het
weer. Afnemers doen de inkopen steeds vaker in het voorjaar,
waardoor het afzetseizoen kort is. Er is meer vraag naar kleinere colli
en kleinere maten. Op de professionele markt kon de branche
profiteren van de vervangingsvraag na de vorstschade begin 2012. De
export daalde in 2012 met ruim 4%. Alle vijf belangrijkste export-
bestemmingen hebben minder boomkwekerijproducten afgenomen.
Dit werd vooral veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden,
de economische crisis, strengere importeisen en een toenemende
lokale productie. De afgelopen jaren heeft de branche veel
geïnvesteerd in arbeidsbesparende productietechnieken.
Nieuwe markten en nieuwe distributiekanalen doen hun intrede, waarbij
de economische ontwikkelingen invloed hebben op de afzet. De vooruit-
zichten voor de institutionele markt zijn op de korte termijn gematigd
door economische ontwikkelingen en overheidsbezuinigingen.
ABN AMRO ziet kansen ontstaan doordat aanleg en onderhoud van
openbaar groen steeds vaker wordt uitbesteed. Op de particuliere markt
blijft tuinieren populair. Deze markt profiteert in 2013 van een tijdelijke
btw-verlaging op aanleg en onderhoud van tuinen. De afzet naar bouw-
markten en woonwarenhuizen staat onder druk, omdat het bezoek aan
deze detailhandelskanalen afneemt vanwege de economische
ontwikkelingen. Productontwikkeling en -presentatie zijn van groot
belang, omdat planten voor veel consumenten impulsartikelen zijn.
Op de professionele markt kan de afzet aantrekken, doordat er in de
fruitteelt betere resultaten zijn behaald. Voor de export verwacht
ABN AMRO op korte termijn geen grote mutaties. Op langere termijn
biedt de export naar Oost-Europa wel veel potentie. Telers kunnen hun
afzetpositie versterken door schaalvergroting, specialisatie en een
intensievere samenwerking. Er is meer aandacht nodig voor verkoop-
concepten, verpakkingen, digitalisering en duurzaamheid. Deze
optelsom van ontwikkelingen vereist van telers marktspecialisatie, een
focus op afzetmarkten en –kanalen en flexibiliteit in de productie die
aansluit op de marktvraag.
Aantal bedrijven met boomkwekerijgewassen:
3.332
Areaal boomkwekerijgewassen: 15.604 ha
Aantal bedrijven met vaste planten: 599
Areaal vaste planten: 1.398 ha
Productiewaarde: EUR 580 mln
Export, inclusief wederuitvoer: EUR 886 mln
www.nbvb.nl
www.raadvoordeboomkwekerij.nl
www.deboomkwekerij.nl
www.boom-in-business.nl
30
2.746
4.480
1.441
496
3.150
3.527
1.344
2.670
4.537
1.416
495
3.068
3.417
1.398
0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000
Bos- en haagplantsoen
Laan- en parkbomen
Vruchtbomen
Rozenstruiken
Sierconiferen
Sierheesters/klimplanten
Vaste en waterplanten
ha.
2012
2011
1.562
1.433
1.332
1.288
1.217
1.148
1.266
1.264
1.182
1.097
1.066
994
1.181
1.203
1.227
1.205
1.203
1.190
0
300
600
900
1.200
1.500
1.800
2.100
2.400
2007 2008 2009 2010 2011 2012
tot 1 ha 1 tot 3 ha meer dan 3 ha
186 234 286 307 343 314
111
127
108 106
127 122
41
58
69 66
80
73
25
40
43 44
51
50
25
32
33 39
43
40
206
260
268 271
283 287
0
100
200
300
400
500
600
700
800
900
1.000
2007 2008 2009 2010 2011 2012r
xEUR1mln
Duitsland
Verenigd Koninkrijk
Frankrijk
België
Italië
overige
77.000
65.600 66.200
76.700 79.000
98%
95%
96% 96% 96%
85%
90%
95%
100%
105%
0
20.000
40.000
60.000
80.000
100.000
2008 2009 2010 2011 2012r
EUR
Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten kostenverhouding (r.as)
Areaal laat weinig veranderingen zien
Vooral aantal kleinere bedrijven neemt af
Export gedaald
Inkomen uit bedrijf
Bron: LEI, CBS
Bron: CBS
Bron: Eurostat/Productschap Tuinbouw
Bron: LEI
▶▶ Het areaal boomkwekerijgewassen schommelt de laatste jaren
rond 17.000 hectare.
▶▶ De arealen van de verschillende productgroepen zijn behoorlijk
stabiel. De sterkste daling trad op bij het areaal sierheesters en
klimplanten, terwijl het areaal laan- en parkbomen de grootste
stijging liet zien.
▶▶ Het aantal bedrijven is in 2012 met meer dan 150 afgenomen.
Vooral het aantal kleine bedrijven, met een areaal kleiner dan één
hectare en het aantal middelgrote bedrijven met een areaal tussen
één en drie hectare nam af.
▶▶ In 2012 is het aantal grote kwekerijen met meer dan drie hectare
licht gedaald. Er zijn 389 bedrijven met een areaal van meer dan
tien hectare.
▶▶ Het gemiddelde areaal per bedrijf is in 2012 licht gestegen: een
teken van schaalvergroting.
▶▶ De export van boomkwekerijproducten (inclusief tuinplanten en
wederuitvoer) is in 2012 met ruim 4% gedaald. Fytosanitaire
ontwikkelingen kunnen een negatieve invloed op de export
hebben.
▶▶ De export naar Duitsland is met ruim 8% gedaald.
▶▶ De export naar het Verenigd Koninkrijk is teruggelopen door minder
goede weersomstandigheden, de export naar Zuid-Europa is
gedaald door de economische ontwikkelingen en Oost-Europese
landen hebben minder producten afgenomen door de grotere
lokale productie.
▶▶ Het inkomen uit bedrijf is in 2012 licht gestegen, doordat de
opbrengsten sterker stegen dan de kosten.
▶▶ De opbrengsten zijn gestegen door een goede vervangingsvraag
bij afnemers en een gunstige prijsontwikkeling.
▶▶ De resultaten tussen de telers verschillen sterk als gevolg van de
grote diversiteit aan bedrijven met verschillende gewasgroepen.
Verder traden er lokale verschillen op door de invloed van
vorstschade begin 2012.
31teelt van boomkwekerijgewassen
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch
Visie op sectoren 2013 agrarisch

More Related Content

What's hot

ABN AMRO: Voorzichtig herstel lijkt in aantocht, 28 januari 2013
ABN AMRO: Voorzichtig herstel lijkt in aantocht, 28 januari 2013ABN AMRO: Voorzichtig herstel lijkt in aantocht, 28 januari 2013
ABN AMRO: Voorzichtig herstel lijkt in aantocht, 28 januari 2013ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Retail 2011
Visie op Sectoren Retail 2011Visie op Sectoren Retail 2011
Visie op Sectoren Retail 2011ABN AMRO
 
Dutch economic outlook herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
Dutch economic outlook   herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012Dutch economic outlook   herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
Dutch economic outlook herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012NinoRampone
 
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011
Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011
Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011ABN AMRO
 
Nieuwsbrief juli 2016
Nieuwsbrief juli 2016Nieuwsbrief juli 2016
Nieuwsbrief juli 2016rjon
 
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011ABN AMRO
 
Rabobank Visie op 2015: Tijd voor stimulerend beleid en belastinghervormingen
Rabobank Visie op 2015: Tijd voor stimulerend beleid en belastinghervormingen Rabobank Visie op 2015: Tijd voor stimulerend beleid en belastinghervormingen
Rabobank Visie op 2015: Tijd voor stimulerend beleid en belastinghervormingen Rabobank
 
Marktbrief november 2013
Marktbrief november 2013Marktbrief november 2013
Marktbrief november 2013Laura Dalebout
 
Visie op Sectoren Agrarisch 2011
Visie op Sectoren Agrarisch 2011Visie op Sectoren Agrarisch 2011
Visie op Sectoren Agrarisch 2011ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Industrie 2011
Visie op Sectoren Industrie 2011Visie op Sectoren Industrie 2011
Visie op Sectoren Industrie 2011ABN AMRO
 
Abn amro VOS 2011 media
Abn amro VOS 2011 mediaAbn amro VOS 2011 media
Abn amro VOS 2011 mediaMarketingfacts
 
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012ABN AMRO
 
Visie op Media en Technologie 2011
Visie op Media en Technologie 2011Visie op Media en Technologie 2011
Visie op Media en Technologie 2011ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Food 2012
Visie op Sectoren Food 2012Visie op Sectoren Food 2012
Visie op Sectoren Food 2012ABN AMRO
 
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
 Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012 Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012ABN AMRO
 
Kwartaal review business review
Kwartaal review   business reviewKwartaal review   business review
Kwartaal review business reviewAndre Gruppen
 

What's hot (19)

ABN AMRO: Voorzichtig herstel lijkt in aantocht, 28 januari 2013
ABN AMRO: Voorzichtig herstel lijkt in aantocht, 28 januari 2013ABN AMRO: Voorzichtig herstel lijkt in aantocht, 28 januari 2013
ABN AMRO: Voorzichtig herstel lijkt in aantocht, 28 januari 2013
 
Visie op Sectoren Retail 2011
Visie op Sectoren Retail 2011Visie op Sectoren Retail 2011
Visie op Sectoren Retail 2011
 
Dutch economic outlook herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
Dutch economic outlook   herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012Dutch economic outlook   herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
Dutch economic outlook herstel wereldeconomie moet neergang - december 2012
 
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
Visie op Sectoren Transport en Logistiek 2011
 
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2011
 
Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011
Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011
Visie op Sectoren Onderwijs, Woningcorporaties en Zorg 2011
 
Nieuwsbrief juli 2016
Nieuwsbrief juli 2016Nieuwsbrief juli 2016
Nieuwsbrief juli 2016
 
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
Visie op Sectoren Bouw en Vastgoed 2011
 
Rabobank Visie op 2015: Tijd voor stimulerend beleid en belastinghervormingen
Rabobank Visie op 2015: Tijd voor stimulerend beleid en belastinghervormingen Rabobank Visie op 2015: Tijd voor stimulerend beleid en belastinghervormingen
Rabobank Visie op 2015: Tijd voor stimulerend beleid en belastinghervormingen
 
Marktbrief november 2013
Marktbrief november 2013Marktbrief november 2013
Marktbrief november 2013
 
Visie op Sectoren Agrarisch 2011
Visie op Sectoren Agrarisch 2011Visie op Sectoren Agrarisch 2011
Visie op Sectoren Agrarisch 2011
 
Visie op Sectoren Industrie 2011
Visie op Sectoren Industrie 2011Visie op Sectoren Industrie 2011
Visie op Sectoren Industrie 2011
 
Abn amro VOS 2011 media
Abn amro VOS 2011 mediaAbn amro VOS 2011 media
Abn amro VOS 2011 media
 
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
Sectorupdate pilotendesk Q2 2012
 
Visie op Media en Technologie 2011
Visie op Media en Technologie 2011Visie op Media en Technologie 2011
Visie op Media en Technologie 2011
 
Visie op Sectoren Food 2012
Visie op Sectoren Food 2012Visie op Sectoren Food 2012
Visie op Sectoren Food 2012
 
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
ABN AMRO Bedrijvigheid in de industrie blijft gunstig, 26 nov 2013
 
Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
 Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012 Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
Visie op Sectoren Technologie, Media, Telecom 2012
 
Kwartaal review business review
Kwartaal review   business reviewKwartaal review   business review
Kwartaal review business review
 

Viewers also liked

ABN AMRO Blikt vooruit 2013
ABN AMRO Blikt vooruit 2013ABN AMRO Blikt vooruit 2013
ABN AMRO Blikt vooruit 2013ABN AMRO
 
Presentatie Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
Presentatie Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013Presentatie Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
Presentatie Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013ABN AMRO
 
Fashionretail - ingrijpende effecten uitverkoop op modebranche
Fashionretail - ingrijpende effecten uitverkoop op modebrancheFashionretail - ingrijpende effecten uitverkoop op modebranche
Fashionretail - ingrijpende effecten uitverkoop op modebrancheABN AMRO
 
Presentation Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
Presentation Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013Presentation Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
Presentation Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013ABN AMRO
 
Changing customer behaviour and how we as ABN AMRO are adapting - Jessica Nie...
Changing customer behaviour and how we as ABN AMRO are adapting - Jessica Nie...Changing customer behaviour and how we as ABN AMRO are adapting - Jessica Nie...
Changing customer behaviour and how we as ABN AMRO are adapting - Jessica Nie...ABN AMRO
 
Changing Customer Behavior And How ABN AMRO Responds To It - Jessica Niewierr...
Changing Customer Behavior And How ABN AMRO Responds To It - Jessica Niewierr...Changing Customer Behavior And How ABN AMRO Responds To It - Jessica Niewierr...
Changing Customer Behavior And How ABN AMRO Responds To It - Jessica Niewierr...ABN AMRO
 
Body Paragraph Powerpoint
Body Paragraph PowerpointBody Paragraph Powerpoint
Body Paragraph Powerpointbstancil
 
Veranderend klantgedrag - Jessica Niewierra - Hoe wij als ABN AMRO via de dig...
Veranderend klantgedrag - Jessica Niewierra - Hoe wij als ABN AMRO via de dig...Veranderend klantgedrag - Jessica Niewierra - Hoe wij als ABN AMRO via de dig...
Veranderend klantgedrag - Jessica Niewierra - Hoe wij als ABN AMRO via de dig...ABN AMRO
 

Viewers also liked (8)

ABN AMRO Blikt vooruit 2013
ABN AMRO Blikt vooruit 2013ABN AMRO Blikt vooruit 2013
ABN AMRO Blikt vooruit 2013
 
Presentatie Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
Presentatie Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013Presentatie Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
Presentatie Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
 
Fashionretail - ingrijpende effecten uitverkoop op modebranche
Fashionretail - ingrijpende effecten uitverkoop op modebrancheFashionretail - ingrijpende effecten uitverkoop op modebranche
Fashionretail - ingrijpende effecten uitverkoop op modebranche
 
Presentation Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
Presentation Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013Presentation Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
Presentation Contextual Banking E-Financials Jessica Niewierra 31-10-2013
 
Changing customer behaviour and how we as ABN AMRO are adapting - Jessica Nie...
Changing customer behaviour and how we as ABN AMRO are adapting - Jessica Nie...Changing customer behaviour and how we as ABN AMRO are adapting - Jessica Nie...
Changing customer behaviour and how we as ABN AMRO are adapting - Jessica Nie...
 
Changing Customer Behavior And How ABN AMRO Responds To It - Jessica Niewierr...
Changing Customer Behavior And How ABN AMRO Responds To It - Jessica Niewierr...Changing Customer Behavior And How ABN AMRO Responds To It - Jessica Niewierr...
Changing Customer Behavior And How ABN AMRO Responds To It - Jessica Niewierr...
 
Body Paragraph Powerpoint
Body Paragraph PowerpointBody Paragraph Powerpoint
Body Paragraph Powerpoint
 
Veranderend klantgedrag - Jessica Niewierra - Hoe wij als ABN AMRO via de dig...
Veranderend klantgedrag - Jessica Niewierra - Hoe wij als ABN AMRO via de dig...Veranderend klantgedrag - Jessica Niewierra - Hoe wij als ABN AMRO via de dig...
Veranderend klantgedrag - Jessica Niewierra - Hoe wij als ABN AMRO via de dig...
 

Similar to Visie op sectoren 2013 agrarisch

ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013ABN AMRO
 
Visie op Retail 2011
Visie op Retail 2011Visie op Retail 2011
Visie op Retail 2011gvdhorst
 
Visie op Sectoren Bouw 2012
Visie op Sectoren Bouw 2012Visie op Sectoren Bouw 2012
Visie op Sectoren Bouw 2012ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2012
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2012Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2012
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2012ABN AMRO
 
Vos Zakelijkedienstverlening
Vos ZakelijkedienstverleningVos Zakelijkedienstverlening
Vos Zakelijkedienstverleningadurahim
 
Visie op Sectoren Agrarisch 2012
Visie op Sectoren Agrarisch 2012Visie op Sectoren Agrarisch 2012
Visie op Sectoren Agrarisch 2012ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Industrie 2012
Visie op Sectoren Industrie 2012Visie op Sectoren Industrie 2012
Visie op Sectoren Industrie 2012ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Retail 2012
Visie op Sectoren Retail 2012Visie op Sectoren Retail 2012
Visie op Sectoren Retail 2012ABN AMRO
 
Visie op sectoren transport en logistiek 2012
Visie op sectoren transport en logistiek 2012Visie op sectoren transport en logistiek 2012
Visie op sectoren transport en logistiek 2012ABN AMRO
 
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012ABN AMRO
 
Ontwikkeling van de bouwconjunctuur in september
Ontwikkeling van de bouwconjunctuur in september Ontwikkeling van de bouwconjunctuur in september
Ontwikkeling van de bouwconjunctuur in september Buildsight Communicatie
 
Marktbrief oktober 2013
Marktbrief oktober 2013Marktbrief oktober 2013
Marktbrief oktober 2013Laura Dalebout
 
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012hpvwersch
 
Retaillocaties in 2020
Retaillocaties in 2020Retaillocaties in 2020
Retaillocaties in 2020WTT Insights
 

Similar to Visie op sectoren 2013 agrarisch (14)

ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013ABN AMRO Visie op Industrie 2013
ABN AMRO Visie op Industrie 2013
 
Visie op Retail 2011
Visie op Retail 2011Visie op Retail 2011
Visie op Retail 2011
 
Visie op Sectoren Bouw 2012
Visie op Sectoren Bouw 2012Visie op Sectoren Bouw 2012
Visie op Sectoren Bouw 2012
 
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2012
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2012Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2012
Visie op Sectoren Zakelijke Dienstverlening 2012
 
Vos Zakelijkedienstverlening
Vos ZakelijkedienstverleningVos Zakelijkedienstverlening
Vos Zakelijkedienstverlening
 
Visie op Sectoren Agrarisch 2012
Visie op Sectoren Agrarisch 2012Visie op Sectoren Agrarisch 2012
Visie op Sectoren Agrarisch 2012
 
Visie op Sectoren Industrie 2012
Visie op Sectoren Industrie 2012Visie op Sectoren Industrie 2012
Visie op Sectoren Industrie 2012
 
Visie op Sectoren Retail 2012
Visie op Sectoren Retail 2012Visie op Sectoren Retail 2012
Visie op Sectoren Retail 2012
 
Visie op sectoren transport en logistiek 2012
Visie op sectoren transport en logistiek 2012Visie op sectoren transport en logistiek 2012
Visie op sectoren transport en logistiek 2012
 
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
Visie op Sectoren Publieke Sector 2012
 
Ontwikkeling van de bouwconjunctuur in september
Ontwikkeling van de bouwconjunctuur in september Ontwikkeling van de bouwconjunctuur in september
Ontwikkeling van de bouwconjunctuur in september
 
Marktbrief oktober 2013
Marktbrief oktober 2013Marktbrief oktober 2013
Marktbrief oktober 2013
 
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
Wealtheon Kwartaalbericht 1 Q2012
 
Retaillocaties in 2020
Retaillocaties in 2020Retaillocaties in 2020
Retaillocaties in 2020
 

More from ABN AMRO

ABN AMRO underwriters meeting 13 September 2018 handouts
ABN AMRO underwriters meeting 13 September 2018 handoutsABN AMRO underwriters meeting 13 September 2018 handouts
ABN AMRO underwriters meeting 13 September 2018 handoutsABN AMRO
 
Finance @ Google Belgium ABN AMRO Jessica Niewierra def handouts 27 06-18pptx
Finance @ Google Belgium ABN AMRO Jessica Niewierra def handouts 27 06-18pptxFinance @ Google Belgium ABN AMRO Jessica Niewierra def handouts 27 06-18pptx
Finance @ Google Belgium ABN AMRO Jessica Niewierra def handouts 27 06-18pptxABN AMRO
 
Mba class ABN AMRO (6 juni 2018)
Mba class ABN AMRO (6 juni 2018)Mba class ABN AMRO (6 juni 2018)
Mba class ABN AMRO (6 juni 2018)ABN AMRO
 
Banking Innovation Forum 13042018 ABN AMRO
Banking Innovation Forum 13042018 ABN AMROBanking Innovation Forum 13042018 ABN AMRO
Banking Innovation Forum 13042018 ABN AMROABN AMRO
 
Moneylive 130318 ABN AMRO Jessica Niewierra
Moneylive 130318 ABN AMRO Jessica NiewierraMoneylive 130318 ABN AMRO Jessica Niewierra
Moneylive 130318 ABN AMRO Jessica NiewierraABN AMRO
 
Master class Nyenrode Jessica Niewierra 21 11-17
Master class Nyenrode Jessica Niewierra 21 11-17Master class Nyenrode Jessica Niewierra 21 11-17
Master class Nyenrode Jessica Niewierra 21 11-17ABN AMRO
 
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it - Jessica Niewierra
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it - Jessica NiewierraChanging customer behavior and how ABN AMRO responds to it - Jessica Niewierra
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it - Jessica NiewierraABN AMRO
 
Veranderend klantgedrag en hoe ABN AMRO hier op inspeelt (Eindhoven, 08 11-17)
Veranderend klantgedrag en hoe ABN AMRO hier op inspeelt (Eindhoven, 08 11-17)Veranderend klantgedrag en hoe ABN AMRO hier op inspeelt (Eindhoven, 08 11-17)
Veranderend klantgedrag en hoe ABN AMRO hier op inspeelt (Eindhoven, 08 11-17)ABN AMRO
 
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it (Vienna, 10 Oct 2017)
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it (Vienna, 10 Oct 2017)Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it (Vienna, 10 Oct 2017)
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it (Vienna, 10 Oct 2017)ABN AMRO
 
Economisch Bureau Energie Monitor mei
Economisch Bureau Energie Monitor meiEconomisch Bureau Energie Monitor mei
Economisch Bureau Energie Monitor meiABN AMRO
 
Retaillocaties in 2020
Retaillocaties in 2020Retaillocaties in 2020
Retaillocaties in 2020ABN AMRO
 
World Tennis Tournament Special 7 februari 2013
World Tennis Tournament Special 7 februari 2013World Tennis Tournament Special 7 februari 2013
World Tennis Tournament Special 7 februari 2013ABN AMRO
 
World Tennis Tournament Special 6 februari 2013
World Tennis Tournament Special 6 februari 2013World Tennis Tournament Special 6 februari 2013
World Tennis Tournament Special 6 februari 2013ABN AMRO
 
World Tennis Tournament Special 5 februari 2013
World Tennis Tournament Special 5 februari 2013World Tennis Tournament Special 5 februari 2013
World Tennis Tournament Special 5 februari 2013ABN AMRO
 
muntgeld aan SOS Kinderdorpen
muntgeld aan SOS Kinderdorpenmuntgeld aan SOS Kinderdorpen
muntgeld aan SOS KinderdorpenABN AMRO
 
Abn amro World Citizen Services
Abn amro World Citizen ServicesAbn amro World Citizen Services
Abn amro World Citizen ServicesABN AMRO
 

More from ABN AMRO (16)

ABN AMRO underwriters meeting 13 September 2018 handouts
ABN AMRO underwriters meeting 13 September 2018 handoutsABN AMRO underwriters meeting 13 September 2018 handouts
ABN AMRO underwriters meeting 13 September 2018 handouts
 
Finance @ Google Belgium ABN AMRO Jessica Niewierra def handouts 27 06-18pptx
Finance @ Google Belgium ABN AMRO Jessica Niewierra def handouts 27 06-18pptxFinance @ Google Belgium ABN AMRO Jessica Niewierra def handouts 27 06-18pptx
Finance @ Google Belgium ABN AMRO Jessica Niewierra def handouts 27 06-18pptx
 
Mba class ABN AMRO (6 juni 2018)
Mba class ABN AMRO (6 juni 2018)Mba class ABN AMRO (6 juni 2018)
Mba class ABN AMRO (6 juni 2018)
 
Banking Innovation Forum 13042018 ABN AMRO
Banking Innovation Forum 13042018 ABN AMROBanking Innovation Forum 13042018 ABN AMRO
Banking Innovation Forum 13042018 ABN AMRO
 
Moneylive 130318 ABN AMRO Jessica Niewierra
Moneylive 130318 ABN AMRO Jessica NiewierraMoneylive 130318 ABN AMRO Jessica Niewierra
Moneylive 130318 ABN AMRO Jessica Niewierra
 
Master class Nyenrode Jessica Niewierra 21 11-17
Master class Nyenrode Jessica Niewierra 21 11-17Master class Nyenrode Jessica Niewierra 21 11-17
Master class Nyenrode Jessica Niewierra 21 11-17
 
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it - Jessica Niewierra
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it - Jessica NiewierraChanging customer behavior and how ABN AMRO responds to it - Jessica Niewierra
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it - Jessica Niewierra
 
Veranderend klantgedrag en hoe ABN AMRO hier op inspeelt (Eindhoven, 08 11-17)
Veranderend klantgedrag en hoe ABN AMRO hier op inspeelt (Eindhoven, 08 11-17)Veranderend klantgedrag en hoe ABN AMRO hier op inspeelt (Eindhoven, 08 11-17)
Veranderend klantgedrag en hoe ABN AMRO hier op inspeelt (Eindhoven, 08 11-17)
 
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it (Vienna, 10 Oct 2017)
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it (Vienna, 10 Oct 2017)Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it (Vienna, 10 Oct 2017)
Changing customer behavior and how ABN AMRO responds to it (Vienna, 10 Oct 2017)
 
Economisch Bureau Energie Monitor mei
Economisch Bureau Energie Monitor meiEconomisch Bureau Energie Monitor mei
Economisch Bureau Energie Monitor mei
 
Retaillocaties in 2020
Retaillocaties in 2020Retaillocaties in 2020
Retaillocaties in 2020
 
World Tennis Tournament Special 7 februari 2013
World Tennis Tournament Special 7 februari 2013World Tennis Tournament Special 7 februari 2013
World Tennis Tournament Special 7 februari 2013
 
World Tennis Tournament Special 6 februari 2013
World Tennis Tournament Special 6 februari 2013World Tennis Tournament Special 6 februari 2013
World Tennis Tournament Special 6 februari 2013
 
World Tennis Tournament Special 5 februari 2013
World Tennis Tournament Special 5 februari 2013World Tennis Tournament Special 5 februari 2013
World Tennis Tournament Special 5 februari 2013
 
muntgeld aan SOS Kinderdorpen
muntgeld aan SOS Kinderdorpenmuntgeld aan SOS Kinderdorpen
muntgeld aan SOS Kinderdorpen
 
Abn amro World Citizen Services
Abn amro World Citizen ServicesAbn amro World Citizen Services
Abn amro World Citizen Services
 

Visie op sectoren 2013 agrarisch

  • 1. sectorupdate 2013 ▶▶ Interviews ▶▶ Trends & ontwikkelingen ▶▶ Sectorvisie visieop agrarisch
  • 2.
  • 3. Geachte relatie, Voor u ligt Visie op Sectoren (VOS), de jaarlijkse dwarsdoorsnede van het Nederlandse bedrijfsleven. Om uw bedrijf en business model echt te kunnen begrijpen, verdiept ABN AMRO zich in uw sector. Het rapport geeft een schets van de stand van zaken en de vooruitzichten van een groot aantal branches. Zo kunt u een kijkje nemen achter de veelomvattende en daardoor soms verhullende macro-economische cijfers. Bovendien biedt het de mogelijkheid om na te gaan hoe uw onderneming het doet in vergelijking met branchegenoten. Die macro-economische cijfers laten zien dat Nederland te maken heeft met een periode van conjuncturele zwakte. De eurozone heeft de afgelopen jaren onder vuur gelegen. En de Nederlandse economie is in 2012 gekrompen. Het lijkt er niet op dat die krimp dit jaar zal plaatsmaken voor groei. De sombere consument houdt zijn hand op de knip. Daarmee doet de Nederlandse economie het slechter dan die van de ons omringende landen. Gelukkig is dit niet het hele verhaal over de conjunctuur. De mondiale economische vooruitzichten zijn beter dan een jaar geleden. Binnen de eurozone tekent zich een keer ten goede af. Dat is vooral te danken aan ingrepen van de Europese Centrale Bank. De periode van hoge nood lijkt voorbij, al blijft er reden voor bezorgdheid. Deze verbetering is goed nieuws, want vrijwel geen land is zo sterk op het buitenland gericht als Nederland. Bovendien zijn er meer lichtpunten in de Nederlandse economie. Onze economie wordt gevormd door een bonte verzameling van marktpartijen: bedrijven, consumenten, overheden, et cetera. In veel branches binnen de bedrijvensector zal de stemming onder ondernemers volgens dit rapport verbeteren. Exporterende ondernemingen profiteren van de aantrekkende wereldhandel. In het kielzog daarvan zullen bedrijfstakken als de transportsector en de groothandel herstel laten zien. Andere sectoren, vooral de bouwsector, hebben in 2013 echter te maken met tegenwind. Veel agrarische branches kennen een heel eigen dynamiek die vaak los lijkt te staan van de algemene economie. De meeste branches realiseerden groei in 2012 en ook voor dit jaar zijn de verwachtingen gunstig. De waarde van de agrarische export groeide sinds 2000 met 73% tot ruim EUR 74 miljard. Daarmee is de agrarische sector een belangrijke bouwsteen voor herstel van de Nederlandse economie. Met een groeiende wereldbevolking die om steeds meer hoogwaardig voedsel vraagt, en om productiesystemen voor voedsel, liggen er volop kansen voor Nederlandse bedrijven. Deze publicatie is geschreven voor u, ondernemers. Hoe Nederland presteert, hangt nauw samen met hoe u presteert. Ondernemers staan vaak wat optimistischer in het leven dan de gemiddelde Nederlander. Dat optimisme heeft Nederland nodig om op een bestendiger groeipad te komen. Met kennis van uw sector helpen wij u graag uw plannen te realiseren. Goede zaken gewenst! Joop Wijn Lid Raad van Bestuur ABN AMRO 1visie op agrarisch
  • 5. 4 6 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 Nederlandse economie interviews akkerbouw bloembollenteelt fruitteelt groenteteelt onder glas groothandel in bloemen en planten kottervisserij legpluimveehouderij melkveehouderij mengvoederindustrie sierteelt onder glas teelt van boomkwekerijgewassen varkenshouderij vleeskuikenhouderij leeswijzer colofon 3visie op agrarisch
  • 6. De Nederlandse economie is vorig jaar 1% procent gekrompen. Dat kan geheel worden toegeschreven aan lagere binnenlandse bestedingen. De uitvoer is verder toegenomen en heeft een sterkere terugval van de economie voorkomen. Ook voor 2013 wordt een krimp van de economie voorzien – met 0,5 tot 1%. En naar verwachting zijn wéér de binnenlandse bestedingen daar debet aan, terwijl de uitvoer verder groeit. We denken dat de economie in de loop van dit jaar weer voorzichtig wat groei zal laten zien. Dat herstel zet vermoedelijk door in 2014, waardoor de economische groei richting 1% kan gaan. Nederlandseeconomie: lichtherstelinloopvan2013 De economie is afgelopen jaar gekrompen. Het bruto binnenlands product (bbp) nam af met gemiddeld 1,0%. In de eerste twee kwartalen van het jaar liet de economie een heel lichte groei zien ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Daarmee leek een eind gekomen aan de recessie die was begonnen in het voorjaar van 2011. Maar in het tweede halfjaar kromp de economie opnieuw - en sterk. Economie in tweede helft 2012 weer gekrompen -6 -3 0 3 6 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 60 75 90 105 120 bbp (% j-o-j; l.as) Economisch-sentimentindicator (r.as) % Bron: Thomson Reuters Datastream Binnenlandse bestedingen nog onder druk De binnenlandse bestedingen hebben de bbp-groei in de rode cij- fers geduwd. De investeringen zijn (eind 2012) al zeven kwartalen op rij gedaald en de particuliere consumptie zelfs al acht kwartalen. Nadat de particuliere consumptieve bestedingen 1% waren ge- daald in 2011, namen ze vorig jaar nog eens 1,4% af. De ‘hoofd- schuldige’ aan deze daling is het reëel beschikbaar gezinsinkomen, dat vorig jaar fors afnam - nog aanzienlijk méér dan de consumptie- ve bestedingen. Deze stevige daling werd veroorzaakt door diverse factoren. Zo stegen de lonen vorig jaar fors minder dan de prijzen: reëel gingen de lonen omlaag. Verder drukten de bezuinigingen van de overheid en hogere pensioenpremies de koopkracht. En ten slotte daalde de werkgelegenheid. De consumptie werd bovendien ontmoedigd door het lage consumentenvertrouwen en de zwakke huizenmarkt. Voor 2013 is het beeld nog niet veel beter. Het reëel beschikbaar inkomen daalt opnieuw, door dezelfde factoren als in 2012. Wel lijkt de daling van het reële loon wat lager uit te vallen. We verwachten dat in de nog af te sluiten cao’s zal worden geprobeerd de btw- verhoging deels te compenseren. Als gevolg van de (verdere) inkomensdaling zal de consument opnieuw minder uitgeven. Maar als het vertrouwen van de consument later in het jaar wat zou herstellen, dankzij de voorzichtige verbetering van het internationale economisch klimaat, kan de daling van de consumptie iets lager uitvallen dan vorig jaar. Ook de investeringen daalden vorig jaar. Dat is niet verrassend als de productie van het bedrijfsleven krimpt. Die krimp zien we terug in de mate waarin het machinepark in de industrie wordt benut: de bezettingsgraad lag in het tweede halfjaar zo’n 2% lager dan in de tweede helft van 2011. Dat is geen impuls om te investeren, zeker niet bij de nog altijd onzekere vooruitzichten. Met het voorzichtige herstel dat wij voorzien, zijn er aanvankelijk nog weinig prikkels om te gaan investeren, al worden de perspectieven voor de export- sector wel beter. Bovendien kan de verbetering van het internatio- nale economisch beeld ook het vertrouwen van ‘binnenlandse’ ondernemers schragen. Aan de krimp van de bedrijfsinvesteringen kan dan ook dit jaar een einde komen. Uitvoer is en blijft groeimotor voor de economie De uitvoer van goederen en diensten is vorig jaar gestegen met 3,3%. Na twee sterke kwartalen kwam de uitvoer in de zomer weliswaar in een dip, maar daarna tekende zich weer herstel af. Dat er een terugval optrad mag geen verrassing heten, wanneer wordt bedacht dat maar liefst driekwart van de goederenuitvoer binnen de 4
  • 7. EU blijft - een regio die vorig jaar een economische krimp kende van 0,3%. Tegen die achtergrond valt de Nederlandse exportprestatie mee. Wel merken we op dat de stijging van de uitvoer wordt geflatteerd door de wederuitvoer (producten die worden ingevoerd door een Nederlandse partij en weer worden uitgevoerd zonder dat ze een noemenswaardige bewerking hebben ondergaan). De uitvoer van binnenslands gefabriceerde goederen deed het vorig jaar minder goed. Deze nam toe met een schamele 0,5%, terwijl de weder- uitvoer met 7% steeg. Dit jaar kan dat beeld dankzij de aantrekkende wereldhandel ver- beteren: de binnenslands geproduceerde uitvoer kan weer wat meer toenemen. Enkele indicatoren wezen in de eerste maanden van 2013 op een aanhoudende groei van de uitvoer. Bovendien blijkt uit diverse internationale ranglijsten dat de Nederlandse concurren- tiepositie goed is. Dat betekent dat ons land goed in staat zou moeten zijn om te profiteren van de aantrekkende wereldhandel. We voorzien daarom een oplopende exportgroei. Huizenmarkt beweegt nog niet De woningmarkt heeft opnieuw een mager jaar achter de rug. Het aantal transacties daalde in 2012 voor het zesde jaar op rij. Aanvan- kelijk zal het transactievolume nog verder afnemen, onder invloed van de minder gunstige fiscale behandeling van de eigen woning. Ook de krappere hypotheeknormen van het Nibud spelen een rol. Bovendien zijn de banken terughoudend bij de kredietverlening. Een belangrijke factor voor een herstel van de woningmarkt vormt de betaalbaarheid. Die verbetert door de lage rente en vooral door de daling van de huizenprijzen. De betaalbaarheid beweegt door de gedaalde prijzen geleidelijk weer richting het historisch gemiddelde. De voorzichtige kredietverlening, de nog fragiele economie en de minder gunstige fiscale voorwaarden voor eigen woningbezit houden voorlopig een rem op de markt voor koopwoningen. Maar de bodem komt in zicht door de verbeterde betaalbaarheid. Een andere reden dat de markt kan stabiliseren, is de ontwikkeling van de woningvoorraad. Die wordt door de achterblijvende woningbouw steeds krapper. In 2014 verwachten wij daarom een lichte stijging van het aantal transacties. Gemiddelde groei in 2013 nog negatief - volgend jaar weer positief Al met al krimpt de economie dit jaar gemiddeld opnieuw - met naar schatting 0,5 tot 1%. Dit negatieve cijfer is overigens groten- deels toe te schrijven aan de negatieve doorwerking van de forse krimp in de tweede helft van 2012. In de loop van 2013 kan dankzij de uitvoer herstel optreden. Dat wordt echter afgeremd door de omvangrijke ombuigingen van de overheid. De economie heeft dus twee gezichten: de binnenlandse bestedingen krimpen, de uitvoer groeit. Sectoren die meer op het buitenland georiënteerd zijn, zullen beter presteren dan sectoren die (vooral) op de binnenlandse markt actief zijn. Dankzij de voorzichtige conjuncturele opleving kan de economie met wat meer vaart 2014 binnengaan. In dat jaar kan de groei rich- ting 1% gaan. De werkloosheid, die doorgaans naijlt bij de ontwik- keling van de productie, zal echter nog enige tijd blijven oplopen. Uitvoer groeit verder -20 -10 0 10 20 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 30 40 50 60 70 Uitvoer goederen (% j-o-j; l.as) PMI exportorders (index; r.as) % Bron: CBS, Markit NEVI Inflatie kan licht dalen De inflatie liep eind 2012 snel op richting 3%, door de verhoging van de btw in oktober. Begin 2013 liep de inflatie nog iets verder op, door onder meer de verhoging van enkele andere belasting- tarieven. Zonder het effect van die belastingverhogingen was het inflatiecijfer in de eerste maanden slechts 1,6%. In de loop van het jaar kan de inflatie wat afnemen, doordat het opwaartse effect van de eerdere energieprijsstijgingen afneemt en door de zwakke conjunctuur. Bovendien valt in het najaar het effect van de btw-stijging weg uit het inflatiecijfer. Risico’s Wat zijn nu de risico’s bij ons scenario? De kans op tegenvallers lijkt wat groter dan die op meevallers. Wij gaan ervan uit dat de (systeem-)risico’s rond de staatsschuldencrisis, dankzij diverse maatregelen, zoveel zijn verminderd dat nieuwe, serieuze onrust op de financiële markten kan uitblijven en het vertrouwen in de economie geleidelijk kan verbeteren. Maar echt beteugeld is de crisis niet. Dat bleek in maart met Cyprus. De gevolgen van het ‘geval Cyprus’ lijken mee te vallen. Maar dat betrof slechts een klein land. Verder moet het economisch herstel in de eurozone, dat wij in de loop van dit jaar voorzien, op gang komen door de aantrekkende wereldeconomie. Als die opleving echter stagneert, blijft ook het herstel hier dit jaar uit. Ook is denkbaar dat het drukkend effect dat de ombuigingen van de overheid hebben op de groei, forser uitvalt. Aan de andere kant moet ook worden gezegd dat als het mondiale herstel daad-werkelijk doorzet, dit (tijdelijk) wat sneller kan gaan dan verwacht. Op- en neergaande bewegingen na omslagen van de conjunctuur worden nogal eens onderschat. 5Nederlandse economie
  • 8. HansvanHolstein(28), HolsteinFlowers: ‘Nieuwegeneratie moetstrategischsterkzijn’ Hans van Holstein: ’Opa Van Holstein teelde groente. Mijn vader Leo is met drie broers in 1974 begonnen met sierbloemen. Gerberas telen we, tientallen soorten. Ieder jaar komen er nieuwe, unieke variëteiten bij. Alle vier de broers zijn directeur van Holstein Flowers. In ons familiebedrijf zijn zakelijk en privé compleet verweven. Ook staat bij ons continuïteit hoger op de agenda dan winstmaximalisatie. Dat is onze kracht. Begin 2010 ben ik toegetreden tot de directie, als eerste van de nieuwe generatie. Het is geen vanzelfsprekendheid geweest. Was het vroeger misschien voldoende als je heel hard werkte; voor ondernemers anno 2013 geldt dat ze ook goed strategisch moeten kunnen denken. Want de ontwikkelingen in de glastuin- bouw zijn turbulent en veelomvattend. Denk aan schaalvergroting, de veranderingen in de handelsketen en de technische ontwikke- lingen die teelt en energieverbruik steeds opnieuw optimaliseren. Ik ben actief in Tuinbouw Jongeren Westland. Daar houden we bijvoorbeeld avonden over de invloed van de wereldpolitiek op de energieprijs, of het Nieuwe Samenwerken 4.0. In het hart van Greenport Westland hebben we 12 hectare kassen. Dat we in 2012, in moeilijke economische tijden, hebben kunnen investeren, heeft te maken met onze focus op continuï- teit. We zijn er trots op. De oude kas van Futura, een van onze drie productielocaties, is gesloopt. Er staat nu op dezelfde plek een gloednieuwe, state-of-the-art-kas, geïnspireerd op Het Nieuwe Telen. Voor de klimaatbeheersing blazen we droge buitenlucht de kas in, waardoor we 25 tot 30% energie besparen en kans maken op een hogere productie van gerberas van betere kwaliteit. Dit soort innovaties bedenk je uitsluitend in een samenwerking. Daarom vind ik het enorm zonde, voor de hele tuinbouwsector, dat het Productschap Tuinbouw is opgeheven. Want gezamenlijk onderzoek krijgen we nu als kwekers lastiger, of zelfs helemaal niet meer, gefinancierd. Belangenbehartiging blijft cruciaal voor de tuinbouw; we moeten als belangrijke pijler van de economie een vuist kunnen maken richting politiek en andere organisaties.’ denieuwegeneratieagrarischondernemers 6 Vierkorteinterviews.Overagrarischondernemendoorde nieuwegeneratie.Diegaatindetoekomstondermeervooronze voedselzekerheidzorgen.HansvanHolstein(28)traddiktwee jaargeledentoetotdedirectievanHolsteinFlowers,endatwas geenvanzelfsprekendheid,ookalisdateenfamiliebedrijf.Djûke vanderMaat(30),boerderijNieuwSlagmaat,levertmethaar handelsbedrijf,eeneenmanszaak,directaanconsumentenen leveranciersindeketen.EricPelleboer(28),dagelijksbestuurder bijhetNAJK,zietleeftijdsgenotenuitgroteliefdekiezenvoorhet bestaanalsboer.PierreBerntsen,directeurAgrarische BedrijvenABNAMRO,zieteengezondetoekomstvoorde sector.‘Denieuwegeneratieonderneemtineendynamische wereldenisdaarprimategenopgewassen.Jongeagrarische ondernemerszijnvaakuitstekendopgeleid,communicatief vaardigenhebbeneensterkefocusopdemaatschappij.De keuzevoorbedrijfsovernameisheelbewustenmetpassie genomen.’
  • 9. DjûkevanderMaat(30), BoerderijNieuwSlagmaat&handelsbedrijf: ‘Ikgeloofingezonde toekomstvansector’ Djûke van der Maat: ‘Met echt alle respect voor de oudere generatie, vind ik dat jonge agrariërs een wat langere termijn-blik hebben. Dat moet ook. Voor boeren anno 2013 spelen nu, veel meer dan vroeger, globale vraagstukken die de wijze van ondernemen beïnvloeden. Bepaal je in dat krachtenveld geen goede strategie, dan red je het niet. Vandaar dat een langetermijnblik nodig is. In 2011 won ik de Nuffield Farming Scholarship. Een prestigieuze internationale prijs voor (jonge) boeren die ketenverkorting, ondernemerschap en duurzame teelt knap combineren. Bij de prijs hoort een soort studie, die ik net heb afgerond. Tien weken lang bezocht ik in het buitenland conferenties, en boerenbedrijven, om te zien hoe zij daar het werk aanpakken. Onwaarschijnlijk interessant. Sta je met een Australiër te praten die zijn vee met een helikopter bij elkaar moet drijven - zijn farm is zo groot als Friesland en Groningen bij elkaar - en die vraagt: ‘Hoe groot is jouw bedrijf? Wat, 25 hectare?’ Daar hebben we eerst vijf minuten smakelijk om gelachen. Dan zie je hem denken: oké, je kunt dus ook met zo’n kleine oppervlakte een inkomen verdienen, wat kan ik daarvan leren? We doen van alles: fruit telen volgens Milieukeur, Blaarkopkoeien fokken, een paardenpension en onze landwinkel runnen, schapen houden, wat wintertarwe en mais telen. En we geven educatie aan basisschoolleerlingen. We verkochten vroeger slechts ongeveer 15% van de oogst in eigen winkel. De rest ging als bulk naar de veiling. Zonde, vond ik. Met mijn handelsonderneming, een eenmanszaak, is het me gelukt om direct te leveren aan leveranciers hogerop in de handelsketen. Zij willen graag duurzaam geteeld fruit rechtstreeks van mijn groep telers afnemen. Daardoor is onze marge interessanter. Zoals wij werken, dat is een kleine niche. Dat kan en moet ook niet heel Nederland gaan doen. Als je goed bent in schaalvergroting, doe het. We moeten in 2050 ook negen miljard mensen voeden op deze wereld. Ik geloof heilig in een gezonde toekomst voor de Nederlandse agrarische sector.’ Djûke van der Maat is in de verkiezing Agrarisch Ondernemer van het Jaar doorgedrongen tot de laatste tien ondernemers, waaruit de vijf genomineerden worden geselecteerd. Op 30 mei 2013 is de winnaar bekend: www.agrarischondernemer.nl. 7interviews
  • 10. EricPelleboer(28), dagelijksbestuurderNAJK: ‘Jongeboerenhebben groteliefdevoorhetwerk’ Eric Pelleboer: ‘Van alle agrarische bedrijfshoofden in Nederland is 4% jonger dan 35 jaar, en 28% boven de 65. Wie een onderneming wil overnemen, kan dat alleen gefinancierd krijgen als de ouders bereid zijn een bedrijfswaarde te rekenen die fors onder de marktprijs ligt. En dan zijn de schulden nog torenhoog. Agrarische jongeren zijn steeds hoger opgeleid. Ze kijken goed om zich heen en kiezen niet zelden voor een goede baan in het bedrijfsleven, waar ze gemakkelijker en beter kunnen verdienen dan op de boerderij. Dat er evengoed jongeren bereid zijn om de sprong in het diepe te wagen, kan maar op één manier verklaard worden: een enorme liefde die ze aan de dag leggen voor een leven als boer. Buiten werken is mooi, het is gevarieerd. Geen jaar, geen dag is hetzelfde, omdat je met de natuur samenwerkt. Het weer laat zich geen protocol opleggen. Ik run samen met mijn ouders een akkerbouwbedrijf in de Noordoostpolder. Het is fijn om dat te combineren met het werk voor het dagelijks bestuur van het Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt. Het NAJK, een belangenorganisatie voor jonge boeren en tuinders, heeft 8.000 leden tussen de 16 en de 35 jaar. Ik ben portefeuillehouder akkerbouw en kom door mijn bestuurswerk met veel mensen in aanraking: leerzaam en uitdagend. Ik teel frietaardappelen, vermeerderingsuien, wintertarwe, winterpeen, witlof en suikerbieten. De markten zijn volatiel, dus helpt het om verschillende afzetstrategieën te kiezen. Voor het boerenbedrijf moet je vól gaan, anno 2013, met handen én hersens. Hard werken alleen is niet genoeg. Jonge boeren opereren slim, staan met het gezicht naar de markt, pakken vernieuwingen gemakkelijker op. Ik zie dat de meeste jonge agrariërs nadenken over invloedrijke trends: duurzaamheid, technologische innovatie, schaalvergroting en license to operate. Het NAJK doet actief mee aan maatschappelijke debatten over dierenwelzijn, biodiversiteit en het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Boer en burger zijn in de loop der jaren van elkaar verwijderd geraakt. Terwijl: we hebben elkaar allemaal nodig, het zijn de jonge boeren die in de toekomst voor voedselzekerheid zullen moeten gaan zorgen. Dus een goede en gestructureerde belangenbehartiging, richting Den Haag en maatschappelijke organisaties, is onontbeerlijk. Wij zijn blij dat dit kabinet heeft besloten het budget voor de Jonge Landbouwersregeling te verhogen. Er staan in het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid goede voorstellen voor jonge boeren. Een stap in de juiste richting. Ik zou zeggen: doorzetten deze voorstellen.’ 8
  • 11. PierreBerntsen, directeurAgrarischeBedrijvenABNAMRO: ‘Nieuwegeneratiekan uitstekendondernemenin complexewereld‘ Pierre Berntsen: ‘De nieuwe generatie werkt in andere en meer complexe omstandigheden dan de vorige generatie. Mondiale ontwikkelingen spelen een veel grotere rol dan vroeger. Die hebben invloed op afzetmarkten, opbrengstprijzen en de omgeving waarin we werken. Je moet van goeden huize komen om succesvol te zijn en te blijven. Veel meer dan vroeger, wordt multifunctionaliteit gevraagd. Om goede afzetstrategieën te ontwikkelen, is marktkennis en kennis van de digitale wereld belangrijk. Het is ook van groot belang om contacten te onderhouden met de buitenwereld: overheid, belangenorganisaties, toeleveranciers, afnemers en last but not least de consument. Wie een overgenomen bedrijf op routine doorrolt, krijgt het lastig. De nieuwe generatie zie je meer de dialoog met de omgeving opzoeken en samenwerken. Jongeren staan met het gezicht naar de markt en zien het belang van maatschappelijk draagvlak, overigens zonder daarbij een roze bril op te hebben. Ik denk dat doorbraken in het maatschappelijk debat eerder van jonge agrarisch ondernemers gaan komen, dan van burgers. Een andere positieve ontwikkeling zie ik bij de belangenbehartiging en in besturen. Dat zijn van oudsher toch mannenbolwerken. Hier en daar kom je nu ook vrouwen tegen. Dat is een goede ontwikkeling. Vrouwen zorgen voor verbinding, nemen verantwoord risico, nemen de achterban mee en zoeken consensus. De voorzitter van de vakgroep melkgeitenhouderij, Jeannette van de Ven, en oud- voorzitter van de vakgroep varkenshouderij, Annechien ten Have zijn daarvan mooie voorbeelden. Zoals de samenleving pluriform is, mogen besturen en organisaties ook best wat gemengder zijn.Thuis aan de keukentafel is dat al lang zo! De nieuwe generatie heeft de toekomst en is opgewassen tegen de uitdagingen in de nieuwe, complexere wereld. Jongeren missen dan wel ervaring, maar ze zijn uitstekend geïnformeerd, goed opgeleid en drukken zich goed uit. Ze kunnen vaak ook een alternatieve carrière kiezen, dus als ze agrarisch ondernemer worden, is dat een keuze uit volle overtuiging. Het duidt op zelfbewustzijn, niet op naïveteit. Ze houden van het vak. Het grootste deel van de studenten aan agrarische hogescholen is beoogd bedrijfsopvolger. En zo heb ik meerdere collega’s die samen met hun partner de boerderij van ouders of schoonouders overnemen en daarvoor een veelbelovende loopbaan in het bedrijfsleven laten lopen.’ 9interviews
  • 12. Kenmerkend voor akkerbouw is de intensieve productie van hoog salderende gewassen Uitstekende resultaten in 2012 Gunstige vooruitzichten voor Nederlandse kwaliteitsproducten Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites Akkerbouw is het op grootschalige wijze telen van planten voor menselijke of dierlijke consumptie of voor industrieel gebruik. Gewassen zoals aardappelen, suikerbieten, granen, uien en vollegrondsgroente worden in de vollegrond geteeld. Nederland heeft vruchtbare landbouwgronden, een gunstig klimaat en ligt vlakbij grote afzetmarkten in Europa. De rol van het EU-landbouw- beleid in de akkerbouw wordt minder groot. Het aantal akkerbouwers dat zich bezig houdt met multifunctionele landbouw stijgt, waarbij activiteiten worden ontplooid op het gebied van recreatie, boerderijverkoop en dergelijke. De akkerbouw wordt in Nederland op 2.918 bedrijven, met een areaal groter dan 50 hectare, als hoofdactiviteit uitgeoefend. Daarnaast worden op een groot aantal bedrijven akkerbouwgewassen als nevenactiviteit geteeld. Ongeveer 1.000 bedrijven hebben een areaal groter dan 100 hectare. In het afgelopen decennium nam het aantal bedrijven met meer dan 100 hectare toe, en het aantal kleinere bedrijven af: er treedt schaalvergroting op. De Nederlandse akkerbouw wordt gekenmerkt door een intensieve productie, met de nadruk op de teelt van hoog salderende gewassen, zoals aardappelen, suiker- bieten en vollegrondsgroente. De productie wordt beïnvloed door de ontwikkeling van het areaal en de productie per hectare. De productie fluctueert jaarlijks sterk door de weersomstandigheden tijdens het groei- en oogstseizoen. Door veranderingen in de productie treden grote prijsfluctuaties op. In 2012 heeft het oogsten onder wisselende weersomstandigheden plaatsgevonden. In het begin van het seizoen waren de oogstomstandigheden goed, maar in de herfst was het weer in bepaalde delen van het land minder gunstig. Dit heeft geleid tot een kleinere productie, een wisselende kwaliteit en fors hogere prijzen voor een aantal producten (met name consumptieaardappelen en uien). De grond- en pachtprijzen zijn in 2012 verder gestegen, door een beperkt aanbod en een grote vraag naar kwalitatief goede akker- bouwgrond. De grondprijzen verschillen per regio. De vraag naar akkerbouwproducten ontwikkelt zich goed en in het lopende seizoen kan de akkerbouwproductie bij gunstige weers- omstandigheden verder toenemen. De grotere productie kan bij enkele producten tot prijsdruk leiden. Contractprijzen liggen daarentegen op een hoger niveau door gunstige ontwikkelingen in 2012. Het afdekken van prijsrisico’s in pools of op termijnmarkten, is een goede strategie voor ondernemers die voorspelbare prijzen willen hebben. Op de lange termijn zijn de vooruitzichten voor akkerbouw gunstig door een grotere mondiale vraag en relatief lage wereldvoorraden. Bedrijven kunnen hun producten meerwaarde geven door te telen voor bepaalde markt- segmenten, te investeren in kwaliteit, samen te werken met de verwerkende industrie of door producten zelf te bewerken, verwerken of verpakken. De kwaliteit van product en grond wordt belangrijker. Vooral bij schaalvergroting moet de productkwaliteit niet uit het oog worden verloren. Spreiding van rassen, rotatie in het bouwplan, drainage en een goede organisatie van het bedrijf verhogen de product- en bodemkwaliteit. Nicheproducten bieden mogelijkheden voor een beperkte groep akkerbouwers, terwijl productinnovaties veel groei- potentie hebben. De kracht van de Nederlandse akkerbouw ligt niet in bulkproductie, maar in een flexibele en betrouwbare productie en aflevering van kwaliteiten waar de markt om vraagt. Aantal gespecialiseerde akkerbouwbedrijven: 9.292 Areaal akkerbouwgewassen: 520.803 ha ▶▶ waarvan areaal aardappelen: 149.932 ha ▶▶ waarvan areaal suikerbieten: 72.724 ha ▶▶ waarvan areaal granen: 208.953 ha ▶▶ waarvan areaal zaaiuien: 20.993 ha www.productschapakkerbouw.nl www.boerenbusiness.nl www.aardappelinfo.nl www.lei.wur.nl akkerbouw 10
  • 13. Akkerbouw groenten Uien Overige akkerbouwgewassen Granen Aardappelen Suikerbieten 7% 40% 29% 14% 5% 5% 9,3 8,9 7,8 8,6 51,8 49,4 53,4 50,2 37,7 37,8 34,7 37,9 78,9 74,8 79,9 78,9 62,6 57,5 68,2 63,8 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 2009 2010 2011 2012 x1ton Tarwe Consumptieaardappelen Pootaardappelen Suikerbieten Zaai-uien 902,4 993,8 924,8 1057,0 786,6 925,0 654,1 661,9 715,8 787,8 694,4 770,0 0 200 400 600 800 1.000 1.200 2007/08 2008/09 2009/10 2010/11 2011/12 2012/13r x1.000ton Consumptie aardappelen Pootaardappelen 73.500 57.400 43.200 50.500 105.000 32.100 100.200 98% 91% 91% 91% 112% 89% 112% 50% 70% 90% 110% 0 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000 120.000 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012r EUR Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten kostenverhouding (r.as) Trendmatige daling akkerbouwareaal zet door Productie per hectare sterk afhankelijk van het weer Herstel export aardappelen Fors herstel van inkomen uit bedrijf Bron: LEI, CBS Bron: CBS Bron: HBAG, NAO, ABN AMRO Economisch Bureau Bron: LEI ▶▶ In 2012 is het areaal akkerbouwgewassen verder gedaald met ruim 14.000 hectare tot 520.803 hectare. ▶▶ Opvallend is de daling van het areaal aardappelen met bijna 10.000 hectare. Dit werd onder andere veroorzaakt door de lage aardappelprijzen in het jaar ervoor. ▶▶ Het areaal granen, een belangrijk gewas voor de Nederlandse akkerbouw, nam met 4.879 hectare af. ▶▶ Pootaardappelen en tarwe hebben in 2012 een grotere productie per hectare gegeven dan in het jaar ervoor. ▶▶ De productie per hectare van consumptieaardappelen en zaaiuien is gedaald door minder gunstige weersomstandigheden. ▶▶ De productie per hectare wordt sterk bepaald door de weersomstandigheden tijdens het groei- en het oogstseizoen. Er kunnen grote regionale verschillen optreden. ▶▶ De export van consumptieaardappelen trekt in 2012/13 aan door de grote vraag vanuit het Verenigd Koninkrijk. De productie is in dit land sterk teruggevallen door slechte weersomstandigheden en een afname van het areaal. ▶▶ In 2012/13 verloopt de pootgoedexport goed. Hoewel de export naar Egypte terugvalt, nemen de andere Noord-Afrikaanse landen beduidend meer pootgoed af. ▶▶ Consumptieaardappelen worden verwerkt tot aardappelproducten, zoals frites en chips en worden ook als vers product geconsumeerd. ▶▶ Het inkomen uit bedrijf laat jaarlijks sterke fluctuaties zien. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door prijsschommelingen van een aantal producten. ▶▶ Het inkomen uit bedrijf heeft in 2012 een fors herstel laten zien door een betere prijsvorming van de belangrijkste producten, zoals consumptieaardappelen, suikerbieten en tarwe. De kosten van meststoffen, zaaizaad en pootgoed namen toe. ▶▶ Individuele bedrijfsresultaten worden sterk bepaald door het moment van (voor)verkoop, de kwaliteit van de producten en markttoeslagen. 11akkerbouw
  • 14. Grote verschillen in opbrengsten op assortimentsniveau Broeierijen steeds belangrijker voor afzet van bloembollenbedrijven De vraag naar tulpenbloemen neemt toe bij een fragiel marktevenwicht Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites In de bloembollenteelt worden voorjaarsbloeiers als tulpen, narcissen en hyacinten, en zomerbloeiers als lelies en gladiolen geteeld. Bloem- bollen zijn een meerjarig gewas. De teelt van bloembollen vindt zowel voor de droogverkoop (consumentenmarkt) als voor de broeierij (professionele markt) plaats. De belangrijkste teeltgebieden voor de voorjaarsgewassen zijn de Kop van Noord-Holland, West-Friesland, de Bollenstreek en de Noordoostpolder. Lelies worden in bijna alle provincies geteeld. De schaalvergrotingstrend onder bloembollenbedrijven zet door. Het totale areaal bloembollen nam in 2012 met 2,6% af tot 23.490 hectare. De grootste daling was te zien in het areaal tulpen, dat met ruim 5% is gedaald. Dit was vooral het gevolg van de tegenvallende prijzen in 2011. Het aantal bedrijven met bloembollen nam in 2012 met ruim 6,5% af. Het aantal gespecificeerde bloembollenbedrijven daalde ‘slechts’ met 3,3%. Ondanks het lagere areaal tulpen, nam de tulpenbroei wel aanzienlijk toe. De prijsontwikkeling in de tulpenbroeierij is vooralsnog positief. Tulpen zijn populair bij het grootwinkelbedrijf, maar bij een te hoge prijs zijn er voldoende alternatieven. De geprognosticeerde export van bloembollen is in 2012 gelijk gebleven aan 2011. De export naar Duitsland bleef stabiel en ook de export naar de Verenigde Staten lijkt te stabiliseren. De afzet naar Zuid-Europa krimpt. De groeimarkt bij uitstek voor bloembollen, vooral lelies, is China. Voor zowel lelies als tulpen hebben Nederland en China fytosanitaire afspraken gemaakt om de export te stimuleren. De afzet naar droogverkoop stagneert. De verschillen in opbrengsten op assortimentsniveau zijn groot. Soorten die door kwekersrecht zijn gereguleerd, doen het gemiddeld beter. De afzet naar de broeierijen wordt vooral bepaald door de ontwikkelingen op de bloemenmarkt. Vooral in het eerste half jaar van 2012 waren de markt- ontwikkelingen op de bloemenmarkt positief. In 2012 is het PIAMV-virus ontdekt in de broeierij van lelies. De schade voor getroffen bedrijven is groot. Bedrijven die virusvrij blijven kunnen daarvan profiteren. Waakzaamheid en actieve monitoring blijven voorlopig nodig. De bloembollenproductie per hectare stijgt verder, doordat er steeds betere rassen worden gebruikt, de plant- en oogstmachines verbeteren en er efficiënter wordt gespoten met gewasbeschermingsmiddelen. Het is nog ongewis welke impact de natte periode eind 2012 heeft op de kwaliteit. Met slinkende marges wordt het steeds belangrijker dat de kweker, naast goede teelttechnische resultaten en slimme samen- stelling van zijn assortiment, ook zorgt voor een duidelijk afzetplan. De sterk fluctuerende prijzen maken het tijdstip van (voor)verkoop belangrijk voor de individuele resultaten van bollenkwekers. Steeds vaker worden grote partijen vooraf verhandeld. De combinatie van bloembollenteelt en broeierij biedt ook in de toekomst kansen. Het grootwinkelbedrijf blijft als afzetkanaal groeien. Daarbij is kwaliteit of een concurrerende prijs niet meer het belangrijkste. Het gaat ook om opvallen tussen al die andere, vergelijkbare producten. Voor individuele kwekers een kans: met een strakke organisatie, focus en intensief contact met collega- kwekers en afnemers. Volgens ABN AMRO blijft de markt voor droog- verkoop voorlopig krimpen. Voor de meerjarige bollenteelt blijft het matchen van vraag en aanbod een uitdaging. Een dalende euro, zoals verwacht door ABN AMRO, stimuleert de export. Het toerisme blijft belangrijk voor het imago en de afzet van bloembollen. Aantal bedrijven 2012: 1.551 Aantal gespecialiseerde bedrijven: 698 Areaal bloembollenbedrijven: 23.488 ha Export 2011: EUR 686 mln Gemiddeld aantal werkzame personen: 4,1 www.anthos.org www.bkd.eu www.kavb.nl www.bloembollenvisie.nl bloembollenteelt 12
  • 15. 11.390 11.728 11.399 11.861 11.248 4.970 4.266 4.684 5.082 5.090 1.773 1.974 1.877 1.802 1.812 1.383 1.389 1.382 1.446 1.448 0 2.500 5.000 7.500 10.000 12.500 2008 2009 2010 2011 2012 x1ha. Tulpen Lelies Narcissen Hyacinten 0 100 200 300 400 500 600 700 800 0 20 40 60 80 100 120 140 160 180 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012* Verenigde Staten Duitsland Verenigd Koninkrijk Totaal export bloembollen r.a. xEUR1mln xEUR1mln 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Bloembollenbedrijven Totaal bedrijven met bloembollen (incl bloembollenbedrijven) 1.311 1.530 1.692 1.349 1.254 1.201 1.386 1.440 1.470 0 500 1.000 1.500 2.000 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 x1mlnstuks Areaal krimpt Exportontwikkeling bloembollen stabiel Aantal bedrijven met bloembollen neemt verder af De tulpenbroei is derde jaar op rij gegroeid Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek Bron: Eurostat/Productschap Tuinbouw Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek ▶▶ Het areaal bloembollen varieerde afgelopen jaren tussen 23.000 en 24.500 hectare. In 2012 is het areaal met bijna 3% gedaald tot 23.490 hectare. ▶▶ De grootste daling binnen het totale areaal was te zien bij de tulp. Toch blijft de tulp verreweg de belangrijkste bloembollensoort. ▶▶ Het areaal voor lelies en hyacinten is in 2012 licht gestegen. Voor lelies was dat de vierde stijging op rij. De arealen lelies en hyacinten zijn nu op het hoogste niveau sinds 2000. ▶▶ Ondanks economische tegenspoed in een aantal afzetlanden, is de totale export van bloembollen de laatste drie jaar gelijk gebleven en soms zelfs iets gestegen. ▶▶ De daling in de export naar het belangrijkste exportland, de Verenigde Staten, lijkt tot stand gebracht. De export naar nummer twee, Duitsland, blijft stabiel. ▶▶ De export naar het Verenigd Koninkrijk staat weer iets onder druk en blijft, net als bij het Verenigde Staten, ver verwijderd van de topjaren van 2006 tot 2008. ▶▶ Het totaal aantal bedrijven met bloembollen is gedaald met ruim 6,5% in 2012. ▶▶ Bedrijven met uitsluitend bloembollen deden het beter. Het aantal gespecialiseerde bloembollenbedrijven daalde in dezelfde periode met ruim 3%. ▶▶ De tulpenbroei groeide vanaf 2000, bereikte in 2006 een record- niveau en daalde daarna door economische tegenwind. Sinds 2009 groeit de tulpenbroei weer, in 2012 met ruim 2%. ▶▶ De afzet naar de broeierij wordt vooral bepaald door de ontwikke- lingen op de bloemenmarkt. De vraag naar tulpenbloemen is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen. 13bloembollenteelt
  • 16. Toegevoegde waarde steeds belangrijker voor inkomen fruittelers Goede fruitprijzen na fruitoogst 2012 Kracht branche ligt in flexibel aanbod van kwalitatief goed product Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites Fruitteelt is een onderdeel van de tuinbouw en omvat de teelt van pitvruchten (appelen en peren), steenvruchten (pruimen en kersen) of kleinfruit. Appelen en peren zijn verreweg de belangrijkste producten in de branche. Tot het kleinfruit worden bessen, frambozen en bramen gerekend. Naast de bekende ‘vrije’ appel- en perenrassen als Elstar, Jonagold en Conference, neemt het belang van clubrassen zoals Kanzi en Sweet Sensation toe. De productiewaarde van de branche bedroeg in 2012 EUR 490 miljoen. Het aantal bedrijven in de fruitteelt neemt jaarlijks sterker af dan het areaal: er treedt schaalvergroting op. De samenstelling van het areaal is aan veranderingen onderhevig. Het belang van peren neemt toe ten koste van appelen, omdat er in de perenteelt gemiddeld betere resultaten worden behaald en het Nederlandse klimaat gunstig is voor de perenteelt. De productie laat jaarlijks grote schommelingen zien door beurtjaren, nachtvorst, hagel en droogte. De prijsfluctuaties zijn groot in de fruitteelt, door wisselende Europese oogsten en voor- raden. In 2012 zijn de oogsten in zowel Nederland als in andere EU- landen beduidend kleiner geweest dan in 2011, vooral door vorst- schade in de winter. Een uitzondering hierop vormt de appeloogst in Polen die hoger uitviel, met een prijsdrukkend effect op Jonagold. De Europese appel- en perenvoorraden zijn ook lager dan in 2011. Voor industriefruit zijn de marktomstandigheden gunstig. De Europese sapindustrie heeft lage voorraden en wereldwijd is de prijs van het concentraat hoog. Voorgaande ontwikkelingen leiden per saldo tot hogere prijzen voor hardfruit. De appelteelt ondervindt wel concurrentie van de productie in landen op het zuidelijk halfrond. Nieuwe appel- en perenrassen winnen gestaag terrein. De prijs- verschillen tussen de verschillende (club)rassen zijn echter groot, waardoor ze niet allemaal succesvol zijn. Fruit wordt steeds vaker verhandeld via het digitale platform Service2Fruit. Deze marktplaats biedt transparantie en een snelle betaling aan telers. ABN AMRO verwacht dat de komende jaren een aantal bestaande trends in de fruitteelt zal doorzetten. Bijvoorbeeld de schaalvergroting, de afname van het areaal en de aanplant van nieuwe appelrassen. Het belang van de perenteelt neemt verder toe. Deze trend vlakt echter af door de groeiende twijfel of een verdere productietoename ook kan worden afgezet. De Nederlandse fruitproductie zal in het lopende seizoen bij gunstige weersomstandigheden stijgen. Een grotere productie, zowel in Nederland als in andere EU-landen, zal bij enkele producten tot prijsdruk leiden. Telers kunnen hun afzetpositie in een volle markt versterken door flexibele leveringen van grote afzetvolumes fruit met een constante kwaliteit, toegevoegde waarde, smaak en versgaranties. Hierbij is een goede ketenregie en marktkennis van essentieel belang. Fruittelers kunnen toegevoegde waarde creëren door te investeren in bewaarfaciliteiten en door zelf het product te koelen, sorteren en verpakken. Bewaren is een specialistisch vak, maar biedt de fruitteler mogelijkheden om te anticiperen op prijsfluctuaties. Het leveren van een kwalitatief goed product wordt steeds belangrijker, willen telers zich onderscheiden in een volle appel- en perenmarkt. Een goede kwaliteit betaalt zich op de langere termijn terug. De kracht van de Nederlandse fruitteelt ligt in een flexibel aanbod van kwaliteiten waar de markt om vraagt. Aantal bedrijven met fruit: 2.453 Export appelen: 87.023 ton Export peren: 189.392 ton Areaal fruit: 18.784 ha ▶▶ waarvan areaal appelen: 7.948 ha ▶▶ waarvan areaal peren: 8.169 ha ▶▶ waarvan areaal kleinfruit: 1.449 ha www.tuinbouw.nl info.service2fruit.com www.gfactueel.nl www.frugiventa.nl fruitteelt 14
  • 17. 9.302 9.129 8.681 8.266 7.950 7.476 7.800 7.995 8.203 8.170 1.078 1.125 1.137 1.082 1.040 1.549 1.634 1.667 1.679 1.620 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 2008 2009 2010 2011 2012 ha. Appelen Peren Overige pit- en steenvruchten Kleinfruit 375 407 334 418 281 172 295 274 336 199 0 50 100 150 200 250 300 350 400 450 2008 2009 2010 2011 2012 x1.000ton Appelen Peren 116.844 104.188 104.263 88.757 87.023 180.310 152.040 216.668 203.276 189.392 0 40.000 80.000 120.000 160.000 200.000 240.000 2008 2009 2010 2011 2012 ton Appelen Peren 56.000 12.700 45.800 14.500 54.000 92% 79% 90% 81% 94% 60% 80% 100% 0 10.000 20.000 30.000 40.000 50.000 60.000 2008 2009 2010 2011 2012r EUR Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten kostenverhouding (r.as) Perenareaal overtreft appelenareaal Kleinere oogsten van appels en peren Export van Nederlands fruit lager Sterk herstel van inkomen uit bedrijf Bron: LEI, CBS Bron: CBS/Productschap Tuinbouw Bron: Productschap Tuinbouw, KCB Bron: LEI ▶▶ Het fruitareaal bevindt zich sinds 2009 in een licht dalende trend. ▶▶ Het areaal peren is in 2012 licht afgenomen, na een jarenlange stijging. Het areaal appelen daalde met bijna 4% en is nu kleiner dan het perenareaal. ▶▶ Het areaal overige pit- en steenvruchten en het areaal kleinfruit zijn in 2012 met bijna 4% gedaald. ▶▶ De productie van appels was in 2012 beduidend kleiner dan in 2011, door een combinatie van vorstschade, een beurtjaar en een slechte bloei. ▶▶ De perenproductie is in 2012 - na het recordjaar 2011 - met ruim 40% gedaald. Vorstschade, een beurtjaar en een slechte bloei waren ook hier de grote boosdoeners. ▶▶ Door de lagere productie zijn de voorraden van appels en peren kleiner, wat gunstig is voor de prijsvorming. ▶▶ De export van appelen is in 2012 met 2% gedaald; de perenexport met 7%. De daling kan onder andere worden toegeschreven aan de kleinere oogst. ▶▶ Duitsland is de belangrijkste exportbestemming voor appelen, gevolgd door Rusland. Meer dan 50% van de export gaat naar deze twee landen. ▶▶ De belangrijkste exportmarkt voor peren is Rusland (marktaandeel 28%), gevolgd door het Verenigd Koninkrijk. Opmerkelijk is de exportstijging van peren naar Rusland, terwijl de export naar de meeste andere landen is gedaald. ▶▶ Het inkomen uit bedrijf laat jaarlijks fluctuaties zien door schommelingen in oogsten en opbrengstprijzen. Er treden regionaal en op bedrijfsniveau grote verschillen op door weersomstandigheden, zoals vorst en hagel. ▶▶ Het inkomen uit bedrijf nam in 2012 flink toe door de hogere productprijzen. De kosten lagen op hetzelfde niveau als in 2011. De arbeidskosten daalden door lagere plukkosten, terwijl de kosten voor brandstoffen en meststoffen stegen. ▶▶ Het moment van (voor)verkoop heeft invloed op de individuele bedrijfsresultaten. 15fruitteelt
  • 18. Prijsherstel in 2012 voor de meeste groenten Vraag naar duurzaam geteelde groente neemt toe Versterking afzetpositie door marktgerichte teelt met een lage kostprijs Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites De groenteteelt onder glas vormt een belangrijk onderdeel van de glastuinbouw. De belangrijkste kasgroenten zijn tomaat, paprika en komkommer. Deze drie producten nemen driekwart van het kasgroente- areaal voor hun rekening. De belangrijkste productielocaties liggen in het Westland, Oostland en de omgeving van Venlo. Daarnaast is in de Wieringermeer het grootschalige glastuinbouwgebied Agriport A7 ontwikkeld. Handelshuizen, telersverenigingen en veilingen hebben een groot aandeel in de distributie van de groenten. De productie- waarde van de branche bedroeg in 2012 EUR 1.335 miljoen. In de groenteteelt onder glas vindt schaalvergroting plaats; het gemiddelde areaal is in 2012 gestegen tot 3,05 hectare per bedrijf. Bijna 300 bedrijven hebben een areaal groter dan 5 hectare. Het aantal bedrijfsovernames neemt toe. De ontwikkeling van het areaal, weers- omstandigheden, teelttechnische innovaties en veredeling hebben een grote invloed op de productie. De groentebranche is sterk gericht op de export naar EU-markten. Buiten de EU is de export naar Rusland belangrijk. De West-Europese groentemarkt groeit nauwelijks. Er vindt wel groei plaats in Oost-Europa. De vraag naar duurzaam geteelde groenten neemt toe. Naast Nederland is Spanje een belangrijke leverancier op de Europese markt. Het grootste deel van de Spaanse productie is op de markt beschikbaar op het moment dat de Nederlandse productie klein is. In 2012 was de concurrentie uit Spanje sterker door gunstige weersomstandigheden. De export is in 2012 gedaald door het minder gunstige voorjaarsweer, de economische tegenspoed op belangrijke markten en de grotere lokale productie. De opbrengstprijzen van veel groentegewassen waren hoger dan in 2011. Er traden grote verschillen op in prijsontwikkeling per gewas en per sortering. Paprika blijft het zorgenkindje van de glasgroenteteelt met vier matige tot slechte jaren op rij. Energie-efficiency is een belangrijk item. Veel bedrijven hebben de afgelopen jaren geïnvesteerd in WKK- installaties met teruglevering van elektra, schermen en warmte en koude opslag. Investeringen in Het Nieuwe Telen, aardwarmte en diffuus glas zijn in opkomst. De export kan zich op het huidige niveau handhaven, hoewel de concurrentie sterk is. De export naar West-Europa groeit niet meer. Er treedt nog groei op naar landen buiten de eurozone en vooral naar Oost- Europa. De afzetpositie van telers is nog steeds matig, door het versnipperde aanbod en een gebrek aan ketenregie en samenwerking. Kwaliteit leveren tegen een goede prijs is niet meer voldoende. De afzet kan marktgerichter worden georganiseerd door flexibele levering van grote volumes, nieuwe producten, smaak, duurzaamheid, verkoop- concepten, verpakkingen, service, logistieke concepten, online diensten en social media. De branche kan profiteren van de sterke punten van het product, zoals de kwaliteit, het brede assortiment, de aandacht voor voedselveiligheid, het gebrek aan residuen van gewasbeschermings- middelen en een efficiënte logistiek. Kostprijsbeheersing door teelt- technische innovaties en energiebesparing blijft voor telers van belang. Door samenwerking in gesloten verticale ketens krijgen alle schakels inzicht in productinformatie, verkoopcijfers en derving. Dit leidt tot hogere marges, verlenging van houdbaarheid en lagere kosten. Er heerst onzekerheid over de toekomst van GMO-subsidies, doordat GMO-erkenningen onder druk staan en het type investeringen is ingeperkt. Volgens ABN AMRO hebben GMO-subsidies nut als ze worden gebruikt voor marktgerichte investeringen. Aantal bedrijven: 1.593 Aantal bedrijven in tomaten: 331 Aantal bedrijven in paprika’s: 288 Aantal bedrijven in komkommers: 253 Areaal glasgroenten: 4.865 ha ▶▶ waarvan areaal tomaten: 1.691 ha ▶▶ waarvan areaal paprika’s: 1.313 ha ▶▶ waarvan areaal komkommers: 622 ha www.gfactueel.nl www.groentennieuws.nl www.tuinbouw.nl www.apxendex.com groenteteeltonderglas 16
  • 19. 4.647 4.826 4.986 4.989 4.865 1.600 1.628 1.676 1.702 1.691 1.184 1.331 1.403 1.357 1.313 622 626 664 656 622 1.241 1.241 1.243 1.274 1.239 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 2008 2009 2010 2011 2012 ha. Totaal Tomaat Paprika Komkommer Overig 730 800 815 815 805 335 370 365 365 345 425 435 435 430 410 0 100 200 300 400 500 600 700 800 2008 2009 2010 2011 2012 x1.000ton Tomaat Paprika Komkommer 1.689 1.747 1.814 1.821 1.729 1.709 630 666 747 758 738 721 328 323 333 328 285 302 287 300 329 321 319 294 0 200 400 600 800 1.000 1.200 1.400 1.600 1.800 2.000 2007 2008 2009 2010 2011 2012 x1.000ton Verse groente, excl. uien Tomaat Komkommer Paprika 77.800 47.400 -47.000 -169.500 199.900 -65.400 25.300 97% 95% 89% 81% 107% 93% 99% 60% 70% 80% 90% 100% 110% -200.000 -150.000 -100.000 -50.000 0 50.000 100.000 150.000 200.000 250.000 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012r EUR Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten-kostenverhouding % (r.as) Areaal glasgroenten krimpt Oogst belangrijkste glasgroenten Export in volume loopt terug Inkomen uit bedrijf Bron: CBS Bron: CBS/Productschap Tuinbouw Bron: Productschap Tuinbouw, KCB Bron: LEI ▶▶ Het areaal glasgroenten is in 2012, na een stijging gedurende een groot aantal jaren, met 2,5% gedaald. ▶▶ Na een jarenlange stijging van het tomatenareaal, is het areaal in 2012 nauwelijks gewijzigd. De trostomaat is het belangrijkste product voor de Nederlandse tomatenteelt. ▶▶ Het paprika-areaal is met 44 hectare afgenomen. Er werden vooral minder rode paprika’s geteeld. In 2013 krimpt vooral het areaal gele paprika. ▶▶ De productie van tomaten is in 2012 licht gedaald. Op langere termijn neemt de productie van tomaten toe door een groter areaal, meer assimilatiebelichting, een modernisering van de glasopstanden en productievere rassen. ▶▶ De paprikaproductie is gedaald door een afname van het areaal en door trage zetting in het voorjaar. ▶▶ De productie van komkommer is in 2012 afgenomen door het kleinere areaal en minder gunstige weersomstandigheden. ▶▶ De groente-export (exclusief uien) is in 2012 met 1% licht gedaald. De belangrijkste afzetmarkten binnen de EU zijn Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. ▶▶ Zowel de tomatenexport als de export van paprika’s is in 2012 teruggelopen. De export van komkommers is daarentegen toegenomen. ▶▶ De belangrijkste exportbestemming buiten de EU is Rusland. De export naar dit land is in 2012 licht teruggelopen. ▶▶ Het inkomen uit bedrijf is in 2012 verbeterd door de hogere opbrengstprijzen van vruchtgroenten. De productie per vierkante meter lag bij de meeste producten op een lager niveau dan in voorgaande jaren, vanwege minder licht in het voorjaar. ▶▶ Het gemiddelde kostenniveau is in 2012 nauwelijks gewijzigd ten opzichte van het jaar ervoor. ▶▶ Het inkomen wordt sterk bepaald door de weersomstandigheden in de productie- en consumptiegebieden, het areaal in de EU, de aanvoer uit Zuid-Europa en incidentele factoren als handelsbelemmeringen. 17groenteteelt onder glas
  • 20. Consolidatie en samenwerking zetten versneld door Export van bloemen en planten groeit in 2012 ondanks eurocrisis Op langere termijn veel mogelijkheden voor verdere groei Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites De groothandel in bloemen en planten bestaat uit de binnenlandse en de exporterende groothandel. In het binnenland worden de activiteiten zowel door cash & carry bedrijven als door lijnrijders uitgevoerd. Op buitenlandse markten zijn verzendexporteurs, lijnrijders en gespecialiseerde plantenexporteurs actief. De groothandel koopt in op de veiling, bij bemiddelingsbureaus en rechtstreeks bij telers- verenigingen of kwekers. De handel buiten de veiling om neemt sterk toe. Door de import van bloemen en planten kan de branche jaarrond beschikken over een breed assortiment. De structuur van de groothandel in bloemen en planten wordt gekenmerkt door enkele grote bedrijven en een groot aantal kleine bedrijven. De 32 grootste exporteurs, elk met een omzet van meer dan EUR 40 miljoen, realiseerden in 2012 gezamenlijk 47% van de exportwaarde. Schaalvergroting, marktspecialisatie en een grotere professionalisering zetten onverminderd door. Alle marktsegmenten kunnen door de mix aan bedrijven optimaal worden beleverd. De concurrentie tussen de bedrijven is moordend. Er worden grote volumes afgezet tegen krappe marges, terwijl de debiteurentermijnen oplopen. Goed creditmanagement is van groot belang. De branche is sterk afhankelijk van de ontwikkeling van de export. Circa 86% van de export wordt binnen de EU afgezet, maar het belang van niet-EU landen zoals Rusland, neemt toe. In 2012 is de export, ondanks de economische tegenwind met 3% gestegen. De exportstijging is geheel in het eerste halfjaar gerealiseerd; in het tweede halfjaar liep de export met 1% terug. Op de lange termijn laat de export een groei zien. De export wordt bevorderd door het brede en diepe assortiment dat beschikbaar is, de goede kwaliteit van het product, het grote aantal noviteiten, de ontwikkeling van nieuwe markten, nieuwe distributie- kanalen op bestaande markten (bijvoorbeeld bouwmarkten, super- markten en woonwarenhuizen) en de efficiënte logistiek. Verder wordt de export beïnvloed door economische en valutaire ontwikkelingen op de afzetmarkten, de weersomstandigheden en de spreiding van de bloemengeefdagen. ABN AMRO verwacht dat de consolidatie in de branche, door margedruk de komende jaren versneld doorzet. De marktontwikkelingen worden in 2013 bepaald door de economische ontwikkelingen in de afzetlanden, de euro- en dollarkoers en de weersomstandigheden. Op de langere termijn kan de marktomvang verder toenemen. Er liggen nog veel groeimogelijkheden in Oost-Europa vanwege de grote bevolking, een groeiende middenklasse en grote belangstelling voor bloemen en planten. De groothandel ondervindt meer concurrentie van recht- streekse import uit Afrika en van lokaal geproduceerde producten. De groothandel kan haar marktpositie versterken door meer samenwerking op gebied van productie, logistiek en verkoop. Nieuwe verkoop- concepten, inspelen op nieuwe distributiekanalen en het voeren van een ketenstrategie, waarbij wordt samengewerkt met lokale partners, kunnen daarbij helpen. Er ontstaan meer gesloten verticale ketens, waarbij product- en marktinformatie worden gedeeld en er afspraken worden gemaakt op basis van exclusiviteit. Kwekers, handelaren en de retail krijgen hierdoor inzicht in productinformatie, verkoopcijfers, marges en derving. De potentie van deze ontwikkeling is erg groot: meer omzet, hogere marges en lagere dervingskosten. Kwaliteit, assortiment, service, creditmanagement en een goede logistiek blijven de komende jaren de kritische succesfactoren voor de groothandel. Aantal exporterende bedrijven: 686 Aantal bedrijven met omzet > EUR 5 mln: 175 Aantal bedrijven met omzet > EUR 40 mln: 32 Export snijbloemen: EUR 3.314 mln Export potplanten: EUR 2.076 mln www.hbagbloemen.nl www.tuinbouw.nl www.vgb.nl www.floraholland.com groothandelinbloemenenplanten 18
  • 21. 3.374 3.243 2.991 3.151 3.204 3.314 1.859 1.854 1.888 1.993 2.039 2.076 0 500 1.000 1.500 2.000 2.500 3.000 3.500 4.000 2007 2008 2009 2010 2011 2012 xEUR1mln Snijbloemen Pot- en tuinplanten Rusland Duitsland Frankrijk Italië 30% 5% 4% Overig 6% Verenigd Koninkrijk België 15% 12% 28% 2.477 2.194 2.330 2.353 2.422 1.377 1.402 1.445 1.467 1.487 316 355 355 338 366 0 400 800 1.200 1.600 2.000 2.400 2.800 2008 2009 2010 2011 2012 xEUR1mln Snijbloemen Potplanten Tuinplanten 1.173 1.285 1.174 1.170 1.230 1.274 70 270 470 670 870 1.070 1.270 1.470 2007 2008 2009 2010 2011 2012 xEUR1mln Exportgroei bloemen en planten ondanks economische crisis Rusland in top-5 van Nederlandse exportbestemmingen Groei veilingomzet Import siergewassen in stijgende lijn Bron: HBAG Bloemen en Planten Bron: HBAG Bloemen en Planten Bron: VBN, vanaf 2010 FloraHolland Bron: Eurostat/Productschap Tuinbouw ▶▶ De export van bloemen en planten is in 2012 met bijna 3% gegroeid tot een recordbedrag van EUR 5,4 miljard. Voor een belangrijk deel kan de exportstijging worden verklaard door hogere prijsniveaus. ▶▶ De export van snijbloemen is met 3,4% gestegen. De exportstijging vond in het eerste halfjaar van 2012 plaats; in het tweede halfjaar is de export gekrompen. ▶▶ De export van potplanten heeft een beperkte groei van 1,8% laten zien. ▶▶ De export naar Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Rusland hebben naar waarde in 2012 de grootste groei laten zien. Er is naar deze landen voor EUR 150 miljoen meer aan snijbloemen afgezet. ▶▶ De export naar Zuid-Europese bestemmingen zoals Italië, Spanje en Griekenland staat door de economische crisis onder druk. Orders worden kleiner en betalingstermijnen lopen op. ▶▶ De export naar Oost-Europa laat een tweedeling zien: de export naar Rusland groeide met ruim 26%, terwijl de export naar andere Oost-Europese landen is teruggelopen. ▶▶ De veilingomzet van snijbloemen is in 2012 met 2,9% gegroeid. De gemiddelde prijs lag op een hoger niveau, terwijl het volume een kleine daling liet zien van 1,4%. ▶▶ De aanvoer van kamerplanten is met 0,7% gedaald. Door het hogere gemiddelde prijsniveau is de veilingomzet met 2% gestegen. ▶▶ Via de veilingen worden zowel producten van Nederlandse bodem als importproducten verhandeld. ▶▶ De import van siergewassen is in 2012 met bijna 4% gegroeid. ▶▶ Kenia is de belangrijkste leverancier van siergewassen aan Nederland, met een marktaandeel van 23%. In 2012 is de productie in Kenia nauwelijks gestegen door minder goede weersomstandigheden. ▶▶ Er worden steeds meer bloemen door de groothandel in Nederland geïmporteerd, die buiten de veiling om worden verhandeld 19groothandel in bloemen en planten
  • 22. Scholquotum in een stijgende lijn Visprijzen staan in 2013 nog licht onder druk Nieuwe visserijtechnieken leiden tot fors lagere brandstofkosten Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites In de kottervisserij, ook wel kleine zeevisserij genoemd, wordt met een bepaald type vaartuig (kotter) de visserij beoefend, waarbij relatief korte visreizen worden gemaakt, voornamelijk op de Noordzee en de Waddenzee. De belangrijkste vissoorten die worden gevangen zijn tong en schol, terwijl kleinere kotters (tot en met 300 pk) ook op garnalen vissen. Het belang van niet-gequoteerde vissoorten wordt steeds groter. De kottervisserij maakt gebruik van verschillende visserijtechnieken, zoals pulskor, sumwing, twinrig, flyshoot en de traditionele boomkor. Het beheer van visbestanden is van groot belang voor de kotter- visserij. De vangstcapaciteit wordt begrensd door visvergunningen, de visquotering en de zeedagenregeling. Daarnaast zijn visprijzen, brandstofprijzen en duurzaamheid voor de branche van groot belang. De EU hanteert voor verschillende vissoorten een quotering, die jaarlijks wordt vastgesteld. Het scholquotum neemt de afgelopen jaren toe, terwijl het tongquotum een wisselend beeld laat zien. In 2013 is het tongquotum teruggelopen. De vlootcapaciteit is groot genoeg om het gehele quotum van de diverse vissoorten op te vissen. Toch worden de quota niet altijd geheel gevangen. In 2012 is 95% van het scholquotum en 73% van het tongquotum opgevist. De visprijzen laten een wisselend beeld zien. De tongprijs heeft een forse veer moeten laten door de kleinere sortering van de aangevoerde vis en door de economische ontwikkelingen in Nederland. Ondanks de grotere aanvoer van schol en de sterke concurrentie van geïmpor- teerde vissoorten, is de scholprijs licht gestegen. De garnalenprijs herstelde in 2012, na de slechte prijsvorming in het jaar ervoor. Dit werd vooral veroorzaakt door de kleinere vangsten. Brandstof is een belangrijke kostenpost in de kottervisserij. De gemiddelde gasolieprijs is in 2012 met circa 14% gestegen. Er wordt in de branche veel aandacht besteed aan energiezuinigere visserijtechnieken, zoals de visserij met de pulskor of de sumwing. De visserij met de pulskor is alleen toegestaan met een ontheffing van de EU. De vooruitzichten voor de visquota zijn wisselend. Het scholquotum kan verder toenemen. De concurrentie van goedkope buitenlandse vissoorten blijft groot. Door de economische crisis en het lage consumentenvertrouwen heeft de consument meer belangstelling voor goedkopere vissoorten. De visprijzen blijven op korte termijn nog licht onder druk staan. De marktpositie van vis kan worden versterkt door een imagoverbetering van vis en door meer aandacht te besteden aan duurzaamheid, verantwoord gevangen vis en certificering met het MSC- label. Hulpmiddelen hierbij: een beperking van ongewenste bijvangsten en brandstofbesparende visserijtechnieken door aanpassingen aan kotter en vistuig (pulskor, sumwing) of door het overstappen naar andere visserijtechnieken (twinrig, flyshooting). Bijkomend voordeel is, dat deze laatste aspecten bijdragen aan een forse brandstofbesparing. De bedrijfsstructuur in de branche kan worden versterkt door meer aandacht te besteden aan ketenintegratie, waarbij de samenwerking tussen de visserij, de verwerking en de afzet wordt versterkt. De aanlandingsplicht van ongewenste bijvangsten met ingang van 2016, is voor de visserij op platvis een heet hangijzer. In de branche wordt gehoopt dat de aanlandingsplicht in het nieuwe Gemeenschappelijke Visserijbeleid van de EU, wordt afgezwakt. Aantal kotters: circa 300 Gasolieprijs per ton: circa EUR 650 Besomming: EUR 236 mln Omzet visafslagen: EUR 308 mln Aanvoer garnalen op visafslag: EUR 57,7 mln www.pvis.nl www.vissersbond.nl www.visned.nl www.visserijnieuws.nl kottervisserij 20
  • 23. Kleine kotters Eurokotters Middenslag kotters Middelgrote kotters 50% 26% 8% 16% 19.904 21.680 24.347 27.734 31.709 36.000 10.115 10.982 11.083 11.043 12.571 10.492 0 5.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 2008 2009 2010 2011 2012 2013* x1ton * schattingSchol Tong 1,90 1,38 1,32 1,42 1,45 9,84 10,03 11,48 11,14 9,78 3,65 2,52 2,71 2,03 4,25 0 2 4 6 8 10 12 14 2008 2009 2010 2011 2012 EUR/kg. Schol Tong Garnalen 270 250 208 221 212 236 0 50 100 150 200 250 300 2007 2008 2009 2010 2011 2012 xEUR1mln Besomming kottervisserij Weinig nieuwbouw en nieuwe motoren in kottervloot Visquota begrenzen de vangsten Garnalenprijzen fors gestegen Besomming met 11% gestegen, vooral door hogere garnalenprijzen Bron: LEI Bron: Ministerie van Economische Zaken, LEI, ABN AMRO Economisch Bureau Bron: CBS/ABN AMRO Economisch Bureau Bron: LEI ▶▶ Er vindt geen toetreding tot de kottervisserij plaats. Het aantal schepen is de afgelopen jaren stabiel gebleven. De investeringen in de kottervloot lagen in 2012 op een dieptepunt. ▶▶ Investeringen betreffen vooral brandstofbesparing, duurzaamheid en nieuwe vistechnieken. Als de pulskor als visserijtechniek door de EU wordt erkend, zullen de investeringen toenemen. ▶▶ Circa 30% van de platvisvloot vist met de pulskor, al dan niet in combinatie met de sumwing. In de garnalenvisserij heerst verdeeldheid over het vissen met de pulstechniek. ▶▶ In 2013 is het scholquotum verhoogd en het tongquotum verlaagd. Niet het gehele tongquotum is in 2012 opgevist. ▶▶ Voor de garnalenvisserij is geen quoteringsregeling van toepassing. ▶▶ De grootte van de visbestanden verandert niet alleen door de visserij, maar ook door opwarming van de zee, veranderende zeestromen en de af- of toename van voedingsstoffen in zee. ▶▶ De tongprijs heeft in 2012 een forse veer moeten laten. De prijs is met circa 12% gedaald, vooral door de aanvoer van een relatief kleine sortering. De scholprijs is licht gestegen. ▶▶ De garnalenprijs is in 2012 meer dan verdubbeld, na het dieptepunt in het jaar ervoor. Een groot deel van de garnalenvangst wordt buiten de visafslag om verhandeld. ▶▶ Exotische vissoorten, zoals pangasius en tilapia, concurreren op de scholmarkt. Schol kan de concurrentie goed aan, doordat de vis in een lager prijssegment is terecht gekomen. ▶▶ Ondanks de gedaalde tongprijs, is de besomming van de kotter- vloot in 2012 toch gestegen. ▶▶ De hogere olieprijzen (+14%) zijn slechts gedeeltelijk gecompenseerd door een lager brandstofverbruik (-8%). Hierdoor hebben de brandstofkosten een negatieve invloed op de bedrijfsresultaten.De garnalenvisserij heeft een grote positieve bijdrage geleverd aan de besomming in 2012. 21kottervisserij
  • 24. legpluimveehouderij Eiermarkt zoekt nog steeds nieuw evenwicht na verbod kooihuisvesting Goede resultaten 2012 ondanks hoge voerprijzen Op zoek naar andere exportmarkten vanwege grotere zelfvoorzieningsgraad Duitsland Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites De legpluimveebranche omvat de productie van eieren. Er wordt onderscheid gemaakt naar leghennen voor de productie van consumptie- eieren en vleeskuikenouderdieren voor de productie van broedeieren voor de vleespluimveebranche. In dit rapport wordt alleen de productie van consumptie-eieren behandeld. Binnen de legbranche worden vier subsegmenten onderscheiden naar houderijsysteem: scharrel, kolonie, vrije uitloop en biologisch. Huisvesting in de traditionele kooi is niet meer toegestaan. De productiewaarde in de branche bedroeg in 2012 EUR 539 miljoen. Het aantal bedrijven met leghennen is in 2012 gedaald. Vooral de kleinere bedrijven hebben de bedrijfsactiviteiten gestaakt; het aantal grotere bedrijven nam toe. De leghennenstapel bevindt zich sinds 2010 in een neergaande lijn, na een stijging gedurende de zeven jaar ervoor. De traditionele kooi is als huisvestingssysteem met ingang van 2012 door de EU verboden. Legpluimveehouders zijn overgestapt naar andere huisvestingssystemen. De meeste bedrijven zijn omgeschakeld naar een volièresysteem en produceren scharreleieren. De productie van eieren nam in 2012 met 3,2% af tot 10,2 miljard stuks. De export is van groot belang voor de branche, doordat er jaarlijks circa 9,4 miljard eieren worden geëxporteerd, in de vorm van consumptie-eieren en eiproducten. Het grootste gedeelte van de export wordt in de EU afgezet, waarbij Duitsland de belangrijkste exportmarkt is. Duitsland is goed voor 75% van de export van consumptie-eieren en voor 40% van de eiproductenexport. Na de omschakeling naar andere huisvestings- systemen is de Duitse productie uitgebreid. Het belang van andere exportmarkten, zoals Zwitserland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en België, neemt toe. De legpluimveehouder verkoopt de geproduceerde eieren tegen contractprijzen of marktprijzen, aan pakstations of aan de verwerkende industrie. Pakstations sorteren en verpakken eieren in kwaliteits-, grootte- en gewichtsklassen. In de verwerkende industrie worden eieren tot eiproducten verwerkt. De Europese markt voor eieren is de afgelopen jaren sterk verstoord door het verbod op kooihuisvesting. Er wordt nog steeds naar een nieuw marktevenwicht gezocht. Er heeft een forse opschaling bij de productie van scharreleieren plaatsgevonden, in zowel Nederland als Duitsland. De zelfvoorzieningsgraad in Duitsland is gestegen, waardoor er prijsdruk optreedt. Voor het scharreleierensegment zijn er wel grotere afzetmogelijkheden naar de eiverwerkende industrie ontstaan. De vraag naar vrije uitloop en biologische eieren ontwikkelt zich gunstig. De voerkosten bepalen circa tweederde van de kostprijs van eieren. ABN AMRO verwacht dat de voerprijzen, behoudens extreme weers- omstandigheden, in de tweede helft van 2013 gaan dalen. Op de langere termijn moet worden uitgegaan van voerprijzen die boven het langjarig gemiddelde liggen. De volatiliteit van de voerprijzen neemt toe door de grotere vraag naar agrarische grondstoffen op de wereldmarkt. De internationale concurrentiepositie van de legpluimveehouderij wordt negatief beïnvloed door regelgeving op het gebied van mest en milieu, die kostprijsverhogend werkt. De afzetpositie van de Nederlandse legpluimveehouderij kan worden versterkt door meer aandacht te besteden aan diergezondheid, dierenwelzijn, milieu-impact, eikwaliteit en een grote logistieke efficiency, waarbij beheersing van de kostprijs centraal staat. Aantal bedrijven met leghennen: 943 ▶▶ - waarvan bedrijven met scharreleieren: 521 ▶▶ - waarvan bedrijven >50.000 leghennen: 161 Aantal leghennen, 18 weken en ouder: 32,7 mln Export eieren en eiproducten: 9.365 mln stuks Eierconsumptie per hoofd: 192 stuks www.pve.nl www.nop.nl www.eepa.info www.blijmeteenei.nl 22
  • 25. 30.845 31.427 32.923 34.557 35.310 34.134 32.675 20.000 22.000 24.000 26.000 28.000 30.000 32.000 34.000 36.000 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 x1.000stuks 9.418 9.520 9.788 10.170 10.520 10.182 3.498 3.808 3.982 4.139 4.573 6.524 1.230 1.095 1.171 1.285 1.379 1.465 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 2007 2008 2009 2010 2011 2012 x1mlnstuks Totaal consumptie-eieren w.o. scharreleieren w.o. vrije uitloop-eieren 5.995 6.091 6.266 7.020 6.895 6.565 2.810 2.965 3.018 2.923 2.933 2.800 0 1.000 2.000 3.000 4.000 5.000 6.000 7.000 8.000 2007 2008 2009 2010 2011 2012 x1mlnstuks Consumptie-eieren Eiproducten -3.300 53.900 5.000 250.200 65.200 -143.900 214.600 84% 96% 90% 121% 99% 76% 116% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% 140% -200.000 -150.000 -100.000 -50.000 0 50.000 100.000 150.000 200.000 250.000 300.000 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012r EUR Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten-kostenverhouding % (r.as) Pluimveestapel: minder leghennen van 18 weken en ouder Productie scharreleieren sterk toegenomen Export van eieren loopt terug Inkomen uit bedrijf sterk gestegen Bron: CBS Bron: PVE Bron: PVE Bron: LEI ▶▶ De leghennenstapel is in 2012 wederom gedaald. De teruggang met 4,3% was groter dan in 2011. ▶▶ In 2012 kon de leghennenpopulatie als volgt worden onder- verdeeld: 64,1% scharrelhennen, 14,4% vrije uitloophennen en 3,9% biologische hennen. De overige 17,7% werd in verrijkte kooien of koloniehuisvesting gehouden. ▶▶ Na het verbod in de EU per 1 januari 2012 van de traditionele kooi als huisvestingssysteem, zijn de meeste bedrijven overgestapt op scharrelhuisvesting. ▶▶ In 2012 is de productie van consumptie-eieren met 3,2% gedaald. ▶▶ Het aandeel van scharreleieren in de productie van consumptie- eieren is sterk toegenomen naar ruim 64%, door de omschakeling naar scharrelhuisvesting ten gevolge van het kooiverbod. ▶▶ Vrije uitloopeieren hebben een aandeel van 14,4% in de productie van consumptie-eieren. De productie van vrije uitloopeieren neemt sinds 2008 jaarlijks toe. ▶▶ De export van consumptie-eieren en de export van eiproducten zijn in 2012 beide met bijna 5% gedaald. ▶▶ Duitsland is de belangrijkste afzetmarkt voor Nederlandse consumptie-eieren, met een marktaandeel van circa 75%. ▶▶ Duitsland is eerder overgestapt van de traditionele kooi naar andere huisvestingssystemen. Na de overgang neemt de productie in Duitsland toe en stijgt de zelfvoorzieningsgraad. ▶▶ Het inkomen uit bedrijf wordt in de legpluimveehouderij voor het belangrijkste deel bepaald door de eierprijzen en de voerkosten. ▶▶ Onevenwichtigheden op de Europese eiermarkt, wegens de ingang van het kooiverbod, leidden tot hoge eierprijzen. De gemiddelde eierprijs was circa 50% hoger dan in 2011. Ondanks de hoge voerkosten leidde dit tot een sterke stijging van het inkomen uit bedrijf. ▶▶ Er treden grote inkomensverschillen tussen de bedrijven op. Bedrijven met contractprijzen hebben in 2012 minder kunnen profiteren van de hoge eierprijzen. 23legpluimveehouderij
  • 26. melkveehouderij Inkomen uit bedrijf daalde in 2012 door hoge voerkosten Vooral milieudoelen bepalen productieplafond na 2015 Mestverwerking en reductie van fosfaat- en ammoniakuitstoot vormen uitdaging Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites De melkveehouderij is de grootste grondgebruiker binnen de agrarische sector. In 2012 waren er in Nederland 18.680 bedrijven met melkkoeien, waarvan 16.900 gespecialiseerde melkveebedrijven. Op deze laatste bedrijven werden 1,4 miljoen melkkoeien gehouden: 94% van het totale aantal melkkoeien. De melk wordt grotendeels geleverd aan de zuivelindustrie, die de melk verder verwerkt tot zuivel- producten, zoals boter, kaas en melkpoeders. Van oudsher spelen in de zuivelindustrie coöperaties een grote rol. In de aanloop naar een vrije zuivelmarkt vanaf 2015 neemt de dyna- miek binnen de melkveehouderij toe. Het aantal gespecialiseerde bedrijven nam in 2012 verder af met 2%. Het aantal bedrijven met melkkoeien als nevenactiviteit nam met 11% echter veel sneller af. De gemiddelde omvang stijgt nog steeds. Inmiddels is het aantal melk- koeien per gespecialiseerd bedrijf toegenomen van 56 in 2000 tot 83 in 2012. De branche staat steeds meer los van het EU zuivelbeleid. Daarmee is de melkveehouderij overgeleverd aan de grillen van de melk- en voermarkt. De prijs van melk en krachtvoer hangt namelijk nauw samen met wereldwijde ontwikkelingen van vraag en aanbod. Hierdoor wordt de inkomensontwikkeling van de melkveehouderij steeds meer bepaald door factoren waarop de ondernemer beperkt invloed heeft en neemt de inkomensvolatiliteit toe. Voor de vorming van de melkprijs is de branche sterk afhankelijk van de ontwikkelingen op de exportmarkten voor zuivelproducten. Het exportaandeel van de productiewaarde van de zuivelindustrie bedraagt inmiddels 75%. In 2012 nam de export van zuivelproducten in volume wel wat toe, maar was er qua waarde sprake van een daling. Markten buiten West- Europa worden meer bepalend voor afzetgroei. Vooral Azië is een kansrijke groeimarkt. De melkprijs lag in 2012 op een lager niveau dan in 2011, terwijl de kosten omhoog zijn gegaan. Vooral de prijs van veevoer groeide sterk. Per saldo daalde het inkomen uit bedrijf in 2012. Omdat de inkomsten buiten bedrijf gelijk bleven, kon het eigen vermogen amper worden aangevuld. De wereldwijde vraag naar zuivel neemt toe, vooral buiten de EU. Omdat de productie moeite heeft om de vraag te kunnen bijbenen, bestaat er een opwaartse druk op zuivelprijzen. Ook de voerkosten worden omhoog geduwd door een voortdurend stijgende wereldwijde vraag naar agrarische grondstoffen. Hierdoor komt de veevoerprijs dit decennium op een historisch hoger niveau te liggen. Daarbij wordt ook de prijsvolatiliteit hoger, onder invloed van fluctuaties in het aanbod terwijl de wereldvoorraden laag zijn. Voor 2013 gaat ABN AMRO uit van een bovengemiddelde melkprijs bij hoge voerprijzen. Het belang van efficiency om de voerkosten - en dus de kostprijs - te beteugelen neemt dan ook toe. In 2015, als de melkquota als productieplafond zijn afgeschaft, vormen niet alleen de markt, maar vooral de milieudoelen de nieuwe grenzen van de productieruimte. In dit verband zijn fosfaat- reductie, vermindering van uitstoot van ammoniak en vooral mest- verwerking de grootste uitdagingen van de melkveehouderij. Dit is vooral belangrijk voor intensieve bedrijven met producties hoger dan 16.000 tot 18.000 kilo per hectare. Als de sector de milieudoelen weet te realiseren, wordt de introductie van nieuwe dierrechten als productie- plafond voorkomen. Aantal gespecialiseerde melkveebedrijven: 16.900 Gemiddeld aantal koeien per melkveebedrijf: 83 Gemiddelde melkproductie per koe: 8.050 kg www.lto.nl www.prodzuivel.nl www.lei.wur.nl www.cbs.nl 24
  • 27. 0% 20% 40% 60% 80% 100% 2000 2005 2010 2011 2012 200 en meer koeien 100-200 koeien 50-100 koeien 1-50 koeien 20 30 40 10 10,5 11 11,5 12 2008 2009 2010 2011 2012* EUR/100kg miljardkg Melkaanvoer Melkprijs 0 1 2 3 4 5 6 7 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 zuivelexport,xEUR1mrd 0 20 40 60 80 100 -50.000 -25.000 0 25.000 50.000 75.000 2008 2009 2010 2011 2012r EUR Inkomen uit bedrijf (l.as) Besparingen per bedrijf (l.as) Opbrengst per 100 euro kosten (r.as) Schaalvergroting zet door Melkaanvoer nam iets toe Nominale zuivelexport liet in 2012 een krimp zien Inkomen stond onder druk in 2012 Bron: CBS Bron: CBS Bron: CBS Bron: LEI ▶▶ De concentratie blijft toenemen. Het aantal bedrijven daalde, terwijl de melkveestapel iets toenam. Het gemiddelde aantal koeien per bedrijf nam daardoor toe. ▶▶ In 2012 daalde het aantal bedrijven met 1-50 koeien in sterke mate (-13,5%). Ook bij de segmenten 50-100 koeien en 100-200 koeien was er sprake van daling, zij het veel minder sterk. Het aantal bedrijven met 200 en meer koeien ging met bijna 6,5% omhoog. ▶▶ Het aandeel van bedrijven met 200 en meer koeien nam uiteindelijk toe van 12,8% in 2011 tot 14,3% in 2012. ▶▶ Melkveehouders in Nederland leveren meer dan 95% van hun melk aan de zuivelfabrieken. Het overblijvende deel houden zij voor eigen gebruik (voor de opfok van jongvee en voor de eigen productie van zuivelproducten). In 2012 is de aangeleverde hoeveelheid melk iets toegenomen. ▶▶ Na enkele jaren van stijging is de melkprijs in 2012 afgenomen. Niettemin lag de prijs nog wel boven het gemiddelde niveau van de laatste tien jaar. ▶▶ Terwijl het exportvolume van zuivel in 2012 omhoog ging, liet de nominale export een krimp van 2,5% zien. De krimp werd vooral teweeg gebracht door een sterke daling van de uitvoer van boter, boterolie en melkpoeder. ▶▶ De export bestaat voor bijna de helft uit kaas. Kaas en boter worden overwegend naar landen binnen Europa uitgevoerd. Gecondenseerde melk en melkpoeder worden overwegend in landen buiten de eurozone afgezet. ▶▶ In 2012 stegen de voerkosten terwijl de melkprijs daalde. Tevens nam de melkproductie per koe af. Uiteindelijk is het inkomen uit bedrijf verslechterd. ▶▶ Na aftrek van alle betalingsverplichtingen, zowel privé als bedrijfs- matig, kon het eigen vermogen maar mondjesmaat worden aangevuld. 25melkveehouderij
  • 28. mengvoederindustrie Fusies en overnames houden aan Hoge prijzen van agrarische grondstoffen veranderen dynamiek in keten Branche ontwikkelt zich van leverancier tot probleemoplosser Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites De mengvoederindustrie produceert voer voor landbouwhuisdieren. In de loop der tijd is de concentratie door fusies en overnames toege- nomen. Het aantal spelers is vrij klein met enkele grote internationaal georiënteerde ondernemingen met een fors marktaandeel en dunne marges. Daarnaast is er een aantal middelgrote bedrijven met voerspecialiteiten en regionale marktfocus en kleine bedrijven met lokale binding. Zowel de coöperatieve als de private eigendoms- structuur komt voor. Nevedi vertegenwoordigt de Nederlandse producenten en leveranciers van mengvoeders, premixen en vochtrijke diervoeders. De mengvoederindustrie opereert onder uitdagende omstandigheden. Zo staat de omvang van de Nederlandse veestapel door regelgeving rondom dierenwelzijn en milieu onder druk. Dit betekent dat er geen ruimte is voor groei van veevoervolumes in Nederland. Daarnaast is er sprake van een opwaartse druk op de grondstofprijzen als gevolg van de aanhoudende groei van de mondiale vraag naar agrarische grond- stoffen. Omdat de voerkosten 55 tot 75% van de kostprijs in beslag nemen, is het effect op de resultaten van de veehouders groot. Bij de veehouders zelf neemt de schaalgrootte steeds verder toe. Vooral de grotere bedrijven voorzien steeds meer in hun eigen voerproductie door zelf voeders op te slaan, te bewerken en te mengen. De hiervoor beschreven marktomstandigheden beïnvloeden de branche op twee manieren. In de eerste plaats neemt ook bij de voerproducenten zelf de concentratie toe via fusies en overnames. Vergroting van efficiency is hierbij een belangrijke drijfveer, waar ook de veehouder via de voerprijs uiteindelijk van profiteert. Daarnaast spelen een rol: groter draagvlak voor investeringen; ook in R&D, grotere inkoopmacht, vergroting van het marktgebied en verbreding van het assortiment. In de tweede plaats wordt de voerproducent steeds meer een partner van de veehouder. Via innovatieve producten, voerconcepten en advies ondersteunt hij de veehouder bij het verhogen van de kwaliteit van de eindproducten, het verlagen van de kostprijs, het bevorderen van diergezondheid en dierenwelzijn en het reduceren van de milieubelasting. Behoudens extreme weersomstandigheden verwacht ABN AMRO dat de grondstofprijzen in de loop van de tweede helft van 2013 dalen. Op termijn moet echter met structureel hoge niveaus van grondstofprijzen rekening worden gehouden. Daarbij zorgen productiedalingen door weersinvloeden, bij lage voorraden en groeiende vraag, voor een hoge prijsvolatiliteit. Dit stelt hoge eisen aan de kwaliteit van markt- verwachting, inkoop en risicomanagement. Door deze ontwikkeling gaan ook veehouders op zoek naar strategieën om minder kwetsbaar te worden voor ongunstige grondstofprijzen. Eigen inkoop en verwerking van enkelvoudige droge en natte bijproducten groeit. Daardoor groeit de behoefte aan markt- en grondstofkennis. ABN AMRO verwacht dat de voerproducent, naast mengvoerleverancier, meer een makelaar wordt van voer-, markt- en grondstoffenkennis. Het proces van schaal- vergroting door middel van fusies en overnames houdt naar verwachting aan. Hierbij houden de grote spelers ook markten buiten Nederland in de gaten. Wij verwachten relatief veel fusie- en overnamebewegingen bij de middelgrote spelers. Deze zijn niet groot genoeg om dezelfde schaalvoordelen te behalen als het grootbedrijf, maar ook weer te groot om de voordelen van het kleinbedrijf (local heroe, zeer gespecialiseerd, korte lijnen, super flexibel, sterke binding met afnemers) volledig uit te buiten. Aandeel productie 106 leden Nevedi: 96% Marktaandeel top-3 in Nederland: 60% Afzet veevoer in Nederland: 18 mln ton Aandeel varkensvoeders in mengvoerafzet: 44% Aandeel rundveevoeders in mengvoerafzet: 24% www.pdv.nl www.nevedi.com www.lei.wur.nl www.fefac.org 26
  • 29. 90 94 98 102 0 5 10 15 2007 2008 2009 2010 2011 2012 x1mln x1mln per 1 april Rundvee (l.as) Varkens (l.as) Kippen (r.as) 0 2.000 4.000 6.000 8.000 10.000 12.000 14.000 16.000 2006 2007 2008 2009 2010 2011 productie,x1.000ton Varkensvoer Rundveevoer Pluimveevoer Overig 50 100 150 200 250 300 150 200 250 300 350 400 450 500 550 jan-11 apr jul okt jan-12 apr jul okt EUR/ton EUR/ton Sojaschroot ZA, l.as Tarwe EU, r.as 10 20 30 40 50 jan-11 apr jul okt jan-12 apr jul okt EUR/100kg Vleesvarkensbrok,1.08 Standaardbrok A Vleeskuikenkorrel mac Daling varkensstapel valt mee Voerproductie voor Nederlandse markt gedaald Sojaprijs enorm gestegen Voerprijzen stegen met vertraging in 2012 Bron: CBS Bron: FEFAC Bron: LEI Bron: LEI ▶▶ Sinds een paar jaar staat de veestapel onder druk als gevolg van regelgeving rond verduurzaming van vlees.. De daling van de kippenstapel in 2012 was grotendeels het gevolg van minder leghennen (inclusief fokhennen). ▶▶ Gezien de regelgeving voor groepshuisvesting valt de lichte daling van de varkensstapel in 2012 mee. In de rest van Europa nam de varkensstapel duidelijker af, vooral in Oost- en Zuid-Europa. ▶▶ Na een herstel in 2010, daalde de totale Nederlandse veevoer- productie weer in 2011. De productie van rundvee- en pluimveevoer groeide nog wel iets in dat jaar. De productie van varkensvoer daalde echter met 2,2% en die van het overige veevoer zelfs met 6,7%. ▶▶ Gezien de krimp van de veestapel in 2012 en de neiging van boeren om steeds meer te voorzien in de eigen veevoerproductie, gaat ABN AMRO voor 2012 uit van een daling van de veevoerproductie voor de Nederlandse markt. ▶▶ Belangrijke grondstoffen voor mengvoer zijn tarwe, maïs, soja en tapioca. De prijzen hiervan worden op de mondiale markt bepaald. Tot ver in 2012 bewogen de wereldmarktprijzen van granen en sojabonen zich in een opgaande lijn. ▶▶ Uiteindelijk nam de gemiddelde prijs van sojaschroot toe met bijna 37% in 2012 en de tarweprijs met ongeveer 7,5%. ▶▶ Voerproducenten kopen een deel van de grondstoffen op termijn in, wat mede leidt tot een vertraagd doorberekenen van prijs- mutaties op de grondstoffenmarkt. Daarnaast laat het prijsverloop van mengvoer een veel minder volatiel patroon zien dan het prijsverloop van agrarische grondstoffen. ▶▶ Niettemin was een toename van de veevoerprijzen onvermijdelijk in 2012. Uiteindelijk stegen de prijzen van vleesvarkensbrok, standaardbrok en vleeskuikenkorrel met respectievelijk 9%, 8,5% en 7%. Dit bovenop de al forse prijsstijgingen in 2011. 27mengvoederindustrie
  • 30. sierteeltonderglas Exportgroei in 2012 ondanks economische tegenspoed Afzetpositie versterkt door telersverenigingen en verticale ketens Kracht van de sierteelt ligt in marktgerichte teelt met scherpe kostprijs Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites In de sierteelt onder glas worden snijbloemen en potplanten in kassen gekweekt. De belangrijkste snijbloemen zijn chrysant, roos, cymbidium, lelie en gerbera. Deze producten nemen gezamenlijk tweederde deel van het areaal voor hun rekening. Belangrijke potplanten zijn phalaenopsis, anthurium, kalanchoë en ficus. De sierteelt onder glas is geconcentreerd in de gebieden rond Aalsmeer, Rijnsburg en Bleiswijk en in het Westland. De afzet gaat hoofdzakelijk via veilingen, bemiddelingsbureaus en exporteurs. De handel buiten de veiling om stijgt. De productiewaarde van de branche bedroeg in 2012 EUR 4.130 miljoen. Het aantal bedrijven laat een grotere daling zien dan de afname van het areaal: de schaalvergroting gaat onverminderd voort. Het gemiddelde areaal is in 2012 gestegen tot 1,63 hectare per bedrijf. Circa 450 bedrijven hebben een areaal groter dan 3 hectare. De productie wordt bepaald door het areaal, technische innovaties, veredeling en de weersomstandigheden. Het weer speelt ook een rol in de afzet bij transport en via de straat- en markthandel. Bij slecht weer valt deze handel terug. De export is van groot belang voor de branche en vertoont gedurende een aantal jaren een stijgende trend. Redenen hiervoor: het brede en diepe assortiment, de goede kwaliteit van het product, het grote aantal noviteiten, de ontwikkeling van nieuwe markten, nieuwe distributiekanalen op bestaande markten en de efficiënte logistiek. Verder wordt de export beïnvloed door economische en valutaire ontwikkelingen, de weersomstandigheden en de spreiding van de bloemengeefdagen. In 2012 is de export van sierteeltproducten, ondanks de economische tegenwind, met 3% toegenomen. Nederlandse sierteeltproducten hebben een sterke positie op de internationale markt. Bloemenkwekers ondervinden wel meer concurrentie uit Afrika en Zuid-Amerika. In steeds grotere mate werken kwekers samen in telersverenigingen. Dit biedt voordelen op het gebied van inkoop, terwijl de afzetpositie wordt versterkt door het delen van marktinformatie, gezamenlijke marktbewerking, maatwerk- verpakkingen en jaarrond de beschikbaarheid over een breed assortiment. In de sierteelt groeit het belang van het ondernemerschap, doordat kwekers zich meer op de afzet richten. De marktontwikkelingen worden in 2013 bepaald door de economische ontwikkelingen in de afzetlanden, de euro- en dollarkoers en de weersomstandigheden. Op de langere termijn verwacht ABN AMRO een toename van de marktomvang. De grootste groeimogelijkheden liggen in de export naar Oost-Europa, vooral naar Rusland. De bedrijfsstructuur wordt versterkt door schaal- vergroting, specialisatie en een intensievere samenwerking op het gebied van productie, logistiek en verkoop. Specialiteiten en noviteiten zijn van belang in de assortimentskeuze. De markt blijft grillig wat betreft volumes, variëteiten en inwisselbaarheid van producten. Er ontstaan in de sierteelt gesloten verticale ketens, waarbij alle schakels in de keten inzicht krijgen in productinformatie, verkoopcijfers, marges en derving. De potentie van deze ontwikkeling is erg groot: meer omzet, hogere marges en lagere kosten. De kracht van de Nederlandse sierteelt onder glas ligt voor een belangrijk deel in assortiment, kwaliteit, service, innovatiekracht en samenwerking. Kostprijsbeheersing door auto- matisering, energie-efficiëncy en schaalvergroting blijven belangrijke voorwaarden voor een goed rendement. Aantal bedrijven: 2.791 Areaal sierteelt onder glas: 4.555 ha Areaal snijbloemen: 2.308 ha ▶▶ waarvan areaal chrysanten: 504 ha ▶▶ waarvan areaal rozen: 407 ha Areaal potplanten: 1.351 ha Areaal perkplanten: 447 ha Veilingomzet: EUR 4.275 mln www.vakbladvoordebloemisterij.nl www.bloemenkrant.nl www.hbagbloemen.nl www.apxendex.com 28
  • 31. 2.809 2.690 2.442 2.428 2.308 1.431 1.464 1.383 1.365 1.351 459 475 430 426 447 0 1.000 2.000 3.000 2008 2009 2010 2011 2012 x1ha. Snijbloemen Potplanten Perkplanten 2172 1887 2110 2040 2120 1862 1902 2000 1970 2010 4034 3789 4110 4010 4130 0 1000 2000 3000 4000 2008 2009 2010 2011 2012 xEUR1mln Snijbloemen Planten Totaal 3.243 2.991 3.151 3.204 3.314 1.854 1.888 1.993 2.039 2.076 0 1.000 2.000 3.000 4.000 2008 2009 2010 2011 2012 xEUR1mln Snijbloemen Pot- en tuinplanten -14.700 -83.700 6.500 36.600 78.800 50.300 42.300 110.200 119.000 132.700 90% 82% 93% 96% 101% 97% 95% 101% 102% 103% 0% 20% 40% 60% 80% 100% 120% -100.000 -50.000 0 50.000 100.000 2008 2009 2010 2011 2012r EUR Snijbloemen, inkomen (l.as) Pot- en perkplanten, inkomen (l.as) Snijbloemen, opbrengst-kostenverhouding % (r.as) Pot- en perkplanten, opbrengst-kostenverhouding % (r.as) Verdere daling van het areaal Productiewaarde gestegen tot EUR 4,1 miljard Export sierteeltproducten verder toegenomen Inkomen uit bedrijf hoger Bron: CBS Bron: Productschap Tuinbouw Bron: HBAG Bloemen en Planten Bron: LEI ▶▶ De trendmatige daling van het areaal snijbloemen zette in 2012 door. Het areaal is met 120 hectare gekrompen tot ruim 2.300 hectare. ▶▶ Sinds 2010 neemt het areaal potplanten jaarlijks af. In 2012 is de daling beperkt gebleven tot 14 hectare. ▶▶ Het areaal perkplanten schommelt al jaren rond 450 hectare. ▶▶ De productiewaarde van Nederlandse bloemkwekerijproducten is in 2012 naar een recordniveau gestegen. ▶▶ De stijging van de productiewaarde van snijbloemen wordt vooral veroorzaakt door hogere bloemenprijzen. Vooral de chrysanten- prijzen zijn zeer sterk gestegen. Het areaal met snijbloemen is gedaald. ▶▶ Na een dip in 2011 heeft de productiewaarde van potplanten de stijgende trend weer opgepakt. De prijsvorming van bloeiende kamerplanten was goed, terwijl de prijzen voor groene planten tegenvielen door verdringing en de slechte kantorenmarkt. ▶▶ De export van sierteeltproducten is in 2012 met 2,8% toegenomen tot EUR 5,4 miljard. ▶▶ De exportstijging kan niet alleen worden verklaard door hogere bloemenprijzen, maar ook door goede weersomstandigheden in het begin van 2012, gunstige valutaire ontwikkelingen en de spreiding van de bloemengeefdagen. ▶▶ De export naar Rusland nam sterk toe, terwijl de export naar andere Oost-Europese landen en naar Zuid-Europa onder druk stond. In sommige Oost-Europese landen werd de concurrentie van lokale productie sterker. ▶▶ Door hogere energiekosten en toegenomen arbeidskosten ligt het gemiddelde kostenniveau in de snijbloementeelt in 2012 hoger dan in het jaar ervoor. De gemiddelde opbrengsten zijn echter sterker gestegen dan de kosten. ▶▶ Het gemiddelde inkomen uit bedrijf is in de snijbloementeelt verder toegenomen. Dit beeld verschilt wel sterk per productgroep. ▶▶ In de pot- en perkplantenteelt stijgen de opbrengsten iets meer dan de kosten, waardoor het gemiddelde inkomen uit bedrijf een lichte stijging heeft laten zien. 29sierteelt onder glas
  • 32. teeltvanboomkwekerijgewassen Terughoudendheid in afzet door overheidsbeleid en lagere consumentenbestedingen Export naar Oost-Europa heeft grote potentie Kracht branche ligt in flexibel aanbod, specialisatie en focus op afzetmarkten Branchebeschrijving Trends en ontwikkelingen Onze visie Kerngegevens Websites Boomkwekerijen telen bos- en haagplantsoen, laan- en parkbomen, vruchtbomen, rozenstruiken, sierconiferen, sierheesters, klimplanten en vaste planten. De productie vindt in de vollegrond plaats; een klein deel wordt onder glas geteeld. Daarnaast produceren veel onder- nemers producten in potten op een containerveld. Belangrijke teeltcentra zijn gebieden rond Boskoop, Kesteren en Opheusden, het westen en midden van Noord-Brabant, oostelijk Groningen en het noordelijk deel van Limburg. De productiewaarde van de branche bedroeg in 2012 EUR 580 miljoen. In de boomkwekerijbranche treedt schaalvergroting op. Het areaal blijft onveranderd, terwijl het aantal bedrijven daalt. De bedrijven specialiseren zich steeds meer in de teelt van een bepaald assortiment of voor bepaalde afzetkanalen. De branche is voor een groot deel afhankelijk van de afzet in Nederland, maar de export speelt een belangrijke rol. In het binnenland verloopt de afzet op de institutionele markt moeizaam door het teruglopen van overheids- budgetten voor openbaar groen en een lagere bouwproductie. In 2012 is de vraag op de institutionele markt nog licht gestegen door vorst- schade in het begin van 2012 en door uitgestelde vervangingsvraag. Op de particuliere markt profiteert de branche van de grote belangstelling voor tuinieren. Toch was de consument in 2012 terughoudend met zijn bestedingen, door economische onzekerheden. De afzet op deze markt is impulsgevoelig en sterk afhankelijk van het weer. Afnemers doen de inkopen steeds vaker in het voorjaar, waardoor het afzetseizoen kort is. Er is meer vraag naar kleinere colli en kleinere maten. Op de professionele markt kon de branche profiteren van de vervangingsvraag na de vorstschade begin 2012. De export daalde in 2012 met ruim 4%. Alle vijf belangrijkste export- bestemmingen hebben minder boomkwekerijproducten afgenomen. Dit werd vooral veroorzaakt door ongunstige weersomstandigheden, de economische crisis, strengere importeisen en een toenemende lokale productie. De afgelopen jaren heeft de branche veel geïnvesteerd in arbeidsbesparende productietechnieken. Nieuwe markten en nieuwe distributiekanalen doen hun intrede, waarbij de economische ontwikkelingen invloed hebben op de afzet. De vooruit- zichten voor de institutionele markt zijn op de korte termijn gematigd door economische ontwikkelingen en overheidsbezuinigingen. ABN AMRO ziet kansen ontstaan doordat aanleg en onderhoud van openbaar groen steeds vaker wordt uitbesteed. Op de particuliere markt blijft tuinieren populair. Deze markt profiteert in 2013 van een tijdelijke btw-verlaging op aanleg en onderhoud van tuinen. De afzet naar bouw- markten en woonwarenhuizen staat onder druk, omdat het bezoek aan deze detailhandelskanalen afneemt vanwege de economische ontwikkelingen. Productontwikkeling en -presentatie zijn van groot belang, omdat planten voor veel consumenten impulsartikelen zijn. Op de professionele markt kan de afzet aantrekken, doordat er in de fruitteelt betere resultaten zijn behaald. Voor de export verwacht ABN AMRO op korte termijn geen grote mutaties. Op langere termijn biedt de export naar Oost-Europa wel veel potentie. Telers kunnen hun afzetpositie versterken door schaalvergroting, specialisatie en een intensievere samenwerking. Er is meer aandacht nodig voor verkoop- concepten, verpakkingen, digitalisering en duurzaamheid. Deze optelsom van ontwikkelingen vereist van telers marktspecialisatie, een focus op afzetmarkten en –kanalen en flexibiliteit in de productie die aansluit op de marktvraag. Aantal bedrijven met boomkwekerijgewassen: 3.332 Areaal boomkwekerijgewassen: 15.604 ha Aantal bedrijven met vaste planten: 599 Areaal vaste planten: 1.398 ha Productiewaarde: EUR 580 mln Export, inclusief wederuitvoer: EUR 886 mln www.nbvb.nl www.raadvoordeboomkwekerij.nl www.deboomkwekerij.nl www.boom-in-business.nl 30
  • 33. 2.746 4.480 1.441 496 3.150 3.527 1.344 2.670 4.537 1.416 495 3.068 3.417 1.398 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 Bos- en haagplantsoen Laan- en parkbomen Vruchtbomen Rozenstruiken Sierconiferen Sierheesters/klimplanten Vaste en waterplanten ha. 2012 2011 1.562 1.433 1.332 1.288 1.217 1.148 1.266 1.264 1.182 1.097 1.066 994 1.181 1.203 1.227 1.205 1.203 1.190 0 300 600 900 1.200 1.500 1.800 2.100 2.400 2007 2008 2009 2010 2011 2012 tot 1 ha 1 tot 3 ha meer dan 3 ha 186 234 286 307 343 314 111 127 108 106 127 122 41 58 69 66 80 73 25 40 43 44 51 50 25 32 33 39 43 40 206 260 268 271 283 287 0 100 200 300 400 500 600 700 800 900 1.000 2007 2008 2009 2010 2011 2012r xEUR1mln Duitsland Verenigd Koninkrijk Frankrijk België Italië overige 77.000 65.600 66.200 76.700 79.000 98% 95% 96% 96% 96% 85% 90% 95% 100% 105% 0 20.000 40.000 60.000 80.000 100.000 2008 2009 2010 2011 2012r EUR Inkomen uit bedrijf (l.as) Opbrengsten kostenverhouding (r.as) Areaal laat weinig veranderingen zien Vooral aantal kleinere bedrijven neemt af Export gedaald Inkomen uit bedrijf Bron: LEI, CBS Bron: CBS Bron: Eurostat/Productschap Tuinbouw Bron: LEI ▶▶ Het areaal boomkwekerijgewassen schommelt de laatste jaren rond 17.000 hectare. ▶▶ De arealen van de verschillende productgroepen zijn behoorlijk stabiel. De sterkste daling trad op bij het areaal sierheesters en klimplanten, terwijl het areaal laan- en parkbomen de grootste stijging liet zien. ▶▶ Het aantal bedrijven is in 2012 met meer dan 150 afgenomen. Vooral het aantal kleine bedrijven, met een areaal kleiner dan één hectare en het aantal middelgrote bedrijven met een areaal tussen één en drie hectare nam af. ▶▶ In 2012 is het aantal grote kwekerijen met meer dan drie hectare licht gedaald. Er zijn 389 bedrijven met een areaal van meer dan tien hectare. ▶▶ Het gemiddelde areaal per bedrijf is in 2012 licht gestegen: een teken van schaalvergroting. ▶▶ De export van boomkwekerijproducten (inclusief tuinplanten en wederuitvoer) is in 2012 met ruim 4% gedaald. Fytosanitaire ontwikkelingen kunnen een negatieve invloed op de export hebben. ▶▶ De export naar Duitsland is met ruim 8% gedaald. ▶▶ De export naar het Verenigd Koninkrijk is teruggelopen door minder goede weersomstandigheden, de export naar Zuid-Europa is gedaald door de economische ontwikkelingen en Oost-Europese landen hebben minder producten afgenomen door de grotere lokale productie. ▶▶ Het inkomen uit bedrijf is in 2012 licht gestegen, doordat de opbrengsten sterker stegen dan de kosten. ▶▶ De opbrengsten zijn gestegen door een goede vervangingsvraag bij afnemers en een gunstige prijsontwikkeling. ▶▶ De resultaten tussen de telers verschillen sterk als gevolg van de grote diversiteit aan bedrijven met verschillende gewasgroepen. Verder traden er lokale verschillen op door de invloed van vorstschade begin 2012. 31teelt van boomkwekerijgewassen