2. Oogst enkel zaden van grote en gezonde vruchten
om een sterk nageslacht te verzekeren.
Probeer van meerdere vruchten en planten te oogsten,
zodat alle eigenschappen van het ras bewaard blijven en
om op termijn inteelt te vermijden
3. Oogst nooit zaden van hybriden (bv. F1). Deze populaire variëteiten bevatten
eigenschappen van verschillende planten, die deels verloren gaan bij het steeds
zwakker wordende nageslacht.
4. Probeer om dezelfde reden ook ongewenste kruisbestuiving te vermijden. Bij soorten
zoals kolen en maïs kan dit zelfs vanop een kilometer afstand en meer voorkomen!
Vermijd daarom als beginner deze moeilijkere zadenoogsten. Proef eerst van ons veel
bredere gamma ‘heel eenvoudig’ en ‘eenvoudig’!.
5. Oogst de plantendelen waar de zaden inzitten, wanneer ze voldoende uitgedroogd zijn.
Probeer het moment waarop de zaden vallen net voor te zijn. Langdurige regen
tijdens het afrijpen kan een oogst helaas doen mislukken. Droog de plantendelen in
een luchtige ruimte voor je de zaden eruit haalt.
6. Label alles wat je oogst onmiddellijk: noteer de plantennaam en de oogstdatum!
7. Bijna alle zaden kunnen wel tegen een stootje wanneer ze droog zijn. En gelukkig
maar! Je hoeft de peulen, zaaddozen,… echt niet stuk voor stuk open te prutsen,
tenzij je dat graag doet. In plaats van hier eventjes zoet mee te zijn, kan je ook hele
planten eens goed uitwringen of uitkloppen. Grotere hoeveelheden steek je in een
stevige zak, waarop een gevechtssport naar keuze kan worden uitgeoefend.
8. Daarna zoek je de beste manier om het kaf van het koren te scheiden. Enkele zeven
met een verschillende diameter zijn een handig hulpmiddel. Er voorzichtig lucht over
blazen doet soms ook wonderen. Ronde zaden kan je vaak van een gevouwen blad
papier laten rollen, terwijl je het kaf tegenhoudt. Bij grotere hoeveelheden wordt
gebruik gemaakt van de wind of van een ventilator: de zaden worden van een hoogte
in een emmer gegoten, terwijl het kaf wordt weggeblazen. Sommige zaden kunnen
moeilijk helemaal opgeschoond worden. Het kan echter geen kwaad wanneer er nog
wat kleine uitgedroogde plantenresten tussen de zaden blijven zitten.
9. Het belangrijkste is dat de zaden helemaal droog zijn voor je ze verpakt of opbergt.
4 weken droogtijd is meestal een goed uitgangspunt. Wanneer je een zaadje tussen
de vingernagels neemt, dan mag het niet buigen voor het breekt.
10. Bewaar zaden droog, vorstvrij, koel en donker in een ademende verpakking
(bv. papier)