Teksten en liederen die geprojecteerd werden op Ten Bos tijdens de eerste zondag na Pasen (Sint Amanduskerk Erembodegem). De teksten van onze vieringen zijn te vinden op de website: http://www.kerkembodegem.be/tenbos/liturgie/vieringen.html
Kwetsbaar als een pasgeborene ♦ Kerstviering (Ten Bos 2023)
Klein geloof (eerste zondag na Pasen: Ongelovige Thomas)
1.
2. Niet zien en toch geloven –
o God, als Jij mij helpt
dan zal ik Jou toch loven,
hoezeer ik, overstelpt
door allerhande plagen,
door twijfel en verdriet,
naar het waarom blijf vragen –
toch zing ik Jou dit lied!
3. Niet zien en toch geloven:
vertrouwend verdergaan,
niet horend, als een dove,
niet ziende, blind voortaan,
niet reikend met mijn handen
naar meer dan Jij mij geeft,
maar wijs door scha en schande
geloven dat Je leeft!
( Troost André / ‘Geef vrede’ )
4.
5. Heer ontferm U over ons
Christus ontferm U over ons.
Heer ontferm U
(WyllinJosé)
Dan nog, dan nog klamp ik mij
klamp ik mij vast aan jou,
of je wil of niet,
op ongenade of genade,
Ik zal red mij, red mij roepen
of zoiets als heb mij lief.
6. Diep in ons hart weerklinkt er een stem
die zingt: 'Eer aan God de Vader. Gloria!'
Zoon van de mensen, door Uw groot lijden
zijn wij dichter bij U. Gloria!
Geest van hoop en liefde, Geest van licht en leven,
Geest van echte vrede. Gloria!
7.
8. G e l u k k i g w i e n i e t z i e t e n t o c h g e l o o f t ,
d i e h o o p t o p l e v e n u i t d e d o o d g e b o r e n , -
h i j d i e h e t h o u d t b i j w a t e r i s b e l o o f d :
' u i t s t e r v e n d g r a a n
o n t k i e m d h e t n i e u w e k o r e n ' ;
d e m i n s t e m e n s , g e m a r t e l d , l e e g g e r o o f d ,
h i j z a l , b i j G o d ,
n o g o o i t v a n z i c h d o e n h o r e n !
9. Maar ongelukkig hij die niet gelooft,
eer hij Gods toekomst
tastbaar ziet bewezen.
Al zag hij mensen,
ooit het licht ontroofd,
bij duizendtallen uit de dood verrezen;
al zag hij draak en duivelstuig onthoofd,
hij zag zijn ongeloof nog niet genezen!
(vanOpbergenJan/‘Zovriendelijkenveilig)
10.
11. [Voorganger]
Ik geloof dat het leven
mij geschonken werd
door God, onze Vader, bron van liefde.
Ik geloof dat ik geroepen ben
om mee te werken aan een toekomst
die voor elke mens menswaardig is.
12. [Al]
Ik geloof in die uitzonderlijke mens
die niet geleefd heeft voor zichzelf.
Ik geloof in die mens
die wij kennen als Zoon van mensen
en Zoon van God,
die een ereplaats gaf aan mensen
die over het hoofd werden gezien.
13. [Voorganger]
Ik geloof dat zijn Geest onder ons werkt
als wij in zijn naam samen zijn
en wij elkaar levenskansen geven.
14. [Al]
Ik geloof dat zijn Geest
ons telkens weer aanspoort
om naar elkaar om te zien
en zo mensen te worden
met en voor elkaar
15. [Voorganger]
Ik geloof dat ons leven
niet zal eindigen in het zinloze niets
[Allen]
Maar dat wij eens zullen leven
bij de bron van liefde
die voor ons dit leven schonk.
Amen.
16.
17. Laat onze woorden stijgen voor uw aangezicht als wierook.
Zie in ons het verlangen een mens te zijn van U.
Kom, adem ons open, Kom, adem ons open, adem ons open
(PrinsSieds/LöwenthalTom)
18.
19. Terwijl wij Hem bewenen,
omdat Hij van ons ging,
is Hij aan ons verschenen
in zijn verheerlijking.
20. Terwijl wij om Hem treuren,
toont Hij ons hand en voet.
Hij komt door dichte deuren,
Hij spreekt zijn vredegroet.
21. Terwijl wij van Hem spreken,
is Hij in onze kring
om ons het brood te breken
van zijn verkondiging.
( onbekend / ‘roept God een mens’ )
22.
23. [Voorganger]
In Jouw Naam zijn wij hier samen.
Wij noemen Je, tastend en twijfelend;
God en Vader,
Roepstem, Drager,
Grond van leven.
24. [Allen]
Niemand heeft Je ooit gezien,
maar elke dag opnieuw is het duidelijk
hoe Jij werkzaam aanwezig zijt
daar waar mensen elkaar vinden
en van elkander houden,
waar mensen de handen in elkaar slaan
en de kleine stappen zetten
om deze wereld om te bouwen
tot Jouw wereld.
25. [Vg]
Wij zien Je aan het werk
in de ontluikende liefde tussen mensen,
in groeiende solidariteit,
in blijvende verbondenheid,
in de kleine en grote inzet
voor vrede en gerechtigheid.
26. [Al]
Wij zien Je aan het werk
in Jezus, jouw zoon:
de woorden die Hij sprak,
waren Jouw woorden,
en worden nu ook de onze.
Zijn keuze voor de kleine mensen
was jouw keuze,
en wordt nu ook de onze.
27. [Vg]
In Hem heb Je jouw lot aan ons verbonden,
jouw droom in ons gelegd:
dat lammen niet lam blijven
en doven niet doof.
Dat er voor elke mens leven mogelijk is,
leven in overvloed.
28. [Al]
Hem willen wij hier bij name noemen
als inspiratie,
wegwijzer voor ons leven,
als blijvende oproep
om te blijven doen
wat Hij heeft gedaan.
29. [Vg]
Daarom bidden wij Jou:
beziel ons met zijn Geest
en met geen andere.
Dat wij vanuit zijn inspiratie
weten wat recht en wat slecht is.
30. [Al]
Dat wij midden de ontmoediging en twijfel
de fantasie bewaren
en wegen blijven vinden
naar de nieuwe toekomst
die Jij ons in handen hebt gegeven.
Dat onze hand niet slaat,
dat onze mond niet verraadt,
dat wij geen mens verloochenen.
31. [Vg]
En dat wij niet vergeten
hen die on ons blijven rekenen:
zij van wie wij houden
en zij van wie wij nog niet genoeg houden.
32. [Al]
Dat wij niet vergeten
hen die naast ons staan,
ons voorgaan en bemoedigen,
en hen met wie wij samen op weg zijn
naar menselijker samenleven.
33. [Vg]
Dat wij evenmin vergeten
hen die van ons zijn heengegaan:
dat zij tot ons blijven spreken,
ons verder oproepen en inspireren,
ook nu zij gestorven zijn.
34. [Al] Beziel ons met jouw Geest
en met geen andere.
Dat wij elkaar bewaren,
verdragen en voortstuwen
in de richting van menswaardigheid.
Dat wij niet wijken
voor macht of eigenbaat.
Dat wij waakzaam zijn
om de tekenen van hoop te zien.
Dat wij zelf zo’n teken mogen worden.
35.
36. Vrede voor alle mensen, de vrede van de
Heer.
Vrede voor jou, voor mij, voor ons: de
vrede van de Heer.
(Schollaert Paul )
37.
38. W i j g a a n w e e r v e r d e r , v o l v a n h o o p
o p o n g e b a a n d e w e g e n
m e t o n z e d r o o m o p h i n d e r l o o p
d e m e e s t e f e i t e n t e g e n .
D e o n r u s t h o u d t o n s o p d e b e e n
e n d o e t o n s v e r d e r r e i z e n ,
e e n s t e m d i e k l i n k t d o o r a l l e s h e e n
e e n G o d n i e t w e g t e p r i j z e n .
39. Z i j n w o o r d h o u d t a a n i n o n s g e m i s
d a t a l l e s k a n v e r k e r e n ,
d a t v r e d e h i e r b e s t a a n b a a r i s
e n o n r e c h t o m t e k e r e n
H i j d o e t o n s k i e z e n v o o r d e m e n s
b e d r e i g d , v e r a r m d , v e r g e t e n .
H i j v o e r t o n s n a a r d e l a a t s t e g r e n s
o m v a n e l k a a r t e w e t e n .
40. S j a l o o m , g e l u k o p d e z e r e i s .
H e t d u u r t m i s s c h i e n n o g e e u w e n
m a a r t w i j f e l n i e t m e e r a a n d e w i j s :
' h e t l a m h u i s t b i j d e l e e u w e n ! '
(vanOpbergenJan/JanWillemvandeVelde)