2. Vanuit waarneming ontstaan de problemen:
Normale ontwikkeling:
waarnemen, toevoegen van taal, het concept is
waargenomen in zijn totaliteit en wordt
opgeslagen.
Autisme:
Fragmentarisch waarnemen, toevoegen van
taal, concept wordt niet in zijn totaliteit
waargenomen en dus verkeerd opgeslagen.
5. Wat neem je waar en welke betekenis geef je eraan?
Visuele waarneming
• Een moeder die haar baby
aanraakt.
• Handen om een lijf.
• Het is bij de dokter, die
controleert het lichaam.
• Een liefdevolle aanraking.
14. Autisme en spraak/taal:
Er kan een vertraagde
taalontwikkeling zijn.
Afwijkende woord en
zinsvorming.
Pragmatische
problemen.
Vreemd
intonatiegebruik,
nadrukkelijke
klemtoon of
luidheidproblemen,
echolalie.
Taal is niet
voorspelbaar, dit kan
angstig maken en
weerstand opleveren.
Geen begrip voor
sociale codes of
gespreksregels,
geen dialoog maar
een monoloog.
15. De pragmatiek van de taal,
het taalgebruik
Verhaalopbouw
Begin midden einde
Communicatieve functies
o.a. sociale functie, regulatiefunctie, expressiefunctie
Conversatievaardigheden
Beurtgedrag, topic initiëren, referentiekader luisteraar
16. Tips voor de communicatie:
• Liever niet…
• Figuurlijk taalgebruik
• Koosnaampjes gebruiken
• Dubbelzinnigheid (sarcasme en cynisme)
• Opdrachten in vraagvorm stellen
(bijvoorbeeld: Kun je eens naar het bord
komen? Kind antwoord met “ja” maar blijft
vervolgens zitten
• Verbale overlast
• In discussie gaan
• Lichaamstaal of mimiek die niet vergezeld zijn
van duidelijke verbale boodschappen
• Zeker wel!
Spreek in korte bondige zinnen
Zorg ervoor dat de leerling klaar is je boodschap
te ontvangen
Persoonlijk aanspreken
Positieve boodschap (zeg wat je wel verwacht),
wanneer het kind zelf aangeeft behoefte te
hebben aan wat niet mag, zet er dan een kruis
door (visuele ondersteuning)
Geef bedenktijd, herhaal de vraag als je geen
reactie krijgt
Expliciete en volledige informatie geven, zeg wat
je bedoelt
Concreet taalgebruik
Ondersteun je communicatie met visuele en/of
tactiele hulpmiddelen
(o.a. praatmeter, praatdomino, praatdoosje)
Leer kinderen hulp te vragen indien nodig
(o.a. gebruik vraagkaartje)
17. Het gebruik van hulpmiddelen in de communicatie:
Biedt houvast
Is voorspelbaar
Leren door middel
van gebruiken
Gehoord voelen