4. Long Term Player
SPEELFASE Development
COORDINATIEFASE
PUBERTEITSFASE
WEDSTRIJD – en WINFASE
POSTFORMATIEFASE
5. SPEELFASE Van SPELEN met de bal naar leren voetbal-SPELEN
COORDINATIEFASE GOUDEN LEEFTIJD voor bal– en lichaamsbeheersing
PUBERTEITSFASE MATURITEIT mag de selectie niet bepalen (PHV!!!)
WEDSTRIJD-WIN Spelen om te WINNEN, maar kunnen verliezen
FASE (FAIR PLAY)
‘TRAIN TO DEVELOP, PLAY TO WIN’
POSTFORMATIEFASE LIFESTYLE CENTRAAL: spelers zijn verantwoordelijk
voor eigen ontwikkeling en voor hun eigen prestaties.
INDIVIDUELE BEGELEIDING
6. Voordelen van doorgedreven coördinatietraining voor
voetballers.
•Wie goed, gepast en economisch (met weinig verspilling van energie)
kan bewegen zonder bal, zal veel sneller specifieke voetbalvaardigheden
kunnen aanleren.
•Specifieke voetbalvaardigheden verlopen veel efficiënter en
moeilijke bewegingen worden plots veel gemakkelijker.
Bewustwording en optimaliseren van de loopbeweging.
•De automatisering van specifieke voetbalvaardigheden
zorgt ervoor dat veel voetbalacties onbewust uitgevoerd
kunnen worden, waardoor de speler meer tijd krijgt om zich op
de tactische oplossing van de spelsituatie te concentreren.
7. Voordelen van doorgedreven coördinatietraining voor
voetballers
•Door een doorgedreven coördinatiescholing verbeteren ook de
basiseigenschappen: kracht, uithouding, l
•enigheid en in bijzonder de snelheid, waarbij de verbetering van
de handelingssnelheid zeker primordiaal is.
•De verhoging van de zenuwprikkel (prikkelfrequentie en
prikkelsterkte) vanuit de hersenen (zenuwstelsel) z
•al een belangrijke meerwaarde geven op zowel de fysieke als
de technische handelingssnelheid.
•Inter- en intramusculaire coördinatie verbetert.
•Coördinatietraining werkt blessurepreventief
(meer controle over de effectieve loopbeweging).
8.
9. Module 4.
TECHNISCH-COORDINATIEF
BALBEHEERSING
•Basisbewegingen
•Snelvoetenwerk met bal
•Slalomdribbel
•Kap -en draaibewegingen
•Schijn- en passeerbewegingen
•Foot-co-robics
18. . FYSIEK-COORDINATIEF
LICHAAMSBEHEERSING
Loop-ABC
Beter leren bewegen met het oog op
functionele en positionele voetbalvaardigheden
19. . FYSIEK-COORDINATIEF
LICHAAMSBEHEERSING
Sprong-ABC
Beter leren bewegen met het oog op
functionele en positionele voetbalvaardigheden
20. . FYSIEK-COORDINATIEF
LICHAAMSBEHEERSING
Reactievermogen
Beter leren bewegen met het oog op
functionele en positionele voetbalvaardigheden
21. . FYSIEK-COORDINATIEF
LICHAAMSBEHEERSING
Frequentie
Amplitude
Beter leren bewegen met het oog op
functionele en positionele voetbalvaardigheden
22. . FYSIEK-COORDINATIEF
LICHAAMSBEHEERSING
Technisch versnellen
Coördinatieloop
Versnellingsloop
Beter leren bewegen met het oog op
functionele en positionele voetbalvaardigheden
23. . FYSIEK-COORDINATIEF
LICHAAMSBEHEERSING
Ritme– en
Richtingsveranderingen
Wendbaarheid
Agility 5” 15”
Beter leren bewegen met het oog op
functionele en positionele voetbalvaardigheden
24. . FYSIEK-COORDINATIEF
LICHAAMSBEHEERSING
Anticipatievermogen
Beter leren bewegen met het oog op
functionele en positionele voetbalvaardigheden
25. . FYSIEK-COORDINATIEF
LICHAAMSBEHEERSING
Duelling
Beter leren bewegen met het oog op
functionele en positionele voetbalvaardigheden
28. SPELBEHEERSING
Het technisch-coördinatief OPLEIDINGSMODEL
• Initiatie voetbalspecifieke balvaardigheden
• Functioneel maken van balvaardigheden
• Positioneel maken van balvaardigheden
Positioneel
Functioneel COORDINATIEFASE
Analytisch
0 20 40 60 80
29. SPELBEHEERSING
MODULE 1
Motorische basisvaardigheden Opbouwzone beheersen
• Voetenwerk (snelle voetjes) OPBOUWEN
• Lichaamsgewicht op de voorvoeten centraal verdedigers
• In evenwicht en balans
(lichaamscontrole)
• Over de schouder kijken voor
balaanname
• Met gevoel en opgengedraaid de bal
aannemen
• Balaanname en lichtvoetig
doordraaien
• Bal strak doorspelen met gevoel
35. SPELBEHEERSING
MODULE 2
FLANKWISSEL / INFILTRATIE
SPELER INFILTREERT
MET BAL AAN DE VOET -
ZIJDELINGSE DRUK TEGENSTREVER -
SPELER AAN DE BAL MOET
‘WEGDRAAIEN’
TEGENSTREVER -
DIAGONALE OUT naar de FLANKSPELER.
36. SPELBEHEERSING
INITIATIE
Verandering vann richting
FYSIEK-COORDINATIEF TECHNISCH-COORDINATIEF
39. SPELBEHEERSING
MODULE 3
WAARHEIDSZONE
BEHEERSEN
Aanvallen door het
centrum
Scoren
Schijn- en passeerbewegingen + keuze
40. WAARHEIDSZONE BEHEERSEN
Aanvallen door het centrum
Scoren
41. WAARHEIDSZONE BEHEERSEN
Aanvallen door het centrum
Scoren
42. Thema: Juiste keuze: dribbel of passing Frontaal duel 1 tegen 1
Dribbel en maak een actie - ACTIE
Voer slechts dribbel uit als er niemand in gunstige positie vrijstaat (= pass is sneller dan snelste
speler) en er geen werkelijke doelkans is - ACTIE
Dribbel door een verandering van richting op het juiste moment, door een verandering van
snelheid of ritme en/of door middel van een schijnbeweging - VERSNEL
Speler weet wanneer hij moet dribbelen (niemand in gunstiger positie aanspeelbaar, geen
werkelijke doelkans en bij balverlies geen direct doelgevaar is) – GEEF of ACTIE
Kijk of er niemand beter aanspeelbaar is voor de dribbel in te zetten – KIJK
Neem initiatief en ga vol overtuiging voor het duel - DURF
Op het juiste moment de actie inzetten – ruimteperceptie- juiste timing - TIMING
43. JONGLAGE-SPELEN
1.
Frontkring inwaarts (4-8 spelers)
Bal hoog houden twee tijden.
Twee spelers centraal. Mogen passief storen
2.
Bal doorspelen. Meegeven aantal balcontacten
44. TENNISFOOT
1.
Twee ruimtes gescheiden door neutrale zone
Bal mag 1 x botsen, twee bal toetsen
2.
Tennisvoetbal met drie ploegen
Drie ruimtes kort op elkaar
Iedereen speelt tegen iedereen.
Speler start met 5 punten
45. SNELVOETENWERKSPELEN
1.
Twee zones 1 x 1 m,
Afstand drie meter
Bal inspêlen, twee baltoetsen
Bal mag niet buiten de zone komen
2.
Frontkring inwaarts 3 tot 4 spelers
Bal werpen naar elkaar
Middelste speler trachten aan te koppen
3.
Vier doeltjes – 3 spelers aan de buuitenkant
1 speler centraal met bal
Tracht door het vrije doeltje te dribbelen