2. Arm en rijk
arm
Welke drie
verschillen in
welvaart zie je
vanuit de lucht?
rijk
3. Hoe meet je welvaart?
•1 e
bnp per hoofd ($)
Alles dat in land wordt verdiend
= bnp/hoofd
Aantal inwoners
4. Hoe meet je welvaart?
• 2e
verdeling beroepsbevolking
Alle mensen die tegen betaling werken plus de werklozen
Indelen in drie sectoren. Welke?
bv. landbouw
bv. industrie
bv. diensten
5. Beroepsbevolking en welvaart
Wat is het verband tussen de verdeling van de beroepsbevolking en de
welvaart? Gebruik een hoe…hoe-zin.
6. Beroepsbevolking en welvaart
Hoe rijker, hoe minder
mensen in de landbouw Hoe armer, hoe meer mensen
werken en hoe meer in de werken in de landbouw en
dienstensector. hoe minder in de (formele)
dienstensector.
7. Nadelen bnp/hoofd
= $2
= $1
nadeel 1: nadeel 2:
1. De informele sector 2. De koopkracht van een dollar
telt niet mee. verschilt.
Conclusie:
In praktijk is de armoede lager / hoger dan uit bnp/hoofd blijkt.
8. Welvaart: centrum-semiperiferie-periferie
Duitsland = centrum:
• rijk
• dienstenmaatschappij
Maleisië =
Sudan = periferie: semiperiferie:
• arm • niet echt rijk
• sterk agrarisch • wel al veel industrie
9. Welzijn
Didier Drogba heeft niet te klagen.
Hij heeft ...
• geld
• alle voorzieningen die hij nodig
heeft
een hoog welzijn
10. Welzijn
In de krottenwijk van Abidjan, Ivoorkust, is het welzijn laag door:
• een lage koopkracht
• een lage levensverwachting
• een lage alfabetiseringsgraad
11. Onderwijs
In Kenia gaan
veel kinderen
niet naar
school omdat ...
• ze thuis moeten helpen de kost te verdienen
• de onderwijsvoorzieningen slecht of afwezig zijn,
vooral op het platteland
12. VN-welzijnsindex
Op welke andere wereldkaart lijkt deze kaart?
bnp/hoofd
Hoe komt dat?
Welvaart heeft grote invloed op koopkracht, levensverwachting en
onderwijs.
13. Verschillen in welvaart
Bijv.
China
Nadeel van deze kaart: je ziet geen verschillen in welvaart
binnen een land.
tussen mensen: tussen gebieden:
sociale ongelijkheid regionale ongelijkheid
18. Ongelijkheid in Groot-Brittannië
Hoe noem je deze ongelijkheid?
Regionale ongelijkheid
De regionale ongelijkheid zie je aan …
• het verschil in werkloosheid
• het verschil aan inkomen per regio
19. Indeling van goederen naar bewerkingsgraad
halffabricaat:
platen, wielen
grondstof:
ijzererts
eindproduct:
trein
20. Globalisering
Wat heeft dit met globalisering te maken?
Je ziet dat bij het maken van een spijkerbroek steeds meer
gebieden met elkaar verbonden worden.
22. Oorzaken globalisering
• Multinationale ondernemingen (mno’s) werken over de
hele wereld.
• Handelsgrenzen tussen landen worden vager.
Denk aan:
• de uitbreiding van de EU
• China en India openen hun grenzen.
• Door moderne middelen ‘krimpt’ de wereld.
transport: communicatie:
steeds groter computer, satelliet
en sneller
24. Gevolgen globalisering
Productie van goederen steeds meer naar lagelonenlanden.
A B
Wat heeft A met B te maken?
Door verplaatsing van een deel van de industrie vanuit GB naar
India daalt de werkgelegenheid in GB en stijgt in India.
25. Gevolgen globalisering
• Productie van goederen steeds meer naar lagelonenlanden.
• De semiperiferie wordt belangrijke producent van goederen
en diensten.
Maar de rijke landen spelen nog steeds de hoofdrol.
Hoe zie je dat?
27. Gevolgen globalisering
Niet alle gebieden en alle mensen op aarde profiteren
van de globalisering.
Grote delen van Afrika doen bv.
niet mee in de wereldeconomie
omdat zij:
• geen belangrijke hulpbronnen
(olie, grondstoffen) hebben
• niet interessant zijn voor mno’s
• slecht worden bestuurd,
onrustig zijn.