1. Welkom Voorganger dhr Dickhof Organist Johannes de Vries Thema:”God laat je niet in de steek”
2.
3. Grijp toch de kansen, door God u gegeven. Kort is uw zijn hier, de tijd snelt daarheen. Wat toch blijft over, o zeg, van dit leven? D'arbeid der liefde, gedaan om u heen.
4. Refrein: Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend. Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.
5. 2 Geef dan uw tijd niet aan ijdele zorgen. Help hen, die vielen, breng troost in hun smart. O, laat uw licht schijnen, blij als de morgen. Wijs op de Heiland, die rust geeft voor 't hart.
6. Refrein: Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend. Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.
7. 3 Weet, al uw arbeid, uw lijden voor Jezus, 't wordt door Hem zelven geschat naar zijn waard', en eens daarboven, daar vinden we weder, vruchten van 't zaad, dat wij strooiden op aard.
8. Refrein: Niets is hier blijvend, niets is hier blijvend. Alles, hoe schoon ook, zal eenmaal vergaan. Maar wat gedaan werd uit liefde tot Jezus, dat houdt zijn waarde en zal blijven bestaan.
9. Welkom Voorganger dhr Dickhof Organist Johannes de Vries Thema:”God laat je niet in de steek”
10.
11. 1 Jezus, ga ons voor deze wereld door, en U volgend op uw schreden gaan wij moedig met U mede. Leid ons aan uw hand naar het vaderland.
12. 2 Valt de weg ons lang, zijn wij klein en bang, sterk ons, Heer, om zonder klagen achter U ons kruis te dragen. Waar Gij voor ons tradt, is het rechte pad.
13. 3 Krimpt ons angstig hart onder eigen smart, moet het met de ander lijden, Jezus, geef ons kracht tot beide. Wees Gij zelf het licht dat ons troost en richt.
14. 4 In de woestenij, Heer, blijf ons nabij met uw troost en met uw zegen tot aan 't eind van onze wegen. Leid ons op uw tijd in uw heerlijkheid.
15. Votum en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
16.
17. Zoekt eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en dit alles krijgt u bovendien. Hallelu, halleluja. Refrein: Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
18. Men kan niet leven van brood alleen, maar van ieder woord dat door de Heer gesproken wordt. Hallelu, halleluja. (refrein) Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
19. Bidt en u zal gegeven zijn, zoekt en gij zult het zien, klopt en de deur zal voor u opengaan. Hallelu, halleluja. (refrein) Halleluja, halleluja, halleluja, hallelu, halleluja.
20.
21.
22.
23.
24.
25.
26. 1. Zouden wij ook eenmaal komen, waar de levensstroom ontspringt, en aan d' altijd groene zomen, Christus' Kerk Zijn lof steeds zingt?
27. Laat ons streven eens te komen, aan de zilv'ren, zilv'ren stromen, waar aan d' altijd groene zomen, Christus' Kerk 't Hosanna zingt.
28. 2 Zalig, heerlijk zal 't ons wezen, daar, verlost van zonde en pijn, rein van alle smet genezen, meer dan d' englen Gods te zijn.
29. Laat ons streven eens te komen, aan de zilv'ren, zilv'ren stromen, waar aan d' altijd groene zomen, Christus' Kerk 't Hosanna zingt.
30. 3 Laat ons in die hope leven; God, Die ons haar vreugde biedt, wil Zijn Geest als pand ons geven, dat genade ons is geschied.
31. Laat ons streven eens te komen, aan de zilv'ren, zilv'ren stromen, waar aan d' altijd groene zomen, Christus' Kerk 't Hosanna zingt.
32. 4 Haastig spoedt ons leven henen, maar het uur breekt spoedig aan, dat, van hemelglans omschenen, saam voor Jezus' troon wij staan.
33. Laat ons streven eens te komen, aan de zilv'ren, zilv'ren stromen, waar aan d' altijd groene zomen, Christus' Kerk 't Hosanna zingt.
34.
35.
36. Ik weet, dat mijn verlosser leeft Dit is het, wat mij troost hier geeft. Hij leeft, die voor mij stierf. Hij leeft! Dit maakt mij altijd blij. Hij leeft! Mijn Heiland, die voor mij een levenskroon verwierf.
37. Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft. Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft
38. Hij leeft in majesteit omhoog. Hij leeft! Op Hem rust steeds mijn oog. Mijn Heiland pleit voor mij! Zijn liefde vult mijn kinderhart. Hij leeft! Dit neemt weg al mijn smart. Mijn Heiland leeft voor mij.
39. Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft. Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft
40. Gij, die nog niet voor Jezus leeft, neemt aan het leven, dat Hij geeft. Geen leven zonder Hem! Hij leeft! Hij roept u: "Komt tot Mij!" Hij leeft! o, vlucht nu aan Zijn zij, dan leeft ook gij voor Hem.
41. Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft. Hij leeft! Hij leeft! Ik weet, dat mijn Verlosser leeft
42.
43. 1 Zie, mijn knecht, die Ik ondersteun; mijn uitverkorene, in wie Ik een welbehagen heb. Ik heb mijn Geest op hem gelegd: hij zal de volken het recht openbaren. 2 Hij zal niet schreeuwen noch zijn stem verheffen, noch die op de straat doen horen.
44. 3 Het geknakte riet zal hij niet verbreken en de kwijnende vlaspit zal hij niet uitdoven; naar waarheid zal hij het recht openbaren. 4 Hij zal niet kwijnen en niet geknakt worden, tot hij op aarde het recht zal hebben gebracht; en op zijn wetsonderricht zullen de kustlanden wachten.
45. 5 Zo zegt God, de HERE, die de hemel schiep en hem uitspande; die de aarde uitbreidde met alles wat daaruit ontsproot; die aan de mensen die daarop wonen, de adem gaf en de geest aan hen die daarop wandelen: 6 Ik, de HERE, heb u geroepen in gerechtigheid,
46. uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht der natiën: 7 om blinde ogen te openen, om gevangenen uit de kerker te leiden, uit de gevangenis wie in duisternis gezeten zijn.
47.
48. 1. Als g' in nood gezeten, geen uitkomst ziet, wil dan nooit vergeten: God verlaat u niet. Vrees toch geen nood! 's Heren trouw is groot, en op 't nacht'lijk duister, volgt het morgenrood.
50. 2. God blijft voor u zorgen, goed is de Heer, en met elke morgen, keert Zijn goedheid weer. Schoon g' in 't verdriet, nergens uitkomst ziet, groter dan de Helper, is de nood toch niet.
51. Wat ons ontviele, Redder in nood, red slechts onze ziele, uit zond' en dood.
52.
53.
54. God is hier, Hij wil ons zeeg’nen Met des Heil’gen Geestes kracht: Zie de wolk hangt zwaar reeds neder, straks daalt regen op wie wacht.
55. Koor: Wil nu komen, Heer!- wij smeken ‘t Zend een stroom van zegen neer; Zie ons wachten, zie ons wachten. Zend nieuw leven, dierb’re Heer!
56. God is hier, hier in ons midden. Wij aanbidden Zijne naam: O, dat Zijn gena’verkwikke U en mij en allen saam.
57. Koor: Wil nu komen, Heer!- wij smeken ‘t Zend een stroom van zegen neer; Zie ons wachten, zie ons wachten. Zend nieuw leven, dierb’re Heer!
58. God is hier, wij zenden smekend dit gebed tot Zijne troon. Dat elk hart van liefdeóntbrande, door Zijn liefdín Zijn Zoon.
59. Koor: Wil nu komen, Heer!- wij smeken ‘t Zend een stroom van zegen neer; Zie ons wachten, zie ons wachten. Zend nieuw leven, dierb’re Heer!
60. Heiland, wil genadig horen, in vertrouwen smeken w’ U: Open ons de hemel venst’ren, zend een rijke zegen nu.
61. Koor: Wil nu komen, Heer!- wij smeken ‘t Zend een stroom van zegen neer; Zie ons wachten, zie ons wachten. Zend nieuw leven, dierb’re Heer!
62.
63.
64.
65. Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u. Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u.
66. Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u vrij. Blijft in mijn vrede, blijft in Mij. Mijn woord moet in u zijn, dat maakt u vrij.
67. Ontvangt mijn Geest, heilige Geest. Hij zal u leiden, weest niet bevreesd. Ontvangt mijn Geest, heilige Geest. Hij zal u leiden, weest niet bevreesd.
68. Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u. Vrede zij u, vrede zij u, gelijk Mij de Vader zond, zend Ik ook u.