1. De Heer is waarlijk opgestaan!! Welkom Voorganger ds Kuiper organist Johannes de Vries
2. Elb. 125 : 1 Geprezen zij de Heer die eeuwig leeft, die vol ontferming ieder troost en alle schuld vergeeft, die al het aards gebeuren vast in handen heeft.
3. Refrein: Hem zij de glorie, want Hij die overwon zal nooit verlaten wat zijn hand begon. Halleluja, geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op zich nam.
4. 2 Verdreven is de schaduw van de nacht, en wie Hem wil aanvaarden wordt eens veilig thuisgebracht. Voor hem geldt ook dit wonder: alles is volbracht.
5. Refrein: Hem zij de glorie, want Hij die overwon zal nooit verlaten wat zijn hand begon. Halleluja, geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op zich nam.
6. 3 Hij doet ons dankbaar schouwen in het licht, dat uitstraalt van het kruis, dat eens voor ons werd opgericht; en voor ons oog verrijst een heerlijk vergezicht.
7. Refrein: Hem zij de glorie, want Hij die overwon zal nooit verlaten wat zijn hand begon. Halleluja, geprezen zij het Lam, dat de schuld der wereld op zich nam.
8. De Heer is waarlijk opgestaan!! Welkom Voorganger ds Kuiper organist Johannes de Vries
9. Elb. 122 : 1 Daar juicht een toon, daar klinkt een stem, die galmt door gans‘ Jeruzalem; een heerlijk morgenlicht breekt aan: de Zoon van God is opgestaan!
10. Elb. 122 : 2 Geen graf hield Davids Zoon omkneld, Hij overwon, die sterke Held, Hij steeg uit 't graf door eigen kracht, want Hij is God, bekleed met macht!
11. Elb. 122 : 3 Nu jaagt de dood geen angst meer aan, want alles, alles is voldaan; wie in geloof op Jezus ziet, die vreest voor dood en duivel niet.
12. Elb. 122 : 4 Want nu de Heer is opgestaan, nu vangt het nieuwe leven aan, een leven door zijn dood bereid, een leven in zijn heerlijkheid!
13. Stil gebed Votum en groet Ere zij de Vader en de Zoon En de Heilige Geest, Als in den beginne, nu en immer, En van eeuwigheid tot eeuwigheid. Amen.
14. Ps. 118 : 7 Ontsluit, ontsluit nu voor mijn schreden de poorten der gerechtigheid. Laat mij de voorhof binnentreden en loven 's HEREN majesteit.
15. Dit is de poort, de poort des HEREN, Gods knechten zullen binnengaan. God van mijn heil, U wil ik eren, nu ik uw antwoord heb verstaan.
16. Ps. 118 : 10 De HEER is God, zijn gunst verheugde ons oog en hart met vrolijk licht. Nu worde 't offer onzer vreugde op zijn altaren aangericht.
17. Gij zijt mijn God, U zal ik prijzen, o God, U roemen wijd en zijd. Laat aller lof ten hemel rijzen: Gods liefde duurt in eeuwigheid.
19. U kennen, uit en tot U leven, Verborgene die bij ons zijt, zolang ons 't aanzijn is gegeven, de aarde en de aardse tijd, o Christus, die voor ons begin en einde zijt, der wereld zin!
21. Gez. 75 : 12 O Christus, ons van God gegeven, Gij tot in alle eeuwigheid de weg, de waarheid en het leven, Gij zijt de zin van alle tijd. Vervul van dit geheimenis uw kerk die in de wereld is.
27. Elb. 427 : 1 Jezus deed de dood teniet. Zing daarom het hoogste lied. Refrein: De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja
28. Vrouwen uit Jeruzalem, kwamen vroeg en zochten Hem. Refrein: De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja
29. En hoe groot was hun verdriet, want zij vonden Jezus niet. Refrein: De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja
30. Maar een engel sprak hen aan: "Die gij zoekt is opgestaan.“ Refrein: De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja
31. "Denkt toch aan zijn eigen woord, dat gij vroeger hebt gehoord.“ Refrein: De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja
32. "Hij, de grote mensenzoon, gaat door 't graf heen naar zijn troon.“ Refrein: De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja
33. "Zoekt Hem bij de doden niet, maar zingt mee het hoogste lied.“ Refrein: De Heer is waarlijk opgestaan, halleluja Wij gaan, tot straks!!
34. Gedicht Wat betekent het Paasfeest nog voor U? Is het nog steeds een groot feest, of denkt u meer aan het hier en het nu en is het niet meer zoals het is geweest ?
35. Vroeger ging een ieder naar de kerk, om het blijde Paasfeest te beleven, het onbegrijpelijke wonder van Gods werk. Dat Hij zijn leven voor ons heeft gegeven.
36. Het is nog precies zo, vandaag de dag, we mogen feestvieren en blijde zingen, waarin het lied niet zwijgen kan of mag over die wonderlijke grote dingen.
37. Jezus, die onze Heiland wil zijn, heeft voor ons de dood overwonnen, voor een ieder groot en klein. Een geheel nieuw leven is begonnen.
38. Om ons te redden is Hij opgestaan. Voor deze wereld heeft Hij geleden en heeft de lijdenstijd doorstaan. Hij heeft voor ons de strijd gestreden
39. Halleluja, lof zij de Heer, Die eeuwig leeft. Zijn naam zij al de eer. Hij die ons het leven geeft.
40. Nu hebben wij niets te vrezen, Jezus leeft en wij met Hem. Hij is uit het graf verrezen. Luister dan naar Zijn stem.
41. Laten wij zoals het altijd is geweest, de opstanding van Jezus blijven gedenken. van harte, vrolijk en blij van geest en Hem ons vertrouwen schenken.
42. Lezen Lukas 24 : 1 t/m 12 1 maar op de eerste dag der week gingen zij reeds vroeg in de morgenstond met de specerijen, die zij gereedgemaakt hadden, naar het graf. 2 Zij vonden de steen van het graf afgewenteld, 3 en toen zij er ingegaan waren, vonden zij het lichaam van de Here Jezus niet.
43. 4 En het geschiedde, terwijl zij daarover in verlegenheid waren, dat, zie, twee mannen in een blinkend gewaad bij haar stonden. 5 En toen zij zeer verschrikt werden en haar aangezicht ter aarde neigden, zeiden dezen tot haar: Wat zoekt gij de levende bij de doden?
44. 6 Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinnert u, hoe Hij, toen Hij nog in Galilea was, tot u gesproken heeft, 7 zeggend, dat de Zoon des mensen moest overgeleverd worden in de handen van zondige mensen en gekruisigd worden en ten derden dage opstaan.
45. 8 En zij herinnerden zich zijn woorden, 9 en teruggekeerd van het graf, boodschapten zij dit alles aan de elven en aan al de anderen. 10 Dit waren dan Maria van Magdala, en Johanna, en Maria, (de moeder) van Jakobus. En de anderen, die met haar waren, zeiden dit aan de apostelen.
46. 11 En deze woorden schenen hun zotteklap en zij geloofden haar niet. 12 [Doch Petrus stond op en liep snel naar het graf. En toen hij zich bukte, zag hij alleen de windsels. En hij ging weg, bij zichzelf verbaasd over wat er mocht gebeurd zijn.]
48. JdH 391 – 1, 3 Wees gegroet, Gij eert’ling uit de graven, Overwinnaar van den dood, Heiland, die gestorven en begraven, Opstond uit des aardrijks schoot.
49. U zij lof, aanbidding, dank en ere, U, verrezen Midd’laar, Heer der Heeren Die den vijand overwon, Wien de dood niet houden kon.
50. 3 Wil Uw heilig leven in ons sterken, Opgestane Levensvorst! En die hemelliefde in ons werken, Waarnaar onze ziele dorst.
51. Openbaar in ons Uw Godd’lijk leven, Dat Uw beeld door ons word’ weergegeven. Kom, verlos Uw volk, o Heer! Toef, o Heiland, toef niet meer.
52. Verkondiging: De opstanding als vervulling van Christus’ woorden: 1. Door de vrouwen niet gekend; 2. Door de engelen gepredikt; en 3. Door de discipelen betwijfeld
53. Koor: Jezus leeft in eeuwigheid, zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven.
54. Straks als er een nieuwe dag begint, en het licht het van het duister wint, mag ik bij Hem binnengaan, voor zijn troon gaan staan. Hef ik daar mijn loflied aan:
55. Koor: Jezus leeft in eeuwigheid, zijn sjaloom wordt werkelijkheid. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van mijn leven.
56. Straks wanneer de grote dag begint, en het licht voor altijd overwint, zal de hemel opengaan, komt de Heer er aan. Heffen wij dit loflied aan:
57. Jezus komt in heerlijkheid, zijn sjaloom wordt wereldwijd. Alle dingen maakt Hij nieuw. Hij is de Heer van ons leven.
58. Christus leeft (Nel Benschop) Ik denk, hoe Gij gestorven zijt aan ‘t kruis, hoe wij het zagen – en weer overgingen tot d’ orde van de dag. Hoe w’ in ons huis soms nog een kruis in onze kamers hingen.
59. Dan denk ik aan de vlam, die brandt op ‘t graf van de soldaat, wiens naam geen mens kan noemen, en die zijn leven voor de vrijheid gaf. Die vlam brandt eeuwig voort, omringd door bloemen.
60. Zó hebben wij, o Heer, met U gedaan: wij hebben U met pracht en praal begraven, wij dragen naar Uw tombe bloemen aan, zoals wij doen voor wie hun leven gaven.
61. En daarmee achten w’ onze plicht vervuld: wij hebben U de laatste eer bewezen. Maar, Heer, juist dìt is onze grote schuld: Wij zijn vergeten, dat Gij zijt verrezen!
62. Danken en bidden collecte 1 ste kindertehuis Horeb 2 de eigen gemeente Daarna ELB 132 U zij de glorie
63. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie nu en immer meer. Uit een blinkend stromen daalde d'engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immer meer.
64. Zie Hem verschijnen, Jezus, onze Heer, Hij brengt al de zijnen in zijn armen weer. Weest dan volk des Heren blijde en welgezind en zegt telkenkere: "Christus overwint." U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer.
65. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft? In zijn goddelijk wezen is mijn glorie groot; niets heb ik te vrezen in leven en in dood. U zij de glorie, opgestane Heer, U zij de victorie, nu en immermeer.
66. Zegen Amen, amen, amen! Dat wij niet beschamen Jezus Christus onze Heer, amen, God, uw naam ter eer!
67. Vanavond om 19.00 uur ds Bijleveld Thema: ”Met Pasen gaat de wereld uit z’n bol!!!!!!!”