4. Opdr 2
Waar let jij op als je kleding koopt?
..........................................................................
..........................................................................
..........................................................................
..........................................................................
..........................................................................
..........................................................................
6. Opdr 5
Er zitten ........ leerlingen in het lokaal
......... llnn krijgen kleedgeld
Gemiddeld krijgen ze ............ euro
Gemiddeld geven ze ......... per maand uit.
........... llnn kopen samen met iemand
...........llnn kopen wel eens merkkleding
.......... llnn krijgen wel eens kleren
7. Opdr 6
• Ik krijg ............... euro
kleedgeld per maand
• Gemiddeld krijgen jongeren
van mijn leeftijd .....
Ja, ik had het goed geschat
Nee, ik dacht dat het meer
was
Nee, ik dacht dat het minder
was
8. Opdr 7
Esmé krijgt 50 euro kleedgeld per maand
Welke kledingstukken moet ze daar van
betalen vind jij?
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
9. Opdr 7
Welke kledingstukken hoeft ze niet te betalen,
vind jij?
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
10. Opdr 7
Wat kan Esmé doen als ze niet genoeg
kleedgeld heeft?
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
...............................................................................
12. Opdr 8
Pak infoboek
Lees: kleedgeld blz 99
Lees: welke kleding koop je? Blz 100
Lees: Waar let je op? Blz 100
13. Opdr 10
Rick gaat met zijn vriend Jop de stad in.
Ze hebben net kleedgeld gekregen.
Rick koopt een broek bij H&M.
Jop wil schoenen.
Hij koopt Nike-schoenen in een sportwinkel.
Toevallig is het vandaag markt.
Jop stopt bij een kledingkraampje.
Kijk nou wat een gaaf shirt, zegt hij.
Dat ga ik kopen.
Mijn moeder heeft vorige week net zo’n shirt
14. Voor mij besteld bij de Wehkamp, zegt Rick.
Ik wil nog even bij de Second-Hands kijken, zegt
Jop. Daar hebben ze coole kleding.
In de winkel hangt een heel leuke trui.
Jop past hem en betaalt bij de kassa.
De jongens kopen kleding op allerlei plaatsen.
15.
16. Opdr 11
met wie ben jij het eens?
Ik hoef geen kleedgeld.
Mijn moeder betaalt
mijn kleding. Dat is
hartstikke handig.
Ik vind kleedgeld
geweldig. Vroeger had
ik altijd ruzie over
kleding met mij moeder.
Dan kreeg ik alleen wat
zij mooi vond. Nu
bepaal ik het lekker zelf.
17. Opdr 12
Kopen 100 euro
Huren 20 euro
Lenen van een vriendin
2e
hands kopen 30 euro
Zelf maken 20 euro