SlideShare a Scribd company logo
1 of 173
Download to read offline
DEEL 6
INVLOED VAN WATER OP
    ECOSYSTEMEN
Inhoudstafel
          3 Abiotische factoren: licht, nutriënten, water en temperatuur
           4 Water is absoluut noodzakelijk voor alle levensprocessen
                                5 De watercyclus
                     6 – 7 De waterbalans in een landschap
                            8 – 9 Water en biotopen
      10 – 12 Voorbeeld van een voedselweb van een brakke riviermonding
                                13 – 16 Bronnen
                              17 – 20 Moerassen
                         21 – 25 Salamanders in België
                     26– 37 Insectenhabitats bij het water
          38 – 40 Ecologische gevolgen luchtvochtigheid voor insecten
                41 – 43 Water als beperkende factor voor dieren
                 44 – 45 Aanpassing aan lage luchtvochtigheid
46 – 58 Waterbalans geïllustreerd door dieren en planten aangepast aan woestijnen
                  59 – 64 Osmoregulatie in zoet en zout water
             65 – 68 Temperatuurstratificatie van diepere wateren
                       69 – 86 Waterregulatie bij planten
                      87 – 95 Waterplanten of hydrofyten
              96 – 113 Water als beperkende factor voor planten
                       114 – 117 Water en zaadkieming
               118 – 126 Kwaliteitsbepaling met biotische index
                    127 – 131 Case-studie: het Baikalmeer
       132 – 145 Beknopt overzicht van de ecologie van oceanen en zeeën
               146 – 158 Enkele verwijzingen naar andere delen
                    159 – 173 Referenties en literatuurlijst
Abiotische factoren: licht, nutriënten,
            water en temperatuur
                                     • Elk biotoop is afhankelijk van
                                       water
                                     • Water is een abiotische
                                       factor, belangrijk in elk
                                       ecosysteem
                                     • Elk organisme heeft een
                                       verschillende tolerantie en
                                       beperkende waarden in een
                                       gemeenschap t.o.v. water
                                     • Een toename van
Schaatsenrijder (Gerris lacustris)     broeikasgassen kan voor
                                       droogte zorgen, die vooral
                                       voelbaar zal zijn in het hart
                                       van de continenten
Water is absoluut noodzakelijk voor
       alle levensprocessen
               1)   Als solvens en reactiemedium:
                    reacties verlopen slechts in het
                    waterig midden van celplasma
               2)   Als reagens in tal van
                    biochemische reacties
               3)   Als transportmedium: transport
                    tussen cellen kan slechts met
                    opgeloste stoffen; voor dieren is
                    het bloed dit transportmedium
               4)   Turgor: turgescente bladeren
                    zijn uitgespreid, huidmondjes
                    worden geopend o.i.v. turgor-
                    water-druk
               5)   Als bescherming tegen
                    opwarming wegens de grote
                    soortelijke warmte van water
               6)   Bevruchting gebeurt veelal in
                    water
De watercyclus
                                     • Regen komt terecht in
                                       rivieren, oceanen, meren
                                       en grondwater
                                     • Organismen nemen water
                                       op en geven het weer af
                                       door transpiratie
                                     • Terrestrisch en oceanisch
                                       water evaporeert
                                     • Evapotranspiratie van water
                                       condenseert tot regen
                                     • Grondwater komt aan de
                                       oppervlakte als bronwater
                                     • Verschillende plantvormen
Neilsons vergelijking zegt dat de      (grassen, struiken,
neerslag gelijk is aan de som van      loofbomen,…) hebben
het afstromend water en de             verschillende fysiologische
                                       vereisten…
evapotranspiratie                    • ... waarbij aanwezigheid
Evapotranspiratie is de som van de     van water de belangrijkste
totale hoeveelheid water dat           parameter is voor de
verdampt in een landschap en de        verspreiding van biomen
transpiratie door de organismen
De waterbalans in een landschap
               • Neerslag kan direct op de grond
                 vallen of opgevangen worden
                 door de bomen en planten
               • Het opgevangen water zal
                 evaporeren of doorsijpelen naar
                 de bodem
               • Als water op de bodem
                 terechtkomt komt, kan het
                 afvloeien, evaporeren of
                 infiltreren in de bodem
               • Grassen zijn afhankelijk van het
                 water in de toplaag; bomen en
                 struiken drinken water uit de
                 toplaag en diepere bodemlagen
               • Het water dat tot de diepste
                 bodemlaag dringt, voedt het
                 grondwater, dat eventueel
                 afstroomt
De waterbalans in een landschap
              • Neilson stelde dat het seizoen
                bepalend is voor de waterbalans
              • De neerslag in de zomer is
                vooral beschikbaar voor ondiep
                wortelende grassen
              • Winterregen en vooral sneeuw
                vindt zijn weg naar de diepere
                bodemlagen en is dus van groot
                belang voor struiken en bomen
              • Veel van het opgenomen water
                komt in de atmosfeer terecht
                door plantaardige transpiratie
              • Elke vegetatie maakt zoveel
                transpiratie-oppervlakte aan om
                het water van de bodem
                optimaal te benutten
              • In natte jaren zal een vegetatie
                meer blad dragen dan in droge
Estuarium van Favorite Bay, Angoon, Alaska
Water en biotopen
                                         • Zoetwaterbiotopen
                                           zijn rivieren, meren,
                                           bronnen, moeras,
                                           veen, gletsjers en
                                           ijskappen
                                         • Verder is natuurlijk
                                           het grondwater zoet
                                         • Zoutwaterbiotopen of
                                           mariene biotopen zijn
                                           zeewater- en
                                           kustwaterbiotopen
                                         • Waar een riviermond
Een estuarium is een trechtervormige       mixt met zeewater is
riviermonding met brak water en veelal     er brak water
grote natuurwaarde
Estuarium van de Schelde, België
Voorbeeld van een voedselweb van
         een brakke riviermonding
                              • Na een verblijf tot 15 jaar in zoet
                                water, trekken palingen (Anguilla
                                anguilla) naar hun paaigronden in
                                de Sargassozee
                              • Als wilgebladlarven laten ze zich
                                bijna 2 jaar meevoeren door de
                                golfstroom tot ze aankomen als
                                glasaaltje aan het continentaal plat
                              • Aangetrokken tot de geuren van
Enkele brakwatersoorten         het zoet water trekken ze m.b.v.
zijn de Europese karper         getijdenbewegingen de rivieren op
(Cyprinus carpio), de         • De harde scheiding door dammen,
roodborstzonnebaars             dijken en inpolderingen zijn
(Lepomis auritus) en de         ongunstig voor de metamorfose bij
forelbaars (Micropterus         de mondingen waar tijd nodig is
salmoides) centraal op de       voor de aanpassing aan het lagere
tekening; de laatste 2 zijn     zoutgehalte
exoten in Europa
Om zoet water te bereiken is geen barrière te groot voor glasaaltjes;
ze klimmen tegen verticale obstakels aan of trekken zelfs over land
Visladders kunnen helpen bij dodelijke kleine turbines bij dammen
Bronnen
                                 • Bronnen of brongebieden zijn
                                   plaatsen waar op natuurlijke
                                   wijze, op een klein of groot
                                   oppervlak, grondwater uittreedt
                                 • Grondwater en dus ook bronwater
                                   heeft het jaarrond een
                                   temperatuur van ±10°, waardoor
                                   sommige soorten enkel nabij
                                   bronnen voorkomen
                                 • Het water heeft een tamelijk hoge
                                   stroomsnelheid; in de zomer is
Beekbegeleidende bron met          het daarom én door de lage
associatie van verspreidbladig     temperatuur zeer zuurstofrijk
goudveil (Chrysosplenium         • Bij beheer moet rekening
alternifolium)                     gehouden met de factor licht,
Zeldzaam door verlaging van        daar straling de temperatuur
                                   beïnvloedt
de waterstand in hoogveen of
landbouwgebied                   • Ideaal habitat voor goudveil
                                   (Chrysosplenium sp.), bittere
Het is een schaduwplant met        veldkers (Cardamine amara),
ontwikkeling en bloei in           bronkruid (Montia fontana)…
vroege voorjaar
Mineralenarme en droogvallende bronnen kunnen
bekleed zijn met bronkruid (Montia fontana)
Het biotoop van de gewone bronlibel (Cordulegaster boltonii)
bestaat uit O2-rijke, altijd waterhoudende bronnen omdat de
nimfen lang (3 tot 4 jaar) in het water leven
Moerassen
                             • Moeras ontstaat in stilstaand
                               voedselrijk, zoet water achter de
                               duinen, in overstromingsvlakten van
                               rivieren of in kwelgebieden langs
                               zandgronden en in beekdalen
                             • De bodem is zeer nat, voedselrijk en
                               matig zuur tot neutraal
                             • Typische planten zijn hoge grassen bv.
                               riet (Phragmites australis) en rietgras
H. Bleker, staatsecretaris     (Phalaris arundinacea), zeggen (Carex
voor landbouw, verrast         sp.) en galigaan (Cladium mariscus)
heel Gelderland door het
                             • Het rietland kan open zijn en bevolkt
natuurgebied Teeslinkven
                               met orchideeën, poelruit (Thalictrum
van de lijst te schrappen
                               flavum), blauwe knoop (Succisa
als beschermd gebied
                               pratensis) en andere fraaie flora
Dit galigaanmoeras is een
toevluchtsoord voor de       • Moerassen zijn bedreigd door
gevlekte witsnuitlibel         vermesting, verdroging en verbossing
(Leucorrhinia pectoralis)    • Zoete en zoute kwel en inbraken
                               vanuit zee of rivieren zijn afgezwakt
In België ontbreken populaties van de witsnuitlibel, het aandeel van
de Nederlandse populaties in de Atlantische regio is aanzienlijk
Ze gedeien goed in krabbenscheervegetaties met helder water
De nimfen zijn overdag jagende oogjagers, gevoelig voor
vispredatie en hebben dus voldoende schuilmogelijkheden nodig
Meanders van rivieren doen het water vertragen en vormen zo een
moerassige paaiplaats voor de snoek en een broedplaats voor de
blauwborst (Luscinia svecica) en de door riet beschutte roerdomp
(Botaurus stellaris), ernstig bedreigd in Vlaanderen met ten
hoogste 13 broedparen tussen 1994 en 2005 (o.a. Maten, Genk)
De vijf salamandersoorten in België: de kleine watersalamander
(Lissotriton vulgaris), de vinpootsalamander (L. helveticus), de
alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris), de kamsalamander
(Triturus cristatus) en de vuursalamander (Salamandra salamandra)
Salamanders in België
        • De kleine watersalamander is na
          de bruine kikker (Rana temporaria)
          en de pad (Bufo bufo) de meest
          voorkomende amfibie in de Benelux
        • Hij stelt weinig eisen aan zijn
          biotoop en kan in alle zonnige met
          onderwatervegetatie begroeide
          kleine watertjes gevonden worden
        • De vinpootsalamander is de
          kleinste soort en komt voor in
          waters die de kleine
          watersalamander mijdt omdat ze
          te zuur of te voedselarm zijn bv.
          in heidevennen
        • Verspreiding van de
          vinpootsalamander in Europa
Salamanders in België
                              • De alpenwatersalamander is een
                                vrij algemene amfibie, die bossen,
                                parken en natuurtuinen verkiest
                              • Buiten de paaitijd leven ze buiten
                                water en zijn vooral ‘s nachts actief
                              • De kamsalamander is de grootste
                                inheemse watersalamander en
                                komt voor in kleinschalige
                                agrarische gebieden bij overgang
De kamsalamander houdt          van bos naar grasland
stand in enkele geïsoleerde   • Gebieden met hagen, houtwallen
populaties                      en rietkragen en vochtige bosjes
Deze isolatie en het omvormen   zijn z’n lievelingsbiotoopjes
van natuurlijk grasland naar  • In kleine wateren is hij in staat
akker is desastreus             andere amfibieën weg te
Door het aanleggen van poelen   concurreren
kan de soort een beetje       • Zijn areaal is in Nederland met
uitbreiden, zoals in Twente     1/3 afgenomen
Salamanders in België
                               • Ook de vuursalamander komt voor
                                 in enkele geïsoleerde populaties
                               • Kalkrijke bronbossen, vochtige
                                 beukenbossen en beekrijke
                                 hellingbossen vormen het biotoop
                               • In België komt hij vooral voor ten
                                 zuiden van Samber en Maas en er
                                 zijn enkele populaties in de
                                 Vlaamse Ardennen, de Voerstreek
Bedreigingen voor salamanders    en Vlaams-Brabant
in het algemeen zijn           • De microhabitat bestaat uit de
verstoringen van loofbossen en   strooisellaag van bladeren,
aanplantingen van naaldbossen    stukken schors, boomwortel en
Het aanleggen van wegen          andere vochtige plaatsen als
scheidt populaties van elkaar    verlaten muizenholen, onder
Watervervuiling, het verdwijnen stenen en omgevallen stronken,
van heldere bronbeekjes en de    in oude waterputten en in
forelkweek in bergbeken zijn     vochtige rotsspleten
nefast voor de vuursalamander
De vuursalamander wordt giftiger bij het ouder worden en
geeft dit aan belagers aan door zijn aposematische kleuren
Zijn belangrijkste verdediging is echter zijn schuwe gedrag
Insectenhabitats bij het water
          • Waterroofkevers bv. Ilybius sp. en
            de geelgerande watertor (Dytiscus
            marginalis) leven in zoet en
            vegetatierijk water
          • Het zijn enorme jagers met zelfs
            vissen en kikkers als prooi
          • Als goede vliegers gebruiken ze de
            maanreflectie om nieuw territorium
            te vinden
          • Deze waterbewoners scheppen lucht
            aan het oppervlak alvorens te duiken
          • Via sluitbare spiracula, segmentaal
            geplaatste openingen onder het
            elytra die aansluiten op de
            tracheolen, wordt een luchtbel als
            fysische kieuw aangelegd
          • Door O2-opname uit deze
            voorraadkamer zal nieuwe O2 vanuit
            het water de bel binnenkomen
Insectenhabitats bij het water
                                   • Luchtscheppers moeten steeds
                                     weer opduiken om hun luchtbel
                                     te verversen
                                   • Sommige larven hebben
                                     kieuwen die aansluiten op een
                                     gesloten tracheaal stelsel
                                   • Zo kunnen kokerjuffers
                                     (Trichoptera), nimfen van
                                     haften (Ephemeroptera),
                                     libellen (Odonata) en
Nimfen van Baetidae-haften           steenvliegen (Plecoptera)
                                     permanent onder water leven
hebben gepaarde kieuwen aan
ieder segment van het abdomen      • Het loodrecht van het lichaam
                                     wegstromen van het water
Het zijn kleine ovaalvormige         misleidt bovendien predatoren
kieuwen, wat erop wijst dat deze
                                   • Als het water uit het achterste
soort stromend water verkiest        van het diertje zou stromen, is
Het ritme van de kieuwen             het een te makkelijke prooi
controleert de stroming van het    • Haften zijn uiterst gevoelig aan
water en de toevoer van O2 en        vervuiling en worden gebruikt
zouten in het lichaam                om waterkwaliteit te evalueren
Insectenhabitats bij het water
            • Vijverlopers (Hydrometra
              stagnorum) en schaatsenrijders
              (Gerris lacustris) behoren tot
              verschillende families van
              oeverwantsen, maar jagen beiden
              op insecten in of op het water
            • Gebruik makend van de
              oppervlaktespanning dankzij
              superhydrofobe poten, beweegt de
              schaatsenrijder zich schokkend
            • De smallere vijverloper loopt
              trager en hoger en houdt zich
              dichter bij de oeverzone op
            • De schaatsenrijder vangt de prooi
              met z’n geklauwde voorpoten en
              doodt ze met een toxische steek
            • De vijverloper doorboort z’n prooi
              en zuigt ze met de lange snuit leeg
De schaatsenrijder gebruikt de voorpoten om zijn prooi vast te
houden, met de middelste schaatst hij, de achterste dienen als roer
De schaatsenrijder kent 2 generaties per jaar, waarbij de 1e
generatie nakomelingen quasi vleugelloos is en in de zomer paart
De 2e generatie is gevleugeld en kan nieuwe vijvers veroveren
Insectenhabitats bij het water
                                    • Met spatelachtige behaarde
                                      poten roeien bootsmannetjes
                                      schokkend en op hun rug
                                      tegen het wateroppervlak
                                    • Zo krijgen ze spartelende
                                      prooien vlug in het vizier
                                    • Daar ze geen kieuwen hebben,
                                      ademen ze via een adembuis
                                    • Een luchtbel hecht zich aan de
                                      hydrofobe harenkrans,
                                      waardoor de diertjes een
                                      zilverachtig uitzicht krijgen
Het gewone bootsmannetje            • Als ze niet zwemmen zijn ze
(Notonecta glauca) injecteert met     lichter dan water en stijgen op
zijn proboscis of zuigsnuit toxines • Dankzij kleine klauwtjes
en verteringssappen in een prooi      kunnen ze zich goed
Je licht hem beter niet uit het       vastgrijpen bij gevaar en tot
water, de beet is gemeen pijnlijk     6 uur onder water blijven
Mannetjes strijken met voorpoten • Deze veelvraten zijn efficiënte
tegen het lichaam serenades af        predatoren van muggenlarven
Insectenhabitats bij het water
                                       • Waterschorpioenen
                                         snorkelen via een buisje
                                         gevormd uit verbonden
                                         achterlijffilamenten
                                       • Haartjes aan het einde van
                                         het buisje nemen de
                                         oppervlaktespanning weg
                                         en voorkomen dat water
                                         binnenstroomt
                                       • Het lichaam is door de
                                         ingeademde lucht lichter
                                         dan water en blijft drijven
                                       • De voorvleugels verlenen
Als waterinsect is de waterschorpioen    de mimicry van een dood
(Nepa cinerea) een slechte zwemmer       blad, de achtervleugels
De zeer krachtige voorpoten met          zijn aposematisch rood
nagelvormige tarsi worden gebruikt     • Als een prooi te dicht
om de prooi te spietsen                  nadert, wordt deze snel
                                         gegrepen en geïnjecteerd
Met de andere poten kan hij via de
                                         met toxinen
bodem of planten naar het oppervlak
trappelen, een bel helpt bij navigatie
Behaarde rode bosmieren (Formica rufa) kunnen de relatieve
vochtigheid van hun nest bewaren door water aan te dragen
Het koepelnest van behaarde rode bosmieren heeft vele ventilatie-
openingen die ‘s nachts worden toegestopt om warmte te bewaren
Werksters waken over de helling van het nest om de solaire
instraling te optimaliseren
Na zonnebaden brengen werksters de warmte het nest in, waardoor
in de lente een temperatuur van 25° bereikt wordt, ideaal voor eileg
Ecologische gevolgen van
luchtvochtigheid voor insecten
              • Luchtvochtigheid en
                temperatuur treden steeds
                samen op
              • Een kwakkelwinter met een
                hoge luchtvochtigheid zorgt in
                de zomer voor minder vlinders
                en zweefvliegen door
                beschimmelde poppen of eitjes
              • Sociale insecten zoals mieren,
                termieten, bijen en wespen
                waken actief over de ideale
                nesttemperatuur
              • Zo voeren werksters van
                bosmieren water aan in de
                zomer en kunnen ze de
                nesttemperatuur in lente en
                zomer constant houden
              • Bijen gebruiken de afkoelende
                werking van hun vleugels om
                een overmatige verhitting van
                het nest tegen te gaan
Water als beperkende factor voor dieren




 In de Chihuahua- en Sonorawoestijn haalt de Amerikaanse
 woestijnrat (Neotoma albigula) zijn water uit xerofyten zoals
 cactussen, Navajo-yucca’s (Yucca baileyi) en Ephedra sp.
Water als beperkende factor voor dieren
                                  • Volledige Scaphiopus
                                    holbrookii-populaties broeden
                                    explosief, gestimuleerd door
                                    overvloedige regen bij een
                                    minimale temperatuur van 7°
                                  • De voortplanting gebeurt in
                                    tijdelijke poelen
                                  • De honkvaste kikkers
                                    verlaten hun holletje
                                    gemiddeld 29 dagen per jaar
                                  • Ook spinnen, slangen,…
De cryptische kikker Scaphiopus     houden een ondergrondse
holbrookii komt voor in het         droogteslaap en vermijden zo
zuidoosten van de VS                een te felle transpiratie door
Ze kunnen lokaal overvloedig        hoge temperaturen en
aanwezig zijn bij reproductief      watertekorten
succes door weervariaties
Aanpassing aan lage luchtvochtigheid
               • Door zich met z’n kop in een hoek
                 van 45° te richten tegen de
                 ochtendnevel in, accumuleren
                 zwartlijven (Stenocara sp.) miniscule
                 waterdruppeltjes (1-40 µm) in één
                 van de droogste plekken op aarde
                 nl. de Namibische woestijn
               • Gedragen door de wind hechten
                 druppeltjes zich aan hydrofiele
                 schildknobbeltjes omgeven door
                 hydrobe groeven
               • Door aggregatie overwinnen de
                 druppeltjes de zwaartekracht en de
                 woestijnwind en rollen naar de
                 monddelen van de kever
               • Synthetische materialen die de
                 schildtextuur nabootsen zijn veel
                 effectiever dan de bestaande
                 nevelvangende netten en kunnen
                 gebruikt worden om zuiver water te
                 winnen in woestijngebieden
Waterbalans geïllustreerd door dieren
 en planten aangepast aan woestijnen
                                     • We kunnen de waterbalans
                                       van landdieren als volgt
                                       opstellen:
                                     • wia = wd + wf + wa - we - ws
                                     • wia = het inwendig water
                                     • wd = water uit drank
                                     • wf = water uit voedsel
                                     • wa = waterabsorptie uit de
                                       lucht
                                     • we = evaporatiewater
                                     • ws = waterverlies door
Dromedarissen en kamelen zijn          uitscheiding of secretie van
meesters in wateropslag                urine, feces en mucus
Ze houden hun kop recht in de zon • Zowel de dromedaris
en reduceren zo de aan de zon          (Camelus dromedarius) als
                                       de saguarocactus
blootgestelde lichaamsoppervlakte      (Carnegiea gigantea)
Bovendien isoleert de dikke vacht en   vergaren massaal water als
i.p.v. te zweten kan hij evaporatie    het beschikbaar is en slaan
                                       het voor lange tijd op
beperken door de inwendige
temperatuur tot 7° te verhogen
Waterbalans geïllustreerd door dieren
 en planten aangepast aan woestijnen
                                  • We kunnen de waterbalans
                                    van planten als volgt
                                    opstellen:
                                  • wip = wr + wa - wt - ws
                                  • wr = de opname van water
                                    door de wortels
                                  • wa = waterabsorptie uit de
                                    lucht
                                  • wt = waterverlies door
                                    transpiratie
                                  • ws = waterverlies door
De stam van de saguarocactus kan    secrectie en reproductieve
enorme hoeveelheden water           structuren nl. nectar,
                                    vruchten en zaden
opslagen, die bij droogte
                                  • Organismen in verschillende
aangesproken worden                 omgevingen hebben een
Bij regen neemt hij water op door   variatie aan oplossingen
een dicht en ondiep cirkelvormig    ontwikkeld die de
                                    verschillende uitdagingen
wortelnetwerk waarvan de diameter   van het milieu met zich
ongeveer overeenkomt met de         meebrengen
hoogte van de cactus
Wangzakmuizen (Heteromyidae) zoals de Pacifische kangoeroegoffer
(Dipodomys agilis) leven in droogste gebieden van Mexico en de VS
Ze overleven op de vrijzetting van water bij de metabolische afbraak
van zaden en hoeven niet te drinken: C6H12O6+6 O2→6 CO2 + 6 H2O
Waterbalans geïllustreerd door dieren
en planten aangepast aan woestijnen
                  • De Apachecicade (Diceroprocta
                    apache) steekt
                    middagserenades af bij een
                    letale middagtemperatuur van
                    48º
                  • Eric Toolson, zwetend in de
                    woestijn, stelde zich vragen bij
                    deze middagserenades
                  • Biologen gingen ervan uit dat
                    insecten te kwetsbaar voor
                    waterverlies zijn om net als wij
                    warmte af te geven door
                    zweetevaporatie
                  • Rond het middaguur
                    verplaatsen de cicades zich
                    van de door de zon beschenen
                    takken naar de schaduw van
                    de grotere takken
Waterbalans geïllustreerd door dieren
en planten aangepast aan woestijnen
                 • Ze profiteren van de schaduw en
                   een microklimaat op hun maat
                   met koele lucht aan de stam
                 • Deze miniscule microklimaatjes
                   zijn niet te benutten voor vogels
                   als belangrijkste belagers
                 • Rond middaguur slapen de
                   hongerige vogels en wespen
                 • Een bijkomende verklaring komt
                   uit taxonomische hoek
                 • Cicades behoren zoals bladluizen
                   tot de Hemiptera en zuigen
                   xyleemsap op vanuit de 30
                   meter diepe tapwortels van
                   Prosopis juliflora
                 • Ze zweten het overtollig vocht
                   uit en koelen zo 4° af
                 • De hoge we wordt opgevangen
                   door een hoge wd
Door drie grote poriën aan rugzijde kan een deel van het opgenomen
water ontsnappen doorheen de cuticula van de Apachecicade
Toolson deed zo in 1987 een belangrijke ontdekking
De cicades verlagen hun lichaamstempertuur door te zweten,
een ongekend fenomeen bij insecten
Osmoregulatie in zoet en zout water




Muggenlarven, Culex sp.
Elk waterorganisme en zijn
omgeving kan gezien worden als
een systeem van 2 waterige milieus
gescheiden door een selectief
permeabel membraan
Water beweegt volgens de
osmotische gradiënt en organismen
moeten energie uitgeven om hun
inwendig milieu constant te houden
Osmoregulatie in zoet en zout water




De osmoregulatie van dieren in zoet of zout water kan als volgt
weergegeven worden: wi = wd - ws wo waarbij wo het
waterverlies of de waterwinst door osmose voorstelt
Kraakbeenvissen (Chondrichthyes) zijn hyperosmotisch en
verkleinen de osmoregulatiekost door de gradiёnt te verkleinen...
...en Na+ te verliezen via een rectale zoutklier
wo is positief en kraakbeenvissen winnen water door osmose
doorheen de kieuwen en drijven het overtollige water af als urine
Osmoregulatie in zoet en zout water
                                          • Doordat ze hypotoon zijn
                                            t.o.v. hun omgeving,
                                            verliezen beenvissen water
                                            door hun kieuwen
                                          • wo is negatief
                                          • Deze osmoregulatie doet
                                            drinken en overtollig zout
                                            moet verwijderd worden
                                          • Beenvissen scheiden
                                            weinig urine af, die wel
                                            hypotoon is t.o.v.
                                            zeewater, Na+ en Cl- door
                                            kieuwklieren
Beenvissen (Osteichthyes) en de           • De muggenlarven drinken
enkele soorten muggenlarven van             eveneens hoeveelheden
brakke moerassen (bv. Aedes vigilax         water en verliezen hun
en A. sollicitans) zijn hypotoon t.o.v.     hypertonische urine met
zeewater                                    weinig waterverlies
Galápagoszeeleeuw (Zalophus wollebaeki) met prooi
Zeezoogdieren halen water uit hun voedsel, hebben
geconcentreerde urine en een ondoorlaatbare huid
Mariene vogels en reptielen zijn voorzien van zoutklieren
Osmoregulatie in zoet en zout water
                                  • Water stroomt binnen en
                                    zouten gaan verloren langs de
                                    kieuwen
                                  • Zoetwatervissen scheiden veel
                                    water in vorm van verdunde
                                    urine uit
                                  • Zouten worden via voedsel of
                                    zoutabsorberende
                                    kieuwfilamenten opgenomen
                                  • Invertebraten leveren energie
                                    om water uit het lichaam te
                                    pompen en zouten te
                                    absorberen
                                  • De zoetwaterinvertebraten
                                    hebben echter een lagere
                                    concentratie aan opgeloste
                                    stoffen in hun bloed dan
                                    zoetwatervissen, wat de
                                    osmotische gradiënt en de
Zoetwatervissen en -invertebraten   regulatiekost vermindert
zijn hypertoon t.o.v. hun omgeving
Temperatuurstratificatie van diepere
              wateren
                                • Tussen de warme en de koude
                                  laag ontstaat de spronglaag of
                                  thermocline, waarin de
                                  temperatuur snel daalt
                                • Een harde wind in de zomer is
                                  niet in staat de stratificatie te
                                  doorbreken
                                • Door het eutrofe karakter van
                                  vele wateren, leeft er veel
                                  plankton, waardoor een
                                  constante ‘regen’ van dood
Door opwarming van het water      plankton naar de bodem zakt
aan de oppervlakte in het       • Zo kan er in de onderlaag
voorjaar ontstaat een warme       zuurstofgebrek ontstaan,
bovenlaag die "drijft" op een     waarbij de anaërobe afbraak
koude onderlaag                   voor de geur van rottende
Koud water van 4° heeft de        eieren (H2S) zorgt
grootste densiteit
Temperatuurstratificatie van diepere
               wateren




In het najaar zal de temperatuur van de bovenlaag door afkoeling
dalen tot een waarde die gelijk is aan die van de onderlaag
Er zal dan ten gevolge van wind of spontaan, een volledige
menging plaatsvinden, welke de najaarsomkering genoemd wordt
Deze menging kan een zuurstoftekort in de bovenste laag
veroorzaken en dit kan nadelig zijn voor dieren met een grote
zuurstofbehoefte zoals insectenlarven
Omgekeerd verdwijnt het zuurstoftekort in de onderste laag en
voedingsstoffen komen in de bovenste laag terecht
Temperatuurstratificatie van diepere
               wateren




Een identieke situatie doet zich voor na de winter en noemen we de
voorjaarsomkering
In de winter blijft de temperatuur van de onderste laag ijsvrij bij 4°,
belangrijk voor de overwintering van amfibieën, vissen,
schildpadden en insectenlarven
Als de bovenlaag lange tijd bevroren is zonder wakken in het ijs,
kan dit wel tot zuurstoftekorten leiden, zeker bij sneeuwbedekking
Kleinere meren hebben een spronglaag bij een diepte van 7 meter,
grotere meren eerder bij een diepte van 10-15 meter
Arctische en tropische wateren kennen geen omkeringen
Waterregulatie bij planten
                                   • Het watergehalte bij hogere
                                     planten is tamelijk stabiel en
                                     dus onafhankelijk van de
                                     uitwendige vochtigheid
                                   • De grote centrale vacuole
                                     betekent een waterreserve
                                     voor het cytoplasma
                                   • Stengel en bladoppervlakten
                                     zijn beschermd door een
                                     wasachtige cuticula
                                   • De transpiratie wordt geregeld
Holpijp (Equisetum fluviatile)       door sluitbare huidmondjes
Als meer water vanuit de wortel    • Guttatie kan optreden na
getransporteerd wordt als er kan     zonsopgang als de activiteiit
getranspireerd worden, treedt        van de plant toeneemt en de
guttatie door worteldruk op          luchtvochtigheid nog hoog is
In de ochtend zijn huidmondjes     • Door de nerven wordt via
nog vaak gesloten en is              waterporiën of hydathoden
transpiratie beperkt                 vocht naar buiten geperst
Waterregulatie bij planten
           • Natuurlijk verklaart worteldruk
             niet alleen hoe water stroomt in
             een plant
           • Daarom is het begrip
             waterpotentiaal ingevoerd
           • Water vloeit steeds van een
             hogere potentiaal of vrije
             energie-waarde naar een lagere
             potentiaal of vrije energie-
             waarde
           • Symbool van waterpotentiaal is
             Ψ
           • Zuiver water heeft een Ψ = 0 bar
           • Gebonden water en water met
             opgeloste stoffen heeft steeds
             een lagere Ψ
           • Zo is Ψ aan bladuiteinden
             ongeveer - 40 bar of - 4,0 MPa
             of - 4000 kPa
Waterregulatie bij planten
           • Het water kan maar tegen de
             zwaartekracht instromen naar de
             top van een plant als er een
             continue dalende Ψ-gradiënt is
           • Het water stroomt van de bodem
             met een vrij hoge Ψ naar de
             atmosfeer met een zeer lage Ψ
           • Ψ vertelt je hoeveel energie in
             J/kg of kPa je moet leveren om
             het gebonden water te
             verplaatsen naar zuiver water
           • Water in plantenweefsel of in de
             bodem is in een andere
             energetische toestand als vrij
             water
           • Men spreekt van de Ψ van de
             bodem of de zuigkracht of de
             negatieve waterdruk van de
             bodem
Waterregulatie bij planten
                                • ψ totaal = ψm + ψg + ψo + ψp
                                • Ψ totaal wordt bepaald door
                                • Ψm of de binding van water aan
                                  een oppervlak
                                • Ψg of de positie van het water in
                                  het zwaarteveld
                                • Ψo = ψosmotisch of de hoeveelheid
                                  opgeloste deeltjes in het water
                                • Ψp = ψ door druk bv. vanwege
                                  de celwand bij turgescentie




                                 Ψm wordt bepaald door de binding
                                 van water aan bodemdeeltjes en
                                 zal het meest negatief zijn bij een
Ψfiguur is weergegeven in MPa
                                 droge bodem
Waterregulatie bij planten




Ψm is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid water in de
bodem, maar vooral van het type bodem
Zand heeft relatief grote deeltjes en heeft dus een kleiner
contactoppervlak dan bv. klei met het water
Bij 10 % water in de bodem, heeft zand een zeer hoge Ψ (- 25
kPa of -0,25 bar) en leem een zeer lage Ψ (- 1500 kPa)
Waterregulatie bij planten




Ψg = g.h, waarbij g = 9,81 m/s2 en h = diepte t.o.v. de referentie
nl. de bodem
Bv. bij 1 meter diepte is Ψg = 9,81 m/s2 . (-1,0 m) = -9,81 kPa
Ψg is haast verwaarloosbaar t.o.v. Ψm
Water stroomt hierdoor altijd van een hogere naar een lagere plaats
Waterregulatie bij planten
                                • Ψo is alleen werkzaam als er een
                                  semi-permeabele membraan
                                  aanwezig is, waar water
                                  doorheen kan, maar niet de
                                  opgeloste stoffen
                                • Dit is algemeen in de natuur,
                                  alle cellen en dus ook die van
                                  plantenwortels zijn omgeven
                                  door een semipermeable
                                  dubbellaag van fosfolipiden
                                • Ψp daarentegen kan positief zijn
                                  in bv. turgescente cellen
Ψo is steeds negatief
Wortels slaan opgeloste stoffen • Een cel gevuld met water heeft
op zodat hun Ψo lager is als      dus een zekere weerstand om
deze van de bodem                 nog meer water op te nemen
                                • Door turgescentie blijft het blad
                                  optimaal naar het licht gericht
                                • Ψp kan ook negatief zijn nl. door
                                  de capillaire krachten in het
                                  xyleem
Waterregulatie bij planten
           • De waterstroming in het
             bodem-plant-continuüm kan als
             volgt samengevat worden
           • Deze stroming van water is een
             functie van de Ψ-gradiënt
           • Er is altijd een stroming van
             hoge Ψ naar een lagere Ψ
           • In dit vb. heeft de bodem een
             relatief hoge Ψ van -600 kPa
           • De atmosfeer heeft in dit vb.
             een Ψ van -100 000 kPa
           • Ook in andere biologische
             processen is Ψ van belang
           • Ψ vertelt dus iets meer over de
             waterbeschikbaarheid voor
             biologische processen
           • Voor het ontkiemen van de
             meeste zaden is bv. een Ψ van
             hoger dan -2000 kPa nodig
Waterregulatie bij planten




Plantencellen slaan opgeloste stoffen in hun vacuole op om een
lage Ψ (± - 2000 kPa) te verkrijgen en turgordruk op te bouwen,
zodat hun blaadjes in een optimale hoek t.o.v. het zonlicht staan
Waterregulatie bij planten
                              • Het voordeel om met Ψ te
                                werken, is dat de
                                waterbeschikbaarheid op elke
                                soort bodem kan worden
                                toegepast
                              • Het watergehalte van een bodem
                                is nietszeggend
                              • Een zandbodem met 20%
                                watergehalte heeft veel
                                beschikbaar water, een
Water in de bodem met een       kleibodem nagenoeg geen
Ψ boven deze van FC, is       • De veldcapaciteit (FC) van een
onbruikbaar voor planten        bodem vertelt je over de
Door de zwaartekracht lekt      waterbeschikbaarheid van een
dit uit                         bodem, nadat hij verzadigd is van
Op het PWP (-1500 kPa) is       regen en ± 24 - 48 h is uitgelekt
het permanent                 • Deze is gelegen tussen - 10 kPa
verwelkingspunt, waarbij de     en - 33 kPa
planten sterven, bereikt
Waterregulatie bij planten




Bij een watervolume van 26%, zullen planten op lemige en zandige
bodems onder stress staan, omdat je een Ψ hebt boven
veldcapaciteit en de modderige, onverluchte bodem verliest water
Voor de kleibodem verkrijg je een Ψ van - 1300 kPa, wat de planten
eveneens stress bezorgt, wegens een Ψ die het PWP benadert
Het beschikbare bodemwater is het water vastgehouden
door de bodem tussen de veldcapaciteit van de bodem
en het permanent verwelkingspunt van de bodem
• De beweging van water in
  planten en bomen wordt vooral
  verklaard door de lage Ψ in de
  bladeren, die continu transpireren
• Als ‘s nachts de transpiratie
  stilvalt kan guttatie optreden in
  de ochtend
• Ook in de begin van de lente is
  de opwaartse zuigkracht door
  transpiratie veel lager
• Door afbraak van zetmeel in
  glucose en opname van
  mineralen door mergcellen in de
  wortel, daalt in deze cellen de Ψ
• Zo wordt uit de schorscellen en
  de bodem water onttrokken
  welke zorgt voor worteldruk en
  waterstroming in de houtvaten
• Het glucoserijke vocht kan uit
  berk en esdoorn gewonnen
Waterregulatie bij planten
                                  • De transpiratie van bladeren
                                    is onder invloed van …
                                  • … de grootte van het vrij
                                    oppervlak
                                  • … de luchtdruk; hoe hoger
                                    de luchtdruk hoe lager de
                                    transpiratie
                                  • … de temperatuur en de
                                    windsnelheid
                                  • … de waterbeschikbaarheid;
                                    de transpiratie zal afnemen
Huidmondjes van een korianderblad   bij watergebrek
Bij een klein tekort t.o.v. 100 % • Het grootste gedeelte van
luchtvochtigheid, daalt de Ψ snel   de transpiratie verloopt
                                    langs de huidmondjes
Bij 99,5 % Ψ = -6,7 bar
                                  • In optimale omstandigheden
Bij 99 % Ψ = -13,5 bar
                                    kan een blad tot 70% water
Bij 90 % Ψ = -141 bar               verliezen van wat verdampt
Bij 50 % Ψ = -933 bar               aan een vrij wateroppervlak
Niet-sclerofylle planten verdampen tot 10% via hun cuticula
Bij planten van vochtige, beschaduwde plaatsen blijft de cuticulaire
transpiratie hoog
De bladeren van de dotterbloem (Caltha palustris) beginnen te
verdorren vooraleer de huidmondjes gesloten zijn
Waterregulatie bij planten
                                 • Planten kunnen waterverlies
                                   beperken door de huidmondjes
                                   te sluiten
                                 • Toch zijn ze best in de dag
                                   geopend om CO2 op te nemen
                                   voor de fotosynthese
                                 • Ook voor een plant bestaat er
                                   geen ‘free lunch’, daar voor
                                   elke 100 l. opgenomen water,
                                   er 98 l. naar transpiratie gaat
                                 • Naarmate de watervoorziening
                                   slechter wordt, gaan de
                                   huidmondjes ‘s middags sluiten
                                   zodat de transpiratie maar ook
                                   de fotosynthese daalt
                                 • Het watergebrek zorgt voor
Het gestippeld gedeelte geeft de   turgorverlies in de sluitcellen,
cuticulaire transpiratie weer      zodat ze dan vanzelf sluiten
De volle lijnen geven de         • Planten kunnen zich ‘s nachts
transpiratie door de huidmondjes   rehydrateren en zo verwelking
weer                               voorkomen
Waterplanten of hydrofyten
             • Echte waterplanten kunnen
               enkel in water groeien of op
               bodems die volledig met
               water verzadigd zijn
             • Voedingsstoffen worden
               hoofdzakelijk via het blad
               opgenomen
             • De wortel dient eventueel
               enkel tot verankering
             • Klein kroos (Lemna minor)
               behoort tot de drijvende
               waterplanten
             • Het vormt kolonies in
               nutriëntrijke wateren en plant
               zich vooral vegetatief voort
             • Zelden worden bloemen
               gevormd; een individueel
               plantje heeft enkele blaadjes
               en een hangend worteltje
Grof hoornblad (Ceratophyllum demersum) groeit uitbundig in
voedselrijk water; zoals fonteinkruid (Potamogeton sp.) is het
een ondergedoken, vastgehechte waterplant
Nimfen belichaamden in de Griekse mythologie bovennatuurlijke
vrouwelijke wezens huizend in bronnen
Waterlelies (Nymphaea sp.) zijn ondergedoken waterplanten met
drijvende bladeren en kunnen door hun schaduw algen terugdringen
Een doorsnede van een waterlelieblad toont de grote luchtholten
die het blad drijvend houden; cuticula en altijd geopende
huidmondjes zijn beperkt tot de bovenzijde van het blad
Steun- en transportweefsel zijn weinig ontwikkeld
Doorsnede van een pitrusstengel (Juncus effusus) met
sponsachtig aerenchym zodat O2 vlot langs intercellulaire
ruimten naar de ondergrondse delen kan vervoerd worden
Krabbenscheer (Stratiotes aloides) vindt men in België enkel in de
driehoek Antwerpen-Mechelen-Gent en verlangt voedselarme sloten
Na een winterverblijf op de bodem, vullen bladeren zich met lucht
om dan boven het wateroppervlak te bloeien
Gerande oeverspinnen (Dolomedes fimbriatus) en de zeldzame
groene glazenmaker (Aeshna viridis) vinden hun habitat bij de
drijvende rozetten van krabbenscheervegetaties
Moerasplanten zoals pijlkruid (Sagittaria sagittifolia) kunnen een
droogteperiode overleven en kan men vinden in tijdelijke wateren
Hun wortel is de hoofdleverancier van voedingsstoffen
Water als beperkende factor voor planten
                  • Efemere vegetaties in woestijnen
                    vermijden droogte door een zeer
                    korte cyclus
                  • De droogtetolerante satijnbloem
                    (Dimorphotheca sinuata) is
                    volledig afgestemd op het
                    woestijnleven
                  • Bloemaanleg gebeurt door
                    vernalisatie, dus na daling van de
                    temperatuur, welke in de
                    Namaquawoestijn van Zuid-Afrika
                    de kans op winterregen vergroot
                  • Na snelle bloemontwikkeling
                    tijdens de gunstige periode, volgt
                    een dormantieperiode als zaad die
                    jaren kan duren
                  • Zaden van vele woestijnplanten
                    worden meer permeabel voor
                    water bij bewaring, wat kieming
                    spreidt en gunstig is voor de soort
Water als beperkende factor voor planten
                  • Succulente planten zijn echte
                    xerofyten aangepast aan de
                    droogte door water op te slaan in
                    wortel, stengel of blad
                  • Er is een sterke proliferatie van
                    parenchym met grote vacuolen en
                    weinig intercellulaire ruimte
                  • Succulenten kunnen in korte tijd
                    veel water opnemen en dan zeer
                    traag afgeven door een zeer lage
                    transpiratie
                  • De succulente organen hebben een
                    beperkte oppervlakte
                  • Crassula fragaroides behoort tot
                    de succulente flora van het
                    Zuidafrikaanse Bokkeveld
                  • Je kan er ook tussen de steentjes
                    speuren naar Lithops sp., welke
                    bijna volledig ondergronds groeien
Ferocactus cylindraceus, Anza-Borrego-woestijn, voor het eerst
beschreven door Engelmann (1853), is begeerd door verzamelaars
Bladloze cactussen voeren fotosynthese uit in hun vlezige stam
Water als beperkende factor voor planten




 Succulentie gaat gepaard met CAM-metabolisme
 De huidmondjes zijn overdag gesloten en openen zich ‘s nachts
 om CO2 op te slaan en om te zetten in het C4-zuur malaat
 Bij C3-fotosynthese vangt het Rubisco-enzym CO2, bij waterstress
 en hogere temperaturen verkiest het O2, wat fotorespiratie of
 verbranding van de fotosyntheseproducten met zich meebrengt
 Het PEP-carboxylase, dat het malaat vormt, is ongevoelig voor O2
 Het zure malaat wordt ‘s nachts in de vacuole opgeslagen
Water als beperkende factor voor planten




Het in de vacuole opgevangen malaat geeft het CO2 overdag vrij om
het ter beschikking te stellen van Rubisco in de chloroplasten
Dit enzym zet CO2 dan om in C6-suikers, wanneer de fotorespiratie
en transpiratie uitgesloten zijn
De omvorming van malaat tot PEP kost ATP, zodat CAM-fotosynthese
weinig efficiënt is en verklaart waarom succulenten traag groeien
Bij CAM-planten is er dus een scheiding in de tijd tussen opname
van CO2 en verwerking ervan tot suikers
In vochtige condities gaat C3-fotosynthese door met snellere groei
Water als beperkende factor voor planten




De malaatbron kan uitgeput worden waardoor fotosynthese ophoudt
Bij extreme droogte blijven de huidmondjes ook ‘s nachts gesloten
O2 aangemaakt door de fotosynthese wordt dan gebruikt om te
ademen en de uitgeademde CO2 wordt gebruikt voor de fotosynthese
Dit proces kan je als ‘CAM-nutteloosheid’ omschrijven ook omdat de
hele keten energie eist, maar de CAM-fotosynthese laat succulenten
wel toe droogtes te overleven en snel te herstellen bij watertoevoer
Al in de 17e eeuw wist men dat succulenten ‘s nachts zuur smaken
Woestijnplanten overleven droge omgevingen en investeren energie
in stekels om hun traag opgebouwde biomassa te beschermen
Echinocactus platyacanthus, Mexico, Nuevo León
Het zeldzame oeverkruid (Litorella uniflora) slaat ‘s nachts CO2 op als
malaat om het overdag te gebruiken en wendt CAM-fotosynthese in
het voordeel aan als het biotoop nl. ondiep water door
fotosynthetische consumptie zonder CO2 dreigt te vallen
Succulente planten met CAM-metabolisme tref je ook aan onder de
epifyten zoals deze Bulbophyllym allenkerrii met verdikte stengels
Met een sterk variërende Ψ van de omgeving is snel water opnemen
door succulentie en het ‘s nachts vastleggen van CO2 een voordeel
Water als beperkende factor voor planten
                 • De tamarugo (Prosopis tamarugo)
                   groeit in de zoutwoestijn van de
                   Pampa del Tamarugal, Noord-Chili
                 • De soort groeit op plaatsen waar de
                   grondwatertafel 2 - 10 meter diep is
                 • De tot 15 meter diepe tapwortels,
                   zich richtend naar de grootste
                   waterconcentratie, kunnen water uit
                   grote diepte onttrekken en zo de
                   plant in leven houden gedurende
                   droogte
                 • De boom kan groeien zonder enige
                   regen
                 • De blaadjes kunnen dauw
                   verzamelen en deze dan naar de
                   rhizosfeer transporteren
                 • De soort wordt bv. in Spanje
                   aangeplant; bladeren en vruchten
                   worden door geiten gegeten
                 • De opbrengst van 55 bomen/ha van
                   40 jaar oud is 16 ton blad en fruit
Tephrocactus alexanderi en Larrea divaricata hebben een uitgebreid,
oppervlakkig wortelstelsel, wat hen toelaat water te onttrekken uit
een grotere massa bodem waardoor de planten wijd verspreid staan
Sierras Pampeanas, Argentinië
Water als beperkende factor voor planten




De transpiratie kan beperkt worden dank zij:
Een zeer dikke waslaag waardoor licht beter teruggekaatst wordt
Verzonken huidmondjes, met een wasprop afgesloten of met haren
beschermd, zodat een luchtlaag nabij het blad onbeweeglijk blijft
Het blad van oleander (Nerium oleander) heeft beide
transpiratieremmende structuren
Arctostaphylos pungens overleeft de droogte van de chaparral
door de kleine zilverachtige blaadjes constant rechtop te houden
De duinvormer helm (Ammophila
arenaria) overwint de droogte van het
vijandige zout water door het blad
sterk op te rollen
Het gras is afhankelijk van condensatie
van water uit de bovenste duinlagen
Enkel bij het uitrollen van het blad bij
genoeg water, openen de huidmondjes
zich en kan fotosynthese doorgaan
Als de bodem bevroren is, is wateropname onmogelijk
Bij stijgende temperaturen op het einde van de winter, kunnen
planten door transpiratie uitdrogen op een bevroren bodem
Naaldbomen komen nog voor, waar loofbomen uitgesloten zijn
Naaldbomen met blad transpireren minder dan naakte looftwijgen
De vorstdroogte bepaalt ook de boomgrens in bergen
Water en zaadkieming
         • Sommige zaden van planten en
           bomen van een waterrijke
           omgeving verliezen binnen
           enkele weken hun kiemkracht
           bij uitdroging
         • Dit is zo bij wilgen (Salicaceae),
           en ook bij de rubberboom
           (Hevea brasiliensis) die in het
           vochtige regenwoud groeit
         • Rubberbomen werden vanaf de
           19e eeuw als zaailingen over de
           wereld verspreid
         • Sommige zaden kiemen bij
           voorkeur onder water, zoals
           deze van de grote lisdodde
           (Typha latifolia)
         • De stimulans hiertoe is de
           verlaging van de O2-concentratie
Water en zaadverspreiding
           • De gevlekte dovenetel (Lamium
             maculatum) verspreidt zijn
             zaadjes vooral via rivieren
           • Het plantje is in Vlaanderen
             enkel algemeen bij de Maas
           • Elders is het een zeldzame
             verschijning, eventueel
             ontsnapt uit tuinen
           • Andere planten die men vooral
             bij rivieren terugvindt zijn
             veldsalie (Salvia pratensis),
             echte kruisdistel (Eryngium
             campestre) en duifkruid
             (Scabiosa columbaria)
           • De kokospalm (Cocos nucifera)
             verspreidt zijn vruchten door de
             oceanen over de hele wereld
Kokosnoten aangespoeld op de Seychellen
Steenvliegen (Plecoptera) kunnen heel slecht watervervuiling
verdragen en verdwijnen als het zuurstofgehalte lager is dan 40%
Enkele soorten zoals Nemoura sp. komen in stilstaand water voor
Kwaliteitsbepaling met biotische index
              • Bacteriën, algen, vissen, protozoa en
                macro-invertebraten zijn bio-indicatoren
              • Bij verontreiniging daalt de diversiteit of
                het aantal taxa in een gemeenschap
              • Eerst verdwijnen meest gevoelige
                soorten, de meer resistente soorten
                zullen in aantal toenemen
              • Op een taxonomische lijst worden het
                totale aangetroffen taxa, een schatting
                van het aantal individuen per taxon en
                hun tolerantieklasse omcirkeld
              • Een veldprotocol geeft een beeld van
                de waterloop en vegetatie
              • Metingen van visuele verontreiniging,
                zuurstofgehalte, pH, Tº, kleur, geur,
                transparantie, omgeving, visbestand,…
                worden hierin opgenomen
              • Een Secchi-schijf meet de transparantie
Kwaliteitsbepaling met biotische index
                                • Fotosynthese zorgt voor O2-
                                  verzadiging, bacteriële afbraak en
                                  ademhaling voor O2-verbruik
                                • De biodiversiteit is een
                                  weerspiegeling van het gehalte
                                  aan O2 in het water
                                • Bij laag O2-gehalte (0-3 mg/l)
                                  kunnen vissen en macro-
                                  invertebraten niet leven
                                • Na organische verontreiniging
                                  daalt het O2-gehalte
                                • Na enige tijd treedt zelfreiniging
                                  op en kunnen organismen zich
                                  weer ontwikkelen
                                • Vooral in de zomer kunnen
                                  zuurstoftekorten voorkomen
                                • In Vlaanderen streeft men naar
                                  minimum 5 mg/l O2
Maximale verzadiging van
O2 in water in functie van T°
De biotische index gebruikt macro-invertebraten die
hun O2 niet rechtsreeks aan de atmosfeer onttrekken
Nimf van de vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula)
Kwaliteitsbepaling met biotische index
                   • De biotische index is
                     afhankelijk van de frequentie
                     van de gevoeligste taxa zoals
                     kokerjuffers en de nimfen van
                     steenvliegen
                   • De biotische index is
                     afhankelijk van het totaal
                     aanwezige taxa of
                     systematische eenheden
                   • Indien in een staal maar één
                     individu van een indicatorsoort
                     wordt gevonden, wordt deze
                     niet meegerekend omdat het
                     er als driftorganisme in kan
                     zijn terechtgekomen
                   • Bovenaan vind je de taxa die
                     het meest gevoelig voor
                     verontreiniging zijn
Kwaliteitsbepaling met biotische index
                  • Als bv. het totaal aantal taxa
                    gelijk is aan 24
                  • En de meest gevoelige
                    faunistische groep een
                    vertegenwoordiger is van de
                    Heptageniidae, Ephemeroptera
                  • Waarvan drie individuen zijn
                    gevonden
                  • Dan geeft de kruising van de
                    tweede rij met de laatste
                    kolom een indexwaarde 9
                  • Indien nog steenvliegnimfen
                    werden gevonden, bevat het
                    staal 2 groepen met
                    tolerantieklasse 1 en heb je
                    een waarde 10
                  • Plecoptera vind je echter vooral
                    in hooglandbeken en komen
                    van nature weinig in laagland
                    voor
Biotische index voor waterlopen van het Netebekken
De schietmotlarve of kokerjuffer Ceraclea annulicornis
kan je aantreffen in Belgische zuivere wateren
Klompsponzen (Ephydatia fluviatilis) bewonen stille zuurstofrijke
zoete en brakke wateren, maar zijn bedreigd door watervervuiling
Case-studie: het Baikalmeer
            • Het Baikalmeer is een actieve
              riftvallei van Oligoceen origine
              die per jaar 2 cm. breder wordt
            • Het bevat 20% van alle niet-
              bevroren zoet water en is het
              meest transparante water op
              aarde
            • Ondanks de grote diepte (1186
              m.) is het goed gemengd en
              bevat het O2 tot op de bodem
            • ‘s Zomers kan je de sponzen
              Lubomirskia baicalensis prima
              waarnemen, welke op stenige
              substraten tot 1000 m.
              voorkomen
            • Komende van de Noordelijke
              Ijszee via de Lena in
              prehistorische tijden, is de
              Phoca sibirica of nerpa
              geëvolueerd tot één van de
              weinige zoetwaterzeehonden
            • Wordt 50 – 60 jaar oud, ouder
              dan andere soorten zeehonden
De kleine kreeftachtige Epischura baicalensis maakt 96 % uit van
het zoöplankton van het meer, is de hoofdconsument van algen en
zorgt door zijn filtervoeding voor helder en voedselarm water
Het schubloze olievisje Comephorus baicalensis zwemt verticaal
Hij doet dit daar hij zeer temperatuursgevoelig is; +10° is dodelijk
35% van het gewicht bestaat uit medicinale olie, rijk aan vit. A
Baykalsk Pulp and Paper Mill loost sinds 1966 chloor in het meer
Wegens niet-profijtelijk werd ze gesloten in ’08 en ondanks verzet in
‘10 heropend nadat Poetin zelf kwam kijken hoe klaar het water was
Beknopt overzicht van de ecologie
         van oceanen en zeeën




Oceanen zijn door hun beperkte aantal habitats weinig productief
Er is overvloed aan leven op plaatsen waar zeestromen diep
oceaanwater en nutriënten naar boven brengen
De subtropische hogedrukgebieden komen overeen met zeestromen
Warme zeestromen vindt men ten hoogte van de paardenbreedten
aan oostkusten en koude stromen aan westkusten van continenten
De Humboldtstroom die Antarctisch water vervoert richting evenaar,
zorgt voor een interessant klimaat aan de oostkust van Peru
Het koude water en warme lucht voorkomt regen
Hierdoor worden de uitwerpselen van vogels gebakken in de hitte
De mariene rijkdom die de stroom brengt zorgt voor migraties van
zeevogels die hun jongen in veiligheid grootbrengen en voor guano
De decennialange Peruviaanse guano-extractie in de 19e eeuw
verstoorde het vogelleven en voedselketens grondig op eilanden
Koraalriffen concentreren met succes biodiversiteit
De Oost-Australische stroom zorgt voor hogere temperaturen en
tropische fauna en flora die mee het Groot Barrièrerif bevolken
Het oppervlaktewater van zeeën, oceanen en zoete waters is vooral
bevolkt door plankton, waarbij fytoplankton voor de helft van de
fotosynthetische activiteit van onze aarde instaat
Hoofdzakelijk bestaande uit diatomeeën, cyanobacteriën en
dinoflagellaten, is het fytoplankton zelfs vanuit de ruimte zichtbaar
Oppervlaktewater absorbeert IR en geel licht, het fytoplankton
blauw licht, waardoor op grotere diepten enkel groen licht doorkomt
Zoöplankton bv. Copepoda en vissenlarven begrazen het fytoplankton
De fotische zone eindigt op ±200 m. tot waar nog 1% licht doordringt
Centraal zie je Thalassionema nitzschioides, een diatomeeënsoort
Kleine kreeftachtigen zoals Copepoda en Euphausiacea, beter als
krill gekend, vormen de grootste biomassa in oceanen en zijn een
voedselbron voor talrijke vissoorten, robben, pinguïns en walvissen
Met vliegtuigjes worden kustwateren bemonsterd op scholen
van bv. Europese sardines (Sardina pilchardus)
Zonnebadend aan het wateroppervlak is de zwaarste beenvis, de
maanvis (Mola mola) een echte epipelagische oceanische vissoort
Lantaarnvissen maken 65% uit van de biomassa van de diepzee
Ze volgen de migratie van zoöplankton tot in de fotische zone
                          Diaphus theta
Kleine plastiekdeeltjes worden vaak opgegeten door lantaarnvissen
80 stukjes werden aangetroffen in de darm van één visje
                                        Schilderij van de hand van Robi Smith
Bewoners van de bathypelagische zones zijn klein, weinig mobiel,
vertrouwen op bioluminescentie om een maatje te vinden of hebben
een sexueel dimorfisme zoals Haplophryne mollis waarbij de
mannetjes tot gonaden atrofiëren na vasthechting aan het vrouwtje
Submariene zwavel- en methaanbronnen zijn een bron van leven
voor baardwormen zonder verteringsstelsel maar met een trofosoom
vol bacteriën die H2S en CH4 oxideren met vrijgave van energie
                          Riftia pachyptila
Enkele verwijzingen naar andere delen




Water en temperatuur zijn onlosmakelijk verbonden, zie D7
Verspreiding in Europa van de beuk (Fagus sylvatica)
D4 ‘Licht’ en D5 ‘Bodem’
kijken via verschillende
invalshoek naar het probleem
van eutrofiëring van
natuurlijke wateren
Zo zijn lozingen een evidente
oorzaak van eutrofiëring en is
lichtpollutie een minder voor
de hand liggende reden
Oplossingen hiertoe zoals
helofytenfilters zijn in D5
besproken
Gewone dophei (Erica tetralix) leeft in schrale venen en moerassen
Door geleiding van O2 door de stengel, kunnen toxische waarden aan
Fe(II)-zouten oxideren tot een neerslag van Fe(III)-verbindingen
Waterrijke hoog- en laagvenen zie D5 ‘Bodem’
Het mutualistische verbond tussen koraaldiertjes en Zoöxanthellae
verklaart waarom riffen gevoelig zijn voor zeespiegelstijgingen
Zie D4 ‘Licht’ en D10 ‘Ecologische problemen en oplossingen’
Innige relaties bij koraalriffen zie D8 ‘Biotische relaties’
Zeebaars (Dicentrarchus labrax), gewone poetslipvis (Labroides sp.)
Planten die in kussenvorm groeien zijn gewapend tegen verdroging
Zuiltjessteenbreek (Saxifraga oppositifolia), zie D8 ‘Biotische relaties’
Bedreigde pijlgifkikkers gebruiken citernbromelia’s als poeltje
Dendrobates tinctorius zie D8 ‘Biotische relaties’
Zouten zorgen voor waterstress, zie D5 ‘Bodem’
Rode mangrove (Rhizophora mangle), Caroni Swamp, Trinidad
Mangroves boordevol flora en fauna beschermen kusten tegen
diverse zeekrachten; herbebossing in Tamil Nadu, India
Zie D10 ‘Ecological problems and solutions’
Spijtig genoeg is er ook slecht nieuws voor onze wateren
Plastiekvervuiling zie D10 ‘Ecological problems and solutions’
Vele malen in geschiedenis kwam ruwe olie in zee
Zie D10 ‘Ecologische problemen en oplossingen’
Zure regen, verlanding van vennen en watervervuiling vormen reële
bedreigingen voor kikkersoorten bv. de boomkikker (Hyla arborea)
Zie D10 ‘Ecologische problemen en oplossingen’
Toch is er hoop




Net zoals de hydrologische cyclus herstelbaar is, kan water ook weer
zuiver worden Herstel van de hydrologische cyclus zie D5 ‘Bodem’
Referenties
Dia 3: http://www.iee.uu.se/zooekol/images/firstpage/striders.jpg
Dia 4: http://www.ischool.zm/bio/Ch.%204%20Photosynthese.htm
Dia 5: http://students.usm.maine.edu/cynthia.handlen/the_water_cycle_lesson_page.html
    http://sky.scnu.edu.cn/life/class/ecology/chapter/Chapter5.htm
Dia 6, 7: http://sky.scnu.edu.cn/life/class/ecology/chapter/Chapter5.htm
Dia 8: http://www.angoonairporteis.com/phase2media.html
Dia 9: http://www.wldelft.nl/cons/area/mse/index.html
    http://www.zeeinzicht.nl/vleet/index.php?id=8126&language=0&offline=0&template=te
    mplate-vleetned
Dia 10, 11: http://en.wikipedia.org/wiki/Brackish_water http://nl.wikipedia.org/wiki/Paling
    http://www.caryinstitute.org/sites/default/files/public/downloads/curriculum-
    project/FRESH_WATER_SHALLOWS_food_web.jpg
Dia 12: http://lazy-lizard-tales.blogspot.be/2009/03/freshwater-eels-anguillidae.html
    http://www.dfo-mpo.gc.ca/science/publications/article/2011/02-14-11-eng.html
Dia 13, 14: http://www.rete.toscana.it/sett/agric/foreste/life/immagini/foto/2005-
    a/2005.html
    http://www.natuurkennis.nl/index.php?hoofdgroep=2&niveau=3&subgroep=102&subsub
    groep=1005&subsubsubgroep=445
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Chrysosplenium_alternifolium_170405.jpg
Dia 15:
    http://hu.wikipedia.org/wiki/F%C3%A1jl:Montia_fontana_%28mezenc,_43,_France%29.
    JPG
    http://www.natuurkennis.nl/index.php?hoofdgroep=2&niveau=3&subgroep=102&subsub
    groep=1005&subsubsubgroep=445
Dia 16: http://moineaudeparis.com/insectes/odonates/cordulegaster-boltonii/
    http://www.natuurkennis.nl/index.php?hoofdgroep=2&niveau=3&subgroep=102&subsub
    groep=1005&subsubsubgroep=445
Referenties
Dia 17:
    http://www.omroepgelderland.nl/upload_mm/a/2/1/881491_fullimage_Teeselinkven.jpg
Dia 18:
    http://www.natuurkennis.nl/index.php?hoofdgroep=2&niveau=2&subgroep=104&subsub
    groep=1010 http://www.mooigelderland.nl/index.php?pageID=3153&messageID=11826
Dia 19: http://www.macro-world.cz/image.php?id_foto=1610&gal=12
    http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/profielen/soorten/profiel_soor
    t_H1042.pdf
Dia 20: http://www.sundancevillas.co.uk/page.asp?page=birds
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Roerdomp
Dia 21: http://carlcorbidgefieldherping.blogspot.be/2011/06/new-site-for-slow-worms.html
    http://herpet.mysites.nl/mypages/herpet/517156.html
    http://www.caudata.org/forum/f1173-advanced-newt-salamander-topics/f30-species-
    genus-family-discussions/f32-eurasian-newts-triturus-former-triturus-calotriton-
    euproctus/52322-great-crested-newts-triturus-cristatus-garden-ponds.html
Dia 22: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vinpootsalamander
    http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=reptielen_en_amfibieen&id=34&
    menuentry=soorten
Dia 23: http://en.wikipedia.org/wiki/Alpine_newt
    http://mineleni.nederlandsesoorten.nl/get?site=lnv.db&view=lnv.db&page_alias=soort&si
    d=1633
Dia 24: http://www.nbat.nl/aquarium3/vuursalamander.html
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Vuursalamander
    http://mineleni.nederlandsesoorten.nl/get?site=eleni.db&view=eleni.db&page_alias=soor
    t&sid=1631
Referenties
Dia 25: http://www.flickr.com/photos/mario_martins/galleries/72157622282256125/
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Vuursalamander
    http://www.nbat.nl/aquarium3/vuursalamander.html
Dia 26: http://www.uk-wildlife.co.uk/category/insect/beetles/page/2/
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Ilybius
Dia 27: http://www.uk-wildlife.co.uk/category/insect/beetles/page/2/
    file:///C:/Documents%20and%20Settings/Gebruiker/Mijn%20documenten/Great%20div
    ing%20beetle%20photo%20-%20Dytiscus%20marginalis%20-%20A22667%20-
    %20ARKive.htm
Dia 28: http://www.ucmp.berkeley.edu/arthropoda/uniramia/ephemeroptera.html
Dia 29: http://en.wikipedia.org/wiki/Baetidae
    http://www.ucmp.berkeley.edu/arthropoda/uniramia/ephemeroptera.html
http://www.life.uiuc.edu/ib/109/Insect%20rearing/Mayfly.html
http://insect-zone.blogspot.be/2009/01/mayfly.html
    http://zoology.fns.uniba.sk/poznavacka/Insecta1.htm
Dia 30: http://www.fotocommunity.de/pc/pc/display/28546535
    http://cubits.org/buglife/thread/view/55444/?offset=60
Dia 31: http://gallery.new-
    ecopsychology.org/en/photo/water_strider_%28gerris_lacustris%29-2.htm
Dia 32: http://www.waterwereld.nu/schaatsenrijder.php http://gallery.new-
    ecopsychology.org/en/photo/water_strider_%28gerris_lacustris%29-2.htm
http://www.fotocommunity.de/pc/pc/display/28546535
    http://cubits.org/buglife/thread/view/55444/?offset=60
Dia 33: http://agpvisser.blogspot.be/2012_06_01_archive.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Bootsmannetjes
Referenties
Dia 34: http://www.koleopterologie.de/heteroptera/1d-lep/notonectidae-notonecta-glauca-
    wurm2-foto-weisenboehler.html
Dia 35: http://www.koleopterologie.de/heteroptera/1d-lep/notonectidae-notonecta-glauca-
    wurm2-foto-weisenboehler.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Bootsmannetjes
Dia 36: http://www.arkive.org/water-scorpion/nepa-cinerea/
Dia 37: http://www.arkive.org/water-scorpion/nepa-cinerea/
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterschorpioen
Dia 38: http://www.tumblr.com/tagged/zoltan%20gyori
Dia 39: http://www.asknature.org/strategy/b61499d0335c013c93603e52ab6f3ad6
Dia 40: http://www.asknature.org/strategy/b61499d0335c013c93603e52ab6f3ad6
    http://www.tumblr.com/tagged/zoltan%20gyori
Dia 41:
    http://fl.biology.usgs.gov/armi/Guide_to_Tadpoles/species/scaphiopus_holbrookii/scaph
    iopus_holbrookii.html
Dia 42: http://www.earlham.edu/~biol/desert/packrat.JPG
Dia 43: http://dearkitty.blogsome.com/2007/01/03/
    http://fl.biology.usgs.gov/armi/Guide_to_Tadpoles/species/scaphiopus_holbrookii/scaph
    iopus_holbrookii.html
Dia 44: http://ecofriendly.ru/sistema-airdrop-voda-iz-nichego
    http://www.visualphotos.com/image/1x9118345/darkling_beetle_onymacris_unguiculari
    s_drinking
Dia 45: http://www.asknature.org/strategy/dc2127c6d0008a6c7748e4e4474e7aa1
    http://en.wikipedia.org/wiki/Namib_Desert_beetle http://www.asahi-net.or.jp/~ch2m-
    nitu/gomidame.htm
    http://www.visualphotos.com/image/1x9118345/darkling_beetle_onymacris_unguiculari
    s_drinking
Referenties
Dia 46: http://www.asahi-net.or.jp/~dt4k-ynd/varioushabitat.htm
Dia 53: http://www.flickr.com/photos/44150996@N06/5802431055/
Dia 55: http://www.flickriver.com/photos/artour_a/3783808372/
Dia 59: http://de.academic.ru/dic.nsf/dewiki/287594
Dia 63: http://life-sea.blogspot.be/2012/09/galapagos-sea-lion_27.html
Dia 47-64: http://sky.scnu.edu.cn/life/class/ecology/chapter/Chapter5.htm
Dia 65: http://www.geocities.ws/groenekarper/diepwater.html
Dia 66: http://www.geocities.ws/groenekarper/diepwater.html
    http://www.uic.edu/classes/bios/bios101/x302_files/textmostly/slide8.html
Dia 67 - 68: http://www.uic.edu/classes/bios/bios101/x302_files/textmostly/slide8.html
http://waterontheweb.org/under/lakeecology/05_stratification.html
Dia 69: http://www.waterwereld.nu/holpijpeng.html
Dia 70: http://www.waterwereld.nu/holpijpeng.html
    http://www.uic.edu/classes/bios/bios100/lecturesf04am/lect19.htm
Dia 71- 80: http://www.youtube.com/watch?v=Wzz3hlPFXCk
http://sky.scnu.edu.cn/life/class/ecology/chapter/Chapter5.htm
Dia 73: http://www.landfood.ubc.ca/soil200/components/soil_water.htm
Dia 74, 80:
    http://classes.css.wsu.edu/soils201/Presentations/lab%206%20Water%20Potential.pdf
Dia 75: http://www.tankonyvtar.hu/hu/tartalom/tamop425/0032_talajtan/ch07s08.html
Dia 76: http://www.els.net/WileyCDA/ElsArticle/refId-a0001298.html
Dia 78: http://xarquon.jcu.cz/edu/zbb/prednasky/04organels/044vesicules/vacuole.htm
Dia 79:
    http://toolboxes.flexiblelearning.net.au/demosites/series6/605/html/resources/depot/s
    eeya/managing.htm
Referenties
Dia 81: http://www.nzdl.org/gsdlmod?e=d-00000-00---off-0fnl2.2--00-0----0-10-0---0---
    0direct-10---4-------0-1l--11-en-50---20-about---00-0-1-00-0--4----0-0-11-10-0utfZz-8-
    10&cl=CL3.6&d=HASH0150ba4e9f73176fac50b5ae.7.8.4.3&gt=1
Dia 82: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Bundesarchiv_Bild_183-1985-0404-
    003,_Colditz,_Birkensafternte.jpg http://en.wikipedia.org/wiki/Root_pressure
Dia 83, 84:
    http://www.visualphotos.com/image/1x6045741/coriander_leaf_stomata_pores_coloure
    d_sem
Dia 85: http://www.arkive.org/marsh-marigold/caltha-palustris/image-A18198.html
Dia 86: http://www.ictinternational.com.au/appnotes/ICT101.htm
Dia 87, 88: http://www.micrographia.com/specbiol/plan/planaq/plaq0100/lemna-00.htm
    http://www.arkive.org/common-duckweed/lemna-gibba/image-A8010.html
Dia 89: http://www.biolib.cz/en/taxonimage/id135179/?taxonid=3423
Dia 90:
    http://www.fossilflowers.org/imgs/mbonifa/sq/Nymphaeaceae_Nymphaea_sp_6125.htm
    l http://en.wikipedia.org/wiki/Nymphaea
Dia 91:
    http://bugs.bio.usyd.edu.au/learning/resources/plant_form_function/images/plants_extr
    eme/hydrophytes/H17-Nymphaea.jpg
Dia 92: http://botanika.biologija.org/zeleni-
    skrat/slike/slike_drobnogled/Juncus_effusus/Juncus_effusus_03.jpg
Dia 93: http://sadzawka.pl/pl/p/Stratiotes-aloides-osoka-aloesowata/397
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Krabbenscheer
Dia 94: http://www.april-design.de/galerie/libellen/aeshna-viridis.htm
Referenties
Dia 95:
    http://www.botanickafotogalerie.cz/fotogalerie.php?latName=Sagittaria%20sagittifolia&s
    howPhoto_variant=photo_description&show_sp_descr=true&spec_syntax=species
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Pijlkruid
Dia 96, 97: http://sdrsnet.srnr.arizona.edu/data/sdrs/ww/docs/dimosinu.pdf
    http://franslanting.photoshelter.com/image/I00009cnxCe50Tj8
Dia 98, 99: http://www.flickr.com/photos/selectasucculents/6503497835/
    http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Marloth-Lithops-drawing.jpg
    http://www.southafrica.org.za/tour-sa-bokkeveld-and-beyond.html
Dia 100: http://www.abdnha.org/pages/06_exploring/central/roads/78/cactusgarden.htm
Dia 101, 102:
    http://plantcellbiology.masters.grkraj.org/html/Plant_Cell_Biochemistry_And_Metabolism
    6-Plant_Cell_Energy_transductions2-Photosynthesis.htm
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Calvincyclus http://www.rug-a-
    pien.be/docs/fotosynthese.pdf http://plantphys.info/plant_physiology/c4cam.shtml
Dia 103: http://wc.pima.edu/~bfiero/tucsonecology/plants/plants_photosynthesis.htm
    http://plantphys.info/plant_physiology/c4cam.shtml
    http://www.marietta.edu/~biol/biomes/photosynthesis.htm
Dia 104: http://public.fotki.com/Arturo77/salida_al_sur_de/picture_123_resize.html
Dia 105:
    http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=2
    &id=n2k116
    http://www.jstor.org/discover/10.2307/2432661?uid=3737592&uid=2129&uid=2&uid=7
    0&uid=4&sid=21101675332893
    http://www.werc.usgs.gov/OLDsitedata/seki/pdfs/cam%20photosynthesis%20in%20sub
    merged%20aquatic%20plants%201998.pdf
Referenties
Dia 106: http://plantsinaction.science.uq.edu.au/edition1/?q=content/15-4-3-epiphytes
    http://wildgirlwildworld.blogspot.be/2010/04/legacy-orchid.html http://bota.plantnet-
    project.org/orchisasia/genre/Bulbophyllum/bulbophyllum%20allenkerrii/bulall.html
Dia 107: http://www.veoverde.com/2009/01/guia-de-arboles-tamarugo/
Dia 108: http://www.fao.org/docrep/q4030e/q4030e09.htm
    http://en.wikipedia.org/wiki/Prosopis_tamarugo
Dia 109: http://www.flickr.com/photos/bos69/3447768927/
Dia 110: http://131.230.176.4/imgs/Cusman1/r/Apocynaceae_Nerium_oleander_47206.html
Dia 111:
    http://www.phytoimages.siu.edu/imgs/paraman1/r/Ericaceae_Arctostaphylos_pungens_
    2359.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Arctostaphylos_pungens
Dia 112:
    http://www.florealpes.com/fiche_ammophilaarenaria.php?photonum=2&PHPSESSID=d85
    a8553398c1472de034508c9039a71
    http://www.seftoncoast.org.uk/articles/05summer_pioneerplants.html
Dia 113: http://www.enr.gov.nt.ca/_live/pages/wpPages/Central_Great_Bear_Plains.aspx
Dia 114, 115: http://tamabphoto.wordpress.com/2012/05/12/hevea-brasiliensis/
    http://www.plantsystematics.org/imgs/kcn2/r/Typhaceae_Typha_latifolia_16187.html
Dia 116: http://wilde-planten.nl/gevlekte%20dovenetel.htm http://andyswebtools.com/cgi-
    bin/p/awtp-pa.cgi?d=plainfield-garden-club&type=1772
Dia 117: http://eu.art.com/gallery/id--b11142/posters.htm
Dia 118: http://www.agefotostock.com/en/Stock-Images/Rights-Managed/BWI-BS257788
Dia 119: http://www.secchidipin.org/secchi.htm
Dia 120: http://www.lenntech.nl/periodiek/water/zuurstof/zuurstof-en-water.htm
Referenties
Dia 121: http://www.nationalgeographicstock.com/ngsimages/explore/explore.jsf
Dia 122 - 124: De Pauw - Vannevel – 1991, Macro-invertebraten en waterkwaliteit
               Stichting Leefmilieu – Antwerpen
Dia 125: http://teamisola.blogspot.be/2010_07_01_archive.html
    http://www.klinkhydrobiologie.nl.sharedlinux.site4u.nl/uploads/RIWA%20Maas%20%20
    rapport.pdf
Dia 126: http://hippo-archief.nelos.be/pdf/Hippocampus216%2813.4MB%29.pdf
    http://www.flickr.com/photos/arne/5943022864/
Dia 127, 128:
    http://www.visualphotos.com/image/1x9127032/sponge_lubomirskia_baicalensis_under
    water_lake http://www.panoramio.com/photo/18384139
Dia 129: http://fr.wikipedia.org/wiki/Microphagie_suspensivore
    http://wiki.omskedu.ru/index.php?title=%D0%92%D0%B8%D0%BA%D1%82%D0%BE
    %D1%80%D0%B8%D0%BD%D0%B0
Dia 130: http://www.firstlight.com/oskir-richard-kirbyosfphotolibrary-4763991.html
    http://www.irkutsk.org/baikal/animals.htm
Dia 131: http://www.transsib.ru/Photo/Vsib/5349.jpg
Dia 132:
    http://www4.uwsp.edu/geo/faculty/ritter/geog101/textbook/circulation/ocean_circulati
    on.html
Dia 133: http://www1.american.edu/ted/guano.htm http://www.paracas.com/actividades-
    economicas/actividad-economica/
Dia 134: http://www.wisegeek.org/what-is-guano.htm#slideshow
    http://www1.american.edu/ted/guano.htm
Referenties
Dia 135: http://www.lawrencechanphotography.com/tag/great-barrier-reef/
    http://www.amcs.org.au/WhatWeDo.asp?active_page_id=203 http://www.global-
    adventures.us/2012/04/19/expedition-east-australian-current/
Dia 136: http://www.ecology.com/2011/09/12/important-organism/
    http://en.wikipedia.org/wiki/Phytoplankton
Dia 137: http://www.serc.si.edu/labs/phytoplankton/primer/phyto.aspx#phaccups
    http://en.wikipedia.org/wiki/Phytoplankton
    http://culbrethscience8.blogspot.be/2012/10/phytoplankton-oceans-primary-
    producers.html
Dia 138: http://en.wikipedia.org/wiki/Krill http://en.wikipedia.org/wiki/Copepod
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Krill http://pt.wikipedia.org/wiki/Krill
Dia 139: http://idaholyoaks3.blogspot.be/2012/10/brief-geologic-history-and-zonation-
    of.html
Dia 140:
    http://doris.ffessm.fr/photo_gde_taille_fiche.asp?varpositionf=9&sousgroupe_numero=1
    14&varposition=5&varSQLphoto=SELECT%20*%20FROM%20vue_photos%20where%20p
    hoto_fiche%20=%203095%20ORDER%20BY%20photo_ordre&fiche_numero=3095&origi
    ne=groupe http://en.wikipedia.org/wiki/Coastal_fish
Dia 141: http://www.flickr.com/groups/molamola/pool/
    http://en.wikipedia.org/wiki/Mesopelagic_fish#Mesopelagic_fish
Dia 142: http://anotheca.com/wordpress/2009/11/19/monterey-bays-deep-water-wildlife/
    http://en.wikipedia.org/wiki/Lanternfish
Dia 143: http://www.artforconservation.org/store/product_details.php?pr=6991
    http://en.wikipedia.org/wiki/Lanternfish
Dia 144: http://whyevolutionistrue.wordpress.com/2009/02/25/sexual-parasitism-in-
    anglerfish/ http://en.wikipedia.org/wiki/Mesopelagic_fish#Mesopelagic_fish
Referenties
Dia 145: http://bioweb.uwlax.edu/bio203/s2007/rossing_jaco/
Dia 146: http://rbg-web2.rbge.org.uk/FE/fe.html
Dia 147: http://www.museevirtuel-
    virtualmuseum.ca/edu/ViewLoitDa.do;jsessionid=2183F426E40CC339CBA697092143A199
    ?method=preview&lang=EN&id=19961 http://www.meuzelaar.nl/pages/helofyt.htm
Dia 148: http://es.wikipedia.org/wiki/Archivo:Erica_tetralix_2.jpg
Dia 149: http://serc.carleton.edu/images/eslabs/corals/polyp_with_zooxanthellae.jpg
Dia 150:
    http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Epinephelus_tukula_is_cleaned_by_two_Labroid
    es_dimidiatus.jpg
Dia 151: http://sciencesummit.files.wordpress.com/2011/07/purple_saxifrage.jpg
Dia 152: http://zoltantakacs.com/zt/pw/re/album.php?idx=14
Dia 153:
    http://www.phytoimages.siu.edu/imgs/paraman1/r/Rhizophoraceae_Rhizophora_mangle
    _22522.html
Dia 154: http://www.indiawaterportal.org/node/18960
Dia 155: http://4blearningblog.edublogs.org/2010/10/29/polluted-oceans/
Dia 156: http://jasonpollock.tv/2010/09/the-12-worst-oil-spills-in-history-infographic/
Dia 157: http://www.naturephoto-cz.com/common-tree-frog-photo-1984.html
Dia 158: http://www.thesolutionsjournal.com/node/1112

Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=XsMJNNshPOs
   http://www.youtube.com/watch?v=IDkSDPgrtjs
   http://www.youtube.com/watch?v=XDTMFVHxXLk

Achtergrond: http://en.wikipedia.org/wiki/File:Congaree_swamp.jpg
Literatuurlijst
Billen J. – 1994
    Morfologie en Systematiek van de Invertebrata
Blamey M. & Grey-Wilson C. - 1989
    De Geïllustreerde Flora
    Thieme – Baarn
Buchsbaum R. – 1962
    De Ongewervelde Dieren
    Het Spectrum – Antwerpen
De Pauw - Vannevel - 1991
    Macro-invertebraten en waterkwaliteit
    Stichting Leefmilieu - Antwerpen
Fitter R. & Fitter A. – 1974
    Tirions Nieuwe Bloemengids
    Elsevier – Amsterdam
Heimans E., Heinsius H.W., Thysse J.P. – 1947
    Geïllustreerde Flora Van Nederland
    W. Versluys N.V. – Amsterdam - Antwerpen
Literatuurlijst
Heywood V.H. – 1993
    Flowering Plants Of The World
    Oxford University Press – New York
Hillenius D. - 1967
    De Vreemde Eilandbewoner
    N.V. De Arbeidspers – Amsterdam
Keizer G.J. – 1997
    Paddestoelen Encyclopedie
    Rebo Productions – Lisse
Perl P. – 1979
    Varens
    De Lantaarn – Amsterdam
Peterson R., Mountfort G. & Hollom P.A.D. – 1983
    Petersons Vogelgids
    Tirion, Elsevier - Amsterdam
Literatuurlijst
Raven & Johnson – 1992
   Biology
   Mosby-Yearbook – Missouri
Rozema J. & Verhoef H.A. – 1997
   Leerboek Toegepaste Ecologie
   VU-Uitgeverij – Amsterdam
Van Assche J. – 1989
   Inleiding Tot De Plantenecologie
   Katholieke Universiteit Leuven – Leuven
Van Veen M. & Zeegers Th. – 1988
   Insecten Basis Boek
   Jeugdbondsuitgeverij – Utrecht
Weier T. Elliot, Stocking C.R., Barbour M.G. & Rost T.L. – 1982
    Botany – An Introduction To Plant Botany
    John Wiley & Sons - California
Literatuurlijst
Wilson E.O. – 1992
   The Diversity Of Life
   Allen Lane The Penguin Press – Harmondsworth, Middlesex
Wynhoff I., Van Der Made J., Van Swaay C. – 1990
   Dagvlinders Van De Benelux
   De Vlinderstichting - Utrecht




                                                 Versie februari 2013

More Related Content

What's hot

Biokimia Akuakultur II. Kualitas Air dan Metabolisme
Biokimia Akuakultur II. Kualitas Air dan Metabolisme Biokimia Akuakultur II. Kualitas Air dan Metabolisme
Biokimia Akuakultur II. Kualitas Air dan Metabolisme Ibnu Sahidhir
 
Status Perlindungan Penuh Pari Manta
Status Perlindungan Penuh Pari MantaStatus Perlindungan Penuh Pari Manta
Status Perlindungan Penuh Pari MantaDidi Sadili
 
Pengenalan alat-semprot
Pengenalan alat-semprotPengenalan alat-semprot
Pengenalan alat-semprotaevraury
 
maturity indices of pineapple
maturity indices of pineapplematurity indices of pineapple
maturity indices of pineappleakshay aj
 
3BT. Tek.PenangananHasil Perikanan.pptx
3BT. Tek.PenangananHasil Perikanan.pptx3BT. Tek.PenangananHasil Perikanan.pptx
3BT. Tek.PenangananHasil Perikanan.pptxARZIANINGSIHArzianin
 
Ppt fruit-apple-postharvest-watkins-cornell-2014-eng
Ppt fruit-apple-postharvest-watkins-cornell-2014-engPpt fruit-apple-postharvest-watkins-cornell-2014-eng
Ppt fruit-apple-postharvest-watkins-cornell-2014-engUC Davis
 
Belajar tentang dasar dasar eutrofikasi
Belajar tentang dasar dasar eutrofikasiBelajar tentang dasar dasar eutrofikasi
Belajar tentang dasar dasar eutrofikasihelmut simamora
 
Types of water bodies marine water
Types of water bodies marine waterTypes of water bodies marine water
Types of water bodies marine waterSurjya Kumar Saikia
 
Ii. interaksi lingkungan dan ternak gtr
Ii. interaksi lingkungan dan ternak gtrIi. interaksi lingkungan dan ternak gtr
Ii. interaksi lingkungan dan ternak gtrGusti Rusmayadi
 
Panen, pasca panen, dan pemasaran
Panen, pasca panen, dan pemasaranPanen, pasca panen, dan pemasaran
Panen, pasca panen, dan pemasaranJoel mabes
 

What's hot (20)

Biokimia Akuakultur II. Kualitas Air dan Metabolisme
Biokimia Akuakultur II. Kualitas Air dan Metabolisme Biokimia Akuakultur II. Kualitas Air dan Metabolisme
Biokimia Akuakultur II. Kualitas Air dan Metabolisme
 
Pikp modul5&6-jenis ikan
Pikp modul5&6-jenis ikanPikp modul5&6-jenis ikan
Pikp modul5&6-jenis ikan
 
Status Perlindungan Penuh Pari Manta
Status Perlindungan Penuh Pari MantaStatus Perlindungan Penuh Pari Manta
Status Perlindungan Penuh Pari Manta
 
Alat dan mesin penanaman
Alat dan mesin penanamanAlat dan mesin penanaman
Alat dan mesin penanaman
 
Pengantar limnologi
Pengantar limnologiPengantar limnologi
Pengantar limnologi
 
Buah
BuahBuah
Buah
 
Pengenalan alat-semprot
Pengenalan alat-semprotPengenalan alat-semprot
Pengenalan alat-semprot
 
maturity indices of pineapple
maturity indices of pineapplematurity indices of pineapple
maturity indices of pineapple
 
Blas padi
Blas padiBlas padi
Blas padi
 
Kalsium dan magnesium
Kalsium dan magnesiumKalsium dan magnesium
Kalsium dan magnesium
 
3BT. Tek.PenangananHasil Perikanan.pptx
3BT. Tek.PenangananHasil Perikanan.pptx3BT. Tek.PenangananHasil Perikanan.pptx
3BT. Tek.PenangananHasil Perikanan.pptx
 
Ppt fruit-apple-postharvest-watkins-cornell-2014-eng
Ppt fruit-apple-postharvest-watkins-cornell-2014-engPpt fruit-apple-postharvest-watkins-cornell-2014-eng
Ppt fruit-apple-postharvest-watkins-cornell-2014-eng
 
Pengaruh Kompos pada Selada
Pengaruh Kompos pada SeladaPengaruh Kompos pada Selada
Pengaruh Kompos pada Selada
 
Belajar tentang dasar dasar eutrofikasi
Belajar tentang dasar dasar eutrofikasiBelajar tentang dasar dasar eutrofikasi
Belajar tentang dasar dasar eutrofikasi
 
Types of water bodies marine water
Types of water bodies marine waterTypes of water bodies marine water
Types of water bodies marine water
 
Bri
BriBri
Bri
 
Ii. interaksi lingkungan dan ternak gtr
Ii. interaksi lingkungan dan ternak gtrIi. interaksi lingkungan dan ternak gtr
Ii. interaksi lingkungan dan ternak gtr
 
Geografi
GeografiGeografi
Geografi
 
Penyimpanan pangan
Penyimpanan panganPenyimpanan pangan
Penyimpanan pangan
 
Panen, pasca panen, dan pemasaran
Panen, pasca panen, dan pemasaranPanen, pasca panen, dan pemasaran
Panen, pasca panen, dan pemasaran
 

More from Dagmar De Greef

Biotic relationships Part 3 Some striking examples of … pollination
Biotic relationships Part 3  Some striking examples of … pollinationBiotic relationships Part 3  Some striking examples of … pollination
Biotic relationships Part 3 Some striking examples of … pollinationDagmar De Greef
 
Deel 8 Biotische relaties - Enkele treffende voorbeelden van ... bestuiving
Deel 8 Biotische relaties - Enkele treffende voorbeelden van ... bestuivingDeel 8 Biotische relaties - Enkele treffende voorbeelden van ... bestuiving
Deel 8 Biotische relaties - Enkele treffende voorbeelden van ... bestuivingDagmar De Greef
 
The movie trailer - Ecological problems and solutions
The movie trailer -  Ecological problems and solutionsThe movie trailer -  Ecological problems and solutions
The movie trailer - Ecological problems and solutionsDagmar De Greef
 
Deel 8 Biotische relaties Onderdeel mimicry en camouflage
Deel 8  Biotische relaties  Onderdeel mimicry en camouflageDeel 8  Biotische relaties  Onderdeel mimicry en camouflage
Deel 8 Biotische relaties Onderdeel mimicry en camouflageDagmar De Greef
 
Deel 10 Enkele voorbeelden van actuele ecologische problemen en oplossingen ...
Deel 10  Enkele voorbeelden van actuele ecologische problemen en oplossingen ...Deel 10  Enkele voorbeelden van actuele ecologische problemen en oplossingen ...
Deel 10 Enkele voorbeelden van actuele ecologische problemen en oplossingen ...Dagmar De Greef
 
Deel 5 Invloed van de bodem op ecosytemen
Deel 5  Invloed van de bodem op ecosytemenDeel 5  Invloed van de bodem op ecosytemen
Deel 5 Invloed van de bodem op ecosytemenDagmar De Greef
 
Deel 4 Invloed van licht op flora en fauna
Deel 4 Invloed van licht op flora en faunaDeel 4 Invloed van licht op flora en fauna
Deel 4 Invloed van licht op flora en faunaDagmar De Greef
 
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteemDeel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteemDagmar De Greef
 
Deel 2 Ecologische begrippen
Deel 2 Ecologische begrippen Deel 2 Ecologische begrippen
Deel 2 Ecologische begrippen Dagmar De Greef
 
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift Dagmar De Greef
 
Ecological problems and solutions
Ecological problems and solutionsEcological problems and solutions
Ecological problems and solutionsDagmar De Greef
 
Inhoudstafels Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
Inhoudstafels   Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...Inhoudstafels   Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
Inhoudstafels Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...Dagmar De Greef
 
Deel 10 Ecologische problemen en oplossingen
Deel 10  Ecologische problemen en oplossingen Deel 10  Ecologische problemen en oplossingen
Deel 10 Ecologische problemen en oplossingen Dagmar De Greef
 
Deel 8 Biotische interacties 'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
Deel 8 Biotische interacties   'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'Deel 8 Biotische interacties   'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
Deel 8 Biotische interacties 'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'Dagmar De Greef
 

More from Dagmar De Greef (16)

Biotic relationships Part 3 Some striking examples of … pollination
Biotic relationships Part 3  Some striking examples of … pollinationBiotic relationships Part 3  Some striking examples of … pollination
Biotic relationships Part 3 Some striking examples of … pollination
 
Deel 8 Biotische relaties - Enkele treffende voorbeelden van ... bestuiving
Deel 8 Biotische relaties - Enkele treffende voorbeelden van ... bestuivingDeel 8 Biotische relaties - Enkele treffende voorbeelden van ... bestuiving
Deel 8 Biotische relaties - Enkele treffende voorbeelden van ... bestuiving
 
The movie trailer - Ecological problems and solutions
The movie trailer -  Ecological problems and solutionsThe movie trailer -  Ecological problems and solutions
The movie trailer - Ecological problems and solutions
 
Deel 8 Biotische relaties Onderdeel mimicry en camouflage
Deel 8  Biotische relaties  Onderdeel mimicry en camouflageDeel 8  Biotische relaties  Onderdeel mimicry en camouflage
Deel 8 Biotische relaties Onderdeel mimicry en camouflage
 
Deel 10 Enkele voorbeelden van actuele ecologische problemen en oplossingen ...
Deel 10  Enkele voorbeelden van actuele ecologische problemen en oplossingen ...Deel 10  Enkele voorbeelden van actuele ecologische problemen en oplossingen ...
Deel 10 Enkele voorbeelden van actuele ecologische problemen en oplossingen ...
 
Deel 9 Successie
Deel 9  SuccessieDeel 9  Successie
Deel 9 Successie
 
Deel 5 Invloed van de bodem op ecosytemen
Deel 5  Invloed van de bodem op ecosytemenDeel 5  Invloed van de bodem op ecosytemen
Deel 5 Invloed van de bodem op ecosytemen
 
Deel 4 Invloed van licht op flora en fauna
Deel 4 Invloed van licht op flora en faunaDeel 4 Invloed van licht op flora en fauna
Deel 4 Invloed van licht op flora en fauna
 
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteemDeel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
Deel 3 Energie-uitwisselingen in een ecosysteem
 
Deel 2 Ecologische begrippen
Deel 2 Ecologische begrippen Deel 2 Ecologische begrippen
Deel 2 Ecologische begrippen
 
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
Deel 1 Platentectoniek en continentendrift
 
Ecological problems and solutions
Ecological problems and solutionsEcological problems and solutions
Ecological problems and solutions
 
Inhoudstafels Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
Inhoudstafels   Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...Inhoudstafels   Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
Inhoudstafels Biotische interacties, Enkele voorbeelden van actuele ecologi...
 
Deel 10 Ecologische problemen en oplossingen
Deel 10  Ecologische problemen en oplossingen Deel 10  Ecologische problemen en oplossingen
Deel 10 Ecologische problemen en oplossingen
 
Biotische relaties ref
Biotische  relaties refBiotische  relaties ref
Biotische relaties ref
 
Deel 8 Biotische interacties 'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
Deel 8 Biotische interacties   'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'Deel 8 Biotische interacties   'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
Deel 8 Biotische interacties 'Inleiding tot de ecologie van flora en fauna'
 

Deel 6 Invloed van water op ecosystemen

  • 1. DEEL 6 INVLOED VAN WATER OP ECOSYSTEMEN
  • 2. Inhoudstafel 3 Abiotische factoren: licht, nutriënten, water en temperatuur 4 Water is absoluut noodzakelijk voor alle levensprocessen 5 De watercyclus 6 – 7 De waterbalans in een landschap 8 – 9 Water en biotopen 10 – 12 Voorbeeld van een voedselweb van een brakke riviermonding 13 – 16 Bronnen 17 – 20 Moerassen 21 – 25 Salamanders in België 26– 37 Insectenhabitats bij het water 38 – 40 Ecologische gevolgen luchtvochtigheid voor insecten 41 – 43 Water als beperkende factor voor dieren 44 – 45 Aanpassing aan lage luchtvochtigheid 46 – 58 Waterbalans geïllustreerd door dieren en planten aangepast aan woestijnen 59 – 64 Osmoregulatie in zoet en zout water 65 – 68 Temperatuurstratificatie van diepere wateren 69 – 86 Waterregulatie bij planten 87 – 95 Waterplanten of hydrofyten 96 – 113 Water als beperkende factor voor planten 114 – 117 Water en zaadkieming 118 – 126 Kwaliteitsbepaling met biotische index 127 – 131 Case-studie: het Baikalmeer 132 – 145 Beknopt overzicht van de ecologie van oceanen en zeeën 146 – 158 Enkele verwijzingen naar andere delen 159 – 173 Referenties en literatuurlijst
  • 3. Abiotische factoren: licht, nutriënten, water en temperatuur • Elk biotoop is afhankelijk van water • Water is een abiotische factor, belangrijk in elk ecosysteem • Elk organisme heeft een verschillende tolerantie en beperkende waarden in een gemeenschap t.o.v. water • Een toename van Schaatsenrijder (Gerris lacustris) broeikasgassen kan voor droogte zorgen, die vooral voelbaar zal zijn in het hart van de continenten
  • 4. Water is absoluut noodzakelijk voor alle levensprocessen 1) Als solvens en reactiemedium: reacties verlopen slechts in het waterig midden van celplasma 2) Als reagens in tal van biochemische reacties 3) Als transportmedium: transport tussen cellen kan slechts met opgeloste stoffen; voor dieren is het bloed dit transportmedium 4) Turgor: turgescente bladeren zijn uitgespreid, huidmondjes worden geopend o.i.v. turgor- water-druk 5) Als bescherming tegen opwarming wegens de grote soortelijke warmte van water 6) Bevruchting gebeurt veelal in water
  • 5. De watercyclus • Regen komt terecht in rivieren, oceanen, meren en grondwater • Organismen nemen water op en geven het weer af door transpiratie • Terrestrisch en oceanisch water evaporeert • Evapotranspiratie van water condenseert tot regen • Grondwater komt aan de oppervlakte als bronwater • Verschillende plantvormen Neilsons vergelijking zegt dat de (grassen, struiken, neerslag gelijk is aan de som van loofbomen,…) hebben het afstromend water en de verschillende fysiologische vereisten… evapotranspiratie • ... waarbij aanwezigheid Evapotranspiratie is de som van de van water de belangrijkste totale hoeveelheid water dat parameter is voor de verdampt in een landschap en de verspreiding van biomen transpiratie door de organismen
  • 6. De waterbalans in een landschap • Neerslag kan direct op de grond vallen of opgevangen worden door de bomen en planten • Het opgevangen water zal evaporeren of doorsijpelen naar de bodem • Als water op de bodem terechtkomt komt, kan het afvloeien, evaporeren of infiltreren in de bodem • Grassen zijn afhankelijk van het water in de toplaag; bomen en struiken drinken water uit de toplaag en diepere bodemlagen • Het water dat tot de diepste bodemlaag dringt, voedt het grondwater, dat eventueel afstroomt
  • 7. De waterbalans in een landschap • Neilson stelde dat het seizoen bepalend is voor de waterbalans • De neerslag in de zomer is vooral beschikbaar voor ondiep wortelende grassen • Winterregen en vooral sneeuw vindt zijn weg naar de diepere bodemlagen en is dus van groot belang voor struiken en bomen • Veel van het opgenomen water komt in de atmosfeer terecht door plantaardige transpiratie • Elke vegetatie maakt zoveel transpiratie-oppervlakte aan om het water van de bodem optimaal te benutten • In natte jaren zal een vegetatie meer blad dragen dan in droge
  • 8. Estuarium van Favorite Bay, Angoon, Alaska
  • 9. Water en biotopen • Zoetwaterbiotopen zijn rivieren, meren, bronnen, moeras, veen, gletsjers en ijskappen • Verder is natuurlijk het grondwater zoet • Zoutwaterbiotopen of mariene biotopen zijn zeewater- en kustwaterbiotopen • Waar een riviermond Een estuarium is een trechtervormige mixt met zeewater is riviermonding met brak water en veelal er brak water grote natuurwaarde Estuarium van de Schelde, België
  • 10.
  • 11. Voorbeeld van een voedselweb van een brakke riviermonding • Na een verblijf tot 15 jaar in zoet water, trekken palingen (Anguilla anguilla) naar hun paaigronden in de Sargassozee • Als wilgebladlarven laten ze zich bijna 2 jaar meevoeren door de golfstroom tot ze aankomen als glasaaltje aan het continentaal plat • Aangetrokken tot de geuren van Enkele brakwatersoorten het zoet water trekken ze m.b.v. zijn de Europese karper getijdenbewegingen de rivieren op (Cyprinus carpio), de • De harde scheiding door dammen, roodborstzonnebaars dijken en inpolderingen zijn (Lepomis auritus) en de ongunstig voor de metamorfose bij forelbaars (Micropterus de mondingen waar tijd nodig is salmoides) centraal op de voor de aanpassing aan het lagere tekening; de laatste 2 zijn zoutgehalte exoten in Europa
  • 12. Om zoet water te bereiken is geen barrière te groot voor glasaaltjes; ze klimmen tegen verticale obstakels aan of trekken zelfs over land Visladders kunnen helpen bij dodelijke kleine turbines bij dammen
  • 13.
  • 14. Bronnen • Bronnen of brongebieden zijn plaatsen waar op natuurlijke wijze, op een klein of groot oppervlak, grondwater uittreedt • Grondwater en dus ook bronwater heeft het jaarrond een temperatuur van ±10°, waardoor sommige soorten enkel nabij bronnen voorkomen • Het water heeft een tamelijk hoge stroomsnelheid; in de zomer is Beekbegeleidende bron met het daarom én door de lage associatie van verspreidbladig temperatuur zeer zuurstofrijk goudveil (Chrysosplenium • Bij beheer moet rekening alternifolium) gehouden met de factor licht, Zeldzaam door verlaging van daar straling de temperatuur beïnvloedt de waterstand in hoogveen of landbouwgebied • Ideaal habitat voor goudveil (Chrysosplenium sp.), bittere Het is een schaduwplant met veldkers (Cardamine amara), ontwikkeling en bloei in bronkruid (Montia fontana)… vroege voorjaar
  • 15. Mineralenarme en droogvallende bronnen kunnen bekleed zijn met bronkruid (Montia fontana)
  • 16. Het biotoop van de gewone bronlibel (Cordulegaster boltonii) bestaat uit O2-rijke, altijd waterhoudende bronnen omdat de nimfen lang (3 tot 4 jaar) in het water leven
  • 17.
  • 18. Moerassen • Moeras ontstaat in stilstaand voedselrijk, zoet water achter de duinen, in overstromingsvlakten van rivieren of in kwelgebieden langs zandgronden en in beekdalen • De bodem is zeer nat, voedselrijk en matig zuur tot neutraal • Typische planten zijn hoge grassen bv. riet (Phragmites australis) en rietgras H. Bleker, staatsecretaris (Phalaris arundinacea), zeggen (Carex voor landbouw, verrast sp.) en galigaan (Cladium mariscus) heel Gelderland door het • Het rietland kan open zijn en bevolkt natuurgebied Teeslinkven met orchideeën, poelruit (Thalictrum van de lijst te schrappen flavum), blauwe knoop (Succisa als beschermd gebied pratensis) en andere fraaie flora Dit galigaanmoeras is een toevluchtsoord voor de • Moerassen zijn bedreigd door gevlekte witsnuitlibel vermesting, verdroging en verbossing (Leucorrhinia pectoralis) • Zoete en zoute kwel en inbraken vanuit zee of rivieren zijn afgezwakt
  • 19. In België ontbreken populaties van de witsnuitlibel, het aandeel van de Nederlandse populaties in de Atlantische regio is aanzienlijk Ze gedeien goed in krabbenscheervegetaties met helder water De nimfen zijn overdag jagende oogjagers, gevoelig voor vispredatie en hebben dus voldoende schuilmogelijkheden nodig
  • 20. Meanders van rivieren doen het water vertragen en vormen zo een moerassige paaiplaats voor de snoek en een broedplaats voor de blauwborst (Luscinia svecica) en de door riet beschutte roerdomp (Botaurus stellaris), ernstig bedreigd in Vlaanderen met ten hoogste 13 broedparen tussen 1994 en 2005 (o.a. Maten, Genk)
  • 21. De vijf salamandersoorten in België: de kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris), de vinpootsalamander (L. helveticus), de alpenwatersalamander (Mesotriton alpestris), de kamsalamander (Triturus cristatus) en de vuursalamander (Salamandra salamandra)
  • 22. Salamanders in België • De kleine watersalamander is na de bruine kikker (Rana temporaria) en de pad (Bufo bufo) de meest voorkomende amfibie in de Benelux • Hij stelt weinig eisen aan zijn biotoop en kan in alle zonnige met onderwatervegetatie begroeide kleine watertjes gevonden worden • De vinpootsalamander is de kleinste soort en komt voor in waters die de kleine watersalamander mijdt omdat ze te zuur of te voedselarm zijn bv. in heidevennen • Verspreiding van de vinpootsalamander in Europa
  • 23. Salamanders in België • De alpenwatersalamander is een vrij algemene amfibie, die bossen, parken en natuurtuinen verkiest • Buiten de paaitijd leven ze buiten water en zijn vooral ‘s nachts actief • De kamsalamander is de grootste inheemse watersalamander en komt voor in kleinschalige agrarische gebieden bij overgang De kamsalamander houdt van bos naar grasland stand in enkele geïsoleerde • Gebieden met hagen, houtwallen populaties en rietkragen en vochtige bosjes Deze isolatie en het omvormen zijn z’n lievelingsbiotoopjes van natuurlijk grasland naar • In kleine wateren is hij in staat akker is desastreus andere amfibieën weg te Door het aanleggen van poelen concurreren kan de soort een beetje • Zijn areaal is in Nederland met uitbreiden, zoals in Twente 1/3 afgenomen
  • 24. Salamanders in België • Ook de vuursalamander komt voor in enkele geïsoleerde populaties • Kalkrijke bronbossen, vochtige beukenbossen en beekrijke hellingbossen vormen het biotoop • In België komt hij vooral voor ten zuiden van Samber en Maas en er zijn enkele populaties in de Vlaamse Ardennen, de Voerstreek Bedreigingen voor salamanders en Vlaams-Brabant in het algemeen zijn • De microhabitat bestaat uit de verstoringen van loofbossen en strooisellaag van bladeren, aanplantingen van naaldbossen stukken schors, boomwortel en Het aanleggen van wegen andere vochtige plaatsen als scheidt populaties van elkaar verlaten muizenholen, onder Watervervuiling, het verdwijnen stenen en omgevallen stronken, van heldere bronbeekjes en de in oude waterputten en in forelkweek in bergbeken zijn vochtige rotsspleten nefast voor de vuursalamander
  • 25. De vuursalamander wordt giftiger bij het ouder worden en geeft dit aan belagers aan door zijn aposematische kleuren Zijn belangrijkste verdediging is echter zijn schuwe gedrag
  • 26.
  • 27. Insectenhabitats bij het water • Waterroofkevers bv. Ilybius sp. en de geelgerande watertor (Dytiscus marginalis) leven in zoet en vegetatierijk water • Het zijn enorme jagers met zelfs vissen en kikkers als prooi • Als goede vliegers gebruiken ze de maanreflectie om nieuw territorium te vinden • Deze waterbewoners scheppen lucht aan het oppervlak alvorens te duiken • Via sluitbare spiracula, segmentaal geplaatste openingen onder het elytra die aansluiten op de tracheolen, wordt een luchtbel als fysische kieuw aangelegd • Door O2-opname uit deze voorraadkamer zal nieuwe O2 vanuit het water de bel binnenkomen
  • 28.
  • 29. Insectenhabitats bij het water • Luchtscheppers moeten steeds weer opduiken om hun luchtbel te verversen • Sommige larven hebben kieuwen die aansluiten op een gesloten tracheaal stelsel • Zo kunnen kokerjuffers (Trichoptera), nimfen van haften (Ephemeroptera), libellen (Odonata) en Nimfen van Baetidae-haften steenvliegen (Plecoptera) permanent onder water leven hebben gepaarde kieuwen aan ieder segment van het abdomen • Het loodrecht van het lichaam wegstromen van het water Het zijn kleine ovaalvormige misleidt bovendien predatoren kieuwen, wat erop wijst dat deze • Als het water uit het achterste soort stromend water verkiest van het diertje zou stromen, is Het ritme van de kieuwen het een te makkelijke prooi controleert de stroming van het • Haften zijn uiterst gevoelig aan water en de toevoer van O2 en vervuiling en worden gebruikt zouten in het lichaam om waterkwaliteit te evalueren
  • 30.
  • 31.
  • 32. Insectenhabitats bij het water • Vijverlopers (Hydrometra stagnorum) en schaatsenrijders (Gerris lacustris) behoren tot verschillende families van oeverwantsen, maar jagen beiden op insecten in of op het water • Gebruik makend van de oppervlaktespanning dankzij superhydrofobe poten, beweegt de schaatsenrijder zich schokkend • De smallere vijverloper loopt trager en hoger en houdt zich dichter bij de oeverzone op • De schaatsenrijder vangt de prooi met z’n geklauwde voorpoten en doodt ze met een toxische steek • De vijverloper doorboort z’n prooi en zuigt ze met de lange snuit leeg
  • 33. De schaatsenrijder gebruikt de voorpoten om zijn prooi vast te houden, met de middelste schaatst hij, de achterste dienen als roer De schaatsenrijder kent 2 generaties per jaar, waarbij de 1e generatie nakomelingen quasi vleugelloos is en in de zomer paart De 2e generatie is gevleugeld en kan nieuwe vijvers veroveren
  • 34.
  • 35. Insectenhabitats bij het water • Met spatelachtige behaarde poten roeien bootsmannetjes schokkend en op hun rug tegen het wateroppervlak • Zo krijgen ze spartelende prooien vlug in het vizier • Daar ze geen kieuwen hebben, ademen ze via een adembuis • Een luchtbel hecht zich aan de hydrofobe harenkrans, waardoor de diertjes een zilverachtig uitzicht krijgen Het gewone bootsmannetje • Als ze niet zwemmen zijn ze (Notonecta glauca) injecteert met lichter dan water en stijgen op zijn proboscis of zuigsnuit toxines • Dankzij kleine klauwtjes en verteringssappen in een prooi kunnen ze zich goed Je licht hem beter niet uit het vastgrijpen bij gevaar en tot water, de beet is gemeen pijnlijk 6 uur onder water blijven Mannetjes strijken met voorpoten • Deze veelvraten zijn efficiënte tegen het lichaam serenades af predatoren van muggenlarven
  • 36.
  • 37. Insectenhabitats bij het water • Waterschorpioenen snorkelen via een buisje gevormd uit verbonden achterlijffilamenten • Haartjes aan het einde van het buisje nemen de oppervlaktespanning weg en voorkomen dat water binnenstroomt • Het lichaam is door de ingeademde lucht lichter dan water en blijft drijven • De voorvleugels verlenen Als waterinsect is de waterschorpioen de mimicry van een dood (Nepa cinerea) een slechte zwemmer blad, de achtervleugels De zeer krachtige voorpoten met zijn aposematisch rood nagelvormige tarsi worden gebruikt • Als een prooi te dicht om de prooi te spietsen nadert, wordt deze snel gegrepen en geïnjecteerd Met de andere poten kan hij via de met toxinen bodem of planten naar het oppervlak trappelen, een bel helpt bij navigatie
  • 38. Behaarde rode bosmieren (Formica rufa) kunnen de relatieve vochtigheid van hun nest bewaren door water aan te dragen
  • 39. Het koepelnest van behaarde rode bosmieren heeft vele ventilatie- openingen die ‘s nachts worden toegestopt om warmte te bewaren Werksters waken over de helling van het nest om de solaire instraling te optimaliseren Na zonnebaden brengen werksters de warmte het nest in, waardoor in de lente een temperatuur van 25° bereikt wordt, ideaal voor eileg
  • 40. Ecologische gevolgen van luchtvochtigheid voor insecten • Luchtvochtigheid en temperatuur treden steeds samen op • Een kwakkelwinter met een hoge luchtvochtigheid zorgt in de zomer voor minder vlinders en zweefvliegen door beschimmelde poppen of eitjes • Sociale insecten zoals mieren, termieten, bijen en wespen waken actief over de ideale nesttemperatuur • Zo voeren werksters van bosmieren water aan in de zomer en kunnen ze de nesttemperatuur in lente en zomer constant houden • Bijen gebruiken de afkoelende werking van hun vleugels om een overmatige verhitting van het nest tegen te gaan
  • 41.
  • 42. Water als beperkende factor voor dieren In de Chihuahua- en Sonorawoestijn haalt de Amerikaanse woestijnrat (Neotoma albigula) zijn water uit xerofyten zoals cactussen, Navajo-yucca’s (Yucca baileyi) en Ephedra sp.
  • 43. Water als beperkende factor voor dieren • Volledige Scaphiopus holbrookii-populaties broeden explosief, gestimuleerd door overvloedige regen bij een minimale temperatuur van 7° • De voortplanting gebeurt in tijdelijke poelen • De honkvaste kikkers verlaten hun holletje gemiddeld 29 dagen per jaar • Ook spinnen, slangen,… De cryptische kikker Scaphiopus houden een ondergrondse holbrookii komt voor in het droogteslaap en vermijden zo zuidoosten van de VS een te felle transpiratie door Ze kunnen lokaal overvloedig hoge temperaturen en aanwezig zijn bij reproductief watertekorten succes door weervariaties
  • 44.
  • 45. Aanpassing aan lage luchtvochtigheid • Door zich met z’n kop in een hoek van 45° te richten tegen de ochtendnevel in, accumuleren zwartlijven (Stenocara sp.) miniscule waterdruppeltjes (1-40 µm) in één van de droogste plekken op aarde nl. de Namibische woestijn • Gedragen door de wind hechten druppeltjes zich aan hydrofiele schildknobbeltjes omgeven door hydrobe groeven • Door aggregatie overwinnen de druppeltjes de zwaartekracht en de woestijnwind en rollen naar de monddelen van de kever • Synthetische materialen die de schildtextuur nabootsen zijn veel effectiever dan de bestaande nevelvangende netten en kunnen gebruikt worden om zuiver water te winnen in woestijngebieden
  • 46.
  • 47.
  • 48. Waterbalans geïllustreerd door dieren en planten aangepast aan woestijnen • We kunnen de waterbalans van landdieren als volgt opstellen: • wia = wd + wf + wa - we - ws • wia = het inwendig water • wd = water uit drank • wf = water uit voedsel • wa = waterabsorptie uit de lucht • we = evaporatiewater • ws = waterverlies door Dromedarissen en kamelen zijn uitscheiding of secretie van meesters in wateropslag urine, feces en mucus Ze houden hun kop recht in de zon • Zowel de dromedaris en reduceren zo de aan de zon (Camelus dromedarius) als de saguarocactus blootgestelde lichaamsoppervlakte (Carnegiea gigantea) Bovendien isoleert de dikke vacht en vergaren massaal water als i.p.v. te zweten kan hij evaporatie het beschikbaar is en slaan het voor lange tijd op beperken door de inwendige temperatuur tot 7° te verhogen
  • 49. Waterbalans geïllustreerd door dieren en planten aangepast aan woestijnen • We kunnen de waterbalans van planten als volgt opstellen: • wip = wr + wa - wt - ws • wr = de opname van water door de wortels • wa = waterabsorptie uit de lucht • wt = waterverlies door transpiratie • ws = waterverlies door De stam van de saguarocactus kan secrectie en reproductieve enorme hoeveelheden water structuren nl. nectar, vruchten en zaden opslagen, die bij droogte • Organismen in verschillende aangesproken worden omgevingen hebben een Bij regen neemt hij water op door variatie aan oplossingen een dicht en ondiep cirkelvormig ontwikkeld die de verschillende uitdagingen wortelnetwerk waarvan de diameter van het milieu met zich ongeveer overeenkomt met de meebrengen hoogte van de cactus
  • 50.
  • 51.
  • 52.
  • 53. Wangzakmuizen (Heteromyidae) zoals de Pacifische kangoeroegoffer (Dipodomys agilis) leven in droogste gebieden van Mexico en de VS Ze overleven op de vrijzetting van water bij de metabolische afbraak van zaden en hoeven niet te drinken: C6H12O6+6 O2→6 CO2 + 6 H2O
  • 54.
  • 55.
  • 56. Waterbalans geïllustreerd door dieren en planten aangepast aan woestijnen • De Apachecicade (Diceroprocta apache) steekt middagserenades af bij een letale middagtemperatuur van 48º • Eric Toolson, zwetend in de woestijn, stelde zich vragen bij deze middagserenades • Biologen gingen ervan uit dat insecten te kwetsbaar voor waterverlies zijn om net als wij warmte af te geven door zweetevaporatie • Rond het middaguur verplaatsen de cicades zich van de door de zon beschenen takken naar de schaduw van de grotere takken
  • 57. Waterbalans geïllustreerd door dieren en planten aangepast aan woestijnen • Ze profiteren van de schaduw en een microklimaat op hun maat met koele lucht aan de stam • Deze miniscule microklimaatjes zijn niet te benutten voor vogels als belangrijkste belagers • Rond middaguur slapen de hongerige vogels en wespen • Een bijkomende verklaring komt uit taxonomische hoek • Cicades behoren zoals bladluizen tot de Hemiptera en zuigen xyleemsap op vanuit de 30 meter diepe tapwortels van Prosopis juliflora • Ze zweten het overtollig vocht uit en koelen zo 4° af • De hoge we wordt opgevangen door een hoge wd
  • 58. Door drie grote poriën aan rugzijde kan een deel van het opgenomen water ontsnappen doorheen de cuticula van de Apachecicade Toolson deed zo in 1987 een belangrijke ontdekking De cicades verlagen hun lichaamstempertuur door te zweten, een ongekend fenomeen bij insecten
  • 59.
  • 60. Osmoregulatie in zoet en zout water Muggenlarven, Culex sp. Elk waterorganisme en zijn omgeving kan gezien worden als een systeem van 2 waterige milieus gescheiden door een selectief permeabel membraan Water beweegt volgens de osmotische gradiënt en organismen moeten energie uitgeven om hun inwendig milieu constant te houden
  • 61. Osmoregulatie in zoet en zout water De osmoregulatie van dieren in zoet of zout water kan als volgt weergegeven worden: wi = wd - ws wo waarbij wo het waterverlies of de waterwinst door osmose voorstelt Kraakbeenvissen (Chondrichthyes) zijn hyperosmotisch en verkleinen de osmoregulatiekost door de gradiёnt te verkleinen... ...en Na+ te verliezen via een rectale zoutklier wo is positief en kraakbeenvissen winnen water door osmose doorheen de kieuwen en drijven het overtollige water af als urine
  • 62. Osmoregulatie in zoet en zout water • Doordat ze hypotoon zijn t.o.v. hun omgeving, verliezen beenvissen water door hun kieuwen • wo is negatief • Deze osmoregulatie doet drinken en overtollig zout moet verwijderd worden • Beenvissen scheiden weinig urine af, die wel hypotoon is t.o.v. zeewater, Na+ en Cl- door kieuwklieren Beenvissen (Osteichthyes) en de • De muggenlarven drinken enkele soorten muggenlarven van eveneens hoeveelheden brakke moerassen (bv. Aedes vigilax water en verliezen hun en A. sollicitans) zijn hypotoon t.o.v. hypertonische urine met zeewater weinig waterverlies
  • 63. Galápagoszeeleeuw (Zalophus wollebaeki) met prooi Zeezoogdieren halen water uit hun voedsel, hebben geconcentreerde urine en een ondoorlaatbare huid Mariene vogels en reptielen zijn voorzien van zoutklieren
  • 64. Osmoregulatie in zoet en zout water • Water stroomt binnen en zouten gaan verloren langs de kieuwen • Zoetwatervissen scheiden veel water in vorm van verdunde urine uit • Zouten worden via voedsel of zoutabsorberende kieuwfilamenten opgenomen • Invertebraten leveren energie om water uit het lichaam te pompen en zouten te absorberen • De zoetwaterinvertebraten hebben echter een lagere concentratie aan opgeloste stoffen in hun bloed dan zoetwatervissen, wat de osmotische gradiënt en de Zoetwatervissen en -invertebraten regulatiekost vermindert zijn hypertoon t.o.v. hun omgeving
  • 65.
  • 66. Temperatuurstratificatie van diepere wateren • Tussen de warme en de koude laag ontstaat de spronglaag of thermocline, waarin de temperatuur snel daalt • Een harde wind in de zomer is niet in staat de stratificatie te doorbreken • Door het eutrofe karakter van vele wateren, leeft er veel plankton, waardoor een constante ‘regen’ van dood Door opwarming van het water plankton naar de bodem zakt aan de oppervlakte in het • Zo kan er in de onderlaag voorjaar ontstaat een warme zuurstofgebrek ontstaan, bovenlaag die "drijft" op een waarbij de anaërobe afbraak koude onderlaag voor de geur van rottende Koud water van 4° heeft de eieren (H2S) zorgt grootste densiteit
  • 67. Temperatuurstratificatie van diepere wateren In het najaar zal de temperatuur van de bovenlaag door afkoeling dalen tot een waarde die gelijk is aan die van de onderlaag Er zal dan ten gevolge van wind of spontaan, een volledige menging plaatsvinden, welke de najaarsomkering genoemd wordt Deze menging kan een zuurstoftekort in de bovenste laag veroorzaken en dit kan nadelig zijn voor dieren met een grote zuurstofbehoefte zoals insectenlarven Omgekeerd verdwijnt het zuurstoftekort in de onderste laag en voedingsstoffen komen in de bovenste laag terecht
  • 68. Temperatuurstratificatie van diepere wateren Een identieke situatie doet zich voor na de winter en noemen we de voorjaarsomkering In de winter blijft de temperatuur van de onderste laag ijsvrij bij 4°, belangrijk voor de overwintering van amfibieën, vissen, schildpadden en insectenlarven Als de bovenlaag lange tijd bevroren is zonder wakken in het ijs, kan dit wel tot zuurstoftekorten leiden, zeker bij sneeuwbedekking Kleinere meren hebben een spronglaag bij een diepte van 7 meter, grotere meren eerder bij een diepte van 10-15 meter Arctische en tropische wateren kennen geen omkeringen
  • 69.
  • 70. Waterregulatie bij planten • Het watergehalte bij hogere planten is tamelijk stabiel en dus onafhankelijk van de uitwendige vochtigheid • De grote centrale vacuole betekent een waterreserve voor het cytoplasma • Stengel en bladoppervlakten zijn beschermd door een wasachtige cuticula • De transpiratie wordt geregeld Holpijp (Equisetum fluviatile) door sluitbare huidmondjes Als meer water vanuit de wortel • Guttatie kan optreden na getransporteerd wordt als er kan zonsopgang als de activiteiit getranspireerd worden, treedt van de plant toeneemt en de guttatie door worteldruk op luchtvochtigheid nog hoog is In de ochtend zijn huidmondjes • Door de nerven wordt via nog vaak gesloten en is waterporiën of hydathoden transpiratie beperkt vocht naar buiten geperst
  • 71. Waterregulatie bij planten • Natuurlijk verklaart worteldruk niet alleen hoe water stroomt in een plant • Daarom is het begrip waterpotentiaal ingevoerd • Water vloeit steeds van een hogere potentiaal of vrije energie-waarde naar een lagere potentiaal of vrije energie- waarde • Symbool van waterpotentiaal is Ψ • Zuiver water heeft een Ψ = 0 bar • Gebonden water en water met opgeloste stoffen heeft steeds een lagere Ψ • Zo is Ψ aan bladuiteinden ongeveer - 40 bar of - 4,0 MPa of - 4000 kPa
  • 72. Waterregulatie bij planten • Het water kan maar tegen de zwaartekracht instromen naar de top van een plant als er een continue dalende Ψ-gradiënt is • Het water stroomt van de bodem met een vrij hoge Ψ naar de atmosfeer met een zeer lage Ψ • Ψ vertelt je hoeveel energie in J/kg of kPa je moet leveren om het gebonden water te verplaatsen naar zuiver water • Water in plantenweefsel of in de bodem is in een andere energetische toestand als vrij water • Men spreekt van de Ψ van de bodem of de zuigkracht of de negatieve waterdruk van de bodem
  • 73. Waterregulatie bij planten • ψ totaal = ψm + ψg + ψo + ψp • Ψ totaal wordt bepaald door • Ψm of de binding van water aan een oppervlak • Ψg of de positie van het water in het zwaarteveld • Ψo = ψosmotisch of de hoeveelheid opgeloste deeltjes in het water • Ψp = ψ door druk bv. vanwege de celwand bij turgescentie Ψm wordt bepaald door de binding van water aan bodemdeeltjes en zal het meest negatief zijn bij een Ψfiguur is weergegeven in MPa droge bodem
  • 74. Waterregulatie bij planten Ψm is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid water in de bodem, maar vooral van het type bodem Zand heeft relatief grote deeltjes en heeft dus een kleiner contactoppervlak dan bv. klei met het water Bij 10 % water in de bodem, heeft zand een zeer hoge Ψ (- 25 kPa of -0,25 bar) en leem een zeer lage Ψ (- 1500 kPa)
  • 75. Waterregulatie bij planten Ψg = g.h, waarbij g = 9,81 m/s2 en h = diepte t.o.v. de referentie nl. de bodem Bv. bij 1 meter diepte is Ψg = 9,81 m/s2 . (-1,0 m) = -9,81 kPa Ψg is haast verwaarloosbaar t.o.v. Ψm Water stroomt hierdoor altijd van een hogere naar een lagere plaats
  • 76. Waterregulatie bij planten • Ψo is alleen werkzaam als er een semi-permeabele membraan aanwezig is, waar water doorheen kan, maar niet de opgeloste stoffen • Dit is algemeen in de natuur, alle cellen en dus ook die van plantenwortels zijn omgeven door een semipermeable dubbellaag van fosfolipiden • Ψp daarentegen kan positief zijn in bv. turgescente cellen Ψo is steeds negatief Wortels slaan opgeloste stoffen • Een cel gevuld met water heeft op zodat hun Ψo lager is als dus een zekere weerstand om deze van de bodem nog meer water op te nemen • Door turgescentie blijft het blad optimaal naar het licht gericht • Ψp kan ook negatief zijn nl. door de capillaire krachten in het xyleem
  • 77. Waterregulatie bij planten • De waterstroming in het bodem-plant-continuüm kan als volgt samengevat worden • Deze stroming van water is een functie van de Ψ-gradiënt • Er is altijd een stroming van hoge Ψ naar een lagere Ψ • In dit vb. heeft de bodem een relatief hoge Ψ van -600 kPa • De atmosfeer heeft in dit vb. een Ψ van -100 000 kPa • Ook in andere biologische processen is Ψ van belang • Ψ vertelt dus iets meer over de waterbeschikbaarheid voor biologische processen • Voor het ontkiemen van de meeste zaden is bv. een Ψ van hoger dan -2000 kPa nodig
  • 78. Waterregulatie bij planten Plantencellen slaan opgeloste stoffen in hun vacuole op om een lage Ψ (± - 2000 kPa) te verkrijgen en turgordruk op te bouwen, zodat hun blaadjes in een optimale hoek t.o.v. het zonlicht staan
  • 79. Waterregulatie bij planten • Het voordeel om met Ψ te werken, is dat de waterbeschikbaarheid op elke soort bodem kan worden toegepast • Het watergehalte van een bodem is nietszeggend • Een zandbodem met 20% watergehalte heeft veel beschikbaar water, een Water in de bodem met een kleibodem nagenoeg geen Ψ boven deze van FC, is • De veldcapaciteit (FC) van een onbruikbaar voor planten bodem vertelt je over de Door de zwaartekracht lekt waterbeschikbaarheid van een dit uit bodem, nadat hij verzadigd is van Op het PWP (-1500 kPa) is regen en ± 24 - 48 h is uitgelekt het permanent • Deze is gelegen tussen - 10 kPa verwelkingspunt, waarbij de en - 33 kPa planten sterven, bereikt
  • 80. Waterregulatie bij planten Bij een watervolume van 26%, zullen planten op lemige en zandige bodems onder stress staan, omdat je een Ψ hebt boven veldcapaciteit en de modderige, onverluchte bodem verliest water Voor de kleibodem verkrijg je een Ψ van - 1300 kPa, wat de planten eveneens stress bezorgt, wegens een Ψ die het PWP benadert
  • 81. Het beschikbare bodemwater is het water vastgehouden door de bodem tussen de veldcapaciteit van de bodem en het permanent verwelkingspunt van de bodem
  • 82. • De beweging van water in planten en bomen wordt vooral verklaard door de lage Ψ in de bladeren, die continu transpireren • Als ‘s nachts de transpiratie stilvalt kan guttatie optreden in de ochtend • Ook in de begin van de lente is de opwaartse zuigkracht door transpiratie veel lager • Door afbraak van zetmeel in glucose en opname van mineralen door mergcellen in de wortel, daalt in deze cellen de Ψ • Zo wordt uit de schorscellen en de bodem water onttrokken welke zorgt voor worteldruk en waterstroming in de houtvaten • Het glucoserijke vocht kan uit berk en esdoorn gewonnen
  • 83.
  • 84. Waterregulatie bij planten • De transpiratie van bladeren is onder invloed van … • … de grootte van het vrij oppervlak • … de luchtdruk; hoe hoger de luchtdruk hoe lager de transpiratie • … de temperatuur en de windsnelheid • … de waterbeschikbaarheid; de transpiratie zal afnemen Huidmondjes van een korianderblad bij watergebrek Bij een klein tekort t.o.v. 100 % • Het grootste gedeelte van luchtvochtigheid, daalt de Ψ snel de transpiratie verloopt langs de huidmondjes Bij 99,5 % Ψ = -6,7 bar • In optimale omstandigheden Bij 99 % Ψ = -13,5 bar kan een blad tot 70% water Bij 90 % Ψ = -141 bar verliezen van wat verdampt Bij 50 % Ψ = -933 bar aan een vrij wateroppervlak
  • 85. Niet-sclerofylle planten verdampen tot 10% via hun cuticula Bij planten van vochtige, beschaduwde plaatsen blijft de cuticulaire transpiratie hoog De bladeren van de dotterbloem (Caltha palustris) beginnen te verdorren vooraleer de huidmondjes gesloten zijn
  • 86. Waterregulatie bij planten • Planten kunnen waterverlies beperken door de huidmondjes te sluiten • Toch zijn ze best in de dag geopend om CO2 op te nemen voor de fotosynthese • Ook voor een plant bestaat er geen ‘free lunch’, daar voor elke 100 l. opgenomen water, er 98 l. naar transpiratie gaat • Naarmate de watervoorziening slechter wordt, gaan de huidmondjes ‘s middags sluiten zodat de transpiratie maar ook de fotosynthese daalt • Het watergebrek zorgt voor Het gestippeld gedeelte geeft de turgorverlies in de sluitcellen, cuticulaire transpiratie weer zodat ze dan vanzelf sluiten De volle lijnen geven de • Planten kunnen zich ‘s nachts transpiratie door de huidmondjes rehydrateren en zo verwelking weer voorkomen
  • 87.
  • 88. Waterplanten of hydrofyten • Echte waterplanten kunnen enkel in water groeien of op bodems die volledig met water verzadigd zijn • Voedingsstoffen worden hoofdzakelijk via het blad opgenomen • De wortel dient eventueel enkel tot verankering • Klein kroos (Lemna minor) behoort tot de drijvende waterplanten • Het vormt kolonies in nutriëntrijke wateren en plant zich vooral vegetatief voort • Zelden worden bloemen gevormd; een individueel plantje heeft enkele blaadjes en een hangend worteltje
  • 89. Grof hoornblad (Ceratophyllum demersum) groeit uitbundig in voedselrijk water; zoals fonteinkruid (Potamogeton sp.) is het een ondergedoken, vastgehechte waterplant
  • 90. Nimfen belichaamden in de Griekse mythologie bovennatuurlijke vrouwelijke wezens huizend in bronnen Waterlelies (Nymphaea sp.) zijn ondergedoken waterplanten met drijvende bladeren en kunnen door hun schaduw algen terugdringen
  • 91. Een doorsnede van een waterlelieblad toont de grote luchtholten die het blad drijvend houden; cuticula en altijd geopende huidmondjes zijn beperkt tot de bovenzijde van het blad Steun- en transportweefsel zijn weinig ontwikkeld
  • 92. Doorsnede van een pitrusstengel (Juncus effusus) met sponsachtig aerenchym zodat O2 vlot langs intercellulaire ruimten naar de ondergrondse delen kan vervoerd worden
  • 93. Krabbenscheer (Stratiotes aloides) vindt men in België enkel in de driehoek Antwerpen-Mechelen-Gent en verlangt voedselarme sloten Na een winterverblijf op de bodem, vullen bladeren zich met lucht om dan boven het wateroppervlak te bloeien
  • 94. Gerande oeverspinnen (Dolomedes fimbriatus) en de zeldzame groene glazenmaker (Aeshna viridis) vinden hun habitat bij de drijvende rozetten van krabbenscheervegetaties
  • 95. Moerasplanten zoals pijlkruid (Sagittaria sagittifolia) kunnen een droogteperiode overleven en kan men vinden in tijdelijke wateren Hun wortel is de hoofdleverancier van voedingsstoffen
  • 96.
  • 97. Water als beperkende factor voor planten • Efemere vegetaties in woestijnen vermijden droogte door een zeer korte cyclus • De droogtetolerante satijnbloem (Dimorphotheca sinuata) is volledig afgestemd op het woestijnleven • Bloemaanleg gebeurt door vernalisatie, dus na daling van de temperatuur, welke in de Namaquawoestijn van Zuid-Afrika de kans op winterregen vergroot • Na snelle bloemontwikkeling tijdens de gunstige periode, volgt een dormantieperiode als zaad die jaren kan duren • Zaden van vele woestijnplanten worden meer permeabel voor water bij bewaring, wat kieming spreidt en gunstig is voor de soort
  • 98.
  • 99. Water als beperkende factor voor planten • Succulente planten zijn echte xerofyten aangepast aan de droogte door water op te slaan in wortel, stengel of blad • Er is een sterke proliferatie van parenchym met grote vacuolen en weinig intercellulaire ruimte • Succulenten kunnen in korte tijd veel water opnemen en dan zeer traag afgeven door een zeer lage transpiratie • De succulente organen hebben een beperkte oppervlakte • Crassula fragaroides behoort tot de succulente flora van het Zuidafrikaanse Bokkeveld • Je kan er ook tussen de steentjes speuren naar Lithops sp., welke bijna volledig ondergronds groeien
  • 100. Ferocactus cylindraceus, Anza-Borrego-woestijn, voor het eerst beschreven door Engelmann (1853), is begeerd door verzamelaars Bladloze cactussen voeren fotosynthese uit in hun vlezige stam
  • 101. Water als beperkende factor voor planten Succulentie gaat gepaard met CAM-metabolisme De huidmondjes zijn overdag gesloten en openen zich ‘s nachts om CO2 op te slaan en om te zetten in het C4-zuur malaat Bij C3-fotosynthese vangt het Rubisco-enzym CO2, bij waterstress en hogere temperaturen verkiest het O2, wat fotorespiratie of verbranding van de fotosyntheseproducten met zich meebrengt Het PEP-carboxylase, dat het malaat vormt, is ongevoelig voor O2 Het zure malaat wordt ‘s nachts in de vacuole opgeslagen
  • 102. Water als beperkende factor voor planten Het in de vacuole opgevangen malaat geeft het CO2 overdag vrij om het ter beschikking te stellen van Rubisco in de chloroplasten Dit enzym zet CO2 dan om in C6-suikers, wanneer de fotorespiratie en transpiratie uitgesloten zijn De omvorming van malaat tot PEP kost ATP, zodat CAM-fotosynthese weinig efficiënt is en verklaart waarom succulenten traag groeien Bij CAM-planten is er dus een scheiding in de tijd tussen opname van CO2 en verwerking ervan tot suikers In vochtige condities gaat C3-fotosynthese door met snellere groei
  • 103. Water als beperkende factor voor planten De malaatbron kan uitgeput worden waardoor fotosynthese ophoudt Bij extreme droogte blijven de huidmondjes ook ‘s nachts gesloten O2 aangemaakt door de fotosynthese wordt dan gebruikt om te ademen en de uitgeademde CO2 wordt gebruikt voor de fotosynthese Dit proces kan je als ‘CAM-nutteloosheid’ omschrijven ook omdat de hele keten energie eist, maar de CAM-fotosynthese laat succulenten wel toe droogtes te overleven en snel te herstellen bij watertoevoer Al in de 17e eeuw wist men dat succulenten ‘s nachts zuur smaken
  • 104. Woestijnplanten overleven droge omgevingen en investeren energie in stekels om hun traag opgebouwde biomassa te beschermen Echinocactus platyacanthus, Mexico, Nuevo León
  • 105. Het zeldzame oeverkruid (Litorella uniflora) slaat ‘s nachts CO2 op als malaat om het overdag te gebruiken en wendt CAM-fotosynthese in het voordeel aan als het biotoop nl. ondiep water door fotosynthetische consumptie zonder CO2 dreigt te vallen
  • 106. Succulente planten met CAM-metabolisme tref je ook aan onder de epifyten zoals deze Bulbophyllym allenkerrii met verdikte stengels Met een sterk variërende Ψ van de omgeving is snel water opnemen door succulentie en het ‘s nachts vastleggen van CO2 een voordeel
  • 107.
  • 108. Water als beperkende factor voor planten • De tamarugo (Prosopis tamarugo) groeit in de zoutwoestijn van de Pampa del Tamarugal, Noord-Chili • De soort groeit op plaatsen waar de grondwatertafel 2 - 10 meter diep is • De tot 15 meter diepe tapwortels, zich richtend naar de grootste waterconcentratie, kunnen water uit grote diepte onttrekken en zo de plant in leven houden gedurende droogte • De boom kan groeien zonder enige regen • De blaadjes kunnen dauw verzamelen en deze dan naar de rhizosfeer transporteren • De soort wordt bv. in Spanje aangeplant; bladeren en vruchten worden door geiten gegeten • De opbrengst van 55 bomen/ha van 40 jaar oud is 16 ton blad en fruit
  • 109. Tephrocactus alexanderi en Larrea divaricata hebben een uitgebreid, oppervlakkig wortelstelsel, wat hen toelaat water te onttrekken uit een grotere massa bodem waardoor de planten wijd verspreid staan Sierras Pampeanas, Argentinië
  • 110. Water als beperkende factor voor planten De transpiratie kan beperkt worden dank zij: Een zeer dikke waslaag waardoor licht beter teruggekaatst wordt Verzonken huidmondjes, met een wasprop afgesloten of met haren beschermd, zodat een luchtlaag nabij het blad onbeweeglijk blijft Het blad van oleander (Nerium oleander) heeft beide transpiratieremmende structuren
  • 111. Arctostaphylos pungens overleeft de droogte van de chaparral door de kleine zilverachtige blaadjes constant rechtop te houden
  • 112. De duinvormer helm (Ammophila arenaria) overwint de droogte van het vijandige zout water door het blad sterk op te rollen Het gras is afhankelijk van condensatie van water uit de bovenste duinlagen Enkel bij het uitrollen van het blad bij genoeg water, openen de huidmondjes zich en kan fotosynthese doorgaan
  • 113. Als de bodem bevroren is, is wateropname onmogelijk Bij stijgende temperaturen op het einde van de winter, kunnen planten door transpiratie uitdrogen op een bevroren bodem Naaldbomen komen nog voor, waar loofbomen uitgesloten zijn Naaldbomen met blad transpireren minder dan naakte looftwijgen De vorstdroogte bepaalt ook de boomgrens in bergen
  • 114.
  • 115. Water en zaadkieming • Sommige zaden van planten en bomen van een waterrijke omgeving verliezen binnen enkele weken hun kiemkracht bij uitdroging • Dit is zo bij wilgen (Salicaceae), en ook bij de rubberboom (Hevea brasiliensis) die in het vochtige regenwoud groeit • Rubberbomen werden vanaf de 19e eeuw als zaailingen over de wereld verspreid • Sommige zaden kiemen bij voorkeur onder water, zoals deze van de grote lisdodde (Typha latifolia) • De stimulans hiertoe is de verlaging van de O2-concentratie
  • 116. Water en zaadverspreiding • De gevlekte dovenetel (Lamium maculatum) verspreidt zijn zaadjes vooral via rivieren • Het plantje is in Vlaanderen enkel algemeen bij de Maas • Elders is het een zeldzame verschijning, eventueel ontsnapt uit tuinen • Andere planten die men vooral bij rivieren terugvindt zijn veldsalie (Salvia pratensis), echte kruisdistel (Eryngium campestre) en duifkruid (Scabiosa columbaria) • De kokospalm (Cocos nucifera) verspreidt zijn vruchten door de oceanen over de hele wereld
  • 117. Kokosnoten aangespoeld op de Seychellen
  • 118. Steenvliegen (Plecoptera) kunnen heel slecht watervervuiling verdragen en verdwijnen als het zuurstofgehalte lager is dan 40% Enkele soorten zoals Nemoura sp. komen in stilstaand water voor
  • 119. Kwaliteitsbepaling met biotische index • Bacteriën, algen, vissen, protozoa en macro-invertebraten zijn bio-indicatoren • Bij verontreiniging daalt de diversiteit of het aantal taxa in een gemeenschap • Eerst verdwijnen meest gevoelige soorten, de meer resistente soorten zullen in aantal toenemen • Op een taxonomische lijst worden het totale aangetroffen taxa, een schatting van het aantal individuen per taxon en hun tolerantieklasse omcirkeld • Een veldprotocol geeft een beeld van de waterloop en vegetatie • Metingen van visuele verontreiniging, zuurstofgehalte, pH, Tº, kleur, geur, transparantie, omgeving, visbestand,… worden hierin opgenomen • Een Secchi-schijf meet de transparantie
  • 120. Kwaliteitsbepaling met biotische index • Fotosynthese zorgt voor O2- verzadiging, bacteriële afbraak en ademhaling voor O2-verbruik • De biodiversiteit is een weerspiegeling van het gehalte aan O2 in het water • Bij laag O2-gehalte (0-3 mg/l) kunnen vissen en macro- invertebraten niet leven • Na organische verontreiniging daalt het O2-gehalte • Na enige tijd treedt zelfreiniging op en kunnen organismen zich weer ontwikkelen • Vooral in de zomer kunnen zuurstoftekorten voorkomen • In Vlaanderen streeft men naar minimum 5 mg/l O2 Maximale verzadiging van O2 in water in functie van T°
  • 121. De biotische index gebruikt macro-invertebraten die hun O2 niet rechtsreeks aan de atmosfeer onttrekken Nimf van de vuurjuffer (Pyrrhosoma nymphula)
  • 122. Kwaliteitsbepaling met biotische index • De biotische index is afhankelijk van de frequentie van de gevoeligste taxa zoals kokerjuffers en de nimfen van steenvliegen • De biotische index is afhankelijk van het totaal aanwezige taxa of systematische eenheden • Indien in een staal maar één individu van een indicatorsoort wordt gevonden, wordt deze niet meegerekend omdat het er als driftorganisme in kan zijn terechtgekomen • Bovenaan vind je de taxa die het meest gevoelig voor verontreiniging zijn
  • 123. Kwaliteitsbepaling met biotische index • Als bv. het totaal aantal taxa gelijk is aan 24 • En de meest gevoelige faunistische groep een vertegenwoordiger is van de Heptageniidae, Ephemeroptera • Waarvan drie individuen zijn gevonden • Dan geeft de kruising van de tweede rij met de laatste kolom een indexwaarde 9 • Indien nog steenvliegnimfen werden gevonden, bevat het staal 2 groepen met tolerantieklasse 1 en heb je een waarde 10 • Plecoptera vind je echter vooral in hooglandbeken en komen van nature weinig in laagland voor
  • 124. Biotische index voor waterlopen van het Netebekken
  • 125. De schietmotlarve of kokerjuffer Ceraclea annulicornis kan je aantreffen in Belgische zuivere wateren
  • 126. Klompsponzen (Ephydatia fluviatilis) bewonen stille zuurstofrijke zoete en brakke wateren, maar zijn bedreigd door watervervuiling
  • 127.
  • 128. Case-studie: het Baikalmeer • Het Baikalmeer is een actieve riftvallei van Oligoceen origine die per jaar 2 cm. breder wordt • Het bevat 20% van alle niet- bevroren zoet water en is het meest transparante water op aarde • Ondanks de grote diepte (1186 m.) is het goed gemengd en bevat het O2 tot op de bodem • ‘s Zomers kan je de sponzen Lubomirskia baicalensis prima waarnemen, welke op stenige substraten tot 1000 m. voorkomen • Komende van de Noordelijke Ijszee via de Lena in prehistorische tijden, is de Phoca sibirica of nerpa geëvolueerd tot één van de weinige zoetwaterzeehonden • Wordt 50 – 60 jaar oud, ouder dan andere soorten zeehonden
  • 129. De kleine kreeftachtige Epischura baicalensis maakt 96 % uit van het zoöplankton van het meer, is de hoofdconsument van algen en zorgt door zijn filtervoeding voor helder en voedselarm water
  • 130. Het schubloze olievisje Comephorus baicalensis zwemt verticaal Hij doet dit daar hij zeer temperatuursgevoelig is; +10° is dodelijk 35% van het gewicht bestaat uit medicinale olie, rijk aan vit. A
  • 131. Baykalsk Pulp and Paper Mill loost sinds 1966 chloor in het meer Wegens niet-profijtelijk werd ze gesloten in ’08 en ondanks verzet in ‘10 heropend nadat Poetin zelf kwam kijken hoe klaar het water was
  • 132. Beknopt overzicht van de ecologie van oceanen en zeeën Oceanen zijn door hun beperkte aantal habitats weinig productief Er is overvloed aan leven op plaatsen waar zeestromen diep oceaanwater en nutriënten naar boven brengen De subtropische hogedrukgebieden komen overeen met zeestromen Warme zeestromen vindt men ten hoogte van de paardenbreedten aan oostkusten en koude stromen aan westkusten van continenten
  • 133. De Humboldtstroom die Antarctisch water vervoert richting evenaar, zorgt voor een interessant klimaat aan de oostkust van Peru Het koude water en warme lucht voorkomt regen Hierdoor worden de uitwerpselen van vogels gebakken in de hitte De mariene rijkdom die de stroom brengt zorgt voor migraties van zeevogels die hun jongen in veiligheid grootbrengen en voor guano
  • 134. De decennialange Peruviaanse guano-extractie in de 19e eeuw verstoorde het vogelleven en voedselketens grondig op eilanden
  • 135. Koraalriffen concentreren met succes biodiversiteit De Oost-Australische stroom zorgt voor hogere temperaturen en tropische fauna en flora die mee het Groot Barrièrerif bevolken
  • 136. Het oppervlaktewater van zeeën, oceanen en zoete waters is vooral bevolkt door plankton, waarbij fytoplankton voor de helft van de fotosynthetische activiteit van onze aarde instaat Hoofdzakelijk bestaande uit diatomeeën, cyanobacteriën en dinoflagellaten, is het fytoplankton zelfs vanuit de ruimte zichtbaar Oppervlaktewater absorbeert IR en geel licht, het fytoplankton blauw licht, waardoor op grotere diepten enkel groen licht doorkomt
  • 137. Zoöplankton bv. Copepoda en vissenlarven begrazen het fytoplankton De fotische zone eindigt op ±200 m. tot waar nog 1% licht doordringt Centraal zie je Thalassionema nitzschioides, een diatomeeënsoort
  • 138. Kleine kreeftachtigen zoals Copepoda en Euphausiacea, beter als krill gekend, vormen de grootste biomassa in oceanen en zijn een voedselbron voor talrijke vissoorten, robben, pinguïns en walvissen
  • 139.
  • 140. Met vliegtuigjes worden kustwateren bemonsterd op scholen van bv. Europese sardines (Sardina pilchardus)
  • 141. Zonnebadend aan het wateroppervlak is de zwaarste beenvis, de maanvis (Mola mola) een echte epipelagische oceanische vissoort
  • 142. Lantaarnvissen maken 65% uit van de biomassa van de diepzee Ze volgen de migratie van zoöplankton tot in de fotische zone Diaphus theta
  • 143. Kleine plastiekdeeltjes worden vaak opgegeten door lantaarnvissen 80 stukjes werden aangetroffen in de darm van één visje Schilderij van de hand van Robi Smith
  • 144. Bewoners van de bathypelagische zones zijn klein, weinig mobiel, vertrouwen op bioluminescentie om een maatje te vinden of hebben een sexueel dimorfisme zoals Haplophryne mollis waarbij de mannetjes tot gonaden atrofiëren na vasthechting aan het vrouwtje
  • 145. Submariene zwavel- en methaanbronnen zijn een bron van leven voor baardwormen zonder verteringsstelsel maar met een trofosoom vol bacteriën die H2S en CH4 oxideren met vrijgave van energie Riftia pachyptila
  • 146. Enkele verwijzingen naar andere delen Water en temperatuur zijn onlosmakelijk verbonden, zie D7 Verspreiding in Europa van de beuk (Fagus sylvatica)
  • 147. D4 ‘Licht’ en D5 ‘Bodem’ kijken via verschillende invalshoek naar het probleem van eutrofiëring van natuurlijke wateren Zo zijn lozingen een evidente oorzaak van eutrofiëring en is lichtpollutie een minder voor de hand liggende reden Oplossingen hiertoe zoals helofytenfilters zijn in D5 besproken
  • 148. Gewone dophei (Erica tetralix) leeft in schrale venen en moerassen Door geleiding van O2 door de stengel, kunnen toxische waarden aan Fe(II)-zouten oxideren tot een neerslag van Fe(III)-verbindingen Waterrijke hoog- en laagvenen zie D5 ‘Bodem’
  • 149. Het mutualistische verbond tussen koraaldiertjes en Zoöxanthellae verklaart waarom riffen gevoelig zijn voor zeespiegelstijgingen Zie D4 ‘Licht’ en D10 ‘Ecologische problemen en oplossingen’
  • 150. Innige relaties bij koraalriffen zie D8 ‘Biotische relaties’ Zeebaars (Dicentrarchus labrax), gewone poetslipvis (Labroides sp.)
  • 151. Planten die in kussenvorm groeien zijn gewapend tegen verdroging Zuiltjessteenbreek (Saxifraga oppositifolia), zie D8 ‘Biotische relaties’
  • 152. Bedreigde pijlgifkikkers gebruiken citernbromelia’s als poeltje Dendrobates tinctorius zie D8 ‘Biotische relaties’
  • 153. Zouten zorgen voor waterstress, zie D5 ‘Bodem’ Rode mangrove (Rhizophora mangle), Caroni Swamp, Trinidad
  • 154. Mangroves boordevol flora en fauna beschermen kusten tegen diverse zeekrachten; herbebossing in Tamil Nadu, India Zie D10 ‘Ecological problems and solutions’
  • 155. Spijtig genoeg is er ook slecht nieuws voor onze wateren Plastiekvervuiling zie D10 ‘Ecological problems and solutions’
  • 156. Vele malen in geschiedenis kwam ruwe olie in zee Zie D10 ‘Ecologische problemen en oplossingen’
  • 157. Zure regen, verlanding van vennen en watervervuiling vormen reële bedreigingen voor kikkersoorten bv. de boomkikker (Hyla arborea) Zie D10 ‘Ecologische problemen en oplossingen’
  • 158. Toch is er hoop Net zoals de hydrologische cyclus herstelbaar is, kan water ook weer zuiver worden Herstel van de hydrologische cyclus zie D5 ‘Bodem’
  • 159. Referenties Dia 3: http://www.iee.uu.se/zooekol/images/firstpage/striders.jpg Dia 4: http://www.ischool.zm/bio/Ch.%204%20Photosynthese.htm Dia 5: http://students.usm.maine.edu/cynthia.handlen/the_water_cycle_lesson_page.html http://sky.scnu.edu.cn/life/class/ecology/chapter/Chapter5.htm Dia 6, 7: http://sky.scnu.edu.cn/life/class/ecology/chapter/Chapter5.htm Dia 8: http://www.angoonairporteis.com/phase2media.html Dia 9: http://www.wldelft.nl/cons/area/mse/index.html http://www.zeeinzicht.nl/vleet/index.php?id=8126&language=0&offline=0&template=te mplate-vleetned Dia 10, 11: http://en.wikipedia.org/wiki/Brackish_water http://nl.wikipedia.org/wiki/Paling http://www.caryinstitute.org/sites/default/files/public/downloads/curriculum- project/FRESH_WATER_SHALLOWS_food_web.jpg Dia 12: http://lazy-lizard-tales.blogspot.be/2009/03/freshwater-eels-anguillidae.html http://www.dfo-mpo.gc.ca/science/publications/article/2011/02-14-11-eng.html Dia 13, 14: http://www.rete.toscana.it/sett/agric/foreste/life/immagini/foto/2005- a/2005.html http://www.natuurkennis.nl/index.php?hoofdgroep=2&niveau=3&subgroep=102&subsub groep=1005&subsubsubgroep=445 http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Chrysosplenium_alternifolium_170405.jpg Dia 15: http://hu.wikipedia.org/wiki/F%C3%A1jl:Montia_fontana_%28mezenc,_43,_France%29. JPG http://www.natuurkennis.nl/index.php?hoofdgroep=2&niveau=3&subgroep=102&subsub groep=1005&subsubsubgroep=445 Dia 16: http://moineaudeparis.com/insectes/odonates/cordulegaster-boltonii/ http://www.natuurkennis.nl/index.php?hoofdgroep=2&niveau=3&subgroep=102&subsub groep=1005&subsubsubgroep=445
  • 160. Referenties Dia 17: http://www.omroepgelderland.nl/upload_mm/a/2/1/881491_fullimage_Teeselinkven.jpg Dia 18: http://www.natuurkennis.nl/index.php?hoofdgroep=2&niveau=2&subgroep=104&subsub groep=1010 http://www.mooigelderland.nl/index.php?pageID=3153&messageID=11826 Dia 19: http://www.macro-world.cz/image.php?id_foto=1610&gal=12 http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/documenten/profielen/soorten/profiel_soor t_H1042.pdf Dia 20: http://www.sundancevillas.co.uk/page.asp?page=birds http://nl.wikipedia.org/wiki/Roerdomp Dia 21: http://carlcorbidgefieldherping.blogspot.be/2011/06/new-site-for-slow-worms.html http://herpet.mysites.nl/mypages/herpet/517156.html http://www.caudata.org/forum/f1173-advanced-newt-salamander-topics/f30-species- genus-family-discussions/f32-eurasian-newts-triturus-former-triturus-calotriton- euproctus/52322-great-crested-newts-triturus-cristatus-garden-ponds.html Dia 22: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vinpootsalamander http://www.soortenbank.nl/soorten.php?soortengroep=reptielen_en_amfibieen&id=34& menuentry=soorten Dia 23: http://en.wikipedia.org/wiki/Alpine_newt http://mineleni.nederlandsesoorten.nl/get?site=lnv.db&view=lnv.db&page_alias=soort&si d=1633 Dia 24: http://www.nbat.nl/aquarium3/vuursalamander.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Vuursalamander http://mineleni.nederlandsesoorten.nl/get?site=eleni.db&view=eleni.db&page_alias=soor t&sid=1631
  • 161. Referenties Dia 25: http://www.flickr.com/photos/mario_martins/galleries/72157622282256125/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Vuursalamander http://www.nbat.nl/aquarium3/vuursalamander.html Dia 26: http://www.uk-wildlife.co.uk/category/insect/beetles/page/2/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Ilybius Dia 27: http://www.uk-wildlife.co.uk/category/insect/beetles/page/2/ file:///C:/Documents%20and%20Settings/Gebruiker/Mijn%20documenten/Great%20div ing%20beetle%20photo%20-%20Dytiscus%20marginalis%20-%20A22667%20- %20ARKive.htm Dia 28: http://www.ucmp.berkeley.edu/arthropoda/uniramia/ephemeroptera.html Dia 29: http://en.wikipedia.org/wiki/Baetidae http://www.ucmp.berkeley.edu/arthropoda/uniramia/ephemeroptera.html http://www.life.uiuc.edu/ib/109/Insect%20rearing/Mayfly.html http://insect-zone.blogspot.be/2009/01/mayfly.html http://zoology.fns.uniba.sk/poznavacka/Insecta1.htm Dia 30: http://www.fotocommunity.de/pc/pc/display/28546535 http://cubits.org/buglife/thread/view/55444/?offset=60 Dia 31: http://gallery.new- ecopsychology.org/en/photo/water_strider_%28gerris_lacustris%29-2.htm Dia 32: http://www.waterwereld.nu/schaatsenrijder.php http://gallery.new- ecopsychology.org/en/photo/water_strider_%28gerris_lacustris%29-2.htm http://www.fotocommunity.de/pc/pc/display/28546535 http://cubits.org/buglife/thread/view/55444/?offset=60 Dia 33: http://agpvisser.blogspot.be/2012_06_01_archive.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Bootsmannetjes
  • 162. Referenties Dia 34: http://www.koleopterologie.de/heteroptera/1d-lep/notonectidae-notonecta-glauca- wurm2-foto-weisenboehler.html Dia 35: http://www.koleopterologie.de/heteroptera/1d-lep/notonectidae-notonecta-glauca- wurm2-foto-weisenboehler.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Bootsmannetjes Dia 36: http://www.arkive.org/water-scorpion/nepa-cinerea/ Dia 37: http://www.arkive.org/water-scorpion/nepa-cinerea/ http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterschorpioen Dia 38: http://www.tumblr.com/tagged/zoltan%20gyori Dia 39: http://www.asknature.org/strategy/b61499d0335c013c93603e52ab6f3ad6 Dia 40: http://www.asknature.org/strategy/b61499d0335c013c93603e52ab6f3ad6 http://www.tumblr.com/tagged/zoltan%20gyori Dia 41: http://fl.biology.usgs.gov/armi/Guide_to_Tadpoles/species/scaphiopus_holbrookii/scaph iopus_holbrookii.html Dia 42: http://www.earlham.edu/~biol/desert/packrat.JPG Dia 43: http://dearkitty.blogsome.com/2007/01/03/ http://fl.biology.usgs.gov/armi/Guide_to_Tadpoles/species/scaphiopus_holbrookii/scaph iopus_holbrookii.html Dia 44: http://ecofriendly.ru/sistema-airdrop-voda-iz-nichego http://www.visualphotos.com/image/1x9118345/darkling_beetle_onymacris_unguiculari s_drinking Dia 45: http://www.asknature.org/strategy/dc2127c6d0008a6c7748e4e4474e7aa1 http://en.wikipedia.org/wiki/Namib_Desert_beetle http://www.asahi-net.or.jp/~ch2m- nitu/gomidame.htm http://www.visualphotos.com/image/1x9118345/darkling_beetle_onymacris_unguiculari s_drinking
  • 163. Referenties Dia 46: http://www.asahi-net.or.jp/~dt4k-ynd/varioushabitat.htm Dia 53: http://www.flickr.com/photos/44150996@N06/5802431055/ Dia 55: http://www.flickriver.com/photos/artour_a/3783808372/ Dia 59: http://de.academic.ru/dic.nsf/dewiki/287594 Dia 63: http://life-sea.blogspot.be/2012/09/galapagos-sea-lion_27.html Dia 47-64: http://sky.scnu.edu.cn/life/class/ecology/chapter/Chapter5.htm Dia 65: http://www.geocities.ws/groenekarper/diepwater.html Dia 66: http://www.geocities.ws/groenekarper/diepwater.html http://www.uic.edu/classes/bios/bios101/x302_files/textmostly/slide8.html Dia 67 - 68: http://www.uic.edu/classes/bios/bios101/x302_files/textmostly/slide8.html http://waterontheweb.org/under/lakeecology/05_stratification.html Dia 69: http://www.waterwereld.nu/holpijpeng.html Dia 70: http://www.waterwereld.nu/holpijpeng.html http://www.uic.edu/classes/bios/bios100/lecturesf04am/lect19.htm Dia 71- 80: http://www.youtube.com/watch?v=Wzz3hlPFXCk http://sky.scnu.edu.cn/life/class/ecology/chapter/Chapter5.htm Dia 73: http://www.landfood.ubc.ca/soil200/components/soil_water.htm Dia 74, 80: http://classes.css.wsu.edu/soils201/Presentations/lab%206%20Water%20Potential.pdf Dia 75: http://www.tankonyvtar.hu/hu/tartalom/tamop425/0032_talajtan/ch07s08.html Dia 76: http://www.els.net/WileyCDA/ElsArticle/refId-a0001298.html Dia 78: http://xarquon.jcu.cz/edu/zbb/prednasky/04organels/044vesicules/vacuole.htm Dia 79: http://toolboxes.flexiblelearning.net.au/demosites/series6/605/html/resources/depot/s eeya/managing.htm
  • 164. Referenties Dia 81: http://www.nzdl.org/gsdlmod?e=d-00000-00---off-0fnl2.2--00-0----0-10-0---0--- 0direct-10---4-------0-1l--11-en-50---20-about---00-0-1-00-0--4----0-0-11-10-0utfZz-8- 10&cl=CL3.6&d=HASH0150ba4e9f73176fac50b5ae.7.8.4.3&gt=1 Dia 82: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Bundesarchiv_Bild_183-1985-0404- 003,_Colditz,_Birkensafternte.jpg http://en.wikipedia.org/wiki/Root_pressure Dia 83, 84: http://www.visualphotos.com/image/1x6045741/coriander_leaf_stomata_pores_coloure d_sem Dia 85: http://www.arkive.org/marsh-marigold/caltha-palustris/image-A18198.html Dia 86: http://www.ictinternational.com.au/appnotes/ICT101.htm Dia 87, 88: http://www.micrographia.com/specbiol/plan/planaq/plaq0100/lemna-00.htm http://www.arkive.org/common-duckweed/lemna-gibba/image-A8010.html Dia 89: http://www.biolib.cz/en/taxonimage/id135179/?taxonid=3423 Dia 90: http://www.fossilflowers.org/imgs/mbonifa/sq/Nymphaeaceae_Nymphaea_sp_6125.htm l http://en.wikipedia.org/wiki/Nymphaea Dia 91: http://bugs.bio.usyd.edu.au/learning/resources/plant_form_function/images/plants_extr eme/hydrophytes/H17-Nymphaea.jpg Dia 92: http://botanika.biologija.org/zeleni- skrat/slike/slike_drobnogled/Juncus_effusus/Juncus_effusus_03.jpg Dia 93: http://sadzawka.pl/pl/p/Stratiotes-aloides-osoka-aloesowata/397 http://nl.wikipedia.org/wiki/Krabbenscheer Dia 94: http://www.april-design.de/galerie/libellen/aeshna-viridis.htm
  • 165. Referenties Dia 95: http://www.botanickafotogalerie.cz/fotogalerie.php?latName=Sagittaria%20sagittifolia&s howPhoto_variant=photo_description&show_sp_descr=true&spec_syntax=species http://nl.wikipedia.org/wiki/Pijlkruid Dia 96, 97: http://sdrsnet.srnr.arizona.edu/data/sdrs/ww/docs/dimosinu.pdf http://franslanting.photoshelter.com/image/I00009cnxCe50Tj8 Dia 98, 99: http://www.flickr.com/photos/selectasucculents/6503497835/ http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Marloth-Lithops-drawing.jpg http://www.southafrica.org.za/tour-sa-bokkeveld-and-beyond.html Dia 100: http://www.abdnha.org/pages/06_exploring/central/roads/78/cactusgarden.htm Dia 101, 102: http://plantcellbiology.masters.grkraj.org/html/Plant_Cell_Biochemistry_And_Metabolism 6-Plant_Cell_Energy_transductions2-Photosynthesis.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Calvincyclus http://www.rug-a- pien.be/docs/fotosynthese.pdf http://plantphys.info/plant_physiology/c4cam.shtml Dia 103: http://wc.pima.edu/~bfiero/tucsonecology/plants/plants_photosynthesis.htm http://plantphys.info/plant_physiology/c4cam.shtml http://www.marietta.edu/~biol/biomes/photosynthesis.htm Dia 104: http://public.fotki.com/Arturo77/salida_al_sur_de/picture_123_resize.html Dia 105: http://www.synbiosys.alterra.nl/natura2000/gebiedendatabase.aspx?subj=n2k&groep=2 &id=n2k116 http://www.jstor.org/discover/10.2307/2432661?uid=3737592&uid=2129&uid=2&uid=7 0&uid=4&sid=21101675332893 http://www.werc.usgs.gov/OLDsitedata/seki/pdfs/cam%20photosynthesis%20in%20sub merged%20aquatic%20plants%201998.pdf
  • 166. Referenties Dia 106: http://plantsinaction.science.uq.edu.au/edition1/?q=content/15-4-3-epiphytes http://wildgirlwildworld.blogspot.be/2010/04/legacy-orchid.html http://bota.plantnet- project.org/orchisasia/genre/Bulbophyllum/bulbophyllum%20allenkerrii/bulall.html Dia 107: http://www.veoverde.com/2009/01/guia-de-arboles-tamarugo/ Dia 108: http://www.fao.org/docrep/q4030e/q4030e09.htm http://en.wikipedia.org/wiki/Prosopis_tamarugo Dia 109: http://www.flickr.com/photos/bos69/3447768927/ Dia 110: http://131.230.176.4/imgs/Cusman1/r/Apocynaceae_Nerium_oleander_47206.html Dia 111: http://www.phytoimages.siu.edu/imgs/paraman1/r/Ericaceae_Arctostaphylos_pungens_ 2359.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Arctostaphylos_pungens Dia 112: http://www.florealpes.com/fiche_ammophilaarenaria.php?photonum=2&PHPSESSID=d85 a8553398c1472de034508c9039a71 http://www.seftoncoast.org.uk/articles/05summer_pioneerplants.html Dia 113: http://www.enr.gov.nt.ca/_live/pages/wpPages/Central_Great_Bear_Plains.aspx Dia 114, 115: http://tamabphoto.wordpress.com/2012/05/12/hevea-brasiliensis/ http://www.plantsystematics.org/imgs/kcn2/r/Typhaceae_Typha_latifolia_16187.html Dia 116: http://wilde-planten.nl/gevlekte%20dovenetel.htm http://andyswebtools.com/cgi- bin/p/awtp-pa.cgi?d=plainfield-garden-club&type=1772 Dia 117: http://eu.art.com/gallery/id--b11142/posters.htm Dia 118: http://www.agefotostock.com/en/Stock-Images/Rights-Managed/BWI-BS257788 Dia 119: http://www.secchidipin.org/secchi.htm Dia 120: http://www.lenntech.nl/periodiek/water/zuurstof/zuurstof-en-water.htm
  • 167. Referenties Dia 121: http://www.nationalgeographicstock.com/ngsimages/explore/explore.jsf Dia 122 - 124: De Pauw - Vannevel – 1991, Macro-invertebraten en waterkwaliteit Stichting Leefmilieu – Antwerpen Dia 125: http://teamisola.blogspot.be/2010_07_01_archive.html http://www.klinkhydrobiologie.nl.sharedlinux.site4u.nl/uploads/RIWA%20Maas%20%20 rapport.pdf Dia 126: http://hippo-archief.nelos.be/pdf/Hippocampus216%2813.4MB%29.pdf http://www.flickr.com/photos/arne/5943022864/ Dia 127, 128: http://www.visualphotos.com/image/1x9127032/sponge_lubomirskia_baicalensis_under water_lake http://www.panoramio.com/photo/18384139 Dia 129: http://fr.wikipedia.org/wiki/Microphagie_suspensivore http://wiki.omskedu.ru/index.php?title=%D0%92%D0%B8%D0%BA%D1%82%D0%BE %D1%80%D0%B8%D0%BD%D0%B0 Dia 130: http://www.firstlight.com/oskir-richard-kirbyosfphotolibrary-4763991.html http://www.irkutsk.org/baikal/animals.htm Dia 131: http://www.transsib.ru/Photo/Vsib/5349.jpg Dia 132: http://www4.uwsp.edu/geo/faculty/ritter/geog101/textbook/circulation/ocean_circulati on.html Dia 133: http://www1.american.edu/ted/guano.htm http://www.paracas.com/actividades- economicas/actividad-economica/ Dia 134: http://www.wisegeek.org/what-is-guano.htm#slideshow http://www1.american.edu/ted/guano.htm
  • 168. Referenties Dia 135: http://www.lawrencechanphotography.com/tag/great-barrier-reef/ http://www.amcs.org.au/WhatWeDo.asp?active_page_id=203 http://www.global- adventures.us/2012/04/19/expedition-east-australian-current/ Dia 136: http://www.ecology.com/2011/09/12/important-organism/ http://en.wikipedia.org/wiki/Phytoplankton Dia 137: http://www.serc.si.edu/labs/phytoplankton/primer/phyto.aspx#phaccups http://en.wikipedia.org/wiki/Phytoplankton http://culbrethscience8.blogspot.be/2012/10/phytoplankton-oceans-primary- producers.html Dia 138: http://en.wikipedia.org/wiki/Krill http://en.wikipedia.org/wiki/Copepod http://nl.wikipedia.org/wiki/Krill http://pt.wikipedia.org/wiki/Krill Dia 139: http://idaholyoaks3.blogspot.be/2012/10/brief-geologic-history-and-zonation- of.html Dia 140: http://doris.ffessm.fr/photo_gde_taille_fiche.asp?varpositionf=9&sousgroupe_numero=1 14&varposition=5&varSQLphoto=SELECT%20*%20FROM%20vue_photos%20where%20p hoto_fiche%20=%203095%20ORDER%20BY%20photo_ordre&fiche_numero=3095&origi ne=groupe http://en.wikipedia.org/wiki/Coastal_fish Dia 141: http://www.flickr.com/groups/molamola/pool/ http://en.wikipedia.org/wiki/Mesopelagic_fish#Mesopelagic_fish Dia 142: http://anotheca.com/wordpress/2009/11/19/monterey-bays-deep-water-wildlife/ http://en.wikipedia.org/wiki/Lanternfish Dia 143: http://www.artforconservation.org/store/product_details.php?pr=6991 http://en.wikipedia.org/wiki/Lanternfish Dia 144: http://whyevolutionistrue.wordpress.com/2009/02/25/sexual-parasitism-in- anglerfish/ http://en.wikipedia.org/wiki/Mesopelagic_fish#Mesopelagic_fish
  • 169. Referenties Dia 145: http://bioweb.uwlax.edu/bio203/s2007/rossing_jaco/ Dia 146: http://rbg-web2.rbge.org.uk/FE/fe.html Dia 147: http://www.museevirtuel- virtualmuseum.ca/edu/ViewLoitDa.do;jsessionid=2183F426E40CC339CBA697092143A199 ?method=preview&lang=EN&id=19961 http://www.meuzelaar.nl/pages/helofyt.htm Dia 148: http://es.wikipedia.org/wiki/Archivo:Erica_tetralix_2.jpg Dia 149: http://serc.carleton.edu/images/eslabs/corals/polyp_with_zooxanthellae.jpg Dia 150: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Epinephelus_tukula_is_cleaned_by_two_Labroid es_dimidiatus.jpg Dia 151: http://sciencesummit.files.wordpress.com/2011/07/purple_saxifrage.jpg Dia 152: http://zoltantakacs.com/zt/pw/re/album.php?idx=14 Dia 153: http://www.phytoimages.siu.edu/imgs/paraman1/r/Rhizophoraceae_Rhizophora_mangle _22522.html Dia 154: http://www.indiawaterportal.org/node/18960 Dia 155: http://4blearningblog.edublogs.org/2010/10/29/polluted-oceans/ Dia 156: http://jasonpollock.tv/2010/09/the-12-worst-oil-spills-in-history-infographic/ Dia 157: http://www.naturephoto-cz.com/common-tree-frog-photo-1984.html Dia 158: http://www.thesolutionsjournal.com/node/1112 Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=XsMJNNshPOs http://www.youtube.com/watch?v=IDkSDPgrtjs http://www.youtube.com/watch?v=XDTMFVHxXLk Achtergrond: http://en.wikipedia.org/wiki/File:Congaree_swamp.jpg
  • 170. Literatuurlijst Billen J. – 1994 Morfologie en Systematiek van de Invertebrata Blamey M. & Grey-Wilson C. - 1989 De Geïllustreerde Flora Thieme – Baarn Buchsbaum R. – 1962 De Ongewervelde Dieren Het Spectrum – Antwerpen De Pauw - Vannevel - 1991 Macro-invertebraten en waterkwaliteit Stichting Leefmilieu - Antwerpen Fitter R. & Fitter A. – 1974 Tirions Nieuwe Bloemengids Elsevier – Amsterdam Heimans E., Heinsius H.W., Thysse J.P. – 1947 Geïllustreerde Flora Van Nederland W. Versluys N.V. – Amsterdam - Antwerpen
  • 171. Literatuurlijst Heywood V.H. – 1993 Flowering Plants Of The World Oxford University Press – New York Hillenius D. - 1967 De Vreemde Eilandbewoner N.V. De Arbeidspers – Amsterdam Keizer G.J. – 1997 Paddestoelen Encyclopedie Rebo Productions – Lisse Perl P. – 1979 Varens De Lantaarn – Amsterdam Peterson R., Mountfort G. & Hollom P.A.D. – 1983 Petersons Vogelgids Tirion, Elsevier - Amsterdam
  • 172. Literatuurlijst Raven & Johnson – 1992 Biology Mosby-Yearbook – Missouri Rozema J. & Verhoef H.A. – 1997 Leerboek Toegepaste Ecologie VU-Uitgeverij – Amsterdam Van Assche J. – 1989 Inleiding Tot De Plantenecologie Katholieke Universiteit Leuven – Leuven Van Veen M. & Zeegers Th. – 1988 Insecten Basis Boek Jeugdbondsuitgeverij – Utrecht Weier T. Elliot, Stocking C.R., Barbour M.G. & Rost T.L. – 1982 Botany – An Introduction To Plant Botany John Wiley & Sons - California
  • 173. Literatuurlijst Wilson E.O. – 1992 The Diversity Of Life Allen Lane The Penguin Press – Harmondsworth, Middlesex Wynhoff I., Van Der Made J., Van Swaay C. – 1990 Dagvlinders Van De Benelux De Vlinderstichting - Utrecht Versie februari 2013